Tijdens de Koude Oorlog was de Nederlandse communistische partij een echte familieaangelegenheid en had, naar Sovjet-voorbeeld, een recept voor alle aspecten van het bestaan. Historicus Elke Weesjes interviewde jarenlang mannen en vrouwen die in naoorlogs Nederland opgroeiden in communistische gezinnen: mensen wier leven werd gevormd door de communistische levensbeschouwing en de discriminatie die communisten ten deel viel. Weesjes kijkt met empathie naar hun positie op school, in de wijk en in heel het land, en heeft ook oog voor onderwerpen als opvoeding, seksuele voorlichting en de positie van de vrouw. Want hoe `anders' de communisten toen ook waren, in sommige opzichten liepen zij voor. Links zijn werd op den duur zelfs `hip', terwijl er van het communisme zelf steeds minder overbleef. En de kinderen? Die brachten het idealisme van hun ouders vaak op een heel eigen manier in de praktijk.
'Een prachtig boek over een zeer bijzonder mens.' Sigrid Kaag
Els Borst - geboren Eilers - (1932-2014) was van 1994 tot 2002 namens D66 minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in de paarse kabinetten-Kok. Zij stond aan de basis van ons huidige zorgstelsel en was voor veel Nederlanders een van de betrouwbaarste en geliefdste politici van die tijd.
Toen Borst op tweeënzestigjarige leeftijd minister werd, had zij een lange carrière in de gezondheidszorg achter de rug. Opgeleid als arts was zij onder meer medisch directeur van het Academisch Ziekenhuis Utrecht, vicevoorzitter van de Gezondheidsraad en bijzonder hoogleraar evaluatieonderzoek van het klinisch handelen aan de Universiteit van Amsterdam. Als minister voerde zij de wettelijke regeling voor euthanasie en hulp bij zelfdoding in, de eerste ter wereld. Zij maakte serieus werk van de strijd tegen het roken, voerde een donorregistratie in, gaf patiënten medezeggenschap in de zorg, bereidde de invoering van de basisverzekering voor, en dit is nog slechts een selectie.
Els Borst. Medicus in de politiek is een pakkende biografie over een vrouw die als moeder van drie jonge kinderen stap voor stap een indrukwekkende loopbaan wist op te bouwen. Nele Beyens mocht daarbij gebruikmaken van de persoonlijke archieven van Els Borst en van haar familie. Deze biografie bood haar daarnaast de gelegenheid de fascinerende geschiedenis van vijftig jaar Nederlandse gezondheidszorg bloot te leggen.
'Geslaagd, lezenswaardig, leerzaam' NRC Handelsblad
'Een schitterend portret van een fascinerende vrouw.' Nederlands Dagblad
'Absoluut een must als je geïnteresseerd bent in de ontwikkeling van de gezondheidszorg.' Joost Zaat, huisarts-columnist de Volkskrant
'Heerlijk boek om te lezen! Enorm veel geleerd ook van de gezondheidszorg aan de hand van het leven van Els Borst.' Sohpie Hilbrand, Khalid & Sophie
'Minutieus beschrijft Nele Beyens werkwijze, idealen en daden van Els Borst.' **** EW Elsevier Weekblad
Ian Buruma's nieuwste boek: `Het Churchillcomplex'. In 1945 werd West-Europa bevrijd door de Engelsen en de Noord-Amerikanen. Het VK en de VS waren toonbeelden van vrijheid, openheid en democratie. Na brexit en de verkiezing van Donald Trump is weinig meer over van dat beeld. Hoe is het zover gekomen? Waarom worden beide landen nu bestuurd door leiders die alles waar Churchill en Roosevelt voor hebben gestreden met voeten treden? Vanuit de onverwachte wending die de politiek van
beide landen genomen heeft, vraagt Ian Buruma zich af of dit iets te maken heeft met de glorie van weleer. Hij gaat de relatie tussen de beide landen na, maar vooral ook de persoonlijke verhouding tussen de Britse premiers en de Amerikaanse presidenten, te beginnen bij Churchill en Roosevelt. Maar ook tussen Kennedy en Macmillan, Reagan en Thatcher, Bush en Blair, en tenslotte Johnson en Trump. Dit resulteert in een serie prikkelende karakterschetsen en veelzeggende anekdotes. Buruma tekent een fascinerend beeld van de Anglo-Amerikaanse wereld in verval, en hoe een roemrijk verleden kan leiden tot de problemen van vandaag.
In hoeverre is de warmte van de tropenzon waarin je bent opgegroeid en die je in je draagt van invloed op een leven overzee?
Met de zon in de rug bevat de verhalen van mensen die vanuit de Cariben een bestaan opbouwen in de Nederlandse maatschappij of op een andere manier nauw betrokken zijn bij de Antillen. Voor de een betekent de tropische basis een steun in de rug om talenten vorm te geven. De ander komt door diezelfde zon in zijn eigen schaduw te staan.
Maar de reportages samen vertellen ook het verhaal van de verstrengeling van twee samenlevingen die elkaar blijvend wederzijds beinvloeden. Dit uit zich in een professionele samenwerking waar het gaat om zorg, detentie en sociaal maatschappelijke problematiek, maar ook in een waardevolle diversiteit op het gebied van kunst en cultuur, taal, wetenschap en ondernemerschap. een onafscheidelijkheid, gevormd door de tijd en strijd van tweehonderd jaar koninkrijk, die niet meer is weg te denken uit de Nederlandse samenleving.
Het voorwoord van Met de zon in de rug is geschreven door niemand minder dan Eberhard van der Laan, burgemeester van Amsterdam. Er is ook een interview met hem opgenomen in het boek.
Het eerste exemplaar van het boek werd in ontvangst genomen door Ronald Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken.
De voorbije eeuwen bleef het vaak opmerkelijk stil rond zogenaamde 'sodomieten', 'buggers', 'geelgieters' en 'vuile vrouwen'. Niettemin tonen talloze bestofte gerechtelijke dossiers aan dat 'de liefde die haar eigen naam niet noemen durfde' ook bij ons allesbehalve zeldzaam was. Dit boek gebruikt deze fascinerende procesdossiers als leidraad om een verborgen geschiedenis bloot te leggen: als gidsen doorheen een vergeten wereld van badhuizen, urinoirs, achterkamers en homobars, en als de rijke getuigenissen van vurige verlangens die de samenleving lange tijd begreep als zondig of ziek.
Verzwegen verlangen reconstrueert de leefwereld van 'potten' en 'pederasten' in België, van de middeleeuwen tot vandaag, en bespreekt de veranderende mentaliteit rond een thema dat slechts met mondjesmaat publiekelijk bespreekbaar werd.
The attraction and repulsion between the Roman Catholic Church and modernity in Europe between 1750 and 2000.
Emiel Lamberts (1941), professor emeritus of contemporary history at KU Leuven, is an international expert in the political and religious history of Europe in the 19th and 20th centuries.
His work and the central themes in his research are the starting point in World Views and Worldly Wisdom. No less than eighteen leading international researchers put different aspects of his work in the spotlight. A recurring theme, however, is the attraction and repulsion between the Roman Catholic Church and modernity in Europe between 1750 and 2000.
The ambivalent relationship with modernity is therefore the leitmotiv of the first part of this volume, whereas the second part focuses on the repositioning of the Church and the tensions between religion, ideology and politics. In this way the volume reflects Lamberts's fascination for the history of political institutions as well as his research on Christian democracy. The contributions address - in a comparative way and from a transatlantic viewpoint - this broad period of time in history, which gave rise to different social movements and different models of society in Belgium and elsewhere.
Contributors:
Winfried Becker (Universität Passau), Bruno Béthouart (Université du Littoral Côte d'Opale), Hans Blom (Universiteit van Amsterdam), Alfredo Canavero (Università degli Studi di Milano), Philippe Chenaux (Pontificia Università Lateranense, Roma), Andrea Ciampani (LUMSA, Roma), Jo Deferme (KU Leuven), Jan De Maeyer (KADOC KU Leuven), Henk De Smaele (Universiteit Antwerpen), Carine Dujardin (KADOC KU Leuven), Jean-Dominique Durand (Université Lyon 3), Michael Gehler (Jean Monnet Chair, Universität Hildesheim - Institut für Neuzeit- und Zeitgeschichtsforschung, Wien), Susana Monreal (Universidad Católica del Uruguay), Patrick Pasture (KU Leuven), Patrick M.W. Taveirne (The Chinese University of Hong Kong), Peter Van Kemseke (Europese Commissie, KU Leuven), Vincent Viaene (Attaché bij het Huis van Koning Filip), Els Witte (Vrije Universiteit Brussel)
A panoramic picture of international politics and the formation of the modern State. The opposition to the omnipotence of the State - as symbolised by Thomas Hobbes' Leviathan (1651) - had a significant impact on the political organisation of European society. A liberal strategy intended to provide a protective legal status for individual citizens, whereas a social strategy aimed to strengthen the social fabric to counterbalance the power of the State. Gradually both strategies became interwoven. The Struggle with Leviathan pays special attention to the social strategy, developed by conservative and ecclesiastical circles against the omnipotence of the State, and is structured around the fascinating biography of the Austrian diplomat Gustav von Blome, a grandson of Metternich and an important opponent of Bismarck. He proved to be a transitional figure between aristocratic conservatism and Christian democracy, which had a great influence on European integration after 1945. Besides Blome, several other dramatis personae - statesmen, prelates, political and social activists - are featured. As a result the book reads like a compelling narrative. At the same time, it offers a broadly sketched historical fresco of international politics and the gradual formation of the modern State. The original Dutch edition of this book, Het gevecht met Leviathan, has been highly praised in the Dutch and Flemish press, and was awarded the biennial international Arenberg Prize for European History and Culture.
Nederland wordt vaak als een calvinistisch land bestempeld. Protestanten eisten er vanaf de zestiende eeuw een dominante positie op, terwijl ze in werkelijkheid slechts zo nu en dan in de meerderheid waren. Peter van Dam analyseert aan de hand van hun claim de geschiedenis van religie in Nederland. Hij stuit op grote religieuze verscheidenheid, waar mensen door de eeuwen heen heel verschillend mee omgingen. Een calvinistisch land? Van Dam houdt vertrouwde ideeën kritisch tegen het licht en presenteert zo een vernieuwende kijk op het historische en actuele belang van religie in Nederland.
Het bijzondere verhaal van de vier campussen van UZ Leuven
De Leuvense academische ziekenhuizen zijn uitgegroeid tot een symbool van medische spitstechnologie en topgeneeskunde. Dit boek schetst hun geschiedenis en belicht de ontwikkeling van vier campussen: Salve Mater in Lovenjoel, Sint-Barbara in Pellenberg, Sint-Rafaël en Sint-Pieters in het Leuvense stadscentrum, en Gasthuisberg net buiten de stad. Het volgt de evolutie van de Leuvense ziekenzorg van de bestuurskamers tot het ziekbed, vanaf de Eerste Wereldoorlog tot heden. Die evolutie werd gekenmerkt door een buitengewone groei, waarachter een complex spel schuilging van kennisproductie, staatsvorming, ideologie en taalstrijd. De uitbouw van de Belgische welvaartstaat, de strijd om Leuven-Vlaams, de toename van medische specialisatie en de secularisering van de samenleving: het waren processen die om een voortdurende modernisering van het ziekenhuis vroegen. Artsen, verpleegkundigen én patiënten worstelden met die veranderende structuren. Dit boek brengt hun verhalen.
Op 9 mei 1945 ging het Duizendjarige Rijk voorgoed ten onder. Europa werd wakker op een puinhoop van menselijke ellende. Zes miljoen Europese Joden waren in die moordende Nazi-rassenwaanzin gevallen. Ook Antwerpen, centrum van de diamantindustrie, was na WOII Judenrein. Maar het 'Jeruzalem aan de Schelde' herleefde. De overlevenden van het Inferno in Oost-Europa vonden er een nieuwe thuis, ondanks de overlevingsschaamte die hen tot in hun diepste trauma's vervolgde. Voor diegenen die in de afgrond van het alles vernietigende vuur hadden gekeken, werd Knokke hun eerste naoorlogse vakantieoord, een klankbord voor emotionele herinneringen. Daarvoor zorgde Monsieur Motke Weinberger, een Joodse patissier, die actief was in het verzet en talloze levens redde. Hij bouwde na WOII in Knokke het Grand Hôtel uit tot een ontmoetingsplaats voor de Antwerpse Joden. Rosine De Dijn gaat de confrontatie aan met het milieu waarin zij opgroeide, naoorlogse generaties gevangen in een zeepbel van misvatting en ontkenning. Ze gaat op zoek naar de achtergrond en het verhaal van het gebeuren en de sporen van het onvermogen.
Op 30 juni 1960 werd de Belgische kolonie Congo onafhankelijk verklaard. Koning Boudewijn schetste in een erg paternalistische redevoering een rooskleurig beeld van de kolonisatie. Tegen het protocol in kwam de verkozen Congolese premier Lumumba met een onverwachte speech: hij richtte zich niet tot de meesters van weleer, maar tot 'de Congolese mannen en vrouwen, strijders voor de onafhankelijkheid die vandaag hun overwinning vieren'. Op 17 januari 1961 werd Lumumba vermoord in Katanga, de rijke koperprovincie die ondertussen met Belgische hulp, van Congo was afgescheurd. In dit boek wordt aan het licht gebracht wie Patrice Lumumba heeft vermoord, waarom en hoe dit is gebeurd. Dit verhaal van een aangekondigde moord werd geschreven in Brussel, waar men van oordeel was, dat de liquidatie van Lumumba onontbeerlijk was, om de belangen van de trusts die de kolonie als hun wingewest ontgonnen, voor de toekomst veilig te stellen. In 2010 dienden de nabestaanden van Patrice Lumumba bij het Brussels gerecht een klacht in tegen een tiental Belgen voor hun betrokkenheid bij de moord. De klacht is ontvankelijk verklaard, en een onderzoek is opgestart. Begin 2016 dook bijkomende bewijsmateriaal op, toen bij een huiszoeking in de nalatenschap van een Belgisch politiecommissaris, resten van de vermoorde premier werden gevonden. Tien jaar na de indiening van de klacht wachten we nog altijd op de resultaten van het onderzoek. Waarom ? Is het de bedoeling om het onderzoek te rekken tot alle aangeklaagde personen zijn overleden, en de klacht zonder voorwerp wordt?
Op 9 augustus 2020 wordt Alexander Loekasjenko voor de 6de keer tot president van Wit-Rusland 'verkozen'. De stembusgang is opnieuw op groteske wijze vervalst, het startsein voor een regelrechte opstand tegen de dictator. Dit is het ware verhaal over de kiesfraude, de zachte revolutie, de repressie, folteringen en onopgeloste moorden in Europa's laatste dictatuur. Het is een relaas met als protagonisten een wereldvreemde tiran, een nieuwe generatie Wit-Russen, Ruslands nieuwe tsaar, bloeddorstige OMON-agenten en schietgrage tikhari. Op de achtergrond speelt een nucleair drama, een failed Soviet state, een koude oorlog 2.0, een Holocaust door kogels, een oude Pools-Litouwse liefde, en een ontluikend nationaal sentiment.
Van Canzonissima tot Eurosong vertelt een onuitgegeven, nog nooit verschenen verhaal. Terwijl de interesse voor de preselecties bij het publiek vaak juist groter is/was dan voor het songfestival zelf. De afstand tot wat er in die preselectie gebeurt is kleiner. Daar gaat het om mensen van bij ons, vaak om vedetten die we allemaal kennen. Soms duurde zo'n preselectie maar één tv-uitzending lang, maar geregeld ook weken en zelfs maanden. In Canzonissima zong Ann Christy voor het eerst haar klassieker 'Dag vreemde man' en gaf de jury een lied eerst 500 en dan nul punten. In Eurosong liep het Amerikaans Theater ooit leeg tijdens de uitzending, terwijl fans van verliezende artiesten luid protesteerden ... 'Rendez-vous' daarvoor in het verhaal over 1983.
De koers van de wereldpolitiek wordt bepaald door de wisselwerking tussen de grootmachten: de VS als de gevestigde macht, Rusland als de afnemende macht, China als de opkomende macht en de EU, als de twijfelende macht: de macht die niet weet of ze een macht wil zijn. Dit boek brengt een genuanceerde analyse van de competitie en samenwerking tussen de grootmachten aan de hand van 10 kernwoorden geïllustreerd met historische en hyper-actuele voorbeelden: eenvoud: een strategie die te moeilijk is om uit te leggen, geraakt nooit uitgevoerd competitie: ook de tegenstrever heeft een strategie rationaliteit: strategie is een rationeel proces, maar ideologie, en emotie zijn niet uit te schakelen selectiviteit: bondgenoten heb je nodig, maar je kiest ze niet altijd zelf macht: er is geen slimme, harde of zachte macht - er is enkel macht creativiteit: politiek is wetenschap, maar ook kunst alertheid: beslissingen nemen, handelen, herdenken en nieuwe beslissingen nemen moed: geweld in al zijn vormen beperken tenzij in uiterste nood immoraliteit: geen enkele strategie kan zonder handen normering: kunnen de grootmachten nog een gedeelde agenda voor de wereld onderschrijven?
Johan Anthierens (1937-2000) is een journalistiek en literair fenomeen met een lange, gevarieerde en indrukwekkende staat van dienst. NIEMANDS MEESTER, NIEMANDS KNECHT is een bloemlezing uit zijn indrukwekkende maar hopeloos verspreide tekstuele nalatenschap. Uit de verschillende honderden artikels, reportages, interviews, columns en kronieken die Johan Anthierens van 1959 tot 1999 voor tientallen Vlaamse en Nederlandse dag-, week- en maandbladen schreef, maakte Brigitte Raskin, in samenspraak met Karel Anthierens, een selectie van de beste en belangrijkste teksten, ongepubliceerde brieven en schetsen. Met dit groots opgezette project willen de samenstellers van NIEMANDS MEESTER, NIEMANDS KNECHT, het monument oprichten dat Johan Anthierens verdient. LEVE MIJ, het autobiografische deel van dit werk, brengt zijn levensverhaal, en is ook een schitterende doorsnede van de Vlaamse pers. Dit boek laat de lezer kennismaken met de uitzonderlijke schrijver die Anthierens was, bij momenten groots of grappig, scherp of schichtig, maar altijd literair, origineel, onafhankelijk en eerlijk.
"Het vertrouwen in de overheid wordt in belangrijke mate bepaald door de wijze waarop ze met belastingen omgaat. Respect voor beginselen zoals gelijkheid en evenredigheid is daarbij essentieel.""
Michel Maus, hoogleraar fiscaal recht VUBrussel --- Economische en sociale ongelijkheid leidt onvermijdelijk tot politieke ongelijkheid, waarbij een elite de wetten kan doordrukken die haar het beste uitkomen. --- Belastingontwijking, laat staan -ontduiking is eigenlijk maatschappelijke diefstal. --- Er schuilt iets onlogisch en zelfs hypocriet in de liefdadigheid van de superrijken. Want uiteindelijk financieren ze die liefdadigheid met geld waarop ze niet of nauwelijks belastingen betalen. --- Dankzij het bankgeheim is een monumentale diefstal van inkomen mogelijk. --- Een vermogenskadaster is niet alleen technisch haalbaar, het zou zelfs op enkele maanden een feit kunnen zijn. Alleen de politieke wil ontbreekt. --- Het is totaal abject dat ons huidig belastingbeleid grote multinationals van belastingen vrijstelt, waardoor miljarden voor de samenleving verdwijnen, die vervolgens via bezuinigingen in de gezondheidszorg, de uitkeringen, de cultuur en het onderwijs moeten worden gerecupereerd. De bekendste topeconomen pleiten ervoor om de rijken opnieuw te gaan belasten op basis van hogere tarieven voor de hoogste schijven, zoals in de gouden jaren '50-'60 van de vorige eeuw toegepast, zonder de economische hoogconjunctuur in gevaar te brengen.
Sinds 1980 is Vlaanderen bevoegd voor zijn ruimtelijke ordening. Het had het begin van een doortastend beleid kunnen zijn, naar het adagio van de eerste Vlaamse minister-president Gaston Geens: 'We zullen moeten bewijzen dat wat wij zelf doen, beter is.' Van dat voornemen is niets terecht gekomen. Het Vlaamse ruimtelijk beleid is al decennialang een draak. Het autonome Vlaanderen bakte er niks van. Erger nog, het gebeurde met voorbedachten rade: het was een bewuste politieke keuze van de opeenvolgende regeringen om de jongste twintig jaar vooral géén planmatig ruimtelijk beleid meer te voeren. Het vierluik van de ruimtelijke ordening (plannen-vergunnen-handhaven-grondbeleid) werd tot vergunnen gereduceerd: zo veel mogelijk, met regels die afwijkingen mogelijk maakten en daarbovenop nog eens uitzonderingsregels. Ruimtelijke planning werd op Vlaams niveau doorgeschoven naar de gemeenten die er ook geen prioritair belang aan hechten. Alles kan nog steeds, overal. De hoogste tijd dus voor een maatschappelijk debat waar de 'werkelijke' waarde van open ruimte in kaart wordt gebracht met aandacht voor ecologie, gezondheid en respect.
Een indringende kijk op de oorsprong van radicale ideeën – en hoe moderne technologie die dwarszit
'Vakkundig beargumenteerd en levendig opgeschreven.' Simon Schama, in The New York Times
Wanneer we het hebben over revoluties, denken we algauw aan chaotische protesten waarbij demonstranten met veel lawaai de straat op gaan om te strijden voor hun overtuigingen. Toch worden de ideeën die aan deze revoluties ten grondslag liggen al van oudsher in stilte achter gesloten deuren gevormd. Van dekolonisatie tot feminisme – de meest wereldveranderende bewegingen werden door een kleine voorhoede in gang gezet en daarna pas op grote schaal verspreid.
Maar met de opkomst van Facebook en Twitter heeft de hele wereld plotseling toegang tot deze voorheen zo gesloten netwerken. Grote bewegingen als de Arabische Lente, Occupy Wall Street en Black Lives Matter werden al beïnvloed door de sociale media. In De stilte voor de storm werpt Gal Beckerman zijn licht op de kansen en gebreken van dit nieuwe digitale ecosysteem. Hij neemt ons mee langs de totstandkoming en uitvoering van radicale ideeën, van de heimelijke inspanningen van zeventiende-eeuwse wetenschappers tot het georganiseerde sociale media-activisme van vandaag de dag. Grote politieke en maatschappelijke veranderingen, zo toont Beckerman aan, vallen of staan met de inspanningen van de vooruitstrevende denkers die achter de schermen het heft in eigen hand nemen.
De pers over De stilte voor de storm:
'Filmisch, breed uitgemeten en ambitieus. […] Beckerman neemt ons mee op een magische, historische reis.' The New Yorker
'De stilte voor de storm is een bijzonder en heerlijk boek dat de intellectuele impulsen achter een reeks culturele veranderingen en politieke opstanden verkent. […] Beckermans historische en diepgaande casestudy’s maken dit een uitzonderlijk en lezenswaardig boek.' The Washington Post
'Een meeslepende studie.' The Economist
'Het komt zelden voor dat een boek je een nieuwe kijk geeft op maatschappelijke verandering. Dit boek doet dat wél.' Walter Isaacson, auteur van o.a. Leonardo da Vinci en Steve Jobs
'De stilte voor de storm is een fascinerende verkenning van hoe wereldveranderende ideeën worden gevormd en verspreid.' Steven Pinker, auteur van o.a. Rationaliteit
'Creativiteit zal niet voortkomen uit een nog grotere razernij, maar uit reflectie over waar we zijn en hoe we er zijn gekomen. Gal Beckerman wijst ons de weg.' Timothy Snyder, auteur van o.a. Over tirannie
Heeft het feminisme zijn doelstellingen bereikt? Zo ja, dan zou de gelijkheid tussen man en vrouw een feit zijn. Het recht van elk persoon om zich volledig te kunnen ontplooien zou dan worden gegarandeerd dankzij een volgehouden principe van gelijke behandeling, stevig ingebed in een goede wetgeving en een rechtvaardig beleid. Maar anno 2018 moet er opnieuw actie worden gevoerd op Equal Pay Day, moeten vrouwen de straat op in protest omdat hun carrières minder waard blijken dan die van mannen, en liggen in sommige Europese landen wetsvoorstellen op tafel die het recht inzake abortus terugschroeven. Het feminisme is dus allesbehalve dood.
De voorbije 100-150 jaar brachten heel wat positieve evoluties op het sociale en politieke toneel, maar die veranderingen werden maar mogelijk dankzij de onvermoeibare inzet van geëngageerde mensen en bewegingen. Monika Triest heeft in hun midden gestaan. Zij was er bij toen de tweede feministische golf zich naar haar hoogtepunt werkte en ondervond zelf dat de weerstand tegen de gelijkheid van vrouwen en mannen groot bleef. Voor WAT ZOUDT GIJ ZONDER 'T VROUWVOLK ZIJN? putte Monika uit haar jaren lange ervaring als schrijfster, onderzoekster en activiste. Het resultaat werd dit overzicht van een aantal kernfiguren en belangrijke kantelmomenten in de bewogen geschiedenis van het Belgische feminisme.
De jaren 1960 waren op veel gebieden een keerpunt in de geschiedenis van de twintigste eeuw. Er vond een ware culturele revolutie plaats, met een grote impact op allerlei aspecten van het dagelijkse leven. Ook op religieus vlak veranderde heel wat. De maatschappelijke invloed van de kerk en het christendom op de samenleving verminderde sterk. Toch zagen in die periode vele nieuwe religieuze initiatieven het licht. Eén daarvan was de beweging van 'progressieve' christenen.
Geïnspireerd door het Tweede Vaticaans Concilie, de nieuw linkse maatschappijkritiek van 'mei '68', de bevrijdingstheologie en de basis-gemeenschappen kwamen de 'progressieve' christenen tot een alternatief christendom. Ze pleitten voor een democratische kerkordening en voor een kerk die resoluut de kant van de armen koos. Maatschappelijke kwesties analyseerden ze vanuit een nieuw links gedachtegoed.
Op spiritueel vlak beklemtoonden ze een 'wereldgerichte' religieuze beleving. Engagement in de wereld en dagelijkse levenservaringen moesten een centrale plaats krijgen.
In dit boek spit de auteur tientallen groepen en groepjes van 'progressieve' christenen uit Vlaanderen naar boven. Hij bestudeert ze tegen de achtergrond van de evoluties in kerk en samenleving in de periode 1958-1990.
Developments in church-state relationships in north-western Europe between 1780 and 1920 had a substantial impact on reformist ideas, projects and movements within the churches. Conversely, the dynamics of ecclesiastical reform prompted the state itself to react in various ways, through direct intervention or by adapting its policies and/or promulgating laws.
To which extent did church and state mutually influence each other in matters concerning ecclesiastical reform? How and why did they do so? These are the central questions posed in The Churches, the second volume in the series 'Dynamics of Religious Reform'. The volume concentrates on the reforms generated by the churches themselves and on their response to the political and legal reforms initiated by the state. It shows how processes of church reform evolved differently in different countries.
The position and role of organised religion in the modern state is a matter of continual debate. This volume offers historical insight into the enduring but sometimes uneasy relationship between church and secular authority.
The compelling story of Hungarian children living with Belgian families during the interwar period.
Children who migrated without their families were noteworthy participants of interwar European migration history. Milk Sauce and Paprika tells the story of Hungarian children who were sent to Belgium in the framework of a humanitarian project between 1923 and 1927.
Based on a wide variety of sources such as official documents, contemporary newspapers, photographs, family correspondences, biographies and interviews, this book examines the history of the Belgian-Hungarian child relief project and describes its social and cultural impacts on the families involved in both countries.
This compelling story of one of the first mass European child migration movements offers new insights in the dynamics of national and religious communities. Furthermore, it sheds light on intimate family life and contemporary habits and values regarding parenting and co-parenting in the interwar period. Cutting across national and cultural borders, this monograph connects individual and collective memory with the experiences of childhood and migration.
In de negentiende eeuw bloeide de haven van Antwerpen en dat leidde tot een groeiende aantrekkingskracht op zowel internationale immigranten alsook werkmigranten uit andere hoeken van het land. In dit boek wordt onderzocht hoe de stad Antwerpen omging met buitenlandse nieuwkomers in een periode waarin niet enkel het aantal migratiebewegingen steeg, maar waarin ook de inmenging van de centrale staat alsmaar toenam. Na de onafhankelijkheid van België was de medewerking van de lokale bestuursniveaus aan het vreemdelingenbeleid geen evidentie: de meeste steden in de Zuidelijke Nederlanden hadden van oudsher een sterke traditie van politieke autonomie opgebouwd. Deze studie toont aan hoe de prioriteiten van het stedelijke vreemdelingenbeleid verschilden van die van de nationale staat, en hoe de stad het beleid ten aanzien van buitenlandse nieuwkomers soms bewust selectief toepaste. Het zijn tendens en die ook in de eenentwintigste eeuw nog actueel zijn en die het vreemdelingenbeleid - zowel vroeger als vandaag - vorm geven.
Op het einde van de negentiende eeuw barstte de sociale kwestie in alle hevigheid los. De katholieke regeringen moesten nu wel wetgevende maatregelen nemen. Hoewel de technische inhoud van de wetten genoegzaam bekend is, geldt dat veel minder voor de onderliggende ideeën en argumentaties in de sociaal-politieke debatten. Dit boek behandelt daarom de politieke en wetenschappelijke theorievorming over de sociale wetgeving in België rond 1900. Het wil illustreren dat sociaal beleid veel meer betekende dan een droog technisch antwoord op louter praktische uitdagingen. Ook sociaal-politieke filosofie en politieke cultuur speelden een rol bij het tot stand komen van sociale wetten.
De politieke cultuur van de volle negentiende eeuw had, op sociaal-economisch vlak, gedweept met het principe van de 'vrijheid van arbeid'. Voor de arbeiders op de werkvloer echter - zo luidde althans de kritiek - betekende die vrijheid van arbeid vaak een vergiftigd geschenk, ... geen echte vrijheid, maar veeleer een geketende gevangenschap. Dat kwam door de veeleer atomistische aspiratie van de politiek. Rond 1900 veranderde dat. Voortaan zou het politieke debat worden uitgedaagd door wat de auteur noemt een 'holistische bekoring'.
Het is die verschuiving in de politieke cultuur die het boek nauwgezet bestudeert. Het biedt een schets van een even boeiende als kronkelende weg, de grillige weg die werd afgelegd van een individualistische 'vrijheid van arbeid' naar 'georganiseerde en gesubsidieerde vrijheid'.