In `De insectencrisis' duikt Guardian-journalist Oliver Milman in de stortvloed van recent bewijs waaruit blijkt dat insecten de grootste existentiële crisis doormaakt in 400 miljoen jaar. De verstoorde migratie van de monarchvlinder in Amerika; het groene landschap van Europa dat is ontdaan van insectenleven; en iets wat elke automobilist wel merkt: dat er tegenwoordig niet zoveel insecten meer op de voorruit van je auto spatten. Milman legt niet alleen uit wat de oorzaak is van deze grootschalige ineenstorting van de insectenwereld, maar laat ook overtuigend zien waarom deze achteruitgang zo'n bedreiging vormt voor ons allemaal.
Een boek vol troost en inspiratie na de dood van onze trouwste metgezel
Toen haar labrador Shira stierf en Elli Radinger haar verdriet daarover deelde, ontving ze duizenden berichten: mensen van over de hele wereld vertelden de bekende wolven- en hondenexpert over hun oude, zieke of overleden trouwe viervoeter. Over het diepe verdriet en over hun eenzaamheid en hulpeloosheid, omdat hun omgeving de pijn die je kunt voelen als het om een dier gaat lang niet altijd begrijpt.
Elli Radinger toont wat we van onze dieren kunnen leren in de laatste momenten van het leven en geeft hoopvolle moed om door te gaan. Een ontroerend en inspirerend boek voor iedereen die zichzelf en zijn dieren wil helpen afscheid te nemen, maar ook een hartverwarmende metgezel bij het verdriet en de pijn na de dood van een geliefd dier.
Je woont samen met veel meer wezens dan je denkt. Honderden dieren scharrelen, vliegen en rennen in en rond je huis, tijdens alle seizoenen. Ze zijn klein en houden zich meestal verborgen, want ontdekking moeten insecten vaak met de dood bekopen. Toch zijn ze fascinerend voor wie goed kijkt. Bouma doet dat. Met humor en grote kennis van zaken neemt ze je mee naar hoekjes en kieren op zolder, naar potjes kruiden in de keuken en de stenen en aarde in je tuin. Daar laat ze sociale kakkerlakken en zorgzame oorwormen zien, komen optimistische hommels en bizarre tangwespen langs, wijst ze op hulp uit onverwachte hoek van motmugjes en wordt duidelijk waarom die ene bedwants of limonadewesp het verpest voor de hele groep. Huisgenoten verandert je kijk op de onterecht impopulaire insecten voorgoed.
Alexander von Humboldt (1769-1859) was een moedige ontdekkingsreiziger en de bekendste wetenschapper van zijn tijd. Hij had een grote honger naar avontuur en ontdekkingen, hij beklom de hoogste vulkaan ter wereld, reisde door Siberië, waar de bevolking aan miltvuur leed, en deed onderzoek in de meest afgelegen gebieden. Met zijn ideeën was hij zijn tijd ver vooruit.
Andrea Wulf beschrijft zijn gedurfde expedities en geeft op toegankelijke wijze inzicht in zijn baanbrekende onderzoek naar de vorming van het landschap op verschillende continenten. Humboldt wist toen al dat menselijk ingrijpen effect heeft op het klimaat.
Zijn gedachten werden aangescherpt door zijn vriendschappelijke relaties met Goethe en Jefferson, en vormden een inspiratiebron voor grootheden uit diverse disciplines, onder wie Darwin, Bolívar, Wordsworth en Thoreau.
Als bioloog onderzoekt Piet J. van den Hout de natuur jarenlang op basis van hypothesen. Hij doet prachtig en nuttig werk, maar realiseert zich gaandeweg dat hij als wetenschapper iets is kwijtgeraakt, iets wat hij in zijn jeugd nog had en waarvan het gemis steeds sterker wordt. Want waar is de betovering door de natuur gebleven?
Van den Hout verlaat de wetenschap en wandelt de Regte Heide op, een door bossen en beekdalen omgeven heidegebied even ten zuiden van Tilburg. Een jaar lang kijkt hij, zonder vooraf opgestelde onderzoeksvraag, tot in de kleinste details naar het leven van dieren, planten en schimmels, naar hun samenwerking en hun strijd. Natuurlijk blijft hij ook de wetenschapper die wil begrijpen, maar hij gaat verder. Hij begeeft zich steeds dieper in de leefwereld van de vaste en tijdelijke bewoners van het gebied. Dat levert intieme ontmoetingen op met dieren die gaandeweg bekenden worden en hem weer terug weten te gidsen naar een wereld die hij lange tijd kwijt was.
We houden allemaal van de natuur, van de meest bosrijke gebieden tot een mooi onderhouden tuin. Maar natuur is meer dan een decor voor een aangenaam leven. Recent onderzoek laat zien dat het bewust opzoeken van natuurelementen de gezondheid ten goede komt.
Steeds meer dokters gaan natuur daarom voorschrijven aan hun patiënten. Niet alleen als preventie, maar ook als medicijn. Natuurbeleving is een volwaardig onderdeel van de behandeling van diabetes, hartaandoeningen, angsten en depressie. Dit boek toont hoe je natuur echt kan gaan inzetten als complementaire therapie. Zo kan je 'zonder voorschrift' een dagelijkse dosis natuur tot je nemen.
In de stad ben je nooit alleen. Kraaien en slechtvalken houden je vanaf dakranden en bouwkranen in de gaten. Ratten speuren onder terrastafeltjes naar etensresten. Reusachtige spinnen schuifelen rond op de perrons van de metro. Maar de stad biedt ook onderdak aan talrijke beesten die het leven veraangenamen. Ontmoet de acrobatische halsbandparkiet Pipo, de gepensioneerde wespen die nog even van het leven genieten en de vlinders die over de Pyreneeën vliegen om Nederland te bereiken.
In dit boek verkent bioloog Remco Daalder in meer dan vijftig verrassende verhalen het dierlijke leven in de stad. Vanuit zijn woonplaats Amsterdam neemt hij de lezer mee op zijn avontuurlijke ontdekkingsreizen. Van nieuwbouwwijken tot achterafsteegjes, van pleinen tot flatgebouwen en van parken tot je eigen portiek: dieren vind je overal.
Frans de Waal buigt zich over verschillen in sekse en gender bij de mens en andere dieren. Hij maakt hierbij gebruik van zijn grote kennis van onze naaste verwanten: chimpansees en bonobo's. Wat is het geheim van de door vrouwen geleide vreedzame samenleving van bonobo's? En wat kunnen wij mensen leren van mannelijke dominantie en territorialiteit bij chimpansees?
Tegenwoordig wordt vaak beweerd dat genderverschillen het resultaat zijn van sociale vorming, maar De Waal toont aan dat het een biologische basis heeft. Hij behandelt onderwerpen als genderidentiteit, seksualiteit, gendergerelateerd geweld, vriendschap en zorgzaamheid, en laat overtuigend zien dat de evolutionaire biologie bijdraagt aan een genuanceerder cultureel begrip van gender.
In het bos gebeuren verbazingwekkende dingen: bomen communiceren met elkaar. Bomen die niet alleen liefdevol voor hun nageslacht zorgen, maar ook voor hun oude en zieke buren. Bomen met emoties, gevoelens en een geheugen. Moeilijk te geloven? Misschien, maar het is waar!
Boswachter Peter Wohlleben vertelt fascinerende verhalen over de onverwachte en ongelooflijke vaardigheden van bomen. Hij combineert de laatste wetenschappelijke inzichten met zijn eigen ervaringen uit het bos, en creëert zo een opwindende nieuwe kennismaking met levende wezens die we dachten te kennen, maar nu pas echt leren begrijpen. En zo betreden we een compleet nieuwe wereld...
Het geheime leven van bomen is een onweerstaanbare liefdesverklaring aan het bos.
In ´Natuuramnesie´ schrijft Marc Argeloo over het fenomeen `shifting baseline syndrome': de kennis van de rijkdom van de natuur verdwijnt uit ons collectieve bewustzijn. Elke nieuwe generatie weet niet meer hoe anders, en vaak rijker, de natuur was ten tijde van de jeugd van hun ouders of grootouders. Iedereen kent de dodo, maar wie weet er van de uitgestorven dunbekwulp, de Tahitistrandloper en de honderden andere (bijna) verdwenen soorten? Ook natuurbeschermers kijken zelden verder terug dan veertig jaar geleden, omdat er van voor die tijd weinig `officiële' cijfers zijn. Natuurbeleid wordt gebaseerd op nulmetingen uit de jaren zeventig, en soms uit de jaren tachtig of negentig.
Marc Argeloo doet al jaren onderzoek naar het shifting baseline syndrome en komt tot belangrijke en confronterende inzichten. Hij pleit bijvoorbeeld voor een grotere rol van historisch en archeologisch onderzoek in de ecologie. Natuuramnesie biedt een onmisbare bijdrage aan de nationale en internationale natuurbescherming.
Wonderlijke verhalen over de overeenkomsten tussen mens en dierArjan Postma heeft de gave om de wereld om ons heen nét op een andere manier te bekijken. Hij laat zien dat mensen en dieren meer op elkaar lijken dan we denken en met zijn aanstekelijke manier van vertellen, levert dit unieke verhalen op. Dieren gedragen zich vaak hetzelfde als mensen en hiermee houden ze ons een spiegel voor.Zo legt hij uit hoe één gekke mier de wereld kan veranderen en neemt hij je mee langs dieren die theater maken, hun eigen potje koken en zelfs complete steden bouwen. Daarnaast komen er grote thema's voorbij als leiderschap, de overgang, samenwerking en liefde. Achter ieder dier uit deze vrolijke parade zit een verrassend verhaal dat laat zien hoe wij als mens van de natuur kunnen leren.In de pers`Dit boek maakt je vrolijk.' Op1`Postma kan prachtig vertellen. Hij is iemand die je met andere ogen naar de natuur laat kijken, die laat zien wat een wondere wereld er verborgen zit tussen de bladeren, in het riet en in een regenplas.' Noordhollands Dagblad`Zonder dwarsdenkers geen revolutie. Niet in de mierenhoop én niet op de werkvloer.' NRC Handelsblad
Wolven voeden hun kinderen liefdevol op, bekommeren zich om ouderen en zieken en zijn in staat om tijdens het spel alles te vergeten en zich volledig te focussen. Ze denken en dromen, maken plannen en communiceren effectief met elkaar - en lijken zo meer op ons dan we denken.
De gerenommeerde wolvenonderzoeker Elli Radinger gaat aan de hand van fascinerende verhalen in op de kenmerkende eigenschappen van wolven, zoals vertrouwen, geduld, familiebanden, leiderschap, omgaan met tegenslagen en de dood. Ze onthult verrassende en veelal onbekende inzichten in het leven van wolven en toont aan dat we heel wat van ze kunnen leren.
Gevleugelde geschiedenis van Nederland, fraai gebonden en met een keur aan bijzonder beeldmateriaal, is een monumentaal werk dat iedere vogel- en geschiedenisliefhebber in de kast moet hebben.
Vogels spelen soms een onverwachte rol in de menselijke geschiedenis en mensen spelen vaak een bijzondere rol in de geschiedenis van vogels. In Gevleugelde geschiedenis van Nederland kijken meer dan dertig auteurs, onder wie toonaangevende historici, met andere ogen, vol verwondering, naar vogels en geschiedenis.
Van de vroegste vogelfossielen die zijn teruggevonden in de Limburgse mergel, de introductie van het gebraden kippetje door de Romeinen en het met ganzenveer genoteerde hebban olla vogala tot de papegaai van Johan de Witt, het overzeese drama van de dodo, de vogelliefde van Van Gogh en vogelen als nationale covidhobby - ieder verhaal ontsluit weer een nieuwe episode in het eeuwenoude verbond tussen de Nederlanders en hun vogels.
Gevleugelde geschiedenis van Nederland staat onder redactie van historicus en vogelaar Jan Luiten van Zanden - bijgestaan door Helena Cordasev en Erik de Bruin - en bevat bijdragen van Theunis Piersma, Jelle Reumer, Nicoline van der Sijs, Jaap Tielbeke, Jean-Marc van Tol en vele anderen. Met een keur aan bijzonder beeldmateriaal is Gevleugelde geschiedenis van Nederland een monumentaal werk dat iedere rechtgeaarde vogelaar in de kast moet hebben.
Met een voorwoord van Nico de Haan.
`Noordkrompen, zeeengelen en koffieboontjes' van Koos Dijksterhuis is voor alle strandjutters, verzamelaars en natuurvorsers.
Er zijn zo'n honderdduizend soorten schelpdieren, in de meest buitenissige vormen en kleuren, en de noordkromp is de heilige graal onder de schelpen. Op Schiermonnikoog kom je deze zeldzame schelp soms tegen. Een noordkromp vinden is daarom het doel van menig strandwandelaar, en zeker van Koos Dijksterhuis, die zijn hele leven al gefascineerd is door schelpen.
Schelpdieren zijn er van kolossaal tot minuscuul, tweekleppig of slakvormig, en hebben bovenal een avontuurlijk seksleven. Veel schelpdieren zijn tegelijk man en vrouw, ze kunnen elkaar tegelijkertijd bevruchten. Sommige kunnen, als ze eenzaam zijn, zelfs zichzelf bevruchten. Oesters doen hun erotische imago eer aan door in een massale orgie tegelijkertijd klaar te komen. Als ze dat doen kleurt de Noordzee melkachtig troebel.
Koos Dijksterhuis schrijft meeslepend over de schelpdierwereld waarin je het zo gek niet kunt verzinnen.
Werkend in de tuin vang je vaak een glimp op van een verborgen gemeenschap die maar lastig te doorgronden lijkt. En toch - terwijl je met je handen in de grond zit, met de geur van verse aarde in je neus, begin je al snel te beseffen dat er onder je voeten misschien nog wel meer tuin is dan daarboven. Sterker nog: zonder dat wemelende leven onder het maaiveld zou plantengroei überhaupt niet mogelijk zijn. De manier waarop alle aanwezigen in die ondergrondse microkosmos met elkaar communiceren is ronduit verbazingwekkend.
Iedereen heeft het over bossen die doodgaan.
Maar wat gaat er eigenlijk dood?
En vooral: waaraan?
Peter Wohlleben beschrijft op indrukwekkende wijze hoe de natuur zichzelf kan reguleren en helen, als we haar maar met rust laten. Bomen kunnen zich namelijk niet alleen aanpassen aan hun omgeving, maar geven ervaringen met veranderde milieuomstandigheden door aan hun nageslacht - en niet alleen eeuwenoude kennis, ook kennis die net is opgedaan. Door veranderingen van het DNA van de zaden kunnen bomen hun kinderen `opvoeden' en perfect voorbereiden op de nieuwe klimatologische omstandigheden.
Hun verbazingwekkende aanpassingsvermogen kent echter zijn grenzen. Juist nu hebben loofbomen een intacte gemeenschap nodig om elkaar over en weer te steunen, door verdamping af te koelen en zelfs regenwolken te produceren; allemaal vermogens die door intensieve houtkap verloren gaan. En niet-inheemse naaldbomen hebben hier door de toenemende droogte en hitte helemaal geen toekomst meer.
Onverbiddelijk laat Peter Wohlleben zien dat de boslobby, politiek en bosbouw meedogenloos blijven ingaan tegen de wijsheid van de natuur en dat de peilsnelle ontwikkeling geen verdere fouten toelaat. Wanneer wij de basis voor ons eigen bestaan onverstoorbaar blijven vernietigen, rooien de bomen het op een gegeven moment prima zonder ons, maar wij kunnen niet zonder de bomen. De bossen kunnen ons klimaat redden... mits we niet tot het einde aan de tak blijven zagen waar we zelf op zitten.
Met een nawoord van prof. dr. Pierre Ibisch
In `De tuinjungle' laat Dave Goulson ons kennismaken met al het kleine geteisem dat vlak bij ons, in tuinen, parken, tussen de stoeptegels en in de grond onder onze voeten leeft. Waar je ook bent, de kans is groot dat er nog geen stap bij je vandaan wormen, pissebedden, duizendpoten, vliegen, kevers, wespen, bijen en allerlei andere beestjes min of meer in stilte hun leven leiden. Goulson laat zijn lezers meekijken in de fascinerende en soms ook krankzinnige wereld van deze ondergewaardeerde helden van onze tuin. Hij neemt ons mee op visite in de composthoop, laat ons gangen graven onder ons gazon en een duik nemen in de tuinvijver.
Goulson beschikt over een grappige en lichtvoetige pen, maar toch is hij in `De tuinjungle' ook bloedserieus. Zo laat hij overtuigend zien waarom in turfbodem gekweekte, met insecticiden behandelde, in plastic wegwerppotten verpakte planten bijzonder slecht zijn voor ons milieu en waarom we niet langer bij tuincentra, maar bij lokale kwekers moeten kopen. Of nog beter: zelf moeten zaaien. Onze tuin is bij uitstek de plaats waar we het contact met de natuur kunnen herstellen. En met maar een paar kleine aanpassingen maken we van onze tuinen een keten van kleine natuurreservaatjes, waar mensen, dieren en planten in harmonie samen kunnen leven.
Bepaalt de mens welke dieren in het wild wel of niet beschermd moeten worden? Kan jagen ecologisch verantwoord zijn? Bestaan er nog wel wilde dieren op een planeet die wordt gedomineerd door de mens? Wat als er in Nederland niet slechts een paar, maar honderd wolven rondlopen?
Emma Marris neemt de lezer mee de wereld over en vertelt ontroerende en inspirerende verhalen over Peruviaanse apen, de Australische buideldas, zeldzame vogels op Hawaii en majestueuze wolven in Oregon. Daarbij confronteert ze de lezer met vragen over wat wildernis nog betekent en hoe onze relatie met en verantwoordelijkheid voor dieren in het wild zouden moeten zijn. Waarom wilde natuur niet meer bestaat vormt een belangrijke bijdrage aan de discussie over de natuur en de plaats van de mens daarin.
'In tegenstelling tot de meesten van ons, denkt Emma Marris goed na over wat woorden als "wild" en "natuur" betekenen. Ze formuleert antwoorden die even fascinerend als onverwacht zijn.' Charles C. Mann, auteur van o.a. De tovenaar en de profeet
'Hoe denken we over onze relatie met andere levende wezens op aarde? Wilde dieren is een uitdagende visie voor de komende decennia.' Neil Shubin, auteur van o.a. De vis in ons
'Een heel belangrijk boek, dat de ene interessante pijl na de andere op de kern van de zaak richt.' Andrew Solomon, auteur van o.a. Ver van de boom
De Noordzee is een waardevolle plek die ons voorziet van zuurstof en voedsel. Ondanks dat de Noordzee een van de drukst bevaren zeeën ter wereld is kun je er toch het gevoel van vrijheid en stilte ervaren. Welke verhalen heeft de grens van zee en land ons eigenlijk te vertellen? Hoe ziet het leven onder de golven eruit?
In het tweede deel van Moedertje Groen nodigt Tessa Yanover je uit je te laten verwonderen. Van de Waddenzee tot de wateren van Zeeland: wandel mee door de duinen, duik in het zoute water en beleef de Hollandse kust zonder zelf nat te worden.
Tessa verwoordt haar liefde voor de kust als volgt: 'De kust is een
plek waar mijn hoofd zich kan vullen met nieuwe ideeën en inspiratie en waar ik mijn longen kan vullen met frisse lucht. Aan de kust kun je als mens weer ademen, weg uit de verstikkende maatschappij. In mijn eerste boek merkte ik hoe fijn ik het vond om over de zee en duinen te schrijven, het smaakte naar meer.
`De geur van het bos' is een lofzang op het veldwerk, al een halve eeuw struint vogelaar Rob Bijlsma door het bos en over de hei en doet hij onderzoek naar vogels in Nederland en Afrika. Tijdens zijn zwerftochten heeft hij altijd een verrekijker om de nek en een opschrijfboekje bij de hand, waarin hij consequent en nauwkeurig observaties en metingen noteert. Allicht dat deze over vogels gaan, maar niet alleen. Ook het landschap, het klimaat en het weer, fenologie, bomen en boomtoppen, zaadzetting, muizen en insecten ontsnappen niet aan zijn nieuwsgierige en onderzoekende geest. `De geur van het bos' bevat een thematische bundeling van de bijvangsten van al dat onderzoek, ingebed in ecologische en evolutionaire achtergronden. Vijftig jaar meeslepende beschrijvende wetenschap, of, zoals Rob Bijlsma zelf zegt: `Een leven lang spelen in de zandbak.
Is de mens nog verbonden met de natuur? Peter Wohlleben is ervan overtuigd dat de band tussen mens en natuur nog steeds sterk en intact is, ook al zijn we ons daar niet altijd van bewust.Onze bloeddruk normaliseert in de omgeving van bomen. De kleur groen kalmeert ons. Het bos scherpt onze zintuigen: het leert ons ruiken, horen, voelen en zien. Omgekeerd reageren planten ook positief op menselijk contact.
Op basis van de nieuwste wetenschappelijke bevindingen en zijn eigen decennialange observaties opent Peter Wohlleben onze ogen voor het verborgen samenspel tussen mens en natuur. Hij neemt ons mee naar een prachtige wereld waarin de mens geen superieur wezen is, maar een deel van de natuur, zoals elke plant en elk dier. En hij laat ons beseffen dat het in het grootste belang is om dit kostbare bezit te behouden.
In dit autobiografische boek van Sir David Attenborough (Life, Planet Earth, Blue Planet) neemt de filmmaker je mee in zijn wereld - en de planeet van ons allemaal. Voor het eerst beschrijft hij op geheel eigen wijze de belangrijkste momenten in zijn leven als bioloog. Hoe hij oog in oog stond met wilde dieren en zijn leven wijdde aan het vastleggen van de natuur in al haar schoonheid en diversiteit. Ook vertelt Attenborough over de verwoestende veranderingen die hij in al zijn jaren met eigen ogen heeft gezien.
Een actueel boek met dringende, maar hoopvolle boodschappen voor de toekomst. Kijk door de ogen van de man die de natuur een stem gaf.
Hoe komt het dat we ons zo gelukkig voelen in het groen, omringd door planten, dieren, mooie landschappen en ander natuurschoon? Wat doet licht voor onze biologische klok? Wat doet hardlopen in de frisse buitenlucht met onze gezondheid? En waarom komt het stadsbrein eigenlijk tot rust in de natuur?
In Natuurzin gaat boswachter Marieke Schatteleijn op zoek naar antwoorden in de wetenschap en verbindt ze die kennis met wat ze zelf ervaart als ze buiten is. Ga met haar mee op reis naar inspirerende Nederlandse natuurgebieden en ontdek aan de hand van negen themahoofdstukken waarom de natuur je blijer, gezonder en creatiever maakt.
Of je nu gewoon je baantjes in een zwembad trekt of soms een duik neemt in een van de vaarten, meren of vennetjes in de buurt: zwemmen kan altijd én overal en is goed voor zowel lichaam als geest. In dit toegankelijke boek vind je tips, adviezen en de wetenschap achter die frisse duik.
Topwetenschappers geven antwoord op vragen over conditie, techniek, voeding en beloning, en prominente zwemmers vertellen over hun liefde voor deze sport. Bovendien tonen auteurs Jim Jansen en Kjeld de Ruyter je de beste zwemplekken, van Den Helder tot Maastricht en van Groningen tot Zeeland.
- met een voorwoord van olympisch zwemmer Pieter van den Hoogenband
- bjijrdagen van sportarts Frank Backx, hoogleraar Maria Hopman en neuropsycholoog Erik Scherder
- persoonlijke verhalen van o.a. zanger Huub van der Lubbe, hoogleraar Andrea Maier en Ionica Smeets
'Zwemmersgeluk is omringd worden door water en je volledig vrij voelen. Zodra ik het water raak, voel ik een vrijheid die je op het land nooit kan evenaren.' - zwemcoach Jacco Verhaeren