Op een dag komt het weer goed, beloven de dieren elkaar. Ze spreken elkaar moed in als het eens even tegenzit, beuren de ander op in tijden van tegenslag. Of ze bieden steun, zoals het vuurvliegje, dat voor licht weet te zorgen in het plotseling donkere bos. De krekel die een somber gevoel in zijn hoofd heeft, de mier die zich dag en nacht afvraagt waar hij toch altijd zo bang voor is, de muis die zich niet durft uit te spreken, iedereen houdt vertrouwen: het komt goed.
In Het komt goed verzamelde Toon Tellegen zijn mooiste dierenverhalen voor iedereen die even een sterke schouder nodig heeft of een steuntje in de rug.
`Als we samen nu eens in een boom klimmen, dacht de egel, toen de olifant voor de zoveelste keer uit de top van een boom was gevallen. Dan sla ik mijn voorpoten om zijn middel. Hij gaat op één been staan en draait om zijn as. Hij maakt een hele pirouette, en misschien nog wel een! Hij zal wankelen. Maar hij valt niet. Ik houd hem vast en laat hem niet los.'
Als we samen mogen dansen, als we samen ergens kunnen gaan eten, als we samen zullen feesten, dan komt alles helemaal goed. Om hoop te houden op betere tijden verzamelde Toon Tellegen in Als we samen zijn mooiste dierenverhalen die geruststellend en verwachtingsvol zijn.
`Ik wou dat ik in mijn hoofd kon kijken, dacht de egel. Wat een rommel moet het daar zijn! Waarom kan ik wel mijn huis opruimen en mijn hoofd niet?'
In De egel, dat ben ik, een boek dat een bijzondere plaats inneemt in het oeuvre van Toon Tellegen, staan de wederwaardigheden, de verlangens en de diepste gedachten vande egel centraal. Of zijn het die van de schrijver zelf?
Illustrator Annemarie van Haeringen tekende de egel in alle mogelijke gemoedstoestanden, van somber tot vrolijk, van verdrietig tot feestelijk hoogmoedig.
In speculatieve fictie is alles mogelijk. Sciencefiction, fantasy en soortgelijke genres hebben de potentie om inclusief te zijn, om allerlei gezichtspunten over het voetlicht te brengen. In Nederland zijn de schrijvers van dit soort werk overwegend wit, en hun thematiek en personages vaak weinig divers. In een poging daar verandering in te brengen vroegen Vamba Sherif en Martijn Lindeboom Nederlandse auteurs met allerlei verschillende culturele achtergronden zich te laten inspireren door het beroemde sciencefictionverhaal `De komeet' uit 1920 van W.E.B. Du Bois, waarin een relatie tussen een zwarte man en een witte vrouw alleen mogelijk is als een ramp hun sociale omgeving uitroeit. In de hedendaagse speculatieve verhalen die voor dit boek geschreven werden, valt naast de nodige fantasie ook enige maatschappijkritiek te bespeuren. Met verhalen van Chris Polanen, Rashid Novaire, Rochita Loenen-Ruiz, Dido Michielsen, Mira Feticu, Roderick Leeuwenhart, Clarice Gargard, Sholeh, Rezazadeh, De Chrononauten, Shantie Singh, Khadija al Mourabit, weegbree, Liang de Beer en Vamba Sherif en Martijn Lindeboom.Het verhaal `De komeet' van W.E.B. Du Bois werd vertaald door Adiëlle Westercappel.
In Schrikkeljaar spelen verhalen over gewiekste scharrelaars en grootmoedige schepsels zich af in een nagenoeg surrealistisch universum waarin mens en dier centraal staan. Hun bestaan lijkt ongrijpbaar en dubbelzinnig, soms absurdistisch, soms heel reëel.
Schoonheid en smeerlapperij, list en bedrog, maar ook liefde en haat gaan hand in hand in de verhalen, die steunen op een zorgvuldig geobserveerde realiteit, persoonlijke belevingen en fantasie. Zo blijken humor, gevatheid en innerlijke kracht niet alleen de drijfveer, maar ook de remedie voor het leven zelf.
Geïnspireerd door grootmeesters als Tsjechov, Leskov, Platonov en Gogol, maar ook Kafka, de gebroeders Grimm en Berger, schrijft Anka Hashin in een volkomen eigenzinnige, dynamische stijl.
Anka Hashin (1980) is het pseudoniem van een kunstenaar, schrijver en dichter. Haar verhalen verschenen in diverse literaire magazines, onder meer in het befaamde Russische literaire maandblad Znamya. Schrikkeljaar is haar debuut.
Vijftien verhalen nemen de lezer mee naar het verdriet bij een doodgeboorte, een ontslag, een scheiding en naar het afscheid van een geliefde, een auto, een moeder, een broer, een hond en een vriend.
'Tussen de regels van de al even troostende als confronterende verhalen schuilt een heel overtuigend pleidooi voor het recht op rouwen.' - Ann Peuteman, journalist bij Knack
'Wie dit leest,
hoort meeuwen rauw schreeuwen,
ziet hoe golven van geluk breken,
ruikt de zilte tranen,
voelt de zeewind waaien vol van herinneringen.
Wie dit leest,
is als lezer een zeiler op deze zee.
Wat een toeval dat de (letters van) zee in elke lezer zit.
Wie dit leest,
kan niet onbewogen blijven en deint mee.'
- Uus Knops, psychiater en psychotherapeut, auteur over rouw en gemis
'Greta Vandeborne laat zien dat het doel van rouwverwerking niet de acceptatie van een verlies is, maar eerder het hervormen van onze liefde. De zee is in haar concreetheid en symboliek de plek waar afwezigheid en aanwezigheid samenvallen. Is dat niet wat rouw betekent: hoe houden we de afwezige geliefde aanwezig in het leven?' - Johan Maes, rouwtherapeut, opleider in rouwtherapie, auteur van diverse boeken over rouw
'Rouwen stopt niet, het stopt nooit wanneer we het dierbaarste verliezen. Maar de rauwe pijn kan stilaan verzachten wanneer dat dierbare langzaam onder het vel kruipt en één wordt met onszelf. De verhalen van Greta Vandeborne zijn de
balsem die dat verzachten kunnen ondersteunen of zelfs bespoedigen.' - Alain Platel, regisseur bij les ballets C de la B, auteur van Requiem pour L.
Greta Vandeborne (1944) is een van de rebellen in de film en het boek Rebels van Ann Peuteman. Als docent Toegepaste
Communicatie en international relations officer was ze verbonden aan de Hogeschool Gent. Later werkte ze als secretaris-generaal voor een internationale organisatie van hogescholen en universiteiten. In 2019 schreef ze Negen jaar met ALS, over de mantelzorg voor haar intussen overleden echtgenoot.
Verhalen van Vlieland
Na de storm, de stilte en de ontmoeting is er meer te ontdekken op dit bijzondere eiland. De aantrekkingskracht van deze unieke plek is niet te negeren. Vlieland biedt de perfecte combinatie van inspiratie en rust om alles aan het papier toe te vertrouwen. Een caleidoscoop aan eilandverhalen gevuld met mystiek, romantiek, drama en intrige.
Een grootse ontdekkingstocht op een eiland in de Waddenzee ...
AUTEURS
Elly Godijn, Joseph Roelands, Inge Reijnen, Guido Mortelmans, Peter Hilgen, Ilona Poot, Laura van Hofwegen, Babette van den Heuvel, Pauline Jansen, Nel Goudriaan, Frans van der Eem
Hoe lang is een kort verhaal? En wat gebeurt er als je 'slechts' 55 woorden tot je beschikking hebt?
In de Week van het Korte Verhaal 2023 gingen opnieuw honderden auteurs deze uitdaging aan. De jury, bestaande uit Rob Sanders, Marian Bouwhuis en Wouter Grootenboer, selecteerde de 55 beste inzendingen voor deze achtste editie. Die zich overigens het beste laat (voor)lezen bij de bushalte, in de rij voor de kassa of tijdens een saaie vergadering. Veel leesplezier!
Na het grote succes van de cadeauboekjes Wij alleen, Ik zal altijd en Het liefst van al verzamelt Toon Tellegen nu zijn bijzonderste dierenverhalen voor iedereen die een ander bewondert, of zich juist zelf uitverkoren voelt en uniek is. `Ik wil voortaan alleen nog met jou dansen,' zegt de neushoorn tegen het everzwijn. `Jij bent de enige in de hele wereld die voor mij bestaat.'
Iedereen kent wel iemand die speciaal is. Iemand die ergens de beste in is, die boven alle anderen uitsteekt. Er is er maar één die de liefste is, er is er maar één die mij het beste begrijpt, er is er maar één die ik wil bedanken...
Er is er maar één zoals jij.
Recent hersenonderzoek toont aan: wie een boek leest voor het slapengaan, ontspant zich op een goede manier en dat bevordert een gezonde nachtrust. En slaap is van groot belang, volgens de Nederlandse Hersenstichting: `Het houdt je hersenen gezond en zorgt voor herstel van het lichaam. Op korte termijn zorgt goed slapen voor een beter geheugen en meer concentratie. Op lange termijn kan goed slapen het risico op hersenaandoeningen zoals depressie, beroerte en dementie verkleinen.'
In Verhalen voor het slapengaan staan de mooiste verhalen uit de Nederlandstalige literatuur over slapen en dromen, gerangschikt naar de leestijd. Voor wie alleen maar even heel kort wil lezen of juist langer meegesleept wil worden. Vergeet de tijd, geniet van de verhalen en slaap lekker!
In het hart van het land bevindt zich die vibrerende stad met haar fraaie grachten en eeuwenoude straatjes, overbevolkt door studenten voor wie de kroegen tot diep in de nacht geopend blijven. De stad met die glorieuze Domtoren alsook het omstreden Hoog Catharijne. Talloze literaire schrijvers woonden of wonen in de Domstad. Zo ook Ronald Giphart, die vanuit Soest naar Utrecht verhuisde om er te studeren en er sindsdien is blijven wonen. Voor deze bundel verzamelde hij de mooiste verhalen en gedichten van auteurs die aangeraakt werden door de Domstad. Stad van zachte idioten bevat bijdragen over Utrecht van Martin Bril, Bert Natter, Manon Uphoff, Vincent Bijlo, Tommy Wieringa, C.C.S. Crone, Herman van Veen, Arthur Japin, Claudia de Breij, Ingmar Heytze, Japke-d. Bouma, Peter Buwalda en vele anderen.
In `Anangsieh tories' geeft Anton de Kom zijn eigen draai aan de sprookjesachtige verhalen over de slimme, gewiekste spin. De Kom, schrijver van het beroemde boek `Wij slaven van Suriname', werd in 1933 uit zijn vaderland Suriname verbannen. In Nederland vertelde hij deze Anangsieh tories aan zijn kinderen. De verhalen betoveren de lezer door hun vitaliteit, knisperende frisheid en rijke verbeeldingskracht. In de prachtige, talige beschrijvingen van de Surinaamse cultuur en natuur is De Koms verlangen naar en zijn liefde voor zijn vaderland voelbaar.
De verhalen in Het water vangen zijn speels en zwierig, licht en zwaar, en de personages passen altijd net niet in de wereld die ze bewonen. Een jonge vrouw is ervan overtuigd dat ze zwanger is van een dolfijn, Adorabelle hoort de tweede oerknal, die in haar oor verder echoot, een meisje vermoordt per ongeluk haar kip en de jonge asielzoeker met buigzame hoop is nergens veilig.
Het water vangen is een troostrijk debuut over de hunkering naar verbinding, over pijn die je het liefst met nog meer pijn bestrijdt en over water natuurlijk.
De wereld van Wim Hofman is een wereld vol verwondering, speels bekeken en met humor beschreven. Niets ontsnapt aan zijn aandacht - of dat nu het kleinste diertje op het strand of de vogel hoog in de lucht betreft, het kind dat die vogel tekent of de mens die de vissen eet. Hij sleept ons mee in wetenswaardigheden, zoals het duizelingwekkende aantal vleugelslagen dat een vlieg per seconde maakt, en in zijn onbegrensde verbeelding. Niet zelden blijkt een vermeend waar verhaal geheel verzonnen, en omgekeerd; het is een verraderlijk spel dat Hofman speelt.
Het sublieme openingsverhaal `Natuurhistorisch Museum of De stagiaire' wordt gevolgd door een collectie observaties aan de kust, herinneringen aan zijn jeugd in Zeeland en verhalen die aanstekelijk absurd zijn - met magnifieke illustraties van hemzelf.
Alle vaders zien af, maar sommige vaders net iets meer dan andere. Ze schieten tekort, missen hun kinderen of hinken hun eigen vaders achterna. In Vaders die rouwen krijgen de personages te maken met ziekte, stalking, foltering en klein, alledaags verdriet. Terwijl de vaders zich in bochten wringen, worden ze geobserveerd door hun dochters, partners, reisgezellen en honden. Hannibal belandt steeds opnieuw in precaire situaties. Meneer Huh, een van de meest tragische figuren, ziet overal paarden: in zijn dromen en in zijn kinderen.
Wraak krijgt gekke staartjes, wereldnieuws sijpelt binnen. Liefde en mededogen winnen langzaam maar zeker terrein.
Manon Duintjer - Wat ik van mijn moeder leerde
In Wat ik van mijn moeder leerde delen bekende dochters en zonen, jong en oud, uit onder meer de literatuur, kunst, media, politiek, wetenschap en sport de belangrijkste les die zij van hun moeder hebben geleerd.
Boris Dittrich leerde zich open te stellen en de waarde van iedereen als individu te zien, Ranomi Kromowidjojo knoopte de woorden `nooit opgeven, tenzij het echt niet gaat' in haar oren en Jet van Nieuwkerk begrijpt eindelijk wat Bert en Ernie met `maak er wat van' bedoelen.
Levenslessen, praktische lessen, waarschuwende lessen, gemiste lessen, filosofische lessen: ze komen allemaal aan bod in de persoonlijke herinneringen en anekdotes van de verschillende auteurs. Zo roept Wat ik van mijn moeder leerde nu eens herkenning op, is dan weer inspirerend en vaak ontroerend.
Een perfect cadeauboek voor alle moeders tijdens de Boekenweek 2019.
Precies vijfentwintig jaar geleden debuteerde Manon Uphoff met de verhalenbundel Begeerte. Met een daverende klap kwam ze de Nederlandse letteren binnen. De bundel werd voor maar liefst drie prijzen genomineerd: de AKO Literatuurprijs, de Anton Wachterprijs en de ECI-prijs; het titelverhaal werd bekroond met de Rabobank Lenteprijs voor literatuur.
De verhalen zijn als geheime kamers, waar je door het sleutelgat kijkt en ziet wat niet voor je ogen bestemd is. Begeerte als verlangen, maar ook als passie, agressie, gedrevenheid en wil. Alle personages worden beheerst door de lust en pijn van hun begeerte.
Speciaal voor deze uitgave schreef Manon Uphoff een nawoord, waarin ze laat zien hoe elk verhaal een kiem is waaruit haar latere boeken zijn voortgekomen.
Tien jaar geleden begon Reinjan Mulder samen met Daniël van der Meer en Daan Heerma van Voss uitgeverij Babel & Voss, een nieuwe, frisse onderneming die 'alles anders zou doen'. Niet veel later voegde Daans broer Thomas zich bij hen, als onbezoldigd redacteur Nederlandse fictie.
In Onzichtbare boeken beschrijft Thomas Heerma van Voss de opkomst en de eerste serieuze tegenslagen van de uitgeverij. In Verdwenen boeken staat hij stil bij het
onvermoeibare enthousiasme van uitgever Reinjan Mulder en het desondanks onvermijdelijke einde van Babel & Voss. Terwijl Heerma van Voss naar het Engelse badplaatsje Dovercourt reist, waar hij in zijn jeugd met het gezin van Reinjan Mulder kwam, denkt hij terug aan vroeger, aan alle plannen die er waren, aan het uitgeverijtje dat hem zijn eerste baantje bezorgde. In zijn eentje verkent Heerma van Voss het Britse kustplaatsje en neemt hij - nu voorgoed - afscheid.
Onzichtbare boeken en Verdwenen boeken, ooit afzonderlijk bij uitgeverij Babel & Voss verschenen, zijn in deze uitgave voor het eerst gebroederlijk gebundeld.
'Het enige dat nog mis kan gaan is dat geen hond dit boekje leest, bijvoorbeeld omdat geen boekwinkel het heeft ingekocht.'**** Thomas de Veen, NRC Handelsblad
'Een tragikomisch portret. Een ongelooflijk leuk en licht boosaardig boek.' - Jeroen Vullings, Radio 1
'Een feest om te lezen!' - Onno Blom, TROS Nieuwsshow
'De naakte feiten, door Thomas Heerma van Voss met een zeer fijn pennetje weergegeven. Een potentiële bestseller.' - Marja Pruis, De Groene Amsterdammer
'Je waant je in een roman van Willem Elsschot - een heel fijn boekje.' - Trouw
'Dit boek verdient het om een onverbiddelijke bestseller te worden.' - Oscar van Gelderen, Uitgever van Lebowski Publishers
'Een piekfijn dunnetje. Grappig, ontwapenend, ontroerend.' - Tirade
'Een mooie ode aan verlies, eindigheid en het gekrabbel van de mens.' - Auke Hulst
Konstantin Paustovski is als verhalenschrijver een meester in de traditie van de grote Russische klassieken als Tsjechov, Boenin en Toergenjev. De verhalen in 'De muziek van de herfst' vinden hun oorsprong in Paustovski's talloze omzwervingen en ontmoetingen met zeer uiteenlopend en boeiend volk. Het liefst schrijft hij over de eenvoudige en onbekende mensen die hij tegenkomt: ambachtslieden, herders, veerlui, boswachters, en over zijn grootste vrienden: de dorpskinderen. Altijd is zijn proza romantisch gestemd.
De lezer volgt Paustovski door de diverse en weidse Russische landschappen, waartegen in steeds andere tinten en tonen de weemoed, de poëzie, de meeslependheid van het leven wordt beschreven.
Paustovski lezen is Rusland leren kennen, maar in de prachtige vertaling van Wim Hartog is het evengoed een onderdompeling in de schoonheid van de Nederlandse taal.
'De muziek van de herfst' bestaat voor het overgrote deel uit nooit eerder in het Nederlands verschenen verhalen.
Een modern verlangen draait om menselijke relaties: tussen geliefden, vrienden, maar ook tussen mens en dier, ouder en kind, mens en ding. De personages in deze veertien verhalen moeten zich soms in moeilijke bochten wringen om door onbegrip en afstand heen te ploeteren, kloven te overbruggen. Daarbij rijst steeds weer de vraag: hoe verhouden wij ons tot elkaar in een soms donkere, labyrintische wereld? En wat vertelt dat ons over onszelf, en onze plek in die wereld?
Henk & Anja:
De dagelijkse beslommeringen van Henk & Anja. Herkenbaar, ontroerend en puur. Ze slaan zich samen door het leven heen en vinden creatieve oplossingen voor lastige situaties. Een hecht stel met oog voor anderen, zonder vooroordelen, zonder franjes. Het liefst dragen ze T-shirts en broeken in dezelfde kleuren. Judith Zijtregtop maakte prachtige illustraties bij de verhalen. De auteur plaatste sommige van deze verhalen eerder op haar Facebookpagina en kreeg enthousiaste reacties van lezers:
Marceline: "De emoties van het dagelijks leven. Als geen ander legt Nel ze vast met haar gevoelige pen."
Mili: "Henk en Anja, zucht, je brengt ze echt tot leven."
Bregje: "Nel schrijft hartverwarmende, ontroerende verhaaltjes over Henk en Anja. Ze zijn echt zo schattig."
Marion: "Henk en Anja blijven een lach op mijn gezicht toveren."
Nel Goudriaan & Judith Zijtregtop:
Auteur Nel Goudriaan, schrijft sinds 2014 (ultra)korte verhalen en gedichten. Een aantal daarvan is gepubliceerd in verzamelbundels. Ze won diverse prijzen o.a. de Amstelveense Poëzieprijs 2019 en de tweede prijs in de Ward Ruyslinck Schrijfwedstrijd korte verhalen 2020. Henk & Anja is haar debuutbundel.
Illustrator Judith heeft gestudeerd aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg. Naast het vrije werk dat zij maakt, heeft zij zich verdiept in tekenen en schilderen.
Judith heeft een duidelijk doel voor ogen. Met haar vrije werk wil zij verhalen vertellen, met haar illustraties wil zij geschreven verhalen versterken. Het samensmeden van geschreven woord en beeld.
Werk van haar hand is het best te omschrijven als kleurrijk en zacht. Alsof er een onzichtbare laag is die je pas ontdekt als je het in je handen houdt. Het nodigt uit om meerdere malen te kijken.
J.M.A. Biesheuvels rijke en grote oeuvre spreekt tot de verbeelding van velen. Het zit vol korte verhalen en novellen over de wereldzeeën, bijzondere eenlingen, reizen, zijn jeugd en het gekkenhuis, en bevat een uitzonderlijke dosis absurde logica. Met zijn vele bundels, zoals In de bovenkooi en Reis door mijn kamer, heeft Biesheuvel laten zien wat zijn verbeeldingskracht en fantasie vermag. Het maakte hem tot een zeer geliefde verhalenverteller, zo niet de beste van Nederland, die met zijn stilistische rijkdom garant stond voor klassieke titels als 'Brommer op zee', 'De angstkunstenaar', 'Tanker cleaning' en 'Brief aan vader'.
Biesheuvel had naar eigen zeggen de gewaarwording te zijn 'verdwenen' in zijn driedelige Verzameld werk, dat in 2008 verscheen. Schip in dok haalt hem weer boven, met een ruime selectie uit zijn evergreens, én verrassende keuzes.
Steeds als ik levensmoe ben, verschijnt het beeld van een hoogbejaarde dame voor mijn geestesoog. Ze heeft kromme benen en een bochel. Ze zit in een veel te grote haardstoel, zodat haar in muisgrijze sloffen met bontkraagjes gestoken voeten de vloer niet raken, en houdt een kopje koffie in haar hand.' Aan het woord is Bonne, het 'hulpie' van mevrouw Waghto en een aantal andere hulpbehoevende ouderen, die hun huis doorwerkt en al lappend en boenend ingespeeld raakt op zijn cliënten. Die slaan zich ondanks hun eenzaamheid en haperende lijf en hersenen door het leven op een wijze die veelal bewondering wekt bij de tobbende Bonne. Kunstschilder in opleiding is hij, en ongelukkig in de liefde. Zijn baan in de Thuiszorg is niet enkel bijverdienste: de fabulerende meneer Ripmeester, de zwammende mevrouw Stelle, mevrouw Nieuwklap en haar dwergparkiet Peter, de angstige mevrouw Humbert - ze tillen hem uit zijn somberte. Zo zorgvuldig als hij hun spullen behandelt - de prullaria die een heel leven zijn meegesleept - zo zorgvuldig ook luistert hij naar hun verhalen en hun taal. Door zijn betrokkenheid raakt hij op gespannen voet met de Thuiszorg-leiding; als de nood aan de man komt, blijken hun decreten waardeloos. Meester in de hygiëne bevat portretten van negen oude mensen, geschilderd in de kommer en kwel van hun Hollandse interieurs, door een fijnschilder met een neus voor het tragikomische.
Het zal mijn katterigheid wel zijn, maar ik geloof niet dat ik
oud zal worden. Waar leef ik voor? Hetzelfde nutteloze gevoel
als toen ik in dienst was, maar veel erger, want nu ben ik alleen.
Niemand kan het iets schelen of ik leef of niet leef,' schreef
Remco Campert in 1969. Overal in het werk van Remco Campert
figureren katten en katers. Spinnend op schoot, verloren
geraakt in de binnentuin, symbolisch met de kolder in hun kop.
Al in zijn allereerste verhalenbundel duikt een kat op: de kater
Gerrit die kan spreken, 'wat erg hinderlijk was'.
Veel hinderlijker nog zijn die andere katers: die na een avond
stevig doordrinken. 'Omdat ik het vorige avond laat had gemaakt,
werd ik donderdag wakker met het gevoel dat ze me
maar het beste in een oud karpet konden rollen.'
Campert is specialist in beide, de katten en de katers. De katten
zijn autonoom als hijzelf en kat en mens zijn onlosmakelijk met
elkaar verbonden, zoals de poes uit Dagboek van een poes aantoont:
'Ik ben zijn levende wekker. Als hij mij niet had, zou hij
misschien wel altijd in bed blijven liggen.