Dieses Buch befasst sich intensiv mit der psychiatrischen Diagnostik übersichtlich und umfassend! Die richtige Diagnostik ist eine wesentliche Voraussetzung für die Einleitung einer adäquaten Therapie. Daher ist es unumgänglich, sich damit ausführlich zu beschäftigen und die Vorgehensweise verstanden zu haben. Für das Verständnis gibt es eine Einführung in die psychiatrischen Klassifikationen. Anschließend wird die psychiatrische Diagnostik mit allen Facetten beleuchtet. Die Lerninhalte wurden so konzipiert, damit Sie auch die Mglichkeit haben, sowohl von zu Hause aus als auch unterwegs zu lernen und den Unterrichtsstoff am PC/Fernseher bzw. auf mobilen Geräten erklärt zu bekommen. So knnen Sie die Lerninhalte ganz in Ruhe und in Ihrem persnlichen Tempo durcharbeiten bzw. auch immer wieder betrachten. Über einen Downloadordner erhalten Sie Zugriff auf umfangreiches Bonusmaterial (mit E-Book/E-Paper, Abbildungen, Lernposter, Folien uvm.). Dort finden Sie auch in Zukunft alle Updates. NEU ab dieser Auflage: Zugang zum ergänzenden Onlinekurs und der Lernapp MEDIZINWISSEN.
Lernen Sie in diesem Grundlagenbuch über 24 Kapitel, wie Veränderungen durch Lernvorgänge stattfinden. Nach einer historischen Betrachtung geht es um grundlegende Begriffe, Merkmale, Modelle und Strategien der VT. Es folgen ausführliche und praxisnahe Betrachtungen zu den Werkzeugen und der Diagnostik der VT. Abgerundet wird der Kurs durch die Vorstellung der wichtigsten Techniken sowie Indikationen.
Das pure Lernvergnügen finden Sie in diesem Fachbuch zu den umfassenden Psychiatrie & Psychotherapie Grundlagen! Sämtliche Inhalte konzentrieren sich auf das Wesentliche: den Lernstoff.
Im Basiswissen geht es darum, den rosa Faden auf dem Weg zu einem Berufsziel im Bereich der Psychiatrie & Psychotherapie zu finden, aufzunehmen und dranzubleiben. Schritt für Schritt werden alle wichtigen Aspekte & Inhalte erklärt - von Anamnese und Befund über ICD-11 bis hin zu Psychopharmaka und Psychotherapieverfahren.
Mithilfe von modernsten Lerntechniken wird das Lernen leicht und erfolgreich. Dieses Büchlein beinhaltet die zentralen Aspekte in 20 Kapiteln sehr veranschaulicht. So wird Ihr Wissensteppich gewebt, Sie knnen Verknüpfungen bilden und der umfangreiche Stoff bleibt einfach besser hängen. Mit viel Freude, Fallbeispielen, Differenzialdiagnose und kreativen Lernaufgaben gelangen Sie zu Ihrem Ziel.
Über einen Downloadordner erhalten Sie Zugriff auf umfangreiches Bonusmaterial (mit E-Book/E-Paper, Abbildungen, Lernposter, Folien uvm.). Dort finden Sie auch in Zukunft alle Updates. NEU ab dieser Auflage: Zugang zum ergänzenden Onlinekurs und der Lernapp MEDIZINWISSEN.
Geef de liefde de status die ze verdient Geef de liefde de status die ze verdient, weg van de Hollywoodiaanse nepparadijzen en wellnessweekends Geen enkel thema is zo vaak beschreven in literatuur, muziek en kunst als de liefde. Toch blijft de mens op zoek naar haar ware aard. We denken haar te kunnen definiëren en vatten maar merken steeds weer dat we tekortschieten. Liefde is ondoorgrondelijk maar levensnoodzakelijk. In dit boek beschrijft Dirk De Wachter, auteur van Borderline Times (2012), hoe de liefde in haar voortbestaan bedreigd wordt door het hedendaagse consumentisme en de kwalijke illusie dat alles maakbaar is. Liefde. Een onmogelijk verlangen is een pleidooi om gewoon te doen. Want alleen dan, als we niks forceren, kan de liefde in volle glorie verschijnen. Video - Dirk De Wachter: 'Ik zit ook in dat leven dat doordramt'
De vooruitgang in de psychotherapie
In Het misverstand psychotherapie schetst Flip Jan van Oenen hoe de mythe van vooruitgang in de psychotherapie het vermogen van de samenleving om lijden te verdragen ondermijnt. Hij doet dit op basis van wetenschappelijke kennis, ervaringen uit de praktijk en filosofische beschouwing. Van Oenen legt daarmee de vinger op de zere plek. Hij zegt wat velen die werken in de eerste, tweede of derde lijn wel weten, maar niet uitspreken.
Effectiviteit nieuwe psychotherapeutische modellen neemt niet toe
In de ggz verschijnen voortdurend nieuwe psychotherapeutische modellen die nóg betere resultaten beloven, terwijl al decennialang blijkt dat de effectiviteit van die modellen niet toeneemt. Een mix van doorgeschoten marktideologie, wetenschappelijke blikvernauwing en menselijke tekortkomingen doet therapeuten, cliënten en beleidsmakers hardnekkig vasthouden aan een mythe die de onmacht moet verhullen.
Een bureaucratisch systeem
Door de overspannen verwachtingen worden cliënten teleurgesteld en schroeven
verzekeraars en politici de eisen die ze stellen aan de 'evidence-based' procedures steeds verder op. Het gevolg is een bureaucratisch, overgeprotocolleerd systeem waarin hulpverleners gedemoraliseerd raken en steeds defensiever gaan handelen.
Veelvoorkomende opvattingen rondom zelfmoord
Mensen met zelfmoordgedachten zijn gek, niet op andere gedachten te brengen, en dus niet te helpen. Vooral acteurs en muzikanten overlijden door zelfmoord, meestal rond de kerst. Antidepressiva maken mensen juist meer suïcidaal in plaats van minder. Begin bij kwetsbare mensen vooral niet over zelfmoord, voor je het weet breng je iemand op gedachten. Waar of niet waar?
Zelfmoord laat zich moeilijk voorspellen
In dit boek bespreekt de Beurs veelvoorkomende opvattingen over suïcide en toetst ze aan de wetenschap. We zien dat zelfmoord een complex fenomeen is dat zich moeilijk laat voorspellen. De nieuwste ontwikkelingen op het gebied van onderzoek en preventie komen aan bod, net als verschillende manieren om te vragen naar suïcidale gedachten. De relatie tussen suïcidaliteit en antidepressiva wordt besproken en we zoomen in op de effecten van de seizoenen op de zelfmoordcijfers.
Voor wie is Mythen over zelfmoord?
De Beurs wil meer begrip creëren rondom dit thema omdat suïcide nog steeds een groot taboe is. Ook onder hulpverleners. Zijn concrete aanbevelingen, inzichten uit de wetenschap en uit verschillende richtlijnen maakt het boek geschikt voor ggz-professionals, huisartsen, studenten geneeskunde en psychologie en beleidsmakers, maar ook voor iedereen die meer wil weten over dit maatschappelijke probleem.
'Suïcidaliteit is een zwaar onderwerp, maar de Beurs weet het onderwerp zo te bespreken dat je er niet hopeloos van wordt. Het boek biedt namelijk ook hoop.'
Ad Kerkhof, Emeritus hoogleraar Klinische psychologie, Psychopathologie en Suïcidepreventie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
'Derek de Beurs is an internationally recognised expert in suicide prevention and he is excellent at communicating complex ideas in an accessible manner. In 'Myths of Suicide', he provides a brilliant critique of the state of the science for suicide prevention which has widespread appeal to anyone interested in understanding suicide.' - Rory O'Connor, Professor of Health Psychology, Suicidal Behaviour Research Laboratory, Institute of Health & Wellbeing, University of Glasgow, Mental Health & Wellbeing.
Over psychiatrie bestaan veel misverstanden. Toen Menno Oosterhoff - psychiater en auteur van de bestseller Vals alarm - ruim 35 jaar geleden begon in een praktijk, stond hem nog niet helder voor de geest wat het begrip behelst. In de loop der jaren is die mist opgetrokken.
In dit boek deelt hij zijn inzichten die een levenslange ervaring als psychiater hem hebben opgeleverd. Hij neemt vooroordelen weg, ontkracht mythes en heeft talloze sprekende voorbeelden uit zijn eigen praktijk waarmee hij zijn verhaal bekrachtigt.
'Soms genezen, vaak verlichten en altijd troosten' is een mooie uitspraak over geneeskunst. Beter begrip zorgt voor meer troost en draagt bij aan minder (zelf)veroordeling en meer mildheid. Begrip, troost en mildheid bevorderen. Dat is, zegt Menno Oosterhoff, het doel van zijn boek.
Menno Oosterhoff is (kinder-en jeugd)psychiater en werkt bij een grote GGZ-instelling. Hij is initiatiefnemer van het OCDnetwerk www.ocdnet.nl, van het platform voor lotgenotencontact www.ocdcafe.nl en van OCD-TV op www.youtube.com. Hij schrijft columns in Medisch contact, Arts en auto en Meerovermedisch.
In 2015 kreeg hij een eervolle vermelding bij de Psyche Mediaprijs en in 2017 bij de Mediaprijs van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Met zijn boek Vals alarm. Leven met een dwangstoornis. won hij in 2017 de Antonie Kamerling Award, een prijs voor het bevorderen van openheid over psychische aandoeningen. Hij is getrouwd en heeft drie kinderen.
Volgens ggz-cijfers krijgen ruim 42% van de Nederlanders ooit in hun leven last van psychische aandoeningen. Het gaat met name om stemmingsstoornissen, angststoornissen en middelenstoornissen. Kwetsbaarheid is dus van ons allemaal. Wat kan therapie betekenen? Gaat het om oplossingen of richtinggevende adviezen? Vaak weten we weinig wat er gebeurt tussen cliënt en therapeut. Deze uitgave geeft inzicht in die relatie.
Sinds de eerste ontmoeting in 2018 schrijft Anne van Winkelhof brieven aan haar psychiater, bij wie ze in therapie is. De brieven geven een uitzonderlijk kijkje in een therapieproces, nemen je mee de spreekkamer in en tonen het verloop van een therapeutische, maar vooral menselijke relatie.
Alles wat ik wilde zeggen maar niet zei gaat over een zoektocht naar contact, intimiteit, naar gezien en erkend voelen, en is een onderzoek naar een taal die past. Een taal die voorbij gaat aan psychiatrisch vakjargon. Een taal waarmee Anne zich verbonden voelt, omdat zij zich daarmee duidelijk kan maken aan de ander en zij de ander - eindelijk ¬- haar woorden toevertrouwt.
Eén op de vijf Nederlanders lijdt aan een
psychiatrische ziekte. Toch weten de meeste
mensen weinig van psychiatrie. Wat voor
een vak is het? Hoe werken psychiaters? Wat
zijn psychische ziekten?
René Kahn neemt de lezer mee naar het
werkterrein van de psychiater; naar zijn
werkkamer, de straat, de eerste hulp, de
verpleegafdeling, de intensive care en de
operatiekamer. Hij bespreekt verschillende
ziekten waaronder depressies, psychoses,
verslavingen en angststoornissen.
Psychiatrische patiënten zijn mensen met
echte ziekten, die vaak beter worden, maar
soms ook niet. Hun aandoeningen zijn het
gevolg van het orgaan dat hun gedrag en
gevoelens stuurt, de hersenen. De oorzaak
van de ziekte moet soms ook met behulp
van lichamelijk onderzoek, bloedtesten en
scans worden opgehelderd. De behandeling
die volgt moet aan wereldwijd geldende
regels voldoen en is vaak succesvol.
In de spreekkamer van de psychiater is het
verhalenboek van een specialist waarin de
vreugde en het verdriet van patiënten
tastbaar worden gemaakt.
We zorgen voor ons hart, onze spieren, ons lijf. Waarom zouden we niet hetzelfde voor onze hersenen doen? Ons brein is immers minstens zo belangrijk voor ons functioneren, en net zo gevoelig voor de invloed van de omgeving, als
onze andere organen. We weten allang welke factoren ertoe kunnen bijdragen dat ons brein beter groeit, minder krimpt
en flexibeler is in de wisselwerking met de omgeving. De acties die we kunnen doen en moeten laten om ons brein
gezond te houden (of te maken) vormen de inhoud van dit boek. En wel in tien eenvoudige geboden.
'De behandeling van psychiatrische stoornissen bij kinderen en jeugdigen heeft de afgelopen jaren een grote vlucht genomen en daarbij wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van psychofarmaca. Het grootste deel daarvan is slechts getest en goedgekeurd voor gebruik bij volwassenen. Daar komt nog bij dat de langetermijneffecten van dit type medicijnen op het centraal zenuwstelsel nog onvoldoende bekend zijn. Een grote mate van zorgvuldigheid bij het voorschrijven van deze vorm van medicatie aan kinderen is dus geboden. Een goed hulpmiddel daarbij vormt dit formularium voor de kinder- en jeugdpsychiatrische praktijk.
'Psychofarmaca in de KJP' biedt the state of the art als het gaat om de kennis op het gebied van het gebruik van psychofarmaca bij kinderen en jeugdigen en sluit daarmee aan op de eveneens bij Koninklijke Van Gorcum verschenen KJP-trilogie onder redactie van Fop Verheij, Frank Verhulst en Robert Ferdinand.
Het gaat bij deze uitgave nadrukkelijk om richtlijnen. Bij het opstellen ervan hebben betrokkenen zich steeds laten leiden door best available evidence.
Denken dat je Napoleon bent of dat de cia achter je aan zit. Het zijn waanbeelden die ver van ons bed staan.
Maar hoe ver?
Tal van voorbeelden uit ons dagelijks leven laten zien dat de grens tussen fantasie en werkelijkheid soms flinterdun is: de sollicitant die zijn cv mooier maakt, de alcoholist die zichzelf een sociaal drinker noemt, de bankier die volkomen gezond ten onder gaat. We denken dat we de werkelijkheid zien zoals zij is. Maar uit onderzoek blijkt dat we veel niet zien. En wat we wel zien, bekijken we door de bril van onze ervaringen en verwachtingen. Onze waarneming is meer een eigen bouwwerk dan een getrouwe kopie van de werkelijkheid.
André Aleman laat in Hersenspinsels zien hoe subtiel onze hersenen ons voor de gek kunnen houden, en ook hoe het volledig uit de hand kan lopen. Op het snijvlak vangeneeskunde, biologie en gedragswetenschappen probeert hij te verklaren waarom we dingen zien, horen en denken die er niet zijn.
Het boek 'Forensische psychiatrie' richt zich op de wetenschappelijke onderbouwing van de verschillende interventies die in de forensische psychiatrie gebruikt worden. Het slaat een brug tussen enerzijds de theoretische modellen en anderzijds de praktijk zoals die tegenwoordig wordt uitgevoerd. Elk hoofdstuk behandelt een bepaald onderwerp en inventariseert aan de hand van recent wetenschappelijk onderzoek de empirische achtergronden daarvan. Zo worden de biopsychologische achtergronden van de persoonlijkheidsstoornissen besproken, maar ook de vele theoretische visies op seksueel gewelddadig gedrag. Risicotaxatie en transculturele psychiatrie, begrippen die al jaren in het centrum van de belangstelling staan, worden met hun recente ontwikkelingen opnieuw uit de doeken gedaan. Centraal staat dat `the state of the art' van elk onderwerp telkens wordt vastgesteld door auteurs die op dat gebied van de forensische psychiatrie deskundig zijn.
Deze prachtige, hardcover uitgave - onder redactie van Hjalmar van Marle - is bedoeld voor psychologen, psychiaters en andere gedragskundigen die in de forensische psychiatrie werken en voor hen die daarvoor in opleiding zijn. De fundamentele benadering maakt het eveneens een naslagwerk voor allen die in de geestelijke gezondheidszorg werkzaam zijn en die te maken krijgen met moeilijke, gedragsgestoorde patiënten doordat het handvatten biedt voor een praktische aanpak die een academische toets kunnen weerstaan.
In Wie wij zijn belicht Frank Koerselman actuele thema's zoals identiteit, levensbeschouwing en zingeving vanuit een bijzondere hoek: hij laat zien hoe de keuzes die we op die terreinen maken, worden bepaald door psychologische behoeften die van nature strijdig zijn. Zo kun je immers moeilijk zowel vrij en onafhankelijk zijn als je veilig en geborgen weten. Hoe meer je voor het ene kiest, hoe onbereikbaarder het andere wordt. Mensen volgen strategieën om daarmee om te gaan. Die zijn nogal verschillend en niet altijd even succesvol. Daarom maken samenlevingen zulke keuzes ook collectief. Die bestempelen ze dan tot normen en waarden, maar niet iedereen vaart wel bij de 'correcte' keuze. Want hoe je man of vrouw, zwart of wit, jong of oud zou moeten zijn, sluit soms niet aan op jouw behoeften. Volg je tot elke prijs een autonome koers of houd je je vast aan een stuurman? Verlaat je het schip als de zee je te ruw wordt? Of kun je - ook bij tegenwind - een richting vinden die jouw leven zin geeft?
Frank Koerselman is emeritus hoogleraar psychiatrie en psychotherapie.
Zedendelicten grote impact op samenleving
Seksueel grensoverschrijdend gedrag is wereldwijd een groot probleem en staat al jaren volop in de belangstelling. Bekende zaken waarin vrouwen slachtoffer werden van zedendelinquenten - Marianne Vaatstra (1999), Anne Faber (2017), Julie Van Espen (2019) - hadden grote impact op de samenleving.
Meer aandacht voor zedendelicten
De 25-jarige Anne Faber verdwijnt op 29 september 2017 tijdens een fietstocht in de bossen bij Utrecht. De politie houdt een 27-jarige man aan voor betrokkenheid bij haar vermissing. Op zijn aanwijzing vinden ze het lichaam van Anne. De man, Michael P., wordt ervan verdacht dat hij Anne heeft verkracht en om het leven gebracht. Op het moment van het delict had hij een lange gevangenisstraf voor gewelds- en zedendelicten nog niet volledig uitgezeten. De laatste jaren groeit de aandacht voor zedendelicten. Waarom plegen mensen zedendelicten? Vermindert behandeling het risico op herhaling? Welke zedendelinquenten komen voor behandeling in aanmerking? Hoe keek men in de loop van de geschiedenis tegen zedendelicten aan? Allemaal vragen die in dit boek worden beantwoord op basis van de laatste stand van zaken in de wetenschap.
Voor wie?
Het boek is bestemd voor mensen die vanuit hun professie te maken hebben met zedendelinquenten, maar ook voor iedereen die in het onderwerp geïnteresseerd is.
René Booms is in 1965 geboren 'op de duingrond' van Heemstede. Autodidact en onderzoeker van menselijk gedrag. Samen met zijn vrouw als betrokkene willen ze als gewone mensen meer naar buiten treden. Daardoor hopen zij een gezicht te zijn voor medemensen, die ook de last ervaren van een bipolaire stoornis. Uit ervaring kunnen zij zeggen dat dat overleven geblazen is. Je vindt in dit boek praktische handvatten en tips. Daarom is dit boek ook uitermate geschikt voor behandelaren, therapeuten en trainers. Het geeft inzichten vanuit ervaringen. Onderwerpen als extreme stemmingswisselingen en stigmatisering, staan tegenover stabiliteit en openheid. Om hun missie kracht bij te zetten organiseren zij lezingen over de bipolaire stoornis. José interviewt René en omgekeerd. Er zal veel ruimte zijn om vragen te stellen
Ogenschijnlijk is er weinig mis in het leven van Vroon. Haar ouders zijn gelukkig getrouwd, met haar jongere zus Pleun kan ze het heel goed vinden en binnen het hechte gezin is veel warmte en onderlinge betrokkenheid. Maar toch gaat er iets niet helemaal goed met Vroon. Eerst belandt ze in het medisch circuit met ernstige vermoeidheidsklachten, maar geleidelijk wordt duidelijk dat de echte problemen zich in haar hoofd bevinden. Zonder dat haar omgeving het doorheeft, want Vroon is schijnbaar altijd 'vroonlijk', zakt ze weg in een zware depressie. De volle ernst wordt pas duidelijk als ze, amper vijftien jaar oud, een overdosis pillen neemt die haar fataal had kunnen worden.
In dit persoonlijke verhaal voert Vroon je volledig oprecht, open en doodeerlijk mee in haar sombere gedachten, maar biedt ze ook hoop door wat ze leert. Met Humeurkanker probeert ze aandacht te vragen voor de psychische problemen van jongeren en hoopt ze het taboe dat om problemen als zelfdoding en automutilatie hangt een klein beetje weg te kunnen nemen.
Hanna is jong, ze heeft een vaste baan, een lieve hond en woont in een gezellige eengezinswoning. Het leven zou haar moeten toelachen, maar een onverwerkt verleden gooit roet in het eten. Sombere gedachten en nare herinneringen nemen Hanna's gedachtewereld over. Op de vlucht voor het verleden en haar gevoel, verliest Hanna zich steeds meer in het afvallen. Haar gewicht moet omlaag en het liefst zo snel mogelijk. Terwijl Hanna angstvallig de controle over haar leven terug probeert te krijgen, vreet het verleden haar letterlijk en figuurlijk steeds verder op. Gewicht verliezen, calorieën tellen en dwangmatig bewegen beheersen haar leven. Alles en iedereen moet wijken voor het strakke regime dat zij volgt om haar doelen te bereiken. Hoewel hulpverleners er alles aan doen om Hanna te helpen het tij te keren, glijdt zij steeds verder af. Van de levendige, sterke vrouw is slechts een fractie over. Een gedwongen opname is onvermijdelijk. Maar de vraag is, wil Hanna wel geholpen worden, en komt deze hulp nog wel op tijd?
'De cowboy in de psychiatrie' (de Volkskrant) wil geen psychiater meer zijn. Waarom verbreekt hij zijn haat-liefde verhouding met het vak en al zijn collega's? Bram Bakker was een bekende criticaster van de psychiatrie, maar benadrukte ook steeds dat het een fantastisch vak is. Gaat de Nederlandse psychiatrie hem missen? Of zal hij deze vergaande stap ergens de komende jaren zelf gaan berouwen?
In het laatste jaar dat Bakker als geaccrediteerd psychiater werkzaam was, ontstond ook de behoefte zich veel persoonlijker over de belangrijke thema's in zijn werk te uiten. Want wat deden de complexe situaties die hij tegenkwam met hem als mens? Welke prijs vroeg de betrokkenheid bij de mensen waar het allemaal om zou moeten draaien en hoe past zijn levensverhaal daarbij?
Tientallen verhalen schreef hij over deze worsteling, teksten die nu voor het eerst worden gepubliceerd.
Het is een terugblik op meer dan twintig veelbewogen jaren in de psychiatrie. Niet boos of gefrustreerd, maar met mildheid, compassie en veel rustiger dan hij ooit was.
Bram Bakker (Zwolle, 1963) werd opgeleid tot psychiater in de toenmalige Valeriuskliniek in Amsterdam. Bram promoveerde in 2000 aan de Vrije Universiteit op de behandeling van paniekaanvallen. Als psychiater was hij werkzaam op zeer diverse plekken. In 2003 debuteerde hij als publicist met Te gek om los te lopen. Sindsdien volgden vele boeken, waaronder de bestsellers Verademing en Runningtherapie. Bram is daarnaast actief in de theaters, geeft boeken en podcasts uit en is de initiatiefnemer achter de Balanskliniek.
In de Wat met-reeks draait alles om hete hangijzers. Psychofarmaca worden steeds meer voorgeschreven én gebruikt. Dat staat als een paal boven water. Toch blijven heel wat vragen voorlopig onbeantwoord: - Hoe valt het stijgende verbruik van psychofarmaca te verklaren? - Worden deze medicijnen wel efficiënt toegepast? - Zijn er geen betere manieren te vinden om met stress en depressieve gevoelens om te gaan? - Wat met psychofarmaca bij kinderen? En bij ouderen? Wat met psyche en pillen? biedt een totaalbeeld van de problematiek. Het boek belicht niet alleen de oorzaak van deze trend, maar zoekt ook naar alternatieven voor deze 'pillen voor de geest'. De resultaten van deze zoektocht leiden tot een reeks aanbevolen maatregelen. Op die manier werpen de auteurs een blik op de toekomst van de geestelijke gezondheidszorg. Ontdek hier alle boeken in de 'Wat Met-Reeks'.
Rehabilitatie en herstel zijn centrale begrippen in de Nederlandse ggz. Het doel is effectieve herstelondersteunende en rehabiliterende hulp te bieden aan mensen met ernstige psychische aandoeningen.
Na een periode van groei en innovatie is het rehabilitatieveld bezig behaalde resultaten te bestendigen. Maar er is ook sprake van nieuwe initiatieven. Gesteld voor de uitdaging van verdere extramuralisering proberen zorg- en welzijnsorganisaties proactief bruggen te slaan, juist op het gebied van rehabilitatie. Goede samenwerking met o.a. organisaties van cliënten en familieleden en met maatschappelijke steunsystemen is nodig om best practices te blijven verankeren binnen de nieuwe (gemeentelijke) financiële en organisatorische kaders. Die veranderende omgeving vraagt ook om vernieuwende programma's en creatieve methodieken.
Het tweejaarlijkse Jaarboek Psychiatrische rehabilitatie beoogt die verankering en vernieuwing te ondersteunen. Het boek bundelt geselecteerde bijdragen van deskundige auteurs uit onderzoek en praktijk en geeft professionals (in opleiding) inzicht in de actuele trends van de rehabilitatiepraktijk en het rehabilitatieonderzoek in Nederland. Het Jaarboek biedt ruimte aan (nieuwe) benaderingen en methodieken, specifieke interventies en doelgroepen op alle klassieke rehabilitatiegebieden: wonen, werken, leren, dagbesteding en sociale relaties. Uit de bijdragen in deze editie noemen we de Wellness Recovery Action Planning (WRAP, vanuit de herstelbeweging), de Eigen Kracht conferenties, antistigma-interventies, arbeid en ernstige psychische aandoeningen, cognitieve revalidatie, Illness Management & Recovery (IMR), Individual Placement & Support (IPS), toepassingen van e-mental health en verschillende recente resultaten van effectonderzoek.
Het Kenniscentrum Phrenos levert met deze uitgave een bijdrage aan de ontwikkeling en verspreiding van kennis en best practices op het gebied van rehabilitatie, maatschappelijke participatie en herstel van mensen met psychotische of andere ernstige psychische stoornissen.
Geestesziekten zijn van alle tijden. Een van de oudste medische documenten, het Egyptische Ebers Papyrus,gewaagt bijvoorbeeld al van vormen van waanzin die wij tegenwoordig depressie en psychose zouden noemen. Geestesziekten zijn bovendien overerfbaar. Dat wil zeggen dat onze genen op een of andere manier een rol spelen in de vatbaarheid voor zulke ziekten. Geestesziekten komen ook betrekkelijk vaak voor, veel vaker dan erfelijke aandoeningen als taaislijmziekte of de ziekte van Huntington. En ten slotte vormen ze een aanslag op het sociale en seksuele leven van patiënten die eraan lijden. Geestesziekten confronteren ons dus met een wonderlijke darwinistische ongerijmdheid. Hoe kan het dat de genen die een rol spelen in onze vatbaarheid voor zulke ziekten al die tijd aan natuurlijke selectie wisten te ontsnappen? Kan men dan niet verwachten dat zulke genen na verloop van tijd uit de genenpoel zouden verdwijnen? Of hebben geestesziekten misschien ook ongekende voordelen? Om dit raadsel te ontwarren werd in de voorbije decennia een gloednieuwe darwinistische discipline uit de grond gestampt: de evolutiepsychiatrie. Het nut van waanzin is een kritische inleiding in deze verrassende discipline, en richt zich tot een breed publiek van leken en specialisten die op een of andere manier geïnteresseerd zijn in de wondere wereld van de psychiatrie.
In the past decades two major developments have occurred in the field of mental health.
For a long time the diagnosis of a severe psychiatric disorder, like schizophrenia, included the devastating message of a bad prognosis and a disabled life, becoming dependant on the help of others. Studies on the course of serious mental illness however reveal that many people recover completely or to a large extent. On the basis of the outcomes of recovery studies a number of factors emerge: motivation, competences, taking on meaningful roles and activities, and external support factors.
In this process the own strengths of the person are crucial. These strengths can be nourished by developing a new personal perspective, enhancing self-confidence and receiving support from others. Peers, relatives and professionals can play an important role. Modern ways of treatment and psychosocial rehabilitation can contribute to the recovery process. In this book the principles and methods of a comprehensive rehabilitation approach are described.
This approach, also known as CARe, has been developed by the authors over the past 15 years. It is widely used in the Netherlands and Belgium as well as in a number of other European countries. CARe combines building a partnership with providing different forms of support to the person and his environment.