In Tien vogels die de wereld veranderden vertelt de Britse vogelkenner Stephen Moss, auteur van onder andere De zwaluw en Het roodborstje, over tien vogelsoorten: van dodo's tot darwinvinken.
In de geschiedenis van de mensheid zijn vogels niet weg te denken. We hebben op ze gejaagd en ze gedomesticeerd. We hebben ze vereerd in onze religies. We hebben ze gebruikt voor voedsel en veren. We hebben ze in onze kunst en muziek verheven tot iconen. Moss vertelt het fascinerende verhaal van de lange en veelbewogen relatie tussen mensen en vogels. Deze tien soorten van over de hele wereld, van de mythische raaf tot de keizerspinguïn op het smeltende Antarctica, hebben elk een wonderbaarlijke rol gespeeld in de wereldgeschiedenis.
Het sprankelende Tien vogels die de wereld veranderden van meesterverteller StephenMoss stemt tot nadenken over de manier waarop wij omgaan met de natuur en onze gevederde vrienden in het bijzonder.
Over Het roodborstje:
'Een klein meesterwerk.'- Matthijs van Nieuwkerk
Over Het winterkoninkje:
'Een veelomvattend en boeiend boek.' - The Daily Mail
Over De Zwaluw:
'Stephen Moss, die eerder prachtbiografieën over roodborstje en winterkoninkje schreef, volgt in De Zwaluw de boerenzwaluw op zijn onwaarschijnlijke reis over de wereld en door de geschiedenis. Een wonderschone ode aan dit kleine natuurwonder.'- VPRO gids
In `De gewiekste vogelgids' presenteert Nico de Haan een uniek nieuw systeem om vogels te herkennen. De indeling op kleur, vorm, leefgebied, gedrag en geluid maakt dat het veel gemakkelijker wordt om een vogel te herkennen en de juiste naam bij de juiste vogel te vinden. Met zijn jarenlange ervaring met het geven van vogelcursussen voor de Vogelbescherming als uitgangspunt, heeft De Haan de perfecte methode gecreëerd om beginnende vogelaars op weg te helpen. Een onmisbare gids voor iedereen die op een eenvoudige manier vogels wil leren herkennen. Met prachtige illustraties van vogel- en natuurschilder Elwin van der Kolk.
De `ANWB Basis natuurgids - Vogels' staat boordevol informatie voor het herkennen van vogels. Zangvogels, watervogels, duiven, spechten, hoenders, uilen en roofvogels; ruim 150 soorten zijn opgenomen in deze compacte zakgids. Door de prachtige foto's en gedetailleerde beschrijvingen zijn in één oogopslag alle opvallendste kenmerken terug te vinden. De indeling op kleurcodes maakt het zoeken supereenvoudig. Door het pocketformaat makkelijk mee te nemen tijdens elke natuurwandeling. Kortom, een beknopte gids met complete inhoud; ideaal voor een snelle en eenvoudige soortherkenning!
De `ANWB Basis Natuurgids - Tuinvogels' staat boordevol informatie over onze gevederde tuinbezoekers. Van vaste bezoekers tot wintergasten; in deze handzame zakgids komen ruim 100 tuinvogels aan bod. Door de natuurgetrouwe tekeningen en prachtige foto's zijn in één oogopslag alle opvallendste kenmerken terug te vinden. Lees alles over de levensstijl van tuinvogels, plus tips voor het bijvoeren, het waarnemen en het aanbrengen van nesthulpmiddelen in de tuin. De indeling op kleurcodes maakt het zoeken supereenvoudig. Een beknopte gids met complete inhoud, ideaal voor een snelle en eenvoudige soortherkenning!
In `Vogels en wij' neemt schrijver en ornitholoog Tim Birkhead ons mee op een fascinerende reis langs onze gemeenschappelijke geschiedenis met vogels. Al sinds het begin van de mensheid hebben vogels onze verbeelding geprikkeld en onze ideeën over kunst, wetenschap en religie geïnspireerd en gevormd. We hebben ze aanbeden alsof het goden waren, op ze gejaagd om ze op te eten, onszelf getooid met hun veren, hun vleugels onderzocht om zelf te leren vliegen en, meer recent, geprobeerd ze te beschermen tegen onszelf. `Vogels en wij' is het hoogtepunt van een levenslange hartstocht waarin Birkhead op onvergetelijke wijze laat zien hoe vogels ons hebben gevormd en wij hen.
De houtsnip is perfect gecamoufleerd, waardoor hij nauwelijks opvalt tussen de afgevallen bladeren op de grond. Bij gevaar rekent de vogel tot het laatst toe op zijn camouflagekleuren en drukt zich op de grond. Pas als je, als achteloze wandelaar, bijna op 'm stapt vliegt hij op, de wandelaar ondertussen een hartverzakking bezorgend. De houtsnip is een wat plompe vogel, ongeveer zo groot als een duif, met een kenmerkend lange, rechte snavel, waarmee hij diep de grond in komt om regenwormen te vangen. Verder valt deze bosvogel op door zijn relatief korte poten en grote ogen. Aan dit laatste kun je zien dat het eigenlijk een nachtdier is. De houtsnip is beroemd vanwege zijn baltsvluchten waarbij hij knorrend en niesend zigzaggend tussen en over de bomen vliegt. Omdat houtsnippen slecht recht voor zich uit kunnen zien, knallen ze tijdens de najaarstrek nogal eens tegen ramen en muren op; houtsnippen zijn daarom helaas ook geziene gasten in vogelhospitalen. De houtsnip is het 24e deel in de succesvolle Vogelserie van Atlas Contact.
In Verschenen of verdwenen, samengesteld door Sovon Vogelonderzoek Nederland, lees je alles over de opkomst en ondergang van 70 broedvogelsoorten van 1900 tot heden. 120 jaar aan verandering is in dit naslagwerk inzichtelijk in beeld gebracht met ruim 500 spectaculaire foto's, verspreidingskaarten met historische gegevens en infographics over populatieaantallen. Inclusief 6 themahoofdstukken over actuele thema's, zoals de invloed van het klimaat, biodiversiteit, de komst van exoten en een blik op de toekomst. Verschenen of verdwenen biedt niet alleen een schat aan kennis maar is ook een zeer lezenswaardig, historisch naslagwerk. Voor iedereen die van vogels houdt!
'Een meeslepende verkenningstocht door de wereld van vogels en de mensen die hen bestuderen.' The New York Times
In Vogelvlucht neemt de met de Pullitzer Prize bekroonde auteur Scott Weidensaul je mee op een reis over de wereld - van de stoffige heuvels in Cyprus, de bergen in het noordoosten van India tot de bijzondere vogeltrekreservaten in de Gele Zee. Ondertussen deelt hij revolutionaire inzichten die onze kennis van vogeltrek voorgoed hebben veranderd. Zo blijken de afstanden die miljarden vogels afleggen veel langer te zijn dan tot nu toe werd aangenomen. Sommige strandlopers zijn zelfs in staat om in één keer van Canada naar Venezuela te vliegen (het equivalent van 126 marathons!). Vogels navigeren bovendien efficiënter dan gedacht, met behulp van magnetische velden van de aarde, door een bijzondere vorm van kwantumverstrengeling. Daarnaast schrijft Weidensaul over de mensen die zich inspannen voor behoud en herstel van vogelmigratiepatronen, terwijl ze geconfronteerd worden met de gevolgen van klimaatverandering en andere uiterst actuele milieuvraagstukken.
Op basis van jarenlang veldwerk en in prachtig proza deelt Scott Weidensaul de meest fascinerende inzichten over het natuurwonder dat zich boven onze hoofden afspeelt.
'Scott Weidensaul is een meesterverteller.' The Guardian
New York Times Bestseller
Amazon Best Book of the Year So Far
Gierzwaluwen eten in de lucht, ze paren in de lucht, ze zoeken al vliegend hun nestmateriaal bij elkaar en ze slapen in de lucht. Elk jaar vliegen ze vanuit hun overwinteringsgebieden in Afrika negenduizend kilometer naar het noorden om net dat ene dak in de Kinkerbuurt in Amsterdam te vinden waar ze vorig jaar ook zo fijn hebben gebroed.
Remco Daalder gaat op zoek naar de geheimen van de gierzwaluw, en komt daarbij veel kleurrijke mensen tegen. Een Engelse plattelandsdominee uit de achttiende eeuw, een bezeten onderzoeker uit Oxford, activisten, politici, rasechte Amsterdammers die met hart en ziel hun vogels beschermen en moderne wetenschappers die met webcams en geolocators de geheimen van de gierzwaluw ontrafelen.
Nienke Beintema vertelt het verhaal van de grootste roofvogel van de Lage Landen in `De zeearend'. Deze broedt sinds 2006 in ons land en is sindsdien met een spectaculaire opmars bezig. In 2020 waren er al twintig broedparen; meer dan honderd jonge zeearenden kropen in Nederland uit het ei. En de groei zet nog altijd door.
Hoe is dat mogelijk, in een land waarin de natuur zo schrijnend onder druk staat? En waarom zijn we nu allemaal zo enthousiast over deze machtige vogel, terwijl we hem nog geen eeuw geleden achteloos uit de lucht schoten?
Nienke Beintema ging op pad met boswachters, onderzoekers, een kunstenaar en een fotograaf om deze vragen te beantwoorden. In de Nederlandse zeearendgebieden, van Biesbosch tot Zuidlaardermeer, maar ook in Noorwegen, Duitsland en Schotland. Ze dook in boeken, artikelen en reisverslagen, op zoek naar de feiten en de mooiste anekdotes. Het boek maakt ook een uitstapje naar de zeearenden van Noord-Amerika.
In De soortenjager laat bioloog Remco Daalder zien hoe het is om een echt fanatieke vogelaar te zijn. Daalder heeft in zijn leven al best veel vogels gezien, maar hij behoort niet tot de Nederlandse top. Dan moet je meer dan 1500 soorten gezien hebben. En internationaal telt hij al helemaal niet mee: er zijn wereldwijd tientallen vogelaars die meer dan 8000 soorten mochten afvinken. Daalder besluit zichzelf een doel te stellen: hij wordt soortenjager. Maar omdat meer dan 1500 soorten zien hem iets te hoog gegrepen lijkt voor iemand die met de grootste tegenzin in een vliegtuig stapt, stelt hij zijn doel lager. 1000 soorten. Ongeveer 10 procent van het totale aantal vogelsoorten in de wereld. Met humor, kennis van zaken en veel inlevingsvermogen laat Remco Daalder zien dat soortenjagen van alle tijden is en hoe verslavend het is om lijstjes bij te houden. In één ding wijkt hij trouwens wel af van de meeste soortenjagers: Daalder kan heel goed relativeren.
Stephen Moss - Het roodborstje
Het roodborstje van Stephen Moss is een prachtig geïllustreerd, hartverwarmend lees-, kijk- en bladerboek. Een natuurklassieker die iedere vogelliefhebber als een dierbaar kleinood zal koesteren.
Moss' kleine meesterwerk, waarvoor de auteur een jaar lang het roodborstje observeerde en diep in de boeken dook, laat het hart van iedere vogelaar sneller kloppen. We volgen het roodborstje vanaf het moment dat het uit zijn ei kruipt en leren van alles over zang, voeding en migratie. Moss schrijft daarnaast boeiend over de menselijke fascinatie voor het roodborstje. Hoe komt het dat het beestje zich zo diep in het hart van de Europese vogelliefhebber heeft genesteld, en die van de Britten in het bijzonder?
Stephen Moss staat te boek als een van de grootste natuurschrijvers van Groot-Brittannië. De vertaling van The Robin nam meestervertaler Robert-Jan Henkes voor zijn rekening.
Een perfect cadeau voor in de schoen of onder de kerstboom!
`Heel lichtvoetig geschreven én wetenschappelijk verantwoord. Ik vond het geweldig.' - Hans Dorrestijn
Voor `De merel' putte Hay Wijnhoven uit het dagboek dat hij al jaren bijhoudt over de merels in zijn tuin, en verbindt zijn persoonlijke observaties op speelse wijze met de kennis die wetenschappers de afgelopen jaren hebben opgedaan. Geen vogel heeft zich gedurende de laatste twee eeuwen voortvarender in vrijwel alle uithoeken van Europa gevestigd dan de merel. Tussen IJsland en de Oeral leven inmiddels meer dan honderd miljoen van deze `zwarte lijsters'. Zo raken steeds meer mensen vertrouwd met zijn ontroerende, melancholieke lied. Terwijl in de steden de huismus onder druk staat, gedijen de merels er als nooit tevoren. Hoe hebben die eens zo schuwe bosvogels dat klaargespeeld? Wat is het verschil tussen een bos- en een stadsmerel? Zijn merels echt zo `territoriaal en monogaam' als beweerd wordt? En gaat het eigenlijk wel zo goed met ze? De merel blijkt een bijzonder kleurrijke vogel te zijn die zich bijna overal thuis voelt.
In De meerkoet gaat Remco Daalder, stadsbioloog bij de gemeente Amsterdam, op expeditie naar het Markermeer, het IJ en de grachtengordel om de geheimen van deze meest menselijke aller vogels te doorgronden. Meerkoeten zijn overal waar water is. Het zijn alledaagse dieren die een alledaags bestaan lijken te leiden, maar schijn bedriegt. Sommige koeten zijn hun hele leven trouw aan hun nestplek en hun partner, andere zijn ongebonden avonturiers, die de Middellandse Zee overvliegen om op de Nijl te overwinteren of de Sahara oversteken om neer te strijken in Liberia. Meerkoeten hebben een enorm verspreidingsgebied. Ze komen voor op de Herengracht in Amsterdam, maar ook in de bergen van Nieuw-Guinea. Ze redden zich overal, bijten fel van zich af en maken zelf wel uit wat ze met hun leven doen.
In `De raaf' schenkt Louis Beyens aandacht aan de vogel die volgens hem erg onderschat wordt. De raaf is namelijk niet echt de Caruso van het dierenrijk. Toch is hij net als de kraai een heuse zangvogel, de grootste zelfs. Was hij vroeger een gewone broedvogel in Nederland en België, door zijn duistere, zwarte uiterlijk, de vermeende concurrentie met jagers en zijn slechte naam als aaseter hadden we hem bijna uitgeroeid. Halverwege de vorige eeuw is hij heruitgezet en nu leven er weer honderden broedparen in de Lage Landen.
Daar mogen we blij mee zijn, want de raaf is een van de intelligentste diersoorten ter wereld. In vrijwel alle culturen neemt de raaf een belangrijke plaats in, mede door zijn incarnatie van de eeuwige tegenstelling van goed versus kwaad. In dit deel van de vogelserie vertelt Louis Beyens aanstekelijk en toegankelijk over deze prachtige mythische vogel waarmee de mens al zo lang een speciale relatie heeft.
Koos Dijksterhuis leert je alles over `De zwarte specht' in zijn nieuwste boek. Zwarte spechten zijn de timmerlieden van het bos. Ze houden van hakken en gaan zelfs knoeperhard eikenhout te lijf. Hun hele lijf is gebouwd op hameren. Koos Dijksterhuis is al zijn hele leven gefascineerd door deze grote, gitzwarte vogel met zijn vuurrode pet. Met een halve meter van kruin tot staartpunt is de zwarte specht de grootste specht van Europa. Zijn roffel klinkt als een mitrailleursalvo en zijn klagende roep draagt ver door het bos. Toch zie je hem zelden. De zwarte specht is namelijk een meester in het verstoppen. Als hij je ziet, draait hij om de boom en verbergt hij zich achter de stam.
Dijksterhuis schrijft aanstekelijk en toegankelijk, hij kent de wetenschappelijke literatuur, en dat maakt deze monografie ook interessant voor de hardcore vogelfanaat.
De scharrelaar is een tijdschrift voor alle vogelaars met liefde voor lezen en alle lezers met liefde voor vogels. Kortom, een literair tijdschrift voor vogelliefhebbers. In deze herfsteditie van De scharrelaar, het vierde nummer alweer, staan onder meer bijdragen van Kees Camphuysen, Threes Anna, Piet J. van den Hout, Rob Bijlsma en Nienke Beintema. Een greep uit de onderwerpen: broedende draaihalzen, invasieve fotografen, zeearenden, wilde eenden én (jawel, dat zijn ook vogels) kippen. De illustraties, als altijd in zwartwit, zijn van Francine Kooij.
"De wilde eend' van Gerard Ouweneel is en deel in de Vogelserie: `. Van alle in Nederland voorkomende eenden is de wilde eend de bekendste en talrijkste. Zo bekend zelfs dat je bijna zou vergeten hoe mooi het mannetje is: zijn kop flonkerend groen met daaronder een gedistingeerd wit halsringetje. Zijn bovendelen bruingrijs, zijn onderdelen lichtgrijs, zijn staart wit met zwarte dekveren. En vergeet dat lefgozerige staartkrulletje niet, waaraan je ziet dat hij niet zomaar een eend is, maar een eend van de wereld. Letterlijk, want zijn verspreidingsgebied is groot. Mede dankzij de mens, die de wilde eend zelfs meenam naar Australië en Nieuw-Zeeland. En dat terwijl zijn oorspronkelijke broedgebied al het gehele noordelijk halfrond bestreek. Het moge duidelijk zijn: in dat enorme verspreidingsgebied voelt de wilde eend zich vrijwel overal thuis. Ook bij de keuze van zijn voedsel is hij niet kieskeurig: hij eet zaden, waterplanten, gewassen, ongewervelde waterdieren en soms zelfs amfibieën en visjes. Geen gewone eend dus, zoals Ouweneel, de nestor onder de Nederlandse vogelaars, laat zien in de monografie `De wilde eend'.
De knobbelzwaan is geen vogel waar de fanatieke vogelaar opgewonden van raakt. Veel vogelaars vinden het maar een suf parkbeest. Zelfs Linnaeus meende dat de knobbelzwaan niks anders was dan de tamme tegenhanger van de wilde zwaan. Anders dan de soortenjager genieten de meeste gewone vogelliefhebbers doorgaans wél van de knobbelzwaan en dichten het dier zelfs allerlei mooie eigenschappen toe. Zo staat de knobbelzwaan symbool voor trouw en liefde. De Almeerse stadsecoloog Ton Eggenhuizen is ook een liefhebber, maar dan een professionele. In zijn monografie laat Eggenhuizen zien dat knobbelzwanen juist in de stedelijke omgeving goed in staat zijn hun natuurlijke gedrag te vertonen: de vogels handhaven zich prima in de menselijke omgeving, storen zich weinig aan ons. De knobbelzwaan is niet alleen een rijke monografie over een van onze sierlijkste vogels, het is ook een hartstochtelijk pleidooi voor het waarderen van de stadsnatuur.
In Uilen van het eeuwige ijs vangt de nog jonge vogelaar Jonathan Slaght tijdens een reis in het oosten van Siberië een glimp op van een enorme, voor hem onbekende uil. Als hij een foto laat zien aan een aantal experts, blijkt hij een van 's werelds zeldzaamste grote uilen gezien te hebben, de Blakistons visuil. Deze ontmoeting is de start van Slaghts wetenschappelijke carrière én is het begin van een queeste naar dit raadselachtige wezen in de afgelegen bossen van Oost-Rusland. Want ondanks een spanwijdte van twee meter is het bijna onmogelijk om een Blakistons visuil te zien te krijgen. Zijn zoektocht voert Slaght naar nachtelijke missies in ijskoude tenten, levensgevaarlijke sprints over ontdooiende rivieren en laat hem klimmen in rotte bomen om nesten te controleren op aanwezige eieren. En al die tijd moet hij met z'n team waken voor ontmoetingen met beren of Siberische tijgers. Maar uiteindelijk gaat het in dit spannende boek vooral om de visuilen zelf: sluwe jagers, toegewijde ouders, zangers van griezelige duetten en overlevenden in een ijskoud en krimpend leefgebied.
De steenuil is nauwelijks groter dan een merel en daarmee ons kleinste uiltje. In ons land is hij van oudsher een bekende verschijning in vooral kleinschalig agrarisch landschap. Het steenuiltje broedt graag op boerenerven, vooral als deze voldoende natuurlijke variatie bieden. Daar kan hij op een klein oppervlak alles vinden wat hij nodig heeft. Vanaf een verhoging zoekt de steenuil naar voedsel en vliegt daar in golvende vlucht op af. Opvallend zijn de felgele ogen en z'n lichte `wenkbrauwen'. Wie eenmaal is aangekeken door een steenuil vergeet dit nooit meer.
Het winterkoninkje is de opvolger van Stephen Moss' alom bejubelde vogelklassieker Het roodborstje. Een heerlijk lees-, kijk- en bladerboek vol schilderijen, tekeningen en gedichten.
We volgen in Het winterkoninkje een jaar in het leven van dit kwieke vogeltje met zijn opvallende wipstaart en kenmerkende heldere en expressieve zang.Wil je een winterkoninkje in het wild spotten, dan is goed opletten een must: vanwege zijn geringe omvang, frêle bouw en wat nerveuze voorkomen lijkt het winterkoninkje soms meer op een schuw muisje dan op een vogeltje. In Engeland - Stephen Moss' natuurlijke habitat - staat het winterkoninkje bekend als de gewoonste vogel van het land. Men vermoedt dat er maar liefst acht miljoen broedkoppels voorkomen.
Het winterkoninkje van Stephen Moss is met zijn prachtige vormgeving, rijkheid aan beelden en meeslepende schrijfstijl allerminst een alledaags boek. Voor wie van Het roodborstje genoten heeft is het nieuwe boek van Moss een heerlijk vogelboek om zich aan te laven.
Over Het roodborstje:
`Een klein meesterwerk.' - Matthijs van Nieuwkerk
`Heel lichtvoetig geschreven én wetenschappelijk. Ik vond het geweldig.' - Hans Dorrestijn
`Prachtig vormgegeven en geïllustreerd. Niet alleen een literair cadeautje voor de vogelaar, maar zeker ook voor anglofielen zonder dure verrekijker.' - VPRO Gids
`Alsof je naar een Britse natuurfilm kijkt.' - Trouw
De vertaling van Het winterkoninkje is van de hand van meestervertaler en dichter Robbert-Jan Henkes, befaamd om onder meer zijn Beatles-, Dylan-, Shakespeare- en Joyce-vertalingen.
De zwaluw van Stephen Moss is het nieuwe boek van de geliefdste vogelschrijver van het Verenigd Koninkrijk, over het wonderlijke leven van de zwaluw. Op de poolgebieden na kun je hem over de hele wereld spotten: de zwaluw. Met zijn snelle, schichtige vlucht, kenmerkende gevorkte staart en voortdurende gekwetter is hij dan ook moeilijk te missen.
Na zijn succesvolle vogelbiografieën over het roodborstje en het winterkoninkje volgt de Britse vogelkenner Stephen Moss in De zwaluw een jaar uit het leven van deze vogel. Moss weet de raadselen waarmee de geduchte insectenjager - en globetrotter - is omgeven op een meeslepende wijze te ontrafelen, waarbij hij uiteraard oog heeft voor alles wat de zwaluw zowel ornithologisch als cultuurhistorisch interessant maakt. Met zijn oogstrelende uitvoering is De zwaluw van Stephen Moss het ultieme vogelboek voor het voorjaar.
In Blinde vink - Hoe ik vogels leerde kijken- beschrijft Jean-Pierre Geelen op lichtvoetige en aanstekelijke wijze hoe zijn liefde voor vogels groeide en steeds meer aan betekenis won. Een liefde die pas later in zijn leven ontstond, en alleen maar heviger wordt. Dit boek gaat over vogels, vrouwen en vogelaars, de kunst van het kijken en het ontdekken van het leven. Het bevat ook een korte cursus vogels kijken, onder het motto: wie van vogels kan houden, wordt een rijker mens.