De Slag bij Kortrijk van 11 juli 1302 is een mythe in België en Vlaanderen. Die dag gebeurt dan ook het ondenkbare: een geïmproviseerde strijdmacht van Vlamingen, een voetleger vooral, verslaat het ridderleger te paard van de Franse koning Filips de Schone. Het is een kantelmoment in de geschiedenis van West-Europa. Een beslissende etappe zelfs in de ontwikkeling van de 'westerse beschaving', die zegt: alle mensen, hoe nederig ook, hebben recht op respect, inspraak en medezeggenschap. In dit boek vertelt historicus Rolf Falter het spannende verhaal van wat later de Guldensporenslag is gaan heten. Hij brengt de geschiedenis tot leven in een wervelende opeenvolging van onverwachte wendingen. Citerend uit de historische bronnen en steunend op de recentste inzichten, voert hij ons langs de jachtbossen van de Franse koning, de kolkende, smerige en altijd explosieve grootsteden van het rijke graafschap Vlaanderen en de armzalige boerendorpen die telkens weer door voorbijtrekkende legers worden platgebrand. Wat op een eenduidig verhaal lijkt van Vlaming tegen Fransman, is bovenal een botsing tussen karakters. Tussen een sluwe en agressieve koning, overweldigde graven en graaizuchtige stadsbestuurders. Tussen ervaren oorlogshelden die toch liever sneuvelen dan vluchten en leiders van de altijd wankele maar bijwijlen ook gewelddadige volksmassa. Het geheel draait uit op een ware Griekse tragedie. Finaal verliezen alle partijen.
Kijk in dit boek achter de schermen van de mini-koningskwestie, waarbij Koning Boudewijn in de onmogelijkheid om te regeren wordt gesteld, zodat hij de abortuswet niet hoeft te tekenen. Op 30 maart 1990 stuurt Koning Boudewijn een brief naar eerste minister Martens. Daarin deelt hij hem mee dat hij vanwege gewetensbezwaren de nieuwe abortuswet niet kan ondertekenen. De premier en de vicepremiers zoeken dag en nacht naar een oplossing en stellen uiteindelijk voor om de Koning 'in de onmogelijkheid om te regeren'; te verklaren, zodat de ministers in zijn plaats de wet kunnen bekrachtigen. En zo gebeurde het. Er ging een schokgolf door het land. Het was 36 uur zonder Koning. Dit boek biedt nu een unieke blik achter de schermen van een van de spannendste episodes uit de recente Belgische politieke geschiedenis. Jan Velaers vertelt wat er zich tijdens de crisis van dag tot dag en van uur tot uur heeft afgespeeld. Hij plaatst de abortuswet en Boudewijns gewetensnood in hun context en belicht de opmerkelijke constitutionele oplossing die toen is bedacht. Voor het minutieuze relaas maakt hij onder andere gebruik van twee nooit eerder gepubliceerde ooggetuigenverslagen, één van André Alen, de toenmalige secretaris van de ministerraad, en één van toenmalig CVP-voorzitter Herman Van Rompuy. André Alen, die de politieke hoogspanning vanaf de eerste rij meemaakte en de grondwettelijke oplossing uitwerkte, kijkt in een persoonlijk getuigenis terug op de gebeurtenissen. 'De ministers reageerden enthousiast: "Dat is het! Dat is het!" Ik antwoordde: ";Ja maar, it';s a joke!"'; - André Alen over het moment waarop hij de 'onmogelijkheid om te regeren'; als uitweg uit de crisis op tafel legde
Vlaamse beweging, sociale beweging. Het klinkt als een slogan. Een slogan die de Vlaamse beweging op verschillende momenten van haar geschiedenis met zich meedroeg. Maar was de Vlaamse beweging wel ooit een sociale beweging? En in welke mate verbonden sociale, volkse organisaties zich in Vlaanderen met de taalbeweging?
Het was overigens niet één sociale beweging waarmee de Vlaamse beweging zich te verbinden had. Tegenover de bourgeoisie waren er de kleine middenstand en ambachtslui, de boeren op het platteland, de fabrieksarbeiders.
Lode Wils onderzoekt hoe Vlaamse beweging, progressief liberalisme, sociaaldemocratie en christendemocratie zich tot elkaar verhielden. In welke mate spanden de democratische strekkingen zich in het noorden van België in voor taaleisen op de werkvloer, in het leger, de administratie en het onderwijs?
Van 1830 tot 1970, van bij het ontstaan van België tot de eerste staatshervorming, brengt Lode Wils in kaart in welke mate de Vlaamse beweging een massabeweging was, al dan niet gedragen door een brede meerderheid van Nederlandstaligen in België.
Bekend van tv
Met een voorwoord van Daan Schuurmans
Het verhaal van Nederland vertelt het verhaal van het land waarin we wonen, vanaf het moment dat de eerste bewoners zich er vestigden. Niet eerder is onze geschiedenis, en hoe die ons heeft gemaakt tot wie we nu zijn, op deze manier verteld.
Het verhaal van Nederland vertelt heel toegankelijk de nieuwste wetenschapplijke inzichten over onze geschiedenis. Het is een verhaal over gouden bergen en zwarte bladzijden, en doorkruist alle provincies en alle gelederen van de samenleving. Van De Bello Gallico van Julius Caesar tot de Tachtigjarige Oorlog. Van de Friese koning Radbod tot de Patriottentijd. En van de slavenhandel in de zeventiende eeuw tot aan de strafkolonie in Veenhuizen.
· Een spectaculair boek, in kleur en met vele afbeeldingen en kaarten
· De meest recente wetenschappelijke inzichten heel begrijpelijk verteld
· Overzichtelijke tijdbalken, kaders en rubrieken
· Veel aandacht voor onderbelicht gebleven onderwerpen
· Voor de lezers van Gouden Jaren en Van Nul Tot Nu
· Naast dit boek bestaat Het verhaal van Nederland uit een tiendelige tv-serie, een podcast en een podwalk
Boordevol tips om historische plekken te bezoeken:
Alkmaar, Anloo, Brielle, Den Haag, Deventer, Dokkum, Hattem, Hoorn, Leiden, Muiden, Nijmegen, Texel, Veenhuizen, Vught, Zuid-Limburg en nog veel meer!
'Een lekker boek dat net als de tv-serie een mooi tableau neerzet van de Nederlandse geschiedenis. De hoeveelheid details en kleine feiten is echt prijzenswaardig. Die zetten je ook aan het denken.'
NRC Handelsblad
'Onze geschiedenis wordt in dit boek helder en kleurrijk verteld.' Boekhandel Broese, Utrecht
'Ik zit keihard te genieten van Het verhaal van Nederland.' Raven van Dorst
1830: koning Willem I wordt overrompeld door een revolutie in het zuiden van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Het komt tot zware gevechten. De revolutionairen, onder leiding van de Brusselse republikein Louis De Potter, winnen. De Nederlandse kroonprins Willem wil koning van België worden, maar de republikeinen verhinderen dat. De revolutionairen voeren ook onderling een ongenadige strijd, waarbij de republikeinen ten slotte geliquideerd worden door de monarchisten. Het nieuwe koninkrijk ontstaat. Maar in Den Haag geeft koning Willem de strijd voor 'zijn' België nog niet op. Een masterclass in politiek.
Meesterverteller Johan Op de Beeck reconstrueert minutieus en meeslepend het ontstaan van België. Dit rijkelijk geïllustreerde boek is een must have voor iedereen die geïnteresseerd is in onze vaderlandse geschiedenis en politiek.
Lodewijk van Frankrijk, bijgenaamd de 'Zonnekoning', droomde ervan de machtigste vorst van zijn tijd te worden. Maar hij stuitte op een taaie prins, de jonge Willem III van Oranje. Lodewijk was een aantrekkelijke verschijning. Willem had een bochel en was berucht om zijn nukkigheid. Lodewijk heerste over het machtigste rijk van Europa, Willem was stadhouder van een landje dat tienmaal zo klein was. In de loop van hun leven ontwikkelde zich tussen deze twee contrasterende persoonlijkheden een intense rivaliteit die het hele continent meesleurde en de tweede helft van de zeventiende eeuw diepgaand heeft beïnvloed.
In Oranje tegen de Zonnekoning beschrijft Luc Panhuysen het ontstaan en de ontwikkeling van hun relatie. Daarbij komen ook de belangrijkste mannen en vrouwen in hun omgeving aan bod. Door de combinatie van 'grote geschiedschrijving' en levensverhalen ontstaat een kleurrijk palet. Panhuysen laat zien hoe tijdloze drijfveren als angst en ijdelheid, en waarden als vrijheid en tolerantie, niet alleen de betrokken personen, maar ook maatschappijen hebben veranderd.
Intrigerende verhalen over de oudste stadsverdediging van Nederland
'Deze geschiedenis van het "stadsie" is zalig om te lezen.' – de Volkskrant
Eeuwenlang lagen veel Nederlandse steden verscholen achter muren, torens en poorten. Als ’s avonds de klok klonk omdat de stadspoorten gingen sluiten, moesten de stedelingen zich haasten om op tijd binnen te zijn. De bouw van een stadsverdediging was een groot en duur karwei. Maar wie niet investeerde, was kwetsbaar en soms zelfs reddeloos verloren.
Als eerste Nederlandse stad startte Utrecht in 1122 met de bouw van haar verdediging. Wat begon als een gracht, vier poorten en enkele natuurstenen torens, veranderde na de uitvinding van de baksteen in hoge stenen muren met ruim vijftig torens. Dat was nodig ook, want de belegeringstechnieken werden steeds geavanceerder. Toen in 1345 de graaf van Holland met een leger van 30.000 man en grote werptoestellen (blijden) voor de muren van de stad verscheen, gaven de Utrechters echter geen krimp. Beschermd door hun stadsmuren en torens bouwden ze hun eigen blijden en trakteerden de belegeraars die te dichtbij kwamen op een pijlenregen.
In De ommuurde stad vertelt René de Kam de meeslepende geschiedenis van de Utrechtse stadsverdediging als voorbeeld van veel andere steden. Hij laat de betekenis van de ommuring zien in al haar facetten: de bouw, bezetting, belegeringen, aanpassingen, het verval en ten slotte de sloop in de negentiende eeuw. Ook gaat hij in op de rol die de middeleeuwse burgers speelden in het eigen stadsleger, dat er met zijn vele kleurrijke banieren veelvuldig op uit trok. En het was elke keer maar weer de vraag wie er na de strijd levend naar de stadspoorten terugkeerde…
Beluister nu ook de Zoeken naar boeken-podcast over De ommuurde stad.
• Het officiële boek bij de grote tentoonstelling De ommuurde stad van het Centraal Museum Utrecht, najaar 2020
• Voor de lezers van Bart van Loo en Frits van Oostrom
Het boek over de "Canon van Apeldoorn" geeft een historisch overzicht van de gebeurtenissen in en rondom Apeldoorn van de prehistorie tot nu. Onderwerpen die onder andere aan bod komen zijn: grafheuvels, Trechterbekervolk, het Koninklijk huis van Nederland, Lodewijk Napoleon, de Tweede Wereldoorlog, de werkverschaffing, aanslag van 2009 bij de Naald en sport in Apeldoorn.
Het zijn vijftig korte hoofdstukken om de lezer zo snel mogelijk op de hoogte te brengen van de historie van Apeldoorn. Dit gecombineerd met afbeeldingen uit het rijke archief van het CODA Museum levert dit een historisch overzicht van Apeldoorn op.
Was Leopold II (1835 - 1909) een grote koning of een massamoordenaar? De vorst regeerde vanaf 1865 tot aan zijn dood in 1909 over België en was gedurende 23 jaar de soeverein van Congo-Vrijstaat. Johan Op de Beeck onderzoekt zijn echte verantwoordelijkheid daar.
Leopolds leven omvatte echter veel meer dan het koloniale verleden van België. De koning vocht voor de defensie en de economische onafhankelijkheid van zijn prille natie. In zijn omgang met staatshoofden en media getuigde hij van sterk staatsmanschap, zoniet van doortrapte sluwheid. Hij regeerde over België in een van de woeligste periodes. Controversieel is ook zijn privéleven, vol koppigheid, avontuur, bizar gedrag en overspel.
Na Napoleon en De Zonnekoning schrijft meesterverteller Johan Op de Beeck opnieuw een pageturner over een van de belangrijkste en kleurrijkste historische figuren uit de geschiedenis. Een meeslepend levensverhaal, actueler dan ooit.
Amsterdam en de slavernij in Oost en West
'Het belangrijkste boek over het Nederlandse slavernijverleden dat de afgelopen tijd is uitgekomen.' de Volkskrant
Driehonderd jaar lang was de stad Amsterdam een speler in de slavenhandel en slavernij in de Oost en West. Maar welke politieke en persoonlijke rol hadden de bestuurders van de stad daar eigenlijk bij? In hoeverre beïnvloedde de slavernij de ontwikkeling van Amsterdam en zijn inwoners? En wat voor invloed hadden de keuzes van Amsterdamse bestuurders op de levens van de honderdduizenden tot slaaf gemaakte mensen in Amerika, Afrika en Azië? En tot slot: werkt dit verleden vandaag de dag nog door in de stad?
In De slavernij in Oost en West probeert een veertigtal experts antwoorden te vinden op dit soort vragen. Aan de hand van toegankelijk geschreven essays laten zij hun licht schijnen over het wereldwijde slavernijverleden van Amsterdam van de zestiende tot de achttiende eeuw, en de betekenis daarvan vandaag de dag.
Pepijn Brandon is senior onderzoeker bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en universitair docent aan de Vrije Universiteit. Guno Jones is als interdisciplinair onderzoeker verbonden aan de Vrije Universiteit. Nancy Jouwe is freelance onderzoeker en co-auteur van onder meer de Gids Slavernijverleden Amsterdam. Matthias van Rossum is senior onderzoeker aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. De beeldredactie is verzorgd door Merve Tosun.
In `Hans Wiegel' beschrijft Pieter Sijpersma het roerige leven van een van de meest talentvolle én meest controversiële politici van na de Tweede Wereldoorlog: Hans Wiegel. Er zijn weinig politici die hun stempel zozeer op de vaderlandse politiek hebben gedrukt als hij.
Zijn retorisch talent, zijn `gewonemensentaal', zijn gevatheid, zijn vermogen om gecompliceerde onderwerpen tot hun essentie terug te brengen en zijn humor bezorgde Hans Wiegel al snel een grote aanhang. In 1967 kwam hij als 25-jarige Gooise Amsterdammer de Kamer in, tot dan toe als jongste Kamerlid ooit. Ten tijde van het kabinet-Den Uyl profileerde hij zich als oppositieleider. Zijn finest hour als VVD-politicus beleefde hij in 1977, toen hij vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken werd (1977-1981).
Tot veler verbazing verliet hij in 1982 op 41-jarige leeftijd de Haagse politiek en werd commissaris van de Koningin in Friesland.
Vierhonderd jaar geleden, op 22 maart 1621, wist Hugo de Groot verstopt in een boekenkist te ontsnappen uit Slot Loevenstein. Het is een bekend gegeven, maar het blijvende belang van De Groot als rechtsgeleerde, schrijver, historicus en theoloog, is veel minder bekend. In de serie `Tastbaar verleden' stelt Arnout van Cruyningen de boekenkist van Hugo de Groot centraal, maar het boek is tegelijkertijd een boeiende kennismaking met de man die onder zijn internationale naam Grotius bekend stond als een van Europa's grootste wetenschappers van de zeventiende eeuw.
`Revolusi!' vertelt de geschiedenis van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd tussen 1945 en 1949. Centraal staan personen die de revolutie van nabij meemaakten: strijders, kunstenaars, diplomaten, politici, journalisten; mannen, vrouwen en kinderen. De Nederlandse en Indonesische auteurs laten zien hoe het ideaal van een vrij Indonesië vurig wordt nagejaagd, hoe er wordt gevochten, hoe er wordt onderhandeld, hoe er propaganda wordt gevoerd, en hoe de revolutie mensenlevens bepaalt. `Revolusi!' presenteert zo een waaier van persoonlijke en collectieve ervaringen, verteld vanuit meerdere gezichtspunten: vanuit Indonesisch en Nederlands perspectief en vanuit de groepen en individuen die daartussen staan, met oog voor het internationale krachtenveld. Het boek is een samenwerking met het Rijksmuseum en is rijk geïllustreerd met eigentijdse kunstwerken, propaganda-affiches, films, foto's en archiefstukken, die dienen als getuigen van dit turbulente verleden.
Een meeslepende en actuele cultuurgeschiedenis over Nederland vanaf 1980 tot aan onze coronatijd.
Op de drempel van 1980 verscheen Het Ik-tijdperk als kerstspecial van het roemruchte tijdschrift Haagse Post. De tekst sloeg in als een bom. Auteur John Jansen van Galen beschreef hoe Nederland in deze jaren 'een welvarend villadorp' was geworden, waar de inwoners vooral met zichzelf en niet met de samenleving bezig waren. Iedereen - lezers, politici, kunstenaars, reclamemakers, geestelijken, wetenschappers, journalisten - herkende wel iets in het beeld dat Jansen van Galen schetste. En zo werd het Ik-tijdperk een gevleugeld begrip voor een samenleving die de weg kwijt was.
Het Ik-Tijdperk zag het levenslicht in een verwarrende tijd. De droom dat de welvaartsgroei van de naoorlogse wederopbouw eeuwig zou duren, spatte in de tweede helft van de jaren zeventig uiteen. De werkloosheid liep op, de economie stortte in, een nieuwe internationale wapenwedloop was in de maak, de grote steden waren vervallen, grote groepen Nederlanders wendden zich teleurgesteld af van de maatschappij, en de politiek had geen idee hoe dat alles op te lossen.En nu, meer dan veertig jaar later, is de verwarring minstens zo groot: de coronapandemie, de klimaatapocalyps, de oorlog in Oekraïne, de polarisering en de wankele participatiesamenleving. Opnieuw staan de samenhang van onze samenleving en de plaats van het individu erin ter discussie.
Tegen de achtergrond van deze historische ontwikkelingen nemen Jouke Turpijn en John Jansen van Galen met Wij en het Ik-tijdperk het gevleugelde begrip de maat. Ging het Ik-tijdperk eigenlijk wel ooit voorbij? Wie zijn en waren wij in het Ik-tijdperk? En wat is er uiteindelijk van overgebleven?
Als op 1 april 1572 de watergeuzen Den Briel veroveren, is dat de eerste tastbare overwinning voor prins Willem van Oranje. Het is het begin van een reeks militaire zeges en het volk, murw gebeukt door honger, werkeloosheid, de tiende penning en een strenge winter, schaart zich massaal achter de opstand tegen Spanje. Eind 1572 slaat de hertog van Alva, de landvoogd van Filips II van Spanje, hard terug. Van Cruyningen beschrijft al deze gebeurtenissen en de nasleep daarvan, tot en met het einde van de Tachtigjarige Oorlog, in dit lezenswaardige boek.
'Canon van Nederland' biedt een overzicht van vijftig belangrijke historische gebeurtenissen, personen, teksten, kunstwerken en voorwerpen uit de geschiedenis van Nederland. Het laat zien hoe er werd geleefd en gewerkt, liefgehad en oorlog gevoerd op de paar duizend kilometer die wij nu kennen als Nederland, en soms ver daarvandaan, zoals Suriname, de Antillen of Indonesië.
Het verhaal begint bij de eerste jager-verzamelaars in de woeste natuur van de lage landen en eindigt in ons dichtbevolkte, diverse Nederland. Ieder hoofdstuk beslaat een tijdvak uit de geschiedenis en zoomt in op de belangrijke onderwerpen van die tijd - met het dagelijks leven als rode draad. Een Romeinse marktdag, een dienstmaagd die een VOC-aandeel koopt, het eerste televisieprogramma. Maar ook: een slavenmarkt, de werkdag van een fabriekskind, vechten voor vrijheid in Indonesië. De mensen van toen laten ons met een nieuwe blik naar de eigen samenleving kijken. Wie het verleden kent, leert het heden begrijpen.
'Canon van Nederland' is samengesteld door het Nederlands Openluchtmuseum en verschijnt bij de gelijknamige tentoonstelling. In de interactieve tentoonstelling kunnen bezoekers zien, voelen en horen hoe de grote geschiedenis door de eeuwen heen zijn stempel heeft gedrukt op het dagelijks leven.
Arnout van Cruyingen beschrijft in `1672' hoe Nederlandse kooplieden grote rijkdom vergaarden door internationale handel, onder meer via de VOC. De zeventiende eeuw is daardoor lang gezien als een Gouden Eeuw. In 1672 leek er voorgoed een einde te worden gemaakt aan de macht en welvaart van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Dat jaar vielen vier vijanden, waaronder Engeland en Frankrijk, het land binnen en woekerde de interne strijd tussen de staatsgezinden en prinsgezinden voort. Volgens een populair gezegde was `het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos'. 350 jaar later schetst Arnout van Cruyningen een levendig beeld van de belangrijkste gebeurtenissen en personen in het rampjaar 1672.
Wally de Lang vertelt het verhaal van de Februaristaking in De razzia's van 22 en 23 februari 1941 in Amsterdam. Op 25 februari 2021 is het tachtig jaar geleden dat de Februaristaking
plaatsvond. Nederland was op dat moment bijna een jaar door de Duitsers bezet. De staking was een verzetsactie tegen de bezetter, een openlijk en massaal protest tegen de Jodenvervolging in Nederland en in heel Europa. De razzia's van 22 en 23 februari 1941 in Amsterdam, waarbij 389 Joodse mannen werden opgepakt en naar Mauthausen gedeporteerd, vormden de directe aanleiding voor de Februaristaking.
Wally de Lang reconstrueert de geschiedenis van die razzia en traceert de achtergrond van al deze mannen. Over de meesten was niets bekend toen De Lang aan dit onderzoek begon, er bestond
zelfs niet eens een volledige namenlijst. Door grondig speurwerk heeft zij van alle mannen althans iets van hun geschiedenis kunnen achterhalen. Het boek vertelt het verhaal van hun deportatie, van wat er daarna gebeurde en hoe zij aan hun einde zijn gekomen. Ze achterhaalde soms een gezicht, van bijna allemaal is er de laatste handtekening, we weten nu waar en uit wie ze zijn voortgekomen, waar ze hebben gewoond, welke schoolopleiding ze hadden. Zo krijgt elk van hen een naam.
In Kobalt blues richt journalist Erik Bruyland zich op de postkoloniale geschiedenis van zijn geboorteland Congo. De vervlogen dagen van de Belgische kolonisator verglijden er in taferelen van slavenarbeid in de mijnen van Katanga. Hij stelt dan ook de cruciale vraag: 'Waarom is een land dat zo rijk is, toch zo arm?' Via doorgedreven onderzoeksjournalistiek beschrijft Bruyland hoe opportunisten en speculanten als aasgieren op de Congolese bodemrijkdommen duiken. Hij ontrafelt de financiële en economische carrousels en de geopolitieke combines die leiden tot de tragedie van Kobalt blues: het blauwe goud vloeit weg naar offshorebedrijven, het zwarte zweet gutst weg voor niets. En dat om onze honger naar smartphones en accu's te stillen. Een messcherpe analyse van de economische en politieke ondermijning van Congo, waarin - als in een spiegel - altijd weer de rol en verantwoordelijkheid van de voormalige Belgische kolonisator opdoemt.
De Belgische geheime dienst is even oud als het land zelf en, na die van het Vaticaan, zelfs de oudste inlichtingendienst ter wereld. De Staatsveiligheid en haar militaire tegenhanger speelden achter de coulissen een cruciale rol in de markantste, bangste en duisterste momenten van de Belgische geschiedenis, maar juist vanwege het geheime karakter bleef de erkenning ervoor meestal uit. Dit referentiewerk licht een tip van de sluier op. Geheim België ontvouwt het krasse verhaal van twee geheimzinnige diensten met een lang en soms omstreden verleden, vanaf de campagne tegen het 'Hollandse gevaar' in de jaren 1830 tot de huidige strijd tegen spionage en terreur. Auteur Kenneth Lasoen is docent inlichtingenstudies aan de universiteit van Antwerpen en onderzoeker bij het Clingendael Instituut voor Internationale Betrekkingen. Voor dit boek maakt hij gebruik van nooit eerder vrijgegeven bronnen en dringt hij door tot de wandelgangen van de Belgische intelligence. Hij laat niet alleen een nieuw licht schijnen op de politieke geschiedenis van België, maar maakt ook de balans op van het actuele veiligheidsbeleid en de uitdagingen voor de 21ste eeuw. Deze nieuwe editie bevat een extra hoofdstuk met aandacht voor de zaak-Jürgen Conings, en de impact van de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne op de veiligheidsdiensten.
Based on intensive research in the archives of six countries, this monograph presents an in-depth analysis of Belgium's monetary and financial history during the Second World War. Exploring Belgium's financial and business links with Germany, France, The Netherlands, Great Britain, the United States, and the Grand Duchy of Luxembourg, the study focuses on the roles played in this complex wartime network by the Central Bank and private bankers in Brussels, by the Belgian government in exile in London, and by the Belgian minister plenipotentiary in New York. Among the many subjects arising in the course of the analysis are: German attempts to plunder Belgium and Belgian resistance strategies; the peripeteia of the Belgian gold reserve, given in custody to the central banks of France and Great Britain; the role of the Belgian Congo; Belgium's participation in the discussions leading up to the Bretton Woods conference; and the negotiations for creating a Customs Union, the so-called Benelux, blueprint for the 1958 Treaty of Rome. The final part of the book analyzes the famous monetary reform devised by Belgian Minister of Finance Camille Gutt at the liberation of the country in September 1944. A Small Nation in the Turmoil of the Second World War is a magisterial contribution to European history, Belgian history, and the history of the Second World War.
In Arm Wallonië gaat Verbeken on the road, dwars door het platteland van Waals-Brabant en verder langs de oude industriële as van de Borinage, La Louvière, Charleroi, Seraing en Luik. De foto's van Michiel Hendryckx spreken boekdelen.
Het oude België is inmiddels dood. Arm Vlaanderen is een van de rijkste, best toegeruste regio's van Europa geworden. Voor Wallonië waren de voorbije decennia meedogenloos. Wat is er gebeurd met het beloofde land? En welke toekomst heeft het nog? Pascal Verbeken maakt een indringende analyse van de Waalse samenleving, rekent af met tal van clichés en herinnert rijk Vlaanderen opnieuw aan zijn schamele verleden. Hij laat tientallen Walen aan het woord. Het resultaat is een veelkantig, ontroerend tableau van een land dat moeizaam zijn verloren trots tracht terug te vinden.
De Nederlandse Opstand wordt gewoonlijk beschreven als een onomkeerbaar proces van politieke polarisering, religieuze radicalisering en militaire mobilisering. Toch vonden tot 1581 telkens opnieuw verzoeningspogingen plaats om verdere escalatie van het conflict te voorkomen. Daarbij probeerden zowel edellieden als koninklijke en keizerlijke vertegenwoordigers het conflict op diplomatieke en verzoenende wijze te beslechten. Welke verzoeningspogingen werden ondernomen? Waarom werd dit telkens opnieuw geprobeerd? En vooral, in welke mate hadden deze toenaderingspogingen kans van slagen? Op basis van archivalische en gedrukte bronnen brengt dit boek de redenen voor, en mogelijkheden van de vredesonderhandelingen tijdens de beginjaren van de Opstand in kaart. Uitgaand van de raak- en breekpunten tussen adellijke en Habsburgse verzoeningspogingen werpt dit boek een nieuw licht op de vraag waarom de onderhandelde hereniging met Filips II in 1579- 1580 gedeeltelijk plaatsvond en zo een bijkomend motief creëerde voor het Plakkaat van Verlatinge in 1581.
De geschiedenis, de economie en de cultuur van de haring in Nederland vanaf de vijftiende eeuw
De grootschalige haringvisserij van de vijftiende eeuw leidde voor Nederland de Gouden Eeuw in. Uit de haringvloot ontstond de oppermachtige Nederlandse koopvaardij. Haring was onmisbaar geworden want het leverde de pr
oteïnen en de omega-3-vetzuren waarop een bevolking kon groeien. De 'Hollandse Nieuwe' is inmiddels een delicatesse met culinaire fans over de hele wereld.
In 22 bondige hoofdstukken trekt de vaderlandse geschiedenis voorbij, met de haring als middelpunt. Geen historisch feit, biologisch aspect, volkse wijsheid of hardnekkige mythe blijft onbesproken. Na duizend jaar haringvisserij en haringhandel is de haring diep in de Nederlandse genen gaan zitten.
Haring, alles over de vis die Nederland groot maakte.
Huib Stam (1956) is journalist en schrijver van non-fictie. Recent verscheen van zijn hand Eetsprookjes. Nieuwe feiten, oude misverstanden & goed nieuws over eten en gezondheid.
'Een schitterend, uitgebreid naslagwerk over een vis om verliefd op te worden, de vergeten Hollandse held de haring.' Nederlandse Visbureau
'Een verrassing en een verrijking in de literatuur over visserij en historie van handel en cultuur in Nederland.' NBD|Biblion