'Wat ik zelf heb meegemaakt,
doet me nadenken over de vraag:
als een mens in de miserie zit, wat helpt dan?
Wat doen we wanneer het noodlot ons treft?
Waar vinden we troost?
Het antwoord kun je in enkele woorden samenvatten:
in de aanwezigheid van de ander.
Dat is de basis.' Als dokter ben je opgeleid om mensen in moeilijke situaties bij te staan, ze te gidsen en een helpende hand te bieden. Maar wat doen we wanneer het noodlot bij ons zelf toeslaat? Hoe vind je troost in moeilijke situaties? En waar kunnen we terecht? In dit persoonlijke boek onderzoekt Dirk De Wachter hoe we in de moeilijkste momenten troost kunnen vinden. Die zit in kunst, in natuur, in schoonheid, in gedachten en rituelen, maar vooral: in de ander.
Meer dan een halve eeuw was Herman Tjeenk Willink direct betrokken bij ontwikkelingen in en rond de overheid: als publieke ambtsdrager, als maatschappelijk bestuurder, als kritische beschouwer. Hij werd niet moe erop te wijzen dat de overheid in haar beleid én functioneren moet voldoen aan de eisen van democratie en recht. Die bieden burgers zekerheid: de zekerheid dat ieder zijn zegje kan doen en wordt gehoord, de zekerheid dat ieder gelijk is voor de wet en rechtsbescherming geniet, de zekerheid dat de overheid zegt wat zij doet en doet wat zij moet doen.
Door de dominantie van het geld als ijkpunt voor beleid en het managementdenken zijn die zekerheden gestaag uitgehold. Dáártegen komen burgers - terecht, en niet voor het eerst - in opstand. Juist nu ingrijpende veranderingen nodig zijn, ontbreken vertrouwen en draagvlak. In Het tij tegen gaat de auteur na hoe het zover kon komen, en vooral wat eraan te doen valt, en door wie.
Minister van staat Herman Tjeenk Willink (1942) was onder meer voorzitter van de Eerste Kamer, vicepresident van de Raad van State en meermalen kabinetsinformateur. Hij publiceerde recentelijk de boeken Groter denken, kleiner doen (PrinsjesBoekenPrijs 2019) en Kan de overheid crises aan?. In 2022 ontving hij de PrinsjesPrijs vanwege zijn bijzondere betekenis voor het parlement en de democratie in Nederland.
Shell kent de wegen naar de hoogste kringen én de sluiproutes door de politieke moerassen. De olie- en gasgigant opereert in zeventig landen. De meeste zijn geen democratische rechtsstaten. Shell - tot voor kort Royal Dutch Shell - heeft dagelijks te maken met zwakke of autocratische overheden, corruptie, onrust, oorlog en terrorisme. Hoe manoeuvreert ze daardoorheen?
Onderzoeksjournalist Marcel Metze volgde het bedrijf jarenlang. Met een team researchers groef hij in archieven, bemachtigde hij interne documenten, en sprak hij (oud-)medewerkers op alle niveaus. Het resultaat is een fascinerende duik onder de motorkap: de politieke biografie van Shell.
Metze laat zien hoe het concern de afgelopen 130 jaar als een kameleon door de veranderende geopolitieke en maatschappelijke werkelijkheid bewoog. Met steun van de grootmachten bereikte het de top van de internationale olie-industrie. Tijdens de de kolonisatie leerde het omgaan met nationalistische regimes en ambitieuze kolonels. Toen stak vanuit de milieu- en mensenrechtenbeweging een storm op, die nooit meer is gaan liggen. Gaandeweg bouwde Shell een uitgebreid repertoire aan zichtbare én minder zichtbare beïnvloedings- en gevechtstechnieken op.
Zal deze doorgewinterde en gewiekste politieke speler ook het einde van het fossiele tijdperk weten te doorstaan? Aan Shells financiële reserves, haar technologische kwaliteiten en haar politieke vaardigheden zal het niet liggen. Maar haar verhouding met de samenleving is ten prooi gevallen aan diep wederzijds wantrouwen, zo wordt duidelijk in dit boek, dat leest als een geheime geschiedenis van de afgelopen anderhalve eeuw.
'Elk ogenblik, elke ontmoeting, is een kans om iets te veranderen.'
De eerste twee jaar van zijn leven bracht Awraham Soetendorp door op een onderduikadres. Op zijn 25ste begon hij, als jongste rabbijn van Nederland, met 'het werk van vrede en hoop' en groeide hij uit tot de stem van liberaal-joods Nederland.
Aan de vooravond van zijn tachtigste verjaardag blikt hij terug. Hij deelt de belangrijkste inzichten die hij opdeed in een rijk en bevlogen leven, dat getekend werd door de oorlog en de gevolgen daarvan. Waar het om gaat, betoogt hij, is dat verdriet en woede niet de overhand krijgen, maar dat de balans doorslaat naar optimisme.
Wat betekent een moedig en hoopvol leven, voor jezelf en voor de ander? Levenslessen van een rabbijn is een noodzakelijk boek over verlies, verzet en verzoening.
Koen Haegens is al zijn hele leven gefascineerd door tijd. In zijn boek Op zoek naar de verstrooide tijd wordt hij door een ingrijpende gebeurtenis die hem bijna het leven kost geconfronteerd met een mysterie. Hoe kan het dat we van elk moment willen genieten maar ondertussen al swipend, scrollend en bingewatchend smijten met de uren, alsof ze niet op kunnen?
Met verwondering en humor onderzoekt Haegens hoe we tijd vermorsen, ongemerkt door onze vingers laten glippen, maar ook hoe we kunnen leren de tijd te nemen en te rekken. Mede aan de hand van grote denkers als Kierkegaard, Heidegger en De Beauvoir duikt hij in de `verstrooide tijd'. Dit spoor leidt langs gestreste Romeinen, smartphones en tijddieven. Koen Haegens eindigt in Op zoek naar de verstrooide tijd bij het antwoord op de vraag of er een andere, intensere omgang mogelijk is met de beperkte tijd die ons gegeven is.
Over Neem de tijd: 'In eenvoudige, maar niet simplistische zinnen wordt verrassend uit de doeken gedaan hoe de consumptiemaatschappij als motor achter de omloopsnelheid, maar ook de hippiebeweging als aanstichter van het werken in eigen tijd, de innerlijke balans verstoord.' - AD
Op zondag 13 oktober 2019 verliet ik de boerderij waar ik jarenlang vastzat en stapte een café in Ruinerwold binnen. Op dat moment maakte ik me definitief los uit de geloofswereld van mijn vader, die mij vijfentwintig jaar lang in zijn macht had.
In 'Wij waren, ik ben. Weg uit Ruinerwold' beschrijf ik mijn leven. Mijn vaders geloof en overtuigingen waren mijn realiteit: naar school ging ik niet, ik bestond niet eens voor de buitenwereld, en ik had geen vrienden. Er waren alleen de geesten die om ons heen dwaalden en waarmee we praatten. Bidden was onze enige redding, God zat altijd in mijn hoofd.
Dan komen de eerste scheurtjes in mijn geloof, en dat worden er geleidelijk steeds meer. Het internet is de sleutel voor mijn ontwikkeling. Ik zoek een weg naar de vrijheid voorbij schuld, angst, verdriet, onzekerheid. Maar wanneer mijn gedachten eindelijk vrij zijn, voel ik me meer opgesloten dan ooit. Ik wil weg uit de boerderij waar ik samen met mijn familie verborgen voor de buitenwereld leef. Maar wie gaat mij helpen?
- Israel van Dorsten
In het huis waarin Milio van de Kamp opgroeit is regelmatig geen licht of warm water en in de buurt waar hij woont is criminaliteit aan de orde van de dag. Toch lukt hem uiteindelijk wat zovelen niet lukt: ontsnappen uit de armoede. Hoewel zijn docent hem adviseert `iets lager te mikken', slaagt hij erin vanuit het vmbo de universiteit te bereiken. Maar de sociale stijging komt niet zonder offers. In Misschien moet je iets lager mikken vertelt Milio aan de hand van zijn eigen ervaringen over de impact van armoede en kansenongelijkheid. Vervreemding van je familie, je nergens volledig thuis voelen, hoge schulden, depressie. Steeds weer loopt hij tegen de stigma's rondom armoede aan.
Dit boek legt glashelder de complexiteit van maatschappelijke ongelijkheid bloot. Het is geen lofzang op het idee dat je alles kunt bereiken mits je hard genoeg je best doet. Wél is het een erkenning van de onvoorstelbare veerkracht van mensen die van jongs af aan geconfronteerd worden met hun ongelijke startpositie in het leven.
Krachtig pleidooi voor de instandhouding van het democratisch kapitalisme
Toen de Berlijnse Muur in 1989 viel, zegevierde het westerse democratisch kapitalisme. Democratie en kapitalisme verspreidden zich in rap tempo over de hele wereld en onder de bevolking overheerste een gevoel van triomf. Nu, meer dan een kwarteeuw later, wordt de westerse wereld geconfronteerd met een financiële crisis, heerst er een groeiende ongelijkheid en is de onvrede groot. Er gaan krachtige stemmen op dat het kapitalisme beter af zou zijn zonder democratie, terwijl anderen juist het tegendeel beweren.
In De crisis van het democratisch kapitalisme geeft Martin Wolf een overtuigend weerwoord op beide standpunten. Hij biedt een diepgaande en heldere visie op het steeds wankelere huwelijk tussen kapitalisme en democratie – en maakt duidelijk waarom een scheiding een vrijwel onoverkomelijke ramp zou zijn.
Martin Wolf is Chief Economics Commentator van de Financial Times. Hij heeft een eredoctoraat aan de London School of Economics, is Honorary Fellow aan Nuffield College in Oxford en is lid van de International Media Council van het World Economic Forum. Voor zijn werk ontving hij meerdere prijzen.
Van de auteur van de internationale bestseller HET BEGIN VAN ALLES
Met een voorwoord van Joris Luyendijk
'Vlot, punk, anti- alles en onweerstaanbaar.' - The Sunday Times
'Graeber had een omnivoor, avontuurlijk intellect.' - NRC
De verlichting begon niet in Europa. Aan het eind van de zeventiende eeuw vestigde zich een bonte bende zeerovers op Madagaskar. Terwijl men in de Franse salons de basisprincipes van vrijheid, gelijkheid en broederschap besprak, brachten deze piraten duizenden kilometers verderop levendige, fantasierijke experimenten met zelfbestuur in de praktijk.
In Piratenverlichting wekt David Graeber deze vergeten gemeenschappen tot leven - vol Malagassische intriges en piratenkoningen wier macht zich niet verder uitstrekte dan hun eigen paleis. Hij onthult daarmee de niet-Europese oorsprong van wat wij als klassiek 'westers' denken beschouwen en bewijst dat piraten - verborgen onder de mythologie van geweld, risico en wetteloosheid - er heldere democratische principes op na hielden.
Piratenverlichting is het resultaat van Graebers vroege veldwerk en staat aan de basis van zijn internationale bestsellers Schuld en Het begin van alles. Zijn unieke oeuvre levert een boeiender, inclusiever en geëmancipeerder beeld van de mensheid op, dat wijst op nieuwe, hoopvolle mogelijkheden voor de toekomst.
'Een briljante dwarsdenker.' - de Volkskrant
'Een van de grootste intellectuelen van onze tijd.' - HUMO
`De aanslagpleger was bekend bij de diensten.' Een veelgebruikt zinnetje in nieuwsberichten over terrorisme, maar ook een zinnetje dat veel vragen oproept. Welke diensten dan? Wat weten die diensten precies? Hoe komen ze aan hun informatie en wat doen ze ermee? Zouden ze alle aanslagen dan niet kunnen voorkomen? Wanneer besluiten ze eigenlijk om iemand in de gaten te houden? En waarom moet alles zo in het geheim?
Wat weet jij eigenlijk van de geheime diensten?
Diensten met geheimen geeft antwoord op deze en nog veel meer vragen. Willemijn Aerdts vertelt hoe de AIVD en MIVD zijn ontstaan en op welke manier de taken en werkwijzen sinds de Tweede Wereldoorlog zijn veranderd. Beide diensten hebben als doel de democratische rechtsstaat te waarborgen en geheimhouding kan daarbij van levensbelang zijn; tege lijkertijd hebben we het recht op privacy en is toezicht noodzakelijk. Aan de hand van spannende casussen maakt Aerdts duidelijk hoe de aivd en mivd te werk gaan en voor welke dilemma's ze worden gesteld. Deze blik achter de schermen is - net zoals de diensten zelf dat zijn - onontbeerlijk.
Frank Visser groeide op in een katholiek gezin met zeven kinderen dat na de dood van zijn vader in geldnood kwam. Alles in zijn jeugd was katholiek en hij hield ervan, was goed 'in godsdienst', al bracht hij al vroeg de leraren in verlegenheid met zijn vragen.
In een montere, grappige en ongepolijste stijl neemt Visser zijn lezer mee door zijn leven. Een verhaal van vallen en opstaan, van financiële zorgen, gedwongen verhuizingen, en tegenslag. Verhalen uit een niet-intellectueel milieu, van een moeder die uit nood een café beheert. Maar gaandeweg krijgt Visser kansen, op studie, op een carrière in de rechterlijke macht. Hij slaagt erin om met discipline, doorzettingsvermogen en humor kantonrechter te worden. Om daarna de sprong te wagen naar de televisie.
Visser schrijft zijn ervaringen en herinneringen op, en weeft door alles heen zijn kijk op het recht, hoe het werkt of zou moeten werken. Aan zijn vele ontmoetingen met vooral boze mensen probeert hij een positieve wending te geven. Al draagt hij dan een toga, hij voelt met hen mee. Al staan de televisiecamera's op hem gericht, zijn wens is dat de mensen die voor hem staan vooral zichzelf onder ogen zullen zien.
Met vallen en opstaan is een ongewoon levensverhaal van een gewone jongen, die zegt: 'Boos zijn helpt niet, wel doen wat je kunt. Slikken als het moet, maar gaan als het kan.
Als Hiske Dibbets hoort dat ze kanker heeft met een slechte prognose, staat alles plotseling op scherp. In shock stopt ze met werken. Ze laat haar testament opmaken en trouwt met haar vriend. Ze begint aan een chemobehandeling. Samen met familie en vrienden probeert ze er het beste van te maken. Maar hoe moet je leven als je agenda ineens gevuld is met scans, onderzoeken en chemokuren? Als je weet dat je leven vermoedelijk niet meer zo lang zal duren?
Nuchter en met een scherp oog voor surrealistische situaties beschrijft ze wat haar overkomt na de diagnose. Na de eerste schok wordt ze over vallen door herinneringen en brengt ze haar leven in kaart. Welke inzichten geeft de ziekte haar? Hoe moet ze zich verhouden tot de dood? En wat moet ze met een conflict uit het verleden dat nog niet is opgelost?
Niet niks is een openhartig, aangrijpend en toch ook humoristisch verslag van wat het betekent om te leven met een ongeneeslijke ziekte. Het overkomt veel mensen, maar toch is het nog altijd onbekend terrein. Een ding is duidelijk: leven met de dood op je hielen is niet niks.
Wat wil je later worden? Die vraag krijg je vaak als kind. Maar er komt een moment dat je iets of iemand bent geworden. En dan moet je nog een poos.
Vroeger of later lopen mensen tegen de grenzen op van wat ze zijn geworden. Burn out, een relatiecrisis, de dood van een geliefd mens of een opkomend gevoel van verveling. Is dit alles? Dan begint de tweede helft van je leven. De beste helft, noemt Arjan Broers het, 'of in ieder geval de helft waar het echt om gaat'.
Eerlijk, lichtvoetig en met humor verleidt dit boek je om zelf op onderzoek te gaan naar wat jij in je leven te doen hebt. Hoe je kunt oefenen aandachtig te zijn, je schaduwwerk te doen en uit te reiken met wat je te geven hebt.
Dat onderzoek gaat niet alleen over jou. We leven in een tijd waarin er nog nooit zoveel mensen zo gezond zo oud geworden zijn. En ook is het een tijd waarin we zien dat onze manier van leven niet duurzaam is voor het leven om ons heen en voor de mensen die na ons komen.
Een onwijze tijd is het. Zelden was er zo'n nood aan wijsheid.
Het woord 'rechtsstaat' is niet weg te denken uit het publieke debat. En terecht. Het is de basis voor ons goed samenleven, te vergelijken met de basaltblokken die voor een deel onzichtbaar de dijk en daarmee het achterliggend land beschermen tegen stormen.
In dit boek worden de begrippen 'recht' en 'rechtsstaat' uitgelegd en in verband gebracht met de ontwikkelingen in Oost-Europa, met de betekenis van de rechtsstaat voor een goed functionerende economie en met het fascisme in verleden én heden. Geert Corstens illustreert deze ontwikkelingen met hoofdstukken over Mussolini en over het thatcherisme. Hij verheldert het begrip 'onpartijdigheid' aan de hand van het bekende boek van Ian McEwan over de kinderwet.
De auteur, die zich als hoogleraar in het strafrecht en als strafrechter veel met vergelding heeft beziggehouden, gaat in het voorlaatste hoofdstuk een stap verder: daarin komt vergeving aan de orde. Het slothoofdstuk bevat enkele autobiografische notities over zijn loopbaan als jurist, onder andere als hoogleraar en president van de Hoge Raad.
Geert Corstens was van 1995 tot 2014 lid van de Hoge Raad, waarvan de laatste zes jaar als president. Hij publiceerde eerder onder meer De rechtsstaat moet je leren en, met Reindert Kuiper, De rechter grijpt de macht.
Voor de lezers van Gouden jaren en Het pauperparadijs
Hartverwarmend boek vol nostalgie, geïllustreerd met meer dan vijftig foto's
'De warmste bollen! De vrolijkste bollen! De gelukkigste bollen!' Bianca Bartels wist als kind al hoe je klanten de winkel in moest lokken. Hoe kan het ook anders met drie generaties bakkers aan vaders- en moederszijde. Brood, heel veel brood is er gebakken, vanaf 1903 door overgrootvader Arnold Bartels in Purmerend tot 1997 door vader Frans Bartels, die genoodzaakt was het familiebedrijf in Amsterdam te beëindigen.
Brood op de plank is een intrigerend familieverhaal over trotse broodbakkers. Over het ambacht, nieuwe producten bedenken, winkelsluitingswetten, de oorlog overleven, regelgeving, de volkorenbroodhype, concurrentie van supermarkten, klagende buren, altijd netjes zijn voor de klanten en nooit zeuren of opgeven. En natuurlijk over elke dag weer vol overgave vers brood bakken, ons dagelijks brood.
Louise Fresco houdt zich al haar hele leven bezig met voedsel, als denker, wetenschapper en schrijver. Ze heeft onnoemelijk veel gepubliceerd, geeft wereldwijd lezingen en praat met wetenschappers, bestuurders en beleidsmakers, en steevast over de vraag: hoe voeden wij 8 miljard mensen nu, en 10 miljard straks?
In dit boek beschrijft Fresco hoe haar denken over voedsel is veranderd. Ze gaat in op actuele kwesties die ons allen bezighouden, maar geeft ook vele kleurrijke herinneringen.
Reizen, gerechten, de nieuwste wetenschappelijke inzichten en kunst die haar inspireert vormen aanleiding tot associaties en vragen. In Ons voedsel komt alles aan de orde: schaarste en overvloed, geboden en verboden, gezondheid en ziekte, en uiteindelijk de verhouding tussen de mens en de planeet.
Ons voedsel is een optimistisch boek over de verhalen achter iedere maaltijd. Het is een geëngageerde en prachtig geschreven getuigenis van een leven waar voedsel, datgene wat niemand onverschillig kan laten, als een rode draad doorheen loopt.
Louise O. Fresco (1952) is wetenschapper, columnist voor NRC Handelsblad en de auteur van de veelgeprezen romans De kosmopolieten, De utopisten (shortlist Libris Literatuur Prijs), De idealisten en recent De plantenjager uit Leningrad. Haar boek Hamburgers in het paradijs geldt als haar magnum opus over landbouw en voedsel. In juni 2022 neemt zij afscheid als bestuursvoorzitter van Wageningen University & Research.
Op 7 oktober 2006 werd schrijver, mensenrechtenactivist en journalist van de onafhankelijke Russische krant Novaya Gazeta Anna Politkovskaja vermoord in de lift van haar huis in Moskou. Ze offerde haar leven op voor de vrijheid en haar nalatenschap is actueler dan ooit.
Haar dochter Vera was op dat moment 26 en in verwachting. Anna hield altijd rekening met de dood als prijs voor haar werk, maar ze verstopte zich voor niemand. Ze hield nooit op met het schrijven over de misdaden van het Russische leger, over de nietsontziende maffia, over de corruptie en omkoping op grote schaal bij de overheid en de rechterlijke macht, en ze bleef mensen helpen. Ze kreeg talloze bedreigingen, overleefde verschillende moordpogingen en een schijnexecutie, tot die dag in oktober 2006, de verjaardag van Poetin.
Vera schreef met dit boek een vlijmscherpe aanklacht tegen het regime en de onderdrukking in haar land. Tegelijk is het een liefdevol en aangrijpend portret van haar onverschrokken moeder, die ervoor koos de onverbloemde waarheid te blijven vertellen over soldaten, criminelen en gewone mensen die door de oorlog worden vermalen. Ze besloot het te schrijven vanwege een van haar moeders levenslessen: noem mensen altijd bij hun naam, dictators incluis.
Na de Brexit en met oorlog aan de oostgrens richt het oog zich opnieuw op de Frans-Duitse as. Kan deze tandem nog richting geven aan de toekomst van Europa en is de kloof uit het verleden definitief overbrugd? Al is de 'erfvijandschap' sinds de laatste wereldoorlog verdampt, de geschiedenis leert dat nationale vooroordelen en clichés diepgeworteld zijn.
Een jager in het woud voert de lezer aan de hand van muziek, beeldende kunst, film en literatuur door een pijnlijke geschiedenis van vier grootschalige gewapende conflicten. Van de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) en het uitroepen van het Duitse keizerrijk in Versailles terug naar de napoleontische tijd en de Duitse bevrijdingsoorlogen; en dan van de loopgraven uit La Grande Guerre tot de totale catastrofe van de Tweede Wereldoorlog.
Op zoek naar een balans tussen herinneren, herdenken en vergeten bespreekt Maarten Doorman de rol van een verlicht Frankrijk en een romantisch Duitsland in de onvoorspelbare toekomst van Europa.
Maarten Doorman doceert cultuurfilosofie aan Maastricht University en is bijzonder hoogleraar geschiedenis van de Duitse cultuur aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Eerder verschenen van zijn hand onder andere De romantische orde (2004), Rousseau en ik (2012) en De navel van Daphne (2016).
Bijna iedere dag wandelt Paul van Vliet langs de zee bij het Noorderstrand van Scheveningen. De meeste verhalen in deze bundel zijn daar ontstaan. Daarbij kon hij niet alleen putten uit het rijke verleden van een indrukwekkende en ruim zestigjarige theatercarrière, maar ook uit de herinneringen en ervaringen van onderweg, zwervend en spelend door Nederland en Vlaanderen. In ontroerende fragmenten beschrijft hij zijn veelbewogen jeugd en de eerste jaren van zijn leven, van het oude Haagse huis van zijn overgrootmoeder, waar hij werd geboren, tot en met zijn studententijd in Leiden.
Wat bleef er over van al die ontmoetingen, van al die conferences waar hij zijn ziel en zaligheid in legde? Hoe ziet het leven eruit als je het podium hebt verlaten en de ouderdom op het toneel verschijnt? Van Vliet is er de man niet naar om op de dood te gaan zitten wachten. Verre van. Hij ontdekt zijn schrijftafel opnieuw, en vertelt en begint van voren af aan.
Heimwee naar morgen is een schitterend zelfportret, associatief, authentiek, humoristisch en met een ondertoon van melancholie. Een fijnzinnig boek van een cabaretier die schrijver is geworden.
Onmisbare steun voor iedereen die met verlies wordt geconfronteerd Vingerafdruk van verdriet is een kostbaar geschenk voor een ander of voor jezelf. Het is een boekje dat je zou moeten geven aan iedereen die een kind, een broer of een zus, de partner, een ouder, een vriend of een droom verliest. Het is niet alleen geschreven voor hen die het zelf moeilijk hebben, maar ook voor familieleden, vrienden en collega's van wie ze steun verwachten op hun moeilijke reis naar hernieuwd leven. Het is geen boek over dood. Het is een boek over leven, over het emotionele leven van iemand die wordt geconfronteerd met het verlies van een dierbaar iemand. Het is niet bedoeld om in één keer uit te lezen, of om eenmaal te lezen en weg te leggen, maar om telkens weer ter hand te nemen.
Hoe kan het dat een handvol mensen meer bezit dan de helft van de wereldbevolking en waarom wordt die obscene concentratie van rijkdom niet weggehoond? Vragen die ertoe doen. Zeker in tijden van grote en kleine cultuuroorlogjes rond de roerselen van de nationale identiteit is kritisch onderzoek naar de pijlers van de ongelijkheid een must. Extreme ongelijkheid gaat immers over meer dan waanzinnige bankrekeningen. Het is een machine die haar territorium voortdurend uitbreidt, samenlevingen omwoelt, de verzorgingsstaat ontrafelt en uiteindelijk ook de democratie uitholt. In 'De ongelijkheidsmachine' onderzoekt Paul Goossens de permanente botsing en de onmogelijke pacificatie tussen voorstanders van een meer egalitaire samenleving en elites die hun privileges willen behouden. Europa stond daarbij steevast aan de zijde van de 1%, zo ook zijn religieuze leiders en vele van zijn gelauwerde denkers. Vandaag komt het erop aan de code van de financiële industrie te kraken, dan pas kan de ongelijkheidsmachine gestopt worden. 'Het is kiezen', aldus Goossens, 'tussen de koopkracht van de bevolking of de privileges van de nieuwe feodale heersers, de geldaristocratie.' Zoveel is zeker, de bankiers zullen 'De ongelijkheidsmachine' niet op gejuich onthalen.
Met illustraties van GAL
Paul Goossens, een gediplomeerd econoom, is stichtend hoofdredacteur van 'De Morgen'. In het begin van de jaren 1990, na zijn vertrek, verlegde hij zijn focus naar de Europese Unie. Eerst bij 'Knack', dan bij het persagentschap Belga. Sinds 2009 is Goossens columnist van 'De Standaard'.
Streven naar het geluk als levensdoel is een vergissing. Streven naar zin en betekenis, daarentegen, is waar het leven om draait.
Gender en geweld zijn nauw verweven, zoals feministen al sinds jaar en dag signaleren. Toch werden we in 2017 opnieuw wakker geschud door #MeToo en zijn we inmiddels enkele jaren, vele schandalen en dito momenten van publieke verbijstering verder.
In deze bundel laten Renée Rmkens, Anja Meulenbelt en Tessel ten Zweege zien dat gendergerelateerd geweld diep geworteld zit in onze cultuur en vele gedaantes aan kan nemen. Samen met 24 journalisten, wetenschappers en kunstenaars doen zij een aanzet om vérder te denken, voorbij de verbijstering.
Met bijdragen van Mariëtte Hamer, Bieke Purnelle, Kitty Jong, Mina Etemad, Jeanette Chedda, Tessel ten Zweege, Dinah Bons, Hedy d'Ancona, Roziena Salihu, Anja Meulenbelt, Jerry K.L. Afriyie, Mieke Verloo, Iva Bicanic, Liza Mügge, Zahra Runderkamp, Julia van der Sluijs, Nugah Shrestha, Catherine Vuylsteke, Desiree Verwey, Maria van Daalen, Ylanga van der Geld, Gunilla Kleiverda, Tammie Schoots, Sarah Bracke, Renée Rmkens en Coco Schrijber
Iedereen wil een sterk, liefdevol en op God gericht huwelijk. In Leefregels voor de liefde schrijft Gary Chapman vertrouwde woorden van wijsheid die bedoeld zijn om koppels aan te moedigen en te inspireren. Daarnaast citeert hij ook belangrijke bijbelverzen (Het Boek) die Gods plan voor het huwelijk en voor het koesteren van gezonde, gelukkige relaties
belichten. Of je nu een jong stel bent of net je 50e huwelijksverjaardag hebt gevierd, je relatie zal zeker baat hebben bij deze tijdloze wijsheid. Een prachtig en inhoudsrijk presentje voor partners om aan elkaar te geven, of om van iemand te krijgen.
Gary Chapman is auteur, spreker, voorganger en therapeut. Hij heeft een passie voor mensen en wil hen helpen
blijvende relaties aan te gaan. Chapman is een wereldberoemde relatietherapeut.