Dat het leven een opeenstapeling van toevalligheden is, leren we met het klimmen der jaren. Wie had kunnen denken dat in dit nummer twéé verhalen over de voetbalclub Venezia zouden staan? Wij niet, drie weken geleden. Wie achtte het waarschijnlijk dat Danielle Kliwon haar niveau opnieuw zou verhogen met een, zeker voor ons van de klimmende jaren, verhaal vol noviteiten over de obsessie van Karim Benzema met de rapper Tupac Shakur? Danielle kan zoiets tot werkelijkheid maken, alsof je er vlakbij staat. Talent, noemen we dat.
Het aantal debutanten in Hard gras blijft doorstromen: Merel de Vries kwam erbij, Hugo Roosenschoon, Jack de Boer en de nu reeds onvolprezen Aron Groot van 24 jaar, die aankondigde via de keukendeur het Boekenbal te gaan binnensluipen. Hoewel dat bij de verschijning van dit nummer zonder twijfel al gebeurd is.
Tot slot zien we een nieuw verhaal van Frank Heinen, een vriend en een man die er genoeg van heeft dat zijn vrouw of vriendin al het werk alvast doet, vooral omdat ze inziet dat ze er beter in is dan hij. Daaraan gaat deze man een einde maken. Hij mag er ook zijn. Dat zullen zijn daden laten zien.
Al bijna 150 edities verschenen er van Hard gras, het onvolprezen voetbaltijdschrijft voor lezers. De schrijvers van Hard gras lopen op en om voetbalvelden in het heden en het verleden en schrijven verhalen, analyses, essays, geschiedenis en poëzie. Onder redactie van Henk Spaan, Hugo Borst en Matthijs van Nieuwkerk krijgt de lezer het beste van het beste over de belangrijkste bijzaak in het leven: voetbal.
Toen ze dertien was won Oumaima Yahiaoui een prijs voor het beste gedicht over
75 jaar vrijheid, georganiseerd door De Balie en het Amsterdams 4 en 5 mei Comité. Ironisch
genoeg komt ze uit Rotterdam en zit ze in de vijfde klas van het Gymnasium Erasmianum. De schrijver Martijn Simons is haar leraar Nederlands. Hem leek het een goed idee te corresponderen met Oumaima over het WK voetbal, met name over de prestaties van Marokko. Het is onmogelijk om niet te worden meegesleept door het speelse en dwarse brein van Oumaima. Over de column in NRC Handelsblad van 24 december waarin de moeders van Marokkaanse voetballers minachtend worden afgedaan als aanrechtsloven, zegt dit meisje van zestien: `Mijn voornemen voor het nieuwe jaar is witte feministen lekker zelf te laten uitvogelen dat er concepten zijn van female empowerment die verder gaan dan hun eurocentrische, zelfingenomen en compleet onwetende visie op de realiteit.'
Lotfi El Hamidi, plaatsvervangend chef van de opinieredactie van de NRC, voegt eraan toe
dat tijdens het WK de Marokkaanse vrouwen voor het eerst zichtbaar werden.
Hij zegt nog uit een tijd te komen waarin Marokkaanse vrouwen, en zeker moeders,
geacht werden om onzichtbaar te zijn. `Niemand weet wie de moeder van de huidige koning
is, laat staan hoe ze eruitziet.' Het zo prominent in beeld brengen van hun moeders
door de voetballers van Marokko, werd in die zin een, misschien onbewuste, uiting van
de vorm van feminisme waarover Oumaima het heeft.
Vuistdikke bundel met de beste verhalen over de Formule 1
In dit vuistdikke boek Het beste van Jack verzamelt racereporter Jack Plooij zijn beste verhalen over wat hij in de afgelopen twaalf jaar allemaal achter de schermen in de Formule 1 heeft meegemaakt. Hij blikt terug op zijn eerste kennismaking met de wereld van de racerij in de kartsport, waar zijn zoon naast o.a. een jeugdige Kimi Räikknen op de grid stond. Hij vertelt over het werken in de paddock, zijn relatie met de coureurs en teambazen en duikt in de geschiedenis van het circuit van Zandvoort. Ook is er ruime aandacht voor de iconen van de sport en de grondleggers van het wereldwijde succes dat de Formule 1 nu is, zoals Bernie Ecllestone, Michael Schumacher en natuurlijk Jos en Max Verstappen.
Michel van Egmond en Martijn Krabbendam volgen Feyenoord al tientallen jaren op de voet.
In Lourdes aan de Maas doen ze op indringende wijze verslag van het wel en wee in De Kuip en proberen ze antwoord te vinden op de vraag wat Feyenoord nu precies Feyenoord maakt.
Waarom is Feyenoord de meest emotionele club van Nederland?
Wat is Feyenoord eigenlijk precies?
En hoe komt het dat de club zo ontzettend veel betekent, voor zo ontzettend veel mensen?
In Lourdes aan de Maas bieden Van Egmond en Krabbendam een blik achter de schermen bij het Feyenoord van nu, maar brengen tegelijkertijd een ode aan het rijke verleden van de club. Tussendoor schetsen ze een biografisch portret van oer-Feyenoorder Fred Blankemeijer, decennialang het geweten van de club.
Verhalen over Olympische Spelen zijn doorgaans de verhalen van winnaars. Interessant, maar ook afgezaagd, alsof er niet meer is te melden dan de succesverhalen van Pieter, Ranomi, Anky en Leontien. In deze bundel herbeleven 15 bijzondere Olympiërs hun bijzondere olympische avonturen. De auteurs hebben zich bij deze selectie niet laten leiden door de kleur van de medaille, maar door de kracht van het verhaal. Aan elke Olympische deelname gaat een lange weg van toewijding en opoffering vooraf. Voetbalsalarissen worden in de Olympische sporten zelden verdiend, dus moet liefde voor de sport wel drijfveer zijn geweest. Hoezeer de sport hen heeft gevormd en ook na hun sportieve carrière richting heeft gegeven, blijkt wel uit het feit dat de meesten, direct of indirect, nog volop actief zijn in hun sport. Maar ook wie later bij de politie is gegaan, onderwijzer is geworden, ontspoorde jeugd op het rechte pad helpt of de nalatenschap beheert van 's wereld beste voetballer, ziet een rechte lijn tussen de sport en zijn of haar leven daarna. "Ik heb alles aan de sport te danken." Die zin viel in alle gesprekken misschien wel vaakst.
Met het oog op het EK voetbal dat in 12 Europese steden wordt gespeeld maakte auteur Erik Brouwer een grote reis door ons continent. In de voetsporen van Geert Mak schreef hij Voetbal in Europa, en vatte daarmee de geschiedenis van het voetbal in een boek. Brouwer neemt de lezer mee langs de negentiende eeuwse velden in Engeland, waar het allemaal begon in de victoriaanse en edwardiaanse tijd, schrijft over de rol van voetbal tijdens de Groote Oorlog, het opkomende fascisme, de Tweede Wereldoorlog, de koude oorlog en komt zo aan onze tijd in, een tijd waarin voetbal belangrijker is dat ooit tevoren.
'Voetbal in Europa, een verwijzing naar en een ode aan Geert Mak. Ik gids de lezers door de Europese voetbalgeschiedenis en gebruik daarom geregeld de ik-vorm. Het eerste hoofdstuk vanuit het Engelse Preston gaat over de beginperiode van het voetbal en ik eindig in Barcelona en Turijn met een verhaal over Messi en Ronaldo. Ook de historische hoofdstukken spelen zich voor een groot deel af in het heden, want ik vertel de belangrijkste verhalen/episodes uit het Europese topvoetbal vertellen aan de hand van plekken die ik bezoek (van het Poolse Lodz tot Moskou, van Parijs tot Kopenhagen) en de ontmoetingen die ik daar heb. Verder staan de hoofdpersonen uit het Europese voetbalgeschiedenis centraal in negentien grote en 38 kleine hoofdstukjes, zoals Sindelar (Oostenrijk), Puskas, Giuseppe Meazza, Zinedine Zidane, Gerd Muller, Hagi, Zvonimir Boban, Raymond Kopa, Bobby Charlton, Duncan Edwards, de Zweed Niels Liedholm, Beckenbauer, Di Stefano, Guardiola, Mourinho, Iniesta, Batistuta, Maradona, Platini, Zlatan, Haaland en Mbappe. Minder bekende voetballers worden ook geportretteerd, zoals de Schotse George Best Jim Baxter, de Turkse topscorer Tanju Colak, goelag-overlevende Streltsov, Stasi-spion en DDR-international Gerd Weber en de tragische Poolse held Terlecki.'
Het Nederlandse voetbal is uiteraard ook vertegenwoordigd in dit boek, met onder meer een groot verhaal over de nalatenschap van Cruijff/Cruyff en een hoofdstuk waarin 'de Grote Drie van Milaan' prominent voorkomen: Van Basten, Rijkaard en Gullit, eind jaren tachtig.
In 2012 schreef Michel van Egmond de mega-bestseller GIJP, een boek over een man die de hele dag op de bank lag en naar de televisie keek. Het groeide uit tot het best verkochte Nederlandse sportboek aller tijden.
Nu is er het vervolg.
De Wereld volgens GIJP is het intieme verslag van een van de turbulentste jaren in het leven van Nederlands populairste voetbalanalist.
De lezer maakt kennis met de vriendenkring van Van der Gijp - onder wie Ruud Gullit, Dick Advocaat en voetbalmakelaar Rob Jansen - maar volgt de hoofdpersoon ook op de voet bij het grote drama dat hem overkomt, wanneer plotseling de moeder van zijn jongste zoontje overlijdt en zijn luie leventje van de ene op de andere dag volledig op z'n kop wordt gezet.
Geen trainer maakt zoveel gevoelens los als Louis van Gaal. Van Gaal (1951) stelt zich kwetsbaar op en is ook kwetsbaar. Hij gedraagt zich groots, meeslepend soms. De ene keer doet hij irritant, maar hij is ookaardig, lief, gevoelig, sociaal en bewogen. In Van Gaal komen talloze eigenschappen bij elkaar. De een houdt van hem, de ander kan hem niet luchten. Maar hoe je hem ook bekijkt en wat je ook van hem vindt, hij is wel onze Louis van Gaal, die na het WK in Qatar definitief afzwaait als trainer. We zullen hem hoe dan ook missen met
zijn allen, al is het maar omdat hij kleurrijk is als weinig anderen. Wie geeft je een kus op het voorhoofd, tijdens een kampioensreceptie? Wie omhelst je spontaan of grijpt je iets te hard bij de keel, letterlijk, om iets uit te leggen? Wie is zo uitbundig en uitgesproken als Louis van Gaal, zo dol op zichzelf soms, zo consequent en
duidelijk? Vrijwel niemand.
Voor Willem Vissers (1964), voetbalverslaggever van de Volkskrant, is hij vermoedelijk de meest beschreven man in ruim dertig jaar voetbaljournalistiek. In 'Leven met Louis' neemt Vissers de lezer mee naar zijn ontmoetingen met Van Gaal. Een deel van het boek bestaat uit eerder in de Volkskrant gepubliceerde interviews, reportages en columns die een beeld schetsen over leven en werken. In andere, nieuwe stukken beschrijft hij anekdotes rond die interviews, of bij andere gelegenheden. Zo ontstaat tevens een vrij compleet beeld over Van Gaal en diens loopbaan, want Vissers was op veel plekken waar de trainer was, van Rio de
Janeiro tot München, van Jakarta tot Zeist, van Alkmaar tot Barcelona.
Voor Dolf Jansen is hardlopen allang geen sport meer, maar een way of life.
Met het asfalt of het zand onder de voeten de einder tegemoet door
de polder, door bossen en weilanden, tussen velden en rietkragen door.
Een boerderij, wat lammetjes, de zon op de huid of juist de regen en de
wind die teisteren, gedachten over de dag van gisteren, die van morgen,
het bestaan. En dan na kilometers je afgepeigerd even aan een zwemtrapje
vastklampen om vervolgens je lichaam onder te dompelen in het ijskoude
water van de rivier de Bullewijk. Goed voor de doorbloeding. Dan voel je
dat je leeft. Het schrijven komt daarna als vanzelf.
Het topjaar van Max en de race op Zandvoort door de ogen van Jack Plooij
In Jack in de pits lees je unieke verhalen over het eerste wereldkampioenschap van Max Verstappen en het afgelopen Formule 1-seizoen. Van de ruzies en stiekeme bondjes die werden gesmeed tot de controverses in de media: dit boek is een must-have voor elke Formule 1-liefhebber.
Grote namen als Niki Lauda, Michael Schumacher, Carlos Sainz jr., Fernando Alonso, Sebastian Vettel en Lewis Hamilton kunnen natuurlijk niet ontbreken. Met zijn ontwapenende humor en nuchterheid krijgt Jack de coureurs beter aan het praten dan wie dan ook. Op de voor hem zo kenmerkende manier vertelt Jack over de teambazenvete tussen Horner en Wolff, de Grand Prix van Zandvoort 2021, de strijd om de Formule 1-rechten en de eerste reactie van de kersverse wereldkampioen Max Verstappen.
Jack Plooij is opgeleid als tandheelkundige en is gepromoveerd aan de KU Nijmegen. Sinds 2000 is hij zich steeds meer gaan bezighouden met F1; Olav Mol vroeg hem een keer in te vallen voor een collega en sindsdien is Plooij niet meer weg te denken uit de wereld van de Formule 1.
Als vaste columnist van weekblad Voetbal International houdt Nico Dijkshoorn zich het liefst langs de zijlijn op. Vanaf die plek beschouwt, beluistert en interpreteert hij met een scherpe blik de soms op hol geslagen voetbalwereld en schrijft er dan op volstrekt unieke wijze over.
Zijn stukken gaan nooit over tactiek of looplijnen, laat staan over gegenpressing en het belang van periodisering. Wel over de huilbuien van Dick Advocaat, de manier waarop Wout Weghorst het Wilhelmus meezingt en over wat hij zou willen doen met de leeuw die Memphis Depay op zijn rug heeft getatoeëerd. (een snorretje op tekenen)
In de twaalf magere jaren tussen het afscheid van Jos Verstappen in
2003 en het debuut van zijn zoon Max in de Formule 1 wisten een paar
Nederlanders een plek te bemachtigen achter een stuur van een F1-
bolide. Ze reden altijd achteraan, de rest van de wereld was nauwelijks
geïnteresseerd. Dat veranderde in 2006 voor héél even toen een stel
bevriende Nederlandse zakenmannen op een avond in Milaan na
zenuwslopende onderhandelingen een Formule 1-team kochten van een
Russisch-Canadese staalindustrieel. Dat team werd SpykerF1.
Hollandse handelsgeest, oliedollars uit Abu Dhabi en motoren van Ferrari.
Wie hield ze tegen? De weg omhoog was ingeslagen. Ze zouden gaan
meetellen. Alleen liep het allemaal net even anders dan ze hadden gehoopt.
In De zonen van Bruce Lee reist Alex Boogers met zijn zeventienjarige zoon langs de Westkust van de Verenigde Staten, op zoek naar sporen van Bruce Lee. Het tweetal treft er ontroerende kruimels aan van de straatvechter die een wereldberoemd vechtkunstenaar werd; de vechtkunstenaar die een entertainer werd; de acteur die een compleet nieuw actiegenre schiep, de kungfu-God die wereldwijd miljoenen fans en bewonderaars kreeg, omdat ze wilden leren vechten en leven zoals hij.
Alex Boogers: 'Zonder dat ik het zelf wist heb ik Bruce Lee in mijn jeugd geadopteerd als geestelijk vader, als iemand die mij de weg zou wijzen. Ik wist dat hij er altijd zou zijn, ook als er een stevige mist neerdaalde en ik soms niet meer wist waar ik naartoe moest. Hij zou er zijn. Hij wel.'
Als opgroeiende puber in een onveilige omgeving klampte Boogers zich vast aan de inzichten van Lee. Inzichten die hij nu op zijn beurt doorgeeft, in een indrukwekkend lange brief aan zijn zoon.
Het is precies vijfentwintig jaar geleden dat Hugo Borst het klassieke boek over Feyenoord schreef.
In De Coolsingel bleef Leeg bericht hij op onnavolgbare wijze over het turbulente seizoen 1995/96, toen hij in de boezem van de club verkeerde en zag hoe Willem van Hanegem en Jorien van den Herik de opstandige spelersgroep in toom probeerden te houden.
Ook een kwart eeuw later is dit baanbrekende werk nog net zo actueel als toen, en veel meer dan een sportboek alleen. Het is niet alleen een ontnuchterende schets van de gang van zaken achter de schermen van een volksclub, maar ook een portret van de rijke geschiedenis van Feyenoord en bovenal een prachtige ode aan Rotterdam en de Rotterdammers.
Op drie november publiceerde Time een vierduizend woorden tellend stuk over Qatar. Er stonden dingen in die we niet wisten. Bijvoorbeeld dat er in 2020 meer dan 3750 niet aan het WK gerelateerde bouwprojecten zijn voltooid en dat er nog duizenden onderconstructie zijn. Het artikel was niet veroordelend maar feitelijk. Bijvoorbeeld toonde het aan dat werken in die hitte nierfalen en hartinfarcten veroorzaakt. Dat de werkomstandigheden pas verbeterden door de aanhoudende kritiek uit het buitenland. En dat het maar de vraag is of ze na het WK terugvallen in oude verdienmodellen of iets hebben geleerd.
Hard gras prijst zich gelukkig Judith Spiegel te hebben gevraagd om al in 2014 op de plaats delict zelf rond te snuffelen en er verslag van te doen. Zij vond uit dat het in de Nederlandse media destijds rondzingende en in krantenkoppen terugkerende getal van `honderden doden tijdens stadionbouw in Qatar' op zijn minst twijfelachtig was omdat er van stadionbouw toen nog geen sprake was. De media hadden iets opgevangen uit The Guardian wat The Guardian had opgevangen van de Nepalese ambassade, dat er in 2013 tweehonderd arbeidsmigranten uit Nepal waren omgekomen van de driehonderdduizend daar werkzame arbeiders. Sindsdien zijn de zomertemperaturen in Qatar door de klimaatverandering met anderhalve graad gestegen en het aantal arbeidsmigranten tot twee miljoen. Het aantal doden dat aan het WK wordt toegeschreven is 6500. Niemand kan dat natellen. Time begint er ook niet aan. Het doet er ook niet toe. Wat ertoe doet is dat de protesten uit `de westerse wereld' hebben bijgedragen aan een verbetering, al of niet tijdelijk, van de werkomstandigheden ter plekke.
Ondanks een door trauma's gedomineerde jeugd in een Arnhemse volkswijk kon Andy van der Meijde (1979) bij Ajax uitgroeien tot de beste rechtsbuiten van zijn generatie. Met het bereiken van de Europese elite bij Internazionale in Milaan begon tevens zijn reis langs de toppen der waanzin. Hij ging miljoenen verdienen én uitgeven. Zijn naïeve inborst en hang naar spektakel maakten van zijn leven een symfonie met ontelbaar veel mooie, treurige, valse en bizarre noten. Op zijn dertigste raakte hij als speler van Everton ook nog verslaafd. Inmiddels is de zeventienvoudig international weer een gewone burger. Hij is gelukkig en heeft een bijzonder aangrijpend verhaal te vertellen. Nooit was een Nederlandse profvoetballer zo openhartig.
Hoe communiceren stervoetballers als Ronaldo, Zlatan en Suárez in het vuur van de strijd met de scheidsrechter? Wat gebeurt er allemaal rondom nationale en internationale topwedstrijden? Scheidsrechter Bas Nijhuis geeft een unieke blik in de wereld van de arbitrage, verpakt in informatieve en vaak hilarische anekdotes. Zijn opvallende stijl van arbitreren, de snoeiharde kritiek, zijn buitenlandse avonturen: de flamboyante Nijhuis vertelt erover met respect, humor en zelfspot.
Voetbal & Maffia leest als een thriller. Maar dan wel een thriller die volledig is gebaseerd op feiten. Voetbal is de onschuld al lang voorbij. Goed georganiseerde criminele bendes verdienen miljarden aan het vervalsen van wedstrijden en schuwen geen enkel middel. In 25 verhalen uit alle hoeken van Europa ontstaat een schrikbarend beeld van de oorlog achter de schermen van het internationale voetbal. Na hun schokkende reis door Europa gaan Tom Knipping en Iwan van Duren in deel twee op onderzoek uit in De lage landen. In de ruim 20 verhalen laten ze zien hoe je in bijvoorbeeld Oeganda en Thailand rijk kunt worden met wedstrijden uit de Jupiler League. Met het ene onthutsende verhaal na het andere leggen de journalisten bloot hoe de mooie sport is ontaard in een miljardenindustrie met een eigen omerta. Van controle is nauwelijks sprake. Het onderzoeksduo van Voetbal International zette met beide boeken matchfixing in Nederland en Europa op de kaart. Al voor verschijnen leidden de bevindingen van de twee tot meer dan vijftig vragen in de Tweede Kamer. Wie dit boek na de laatste pagina dichtslaat, zal nooit meer met dezelfde blik naar voetbal kijken.
In Souplesse komen alle sportieve hoogte- en dieptepunten van de afgelopen twee jaar voorbij: van wielrennen tot voetbal, van Formule 1 tot volleybal en van schaatsen tot zwemmen.
Naast de beste sportcolumns van Wilfried de Jong zijn er oo achte korte verhalen opgenomen: Amy Winehouse keert op aarde terug om een liedje te zingen voor Messi, Garrincha voetbalt op de jazz van Monk en de omstreden atlete Semenya krijgt een duwtje in de rug.
Nederlandse wielrenners dit jaar zijn dominanter dan ze jaren geweest zijn. Mathieu van der Poel wint alle superprestige crossen én het Wereldkampioenschap, de mannen en vrouwen op de baan domineren het WK met maar liefst zes titels en ook op de weg zijn Wout Poels, Tom Dumoulin, Steven Kruijswijk en Niki Terpstra coureurs die om de prijzen rijden. Om van de hegemonie van Anna van der Breggen, Chantal Blaak en Annemiek van Vleuten nog maar te zwijgen. Gouden tijden voor de wielerjournalistiek, kortom. Thijs Zonneveld is bevoorrecht om hen van dichtbij te zien presteren en te vertellen over de ongekende klasse van de huidige wielergeneratie.
De mooiste Tour is voor Nederlanders nog altijd de Tour van '80: winst voor Joop Zoetemelk, de tweede plaats voor Hennie Kuiper, tien etappezeges en twee ploegentijdritoverwinningen voor de Raleighploeg van Peter Post. In een meeslepende reconstructie beleeft Mart Smeets deze legendarische 'Nederlandse' Tour de France nog één keer. Hij blikt terug met alle betrokkenen, komt met verrassende feiten en openhartige verhalen van achter de schermen, en zoekt uit wat er van alle deelnemers van toen is geworden.
FC Utrecht: mooie club, roemrucht verleden. In 2007 bereikte de zogeheten Phanos-affaire zijn dieptepunt. Hoofdsponsor Phanos had grote plannen met de club: nieuw stadion langs de A2, verdubbelde begroting, en appartementen op de plek van de huidige Galgenwaard. Een deel van de fanatieke aanhang zag het wel zitten, maar de gemeente oordeelde: té ambitieus. Met name de Raad van Commissarissen moest het vervolgens ontgelden. Er volgde een heuse machtsstrijd: rechtszaak, bedreigingen, een ad interim voorzitter voor vier dagen, nachtelijk overleg op het stadhuis, de chaos was compleet.
Journalist Rob van Scheers reconstrueert de toestanden nauwgezet, op basis van interviews met betrokkenen en grondig archiefonderzoek. UTREGSE TOESTANDEN is een objectief, bloedstollend en uniek boek dat zich ook ver buiten Utrecht met rode oortjes laat lezen.
In Klaas-Jan Huntelaar brengen diverse topauteurs een hommage aan de topscoorder. Over een voetbalcarrière vol passie, talent, techniek en vooral heel veel doelpunten!
Op 14 januari 2021 viel Klaas-Jan Huntelaar in de 89ste minuut in bij de voetbalwedstrijd FC Twente-Ajax. De stand was op dat moment 1-1. Ajax had vergeefs 19 doelpogingen gedaan om een tweede treffer te forceren. De 37-jarige Klaas-Jan Huntelaar kwam het veld op en scoorde binnen vier minuten de 1-2 en de 1-3. Het is tekenend voor de gretigheid van de spits die gedurende zijn carrière meer dan 400 doelpunten maakte en daarmee de eerste Nederlandse voetballer ooit is die de grens van 400 goals passeert voor club en land.
In Klaas-Jan Huntelaar brengen diverse topauteurs een hommage aan deze doelpuntenmachine. De verhalen voeren ons langs de mooie lijst van clubs waar de spits excelleerde en vormen zo een verhalend en anekdotisch overzicht van een glansrijke voetbalcarrière. Met bijdragen van Edwin Winkels, Menno Pot, Sam Planting, Willem Vissers en vele anderen.
De Rabobank wielerploeg is een van de meest succesvolle sportploegen uit de Nederlandse sportgeschiedenis. 'Rabo' won grote rondes als de Giro D'Italia, Vuelta en bijna de Tour de France. In de onthullende en diepgravende biografie 'De Raboploeg' duikt Maarten Kolsloot in de geschiedenis van het veelbesproken team. Aan de hand van interviews met 200 betrokkenen en duizenden nieuwe documenten wordt een veelomvattend en in diverse opzichten nieuw beeld geschetst van de ploeg die tussen 1996 en 2012 successen boekte.
Nieuw archiefmateriaal laat een intiem beeld zien van de eerste dagen van het team in september 1995. Uit persoonlijke fax- en e-mailberichten van Jan Raas en zijn medewerkers ontstaat het beeld van een gepassioneerd stel mensen dat hun wielerploeg wilde redden. En een gehaaide bank die een hyper ambitieus plan opstelde om de sport uit het slop te trekken. Ten koste van veel. De afgeketste transfer van Lance Armstrong naar Rabo en diverse andere transfers komen aan bod. Soms voor het eerst in het openbaar. Ook slaagt 'De Raboploeg' erin omdat het gordijntje open te trekken voor het grootste publieke geheim uit de wielersport: waarom verdween Jan Raas nu écht uit beeld? Dit boek geeft antwoorden.
We horen van vergeten renners en gebroken dromen, maar ook van bekende coureurs als Michael Boogerd en Michael Rasmussen. Die laaste, de magere Deense bijna-Tourwinnaar, is misschien wel de man die de hoogste prijs betaalde voor gewenste wielerroem. En passant wordt door middel van nog nooit ingeziene financiële stukken een beeld geschetst van de boerenleenbank Rabobank die weliswaar heel veel gaf aan de sport, maar altijd met een de vinger van een Hollandse koopman op de knip. Een boek dat boeit van kaft tot kaft.