Lieke Marsman was Dichter des Vaderlands in 2021 en 2022. Deze bundel bevat de gedichten en essays die ze in het kader daarvan publiceerde.
Basho is een van de sleutelfiguren in de geschiedenis van de haiku - de vermaarde Japanse dichtvorm. De haiku is een vingerhoed vol emotie, waarin de natuur een centrale plaats inneemt. In drie regels wordt een `ogenblikervaring' uitgedrukt.Internationaal is Basho een van de geliefdste Japanse dichters. Zijn schijnbaar eenvoudige poëzie is doordrongen van natuurbesef en vergankelijkheid, maar ook van het tragische verloop van de Japanse geschiedenis. Daarnaast zijn het aangrijpende getuigenissen van een reiziger zonder thuis.
Ode aan de Onstilbare is een tweetalige dichtbundel van Gaite Jansen waarin ze alles viert wat niet te stillen is. Ze bezingt wat ons tot mensen maakt. Ieder gevoel heeft recht van bestaan. Het is een ode aan verdriet, een ode aan de liefde en vooral: een ode aan onstilbaar verlangen.
In haar vijfde bundel richt Ester Naomi Perquin haar blik op de waarheid die ons boven het hoofd hangt, de voorstellingen die we ons daarvan maken en de machten waartoe we ons moeten verhouden. Van de engerd in het park tot de dokter die ons slecht nieuws brengt, van het volk dat om een sterke leider vraagt, tot de dichter die iets zinvols probeert aan te vangen met een oorlog; Perquin zoekt naar wat ons nog in het zadel houdt als zowel het paard als de wankeling onder de eigen verantwoordelijkheid lijken weg te vallen.
Heldere, humorvolle en denkende poëzie van een dichter die de wereld in kijkt met evenveel scheppingsdrang als empathie. 'Het gezochte woord lijkt altijd groter dan het woord / dat je ten slotte vindt: er paste, toen het er niet was, / meer en mooier zwijgen in.
Na een psychotische crisis belandt Micha Hamel in 2009 in de psychiatrische kliniek. In een doorlopend verhaal van honderd-en-een gedichten bericht hij van het slepende leven aldaar, in de tussenwereld waar zijn hersenen defect zijn en de diagnose nog niet is gesteld. Achter gesloten deuren kleit hij een vaas, kijkt voetbal, eet soep, oefent een glimlach, schrijft een brief naar zijn kinderen en boswandelt met zijn lotgenoten. Op de weg naar zijn herstel vergezellen hem op onverwachte momenten een paard, een leeuw en een makreel. Kwetsbaar, bevreemdend, moedig en vol gitzwarte humor worstelt de dichter zich een weg naar de uitgang.
Micha Hamel is dichter, componist van muziektheater en opera, en artistiek onderzoeker. Als dichter debuteerde hij in 2004 met de bundel Alle enen opgeteld, waarvoor hij de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs kreeg. In 2014 kreeg hij de Jan Campertprijs voor de bundel Bewegend doel. Ook schrijft hij teksten voor theater en virtualreality-ervaringen. is daar iemand is zijn zesde bundel.
In 2022 keerde oorlog terug naar Europa. We zagen hoe gewone burgers de gevolgen
dragen van beslissingen die door anderen gemaakt worden. Het werd plots pijnlijk
duidelijk dat het systeem waar wij de vruchten van plukken, ook dictaturen kan baren.
Jens Meijen sprak met Oekraïeners, Russen en andere Europeanen over hun leven.
Deze dichtbundel gaat over de ervaringen van gewone mensen in buitengewone tijden,
over hoe de wereld in één klap op zijn kop kan staan. Het resultaat is een kroniek van
een wervelende, intens verbonden wereld, een wereld waarin oorlog digitaal is en
waarin geld, technologie en macht onlosmakelijk verbonden zijn.
Sunset Industries volgt een bijzondere hond, een groepje onbekende mensen over heel
Europa en een gefrustreerd algoritme. Jens Meijen dicht weer tegen de sterren op -
over de dromen, verlangens en angsten van Europeanen, over eenzaamheid, tederheid,
wachten op wat komen kan. Dit is een bundel over wat ons mens maakt, door alle tijden
en omstandigheden heen.
AANZOEK
Vraag het. Vraag het me op de tank.
Boven op de eerste Tiananmentank
die één man tot stilstand bracht.
Vraag me boven op dat pantservoertuig
waar de moed der mensheid hoogst ontroerend
tweebeens één voor allen opklom tegen tirannietitanen.
Vraag om mijn hand met een roos in die loop.
Ja, met een rode bloem stekend uit de Tiananmentankloop.
Dan antwoord ik vast ja! voor altijd.
Ja! voor zowel heldere als boze dagen met wat inslag
op de koepel.
Maar vraag me nooit of ík ooit zo heroïsch zou zijn.
Ik zou - mocht het bioscoopdoek deze avond
zaalgroot openritsen midden in een oorlogsprent -
ook de ogen neerslaan eerst. Om daarna stiekem
door een heel klein kiertje toch te zien of jij heldhaftig
treintransporten saboteert, slechts een brood steelt
voor een graatmager gezin of zelfs de blik niet afwendt
van de mof. We kunnen ook een roadmovie of een romcom kiezen.
Zeg jij het maar. En anders enkel en alleen
de ijspralines.
In wonen op de rand van het wonder verkent de dichter de werelden die achter, in, naast of rondom onze wereld verborgen liggen. Dit doet ze door zich te verdiepen in andere wezens zoals mos, een rivier of een krab; door reizen te maken, zowel in de wereld als in haar hoofd, en door zich over te geven aan een onhoudbare liefde die magie en verdriet tot een geheel smeedt.
De gedichten zijn een dans tussen zichtbare en onzichtbare werelden, een pleidooi om alles om ons heen te zien als kostbaar leven dat voor ons zorgt en waar wij zorg voor dragen.
'Dansen naar de ochtend' is een bundel met aangrijpende en beeldende gedichten over liefde en rouw.
Naar aanleiding van het overlijden van Arno, echtgenoot en geliefde van Wilco Harbers (1964), ontstond de dichtbundel 'Dansen naar de ochtend'. Vanuit een verbondenheid met de pijn, het verdriet, de angst en het gemis vond Wilco de inspiratie om te schrijven. Wat volgde was de de liefde die haar pad weer vond in een stroom van woorden. Een rivier van zinnen, uitmondend in een zee van poëzie.
Met zijn nieuwe dichtbundel `Komijnsplitsers' zet Marieke Lucas Rijneveld opnieuw een grote stap in zijn dichterschap. In acht afdelingen onderzoekt Rijneveld wat het betekent om te wonen: in een huis, in jezelf en in verhoudingen tot anderen. Wie of wat heb je nodig om een compleet mens te zijn? In een van de gedichten wordt verhaald over het verlangen één ruimte te zijn; iemand zoekt een brandtrap uit deze dag, trekt in plaats van een grijs vest een jongen aan. De vrees om iemand te worden die de ander niet kan hebben - `om de verkeerde mens om je beenderen te vormen' - vormt het grootste gevaar voor het maar al te herkenbare en hoopvolle verlangen naar groei. In een taal die naar adem hapt en het zweet van het voorhoofd veegt, staat `Komijnsplitsers' als een huis.
In 2020 won Marieke Lucas Rijneveld de International Booker Prize voor `De avond is ongemak'.
Anneke Menger schrijft zoals ze spreekt: direct en vanuit haar hart. Dit boek is een unieke verzameling van haar gedichten. Het vormt een ontroerende en poëtische beschouwing over universele themas als liefde, natuur, leven en de dood.
Ze schrijft vanuit een grote innerlijke rijkdom en verwoordt de bewustwording van haar innerlijke wezen gedurende haar levensweg. De lezer laat zich meevoeren langs vreugde, liefde, verlies en verwondering. Telkens opnieuw put ze kracht uit haar verbinding met het goddelijke, de natuur en de muziek. Vanuit liefde en gevoel voor schoonheid verweeft ze haar zinnen tot een geheel dat tot de verbeelding spreekt. Anneke spreekt de taal van het hart, de taal van klank en kleur net zoals ze de taal van muziek spreek. Haar vingers gaan over de toetsen van het leven, van de heldere hoge klanken tot de diepe donkere bassen van haar piano...de zoektocht is voelbaar, bijna hoorbaar. Je kunt niet wachten tot het leven niet meer moeilijk is voor je besluit om gelukkig te zijn. (Jane Nightbirde). Ze gaat verdriet niet uit de weg maar kijkt het recht in de ogen... nieuwsgierig, uitdagend en uiteindelijk in vrede.
Toon Tellegen maakte voor deze bloemlezing zelf een keuze uit zijn allermooiste gedichten. Vanaf zijn eerste bundel tot aan zijn recentste dicht hij over ons, de mens, over het leven, de liefde, de twijfel en de dood. Soms zijn die gedichten ingetogen en melancholisch, dan weer spreken ze met uitroeptekens van hoop, verlangen en geluk. En steeds gaan ze over herkenbare gedachten en gevoelens, van het verdrietigste treurgedicht tot de gloedvolste liefdespoëzie.
Voor het derde deel in onze reeks poëziebloemlezingen dook Marieke Lucas Rijneveld
diep in de natuurpoëzie. Hij kwam boven met de mooiste gedichten over het ons
omringende natuurschoon, maar ook met onheilspellende verzen. Want niets is zo
bedreigend voor de natuur als de mens die vergeten is dat hij daar zelf onderdeel van
uitmaakt. Rijneveld levert een bijzonder frisse en eigentijdse bloemlezing af, die zich
laat lezen als lofzang op de natuur en als poëtische wake-upcall voor een nederiger
omgang met diezelfde natuur.
Geveld door Covid-19 brengt een jonge vrouw twee maanden door in bed. Beperkt in haar bewegingsvrijheid, springt ze heen en weer tussen situaties waarin machtsverhoudingen een rol spelen. Ziek- tegenover gezond zijn, mannen tegenover vrouwen en het geheel tegenover het individu.
Als jonge vrouw die een zwaar ziekbed heeft beleefd, kan ze zich niet ontrekken aan de pure willekeur. Het is toeval wie ziek wordt, wie binnen bepaalde grenzen geboren wordt en wie als vrouw.
In Hoe zijn we hier gekomen? spit ze in haar herinneringen op zoek naar de wortels van de vraag hoe we hier gekomen zijn. In dit land, dit lichaam en dit politieke klimaat. De bundel is een aaneenrijging van schurende situaties en gedachten, in verre oorden en dichtbij huis.
In mijn mand, de derde bundel van Lieke Marsman, behandelt de grootste thema's die het menselijke bestaan kenmerken: de waarde van het leven en de plek van de dood in een mensenleven. Hoe leef je met een levensbedreigende ziekte? Hoe verandert dat je blik op de wereld, op wat van waarde is, op wat je je herinnert en het verloop van de tijd? En hoe verhoud je je tot de wereld in dergelijke omstandigheden? Trek je je eruit terug, of laat je je juist gelden en houd je die wereld een spiegel voor? Lieke Marsman kiest resoluut voor het laatste.
`Irakezen, Iraniërs, Amerikanen en anderen hebben in Nederland werk gemaakt dat met ons te maken heeft. Dat grotere verhaal ontbreekt tot nu toe in de bloemlezingen. "Onze" literatuur is die van Remco Campert, Tjitske Jansen en Radna Fabias, maar ook die van Tsjêbbe Hettinga, Jan Glas en Nydia Ecury, van Mowaffk Al-Sawad en Mia You.'
Als Dichter des Vaderlands (2019-2020) nam Tsead Bruinja zich voor een inclusieve bloemlezing samen te stellen die ruimte bood aan zo veel mogelijk talen, streektalen en dialecten. Zijn selectie begint in 1945 en beperkt zich tot poëzie die geschreven is binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Dat betekent dat er poëzie te lezen is uit Indonesië en Suriname en van de Antillen, maar ook dat er gedichten zijn opgenomen van nieuwe Nederlanders uit bijvoorbeeld het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. Met deze bloemlezing wil Bruinja een andere blik op de Nederlandse poëzie geven. In bijna alle belangrijke bloemlezingen tot dusver ontbreekt bijvoorbeeld vaak de Friese en de Antilliaanse poëzie, terwijl die poëzie in contact staat met de Nederlandstalige poëzie en de wereldpoëzie.
Van de dichteres Vasalis werden door de jaren heen meer dan 300 000 bundels verkocht. Haar gedichten blijken nog steeds voor veel mensen een waardevolle haven. Haar poëzie wordt sinds jaar en dag veel gebloemleesd en zeer regelmatig aangewend bij 'levensmomenten'.
Boven je ogen zie ik weer de kleine kuil
van smartelijke inspanning, alsof
je op het laatst noodzakelijk nog dat
ontraadslen moet - wat toch je mond
- horizontale accolade - allang
begrepen heeft en samenvat.
Een woordvoerder prijst een nieuw soort offerdier aan. De god
van Abraham krijgt gezelschap van een stoet andere goden. Het
haar van een vrouw valt uit omdat ze een hoofddoek draagt.
Kunstenaars kruisigen een door vroeggeboorte gestorven chimpansee.
In Waar is het lam? wordt een wereld neergezet die zowel
archaïsch is als hedendaags, en waarin het drama van het
offer vanuit verschillende invalshoeken benaderd wordt. Draait
het offerritueel uiteindelijk om angstbezwering? Is het gevaar
dat moet worden afgewend ingebeeld of reëel?
De gedichten in Waar is het lam? vormen een associatief en indringend
commentaar bij het Bijbelvers waaraan de bundel zijn
titel ontleent - de vraag van Isaak aan zijn vader als de schrik
hem, onderweg naar de offerplaats, om het hart slaat. Waar is
het lam? is intrigerende en aangrijpende poëzie, waarin droom
en werkelijkheid, vrees en verlangen constant op elkaar ingrijpen.
Miriam Van hee publiceerde haar eerste gedichten in 1978. Met
haar debuut het karige maal was het kristalhelder dat dit het
begin zou zijn van een meesterlijk dichterschap. voor wie de tijd
verstrijkt is haar negende bundel en nog steeds en opnieuw weet
ze de lezer te laten samenvallen met de wereld die ze beschrijft:
`je bent stil in het bos als je paddenstoelen zoekt, je hoort het
liedje van de vinken, een onbetrouwbare wind speelt in de kastanjebomen'.
In heldere ritmische zinnen deelt Miriam Van hee alledaagse
observaties, en ze weet door haar woordkeus en verdeling van
de dichtregels een grotere waarheid aan het licht te brengen.
`Ze balanceert op het koord tussen het zegbare en het onzegbare,'
schreef Luuk Gruwez over ook daar valt het licht, `opdat alles
zou worden onthouden, moet het eerst worden gezien. Er is een
dichter van dit kaliber nodig om hiervoor alvast onze ogen te
openen.
Na het overlijden van Rutger Kopland in 2012 is de belangstelling voor zijn poëzie alleen maar toegenomen. Van zijn verzameld dichtwerk werden inmiddels ruim 25 000 exemplaren verkocht. Kopland blijft een groot publiek aanspreken.
De doden zijn zo hevig afwezig, alsof
niet alleen ik, maar ook zij
hier staan
en het landschap hun onzichtbare armen
om mijn schouders slaat.
[...]
In haar geëngageerde poëziebundel `Doe het toch maar' weet Babs Gons de vinger op pijnlijke plekken te leggen door de wereld te bevragen en de plooien van het leven te laten zien. Gedichten die recht het hart en het hoofd in gaan om daar rond te zingen. Of het nu gaat over vrouw-zijn, het slavernijverleden, afkomst, de liefde in al haar verscheidenheid, of de kwetsbare positie van de kunsten, al deze uiteenlopende thema's zijn onder één lemma te brengen: Het Leven zelf, in al zijn kleuren en facetten. Nooit omfloerst, niet bang de dingen bij de naam te noemen. `Doe het toch maar' als levenshouding, universeel door het persoonlijke, hoogst actueel en tegelijk tijdloos, en wars van hokje denken.
Maak kennis met Gush, de 10-jarige Gershwin Bonevacia die opgroeit in Rotterdam-Zuid. Hij is rebels en onbevangen, ondanks dat hij het thuis niet breed heeft, moeilijk meekomt op school en worstelt met dyslectie en racisme. Maar Gush is niet bang.
Achteraf vraagt Gershwin zich af: Gush, waarom was je niet bang?
In Toen ik klein was, was ik niet bang gaat Gershwin Bonevacia in dialoog met zijn 10-jarige ik middels een reeks zelfportretten en een veelheid aan herinneringen over zijn worsteling met dyslectie, migratie, onveilig opgroeien en zijn droom om ooit astronaut te worden. Een diepgravend onderzoek naar familiebanden, onverwerkte trauma's, vergeten geschiedenis en kind-zijn. Toen ik klein was, was ik niet bang is een ode aan zijn jonge onbevreesde ik en een verwoede poging om die weer meer onderdeel van Gershwin Bonevacia te maken.
Gershwin Bonevacia (1992) is dichter, schrijver en spoken-word-artiest. Sinds 2019 is hij Stadsdichter van Amsterdam. In september verschijnt zijn vertaling van het kinderboek Change Sings van de Amerikaanse spoken-word-artiest Amanda Gorman.
Liefde en dood, misschien zijn het wel de meest fundamentele thema's in ons bestaan. Iedereen krijgt ermee te maken, en wanneer dat gebeurt zijn we vaak sprakeloos. Maar gelukkig zijn er de dichters, die in hun poëzie het woordeloze een stem geven.
In de schitterend vormgegeven bloemlezing Liefde nam Tjitske Jansen gedichten op die even onvergetelijk als tijdloos zijn en uitdrukking geven aan de diepste gevoelens van verliefdheid en verlangen.
Met gedichten van onder anderen Charlotte Van den Broeck, Radna Fabias, Toon Tellegen, Marieke Lucas Rijneveld, Remco Campert, Ester Naomi Perquin en Rodaan Al Galidi.
Gelijktijdig met Liefde verschijnt ook de bloemlezing Rouw, samengesteld door Hagar Peeters. Samen vormen deze twee uitgaven het startschot van een reeks bloemlezingen die De Bezige Bij in de komende jaren verder zal uitbreiden. Ieder deel zal worden samengesteld door een toonaangevende dichter, die als geen ander de mooiste gedichten rondom het betreffende onderwerp bijeen kan brengen.
Wislawa Szymborska is een van de meest gelezen én meest gelauwerde dichters van deze tijd. Einde en begin. Verzamelde gedichten omvat de vertaling van vrijwel alle gedichten die ze sinds 1957 heeft gepubliceerd. Szymborska slaagt er telkens in zich over het meest alledaagse te verwonderen en daarin een nieuw perspectief te openen: nuchter, helder, direct en vaak met humor. In een interview met NRC Handelsblad zei ze hierover: `De verbazing, de verwondering mag je niet verliezen. Bij alle desillusie moeten die overeind blijven. De verwondering is de belangrijkste missie van de dichter... het is het hoofdthema van de poëzie.'
Einde en begin is aangevuld met de bundel Het moment. De gedichten zijn vertaald door Gerard Rasch, die voor zijn vertalingen uit het Pools de Martinus Nijhoffprijs voor Vertalingen 1997 ontving.