We zijn onlosmakelijk verbonden met de natuur. Daarom vinden we er zoveel deugddoende rust. Tegelijk wekken al die levende wezens om ons heen verwondering en fascinatie op. Bovendien is de natuur een ongelooflijk efficiënt, sterk en tegelijk flexibel web van onderlinge relaties tussen die levende wezens. Vol van natuur gunt je een alomvattend beeld van die onderlinge verbanden, leert je hoe je landschappen leest, en schept orde in de duizenden levensvormen die zo van elkaar verschillen. Zo gaat het in op elk thema dat ons begrip van de natuur bepaalt: van evolutie en het planten-, schimmel- en dierenrijk, over eco-systeemdiensten en ecologie, tot klimaat en natuurbeheer.
In 'Darwin in de stad' laat bioloog en hoogleraar Menno Schilthuizen zien hoe verstedelijking de evolutie van de natuur en dieren stuurt. In de toekomst leeft immers driekwart van de mensheid in de stad en gaat verstedelijkte omgeving steeds meer ruimte innemen. Een groot deel van de rest van het aardoppervlak is nodig voor landbouw, dus waar gaat de natuur dan naartoe? Naar de stad, toont Schilthuizen aan in dit wonderlijke en verrassende boek. En wanneer de natuur naar de stad gaat, neemt de evolutie een aparte wending. Stadsdieren worden brutaler en vindingrijker, stadsduiven ontwikkelen een detox-verenkleed en onkruid op straat krijgt een heel eigen type zaden. Dankzij evolutionaire aanpassing die zich voltrekt met snelheden waar Darwin niet van had durven dromen, raken mens en stadsnatuur steeds beter op elkaar ingespeeld en wordt een nieuw hoofdstuk in de evolutie van het leven op aarde ingeluid. Een hoofdstuk waarin, helaas, veel biodiversiteit verdwijnt, maar ook splinternieuwe dier- en plantensoorten het licht zullen zien.
Wat als je droomhuis in het aardbevingsgebied blijkt te staan? Wat als de plek waar je woont gevaarlijker is dan je had gedacht? Het overkwam Henk Tienkamp, die een huis kocht in het Groningse Woltersum. Niet alleen de gevolgen van de aardgaswinning zorgen voor scheuren in zijn muren, ook het eeuwenlange onverantwoorde gebruik van de bodem eist zijn tol. Menselijke exploitatiedrift leidt er toe dat het land steeds meer inklinkt en het water steeds hoger tegen de dijken klotst. Eén aardbeving kan het beslissende zetje betekenen voor zijn huis - of voor de regio. Hoewel de overheid de winst van de bodemexploitatie in haar zak heeft gestoken, kijkt ze nu de andere kant op. Mensen zoals Henk krijgen te maken met een hardvochtige aardbevings-bureaucratie. In plaats van samen een nieuwe en veilige toekomst te bouwen, wordt de burger vermorzeld door een systeem dat enkel in grootheden van euro's kan denken. Henk Tienkamp pakt de strijdbijl op, maar wat begin je in je eentje? In Ontaard land schetst Ineke Noordhoff een genadeloos beeld van het menselijk gemorrel in de Groninger bodem en de onmacht van overheden om op de lange termijn te handelen. Overtuigend laat ze zien dat het anders moet en kán. Want `wingewest Groningen', dat heeft geen toekomst.
Waarom zijn dieren gaan vliegen? Als vliegen evolutionair zo nuttig was, waarom zijn sommige dieren dan hun vleugels kwijtgeraakt? Is de mens het enige wezen dat gewichtloos kan vliegen?
In dit fascinerende en prachtig geïllustreerde boek vertelt de wereldberoemde evolutiebioloog Richard Dawkins hoe dieren en mensen de zwaartekracht hebben weten te overwinnen. Maar het gaat in zijn nieuwste boek ook over het vliegen van de geest, over het ontsnappen aan het alledaagse, met behulp van de wetenschap en de verbeelding.
Van de mythische Icarus tot Argentavis magnificens, de grootste vliegende vogel ooit; van de Wright Flyer en de Boeing 747 tot de slechtvalk en het elfje Tinkelbel in Peter Pan, ze vliegen allemaal over.
Over God als misvatting:
'Levendig en uitermate leesbaar.' The Times Literary Supplement
'Prikkelende, bemoedigende lectuur, die in het huidige klimaat als geroepen komt.' The Guardian
Past het dier nog op ons bord? Deze vraag houdt de Wageningse wetenschapper Imke de Boer al lange tijd bezig. De huidige veehouderij draagt bij aan de klimaatcrisis en het verlies van biodiversiteit. Moeten we daarom allemaal veganist worden? Misschien niet. Het is mogelijk dieren alleen nog te voeren met biomassa die wijzelf toch niet kunnen eten, zoals reststromen en gras. Dan past een beetje dierlijk voedsel wel in een duurzaam dieet. Maar is zo'n dieet nog wel gezond voor ons? En willen we überhaupt nog wel dieren houden en doden voor de productie van ons voedsel? Dit boek neemt je mee op een persoonlijke reis langs al deze vragen, en biedt de wetenschappelijke basis die nodig is voor het formuleren van antwoorden.
'Imke de Boer durft ons in dit boek haar innerlijke strijd te laten zien die velen van ons moeten herkennen: wat is onze fundamentele houding tegenover dieren? Een eerlijk en helder geschreven boek met behartenswaardige aanbevelingen, ook over de rol van dierlijk voedsel in een planeetvriendelijk dieet.' - Jan Terlouw
Imke J.M. de Boer is hoogleraar Dieren & Duurzame Voedselsystemen aan Wageningen Universiteit en heeft het bedrijf De Boer en Voedsel. Als systeemdenker wil zij bijdragen aan een duurzame voedseltoekomst. Voor haar visie daarop ontving ze in 2020, samen met haar team, de prestigieuze Rockefeller Food System Vision Prize.
'Imke de Boer beschrijft op een professionele en persoonlijke manier hoe de rol van het dier in ons voedselsysteem kraakt in haar voegen. Op heldere en overtuigende wijze laat ze zien dat verandering - hoe moeilijk ook - mogelijk is.'
- Jan Willem Erisman
'Er ligt een probleem op ons bord, las ik in dit confronterende boek. Nou ben ik me daar al jaren van bewust, maar gelukkig legt Imke de Boer uit hoe we het efficiënt van ons bordje kunnen vegen. Kwestie van carni-minderen.
Ik vrees alleen dat ik mezelf er nog regelmatig aan moet herinneren, want het is wennen, wennen, wennen.'
- Harm Edens
Wat we eten gaat de komende jaren drastisch veranderen. Ons huidige voedselpatroon is onhoudbaar, maar gelukkig schiet de technologie te hulp. Gaan we binnenkort allemaal aan de insecten? Welke bizarre mogelijkheden bieden in het lab gekweekt vlees? Kweken we het gros van onze smaakrijke gewassen in paars verlichte flatgebouwen waar geen zonnestraal bij kan? Printen we thuis pizza's met een 3D-voedselprinter? En hoe zit het eigenlijk met de lang geleden beloofde maaltijdpillen? Dit nieuwe deel van de serie Pocket Science praat je in no-time bij over het eten van de toekomst.
Kunnen vissen, bijen en zelfs garnalen tellen? Het antwoord is ja! Dit onderhoudende boek voor bèta's
én alfa's laat zien hoe ze dat doen en hoe ze net als de mens dagelijks belangrijke keuzes maken op
basis van getallen.
Dat dieren tellen blijkt uit verrassend onderzoek met onder meer chimpansees, guppy's en kraaien. Kikkers kiezen een partner aan de hand van het aantal kwaken. Leeuwen bepalen hun verdediging door te luisteren naar het aantal aanvallers dat ze horen brullen. En sommige vogels tellen net zo goed als kleine kinderen.
Hoe wij mensen de vaardigheid om te tellen en rekenen al sinds duizenden jaren handig benutten en hoe die zich ook bij verschillende diersoorten manifesteert laat brein-hoogleraar Brian Butterworth zien in Kunnen vissen tellen? Butterworth legt uit hoe het rekenkundige deel van de hersenen in elkaar
zit en hoe mens en dier daarmee hun voordeel doen. Met verhelderende illustraties.
'Een plezier om te lezen!'
- Ian Stewart, auteur van Professor Stewart's verzameling van wiskundige raadsels
In `De jacht' neemt Oswin Schneeweisz, een ervaren jager, de lezer mee het veld in en laat hem delen in de sensatie van het jagen. Daarnaast schetst hij een historisch portret van de jacht en gaat hij op zoek naar de waarde die de jagerstraditie nog heeft in de eenentwintigste eeuw. De praktijk van het jagen blijkt veel minder zwart-wit dan voor- en tegenstanders willen doen geloven. `De jacht' is een prikkelende, beschouwende bijdrage aan de discussie over dierenrechten, dierenactivisme en bio-industrie, en de plaats van de mens in de natuur. Schneeweisz gaat daarbij geen controversiële standpunten uit de weg.
`Landschapspijn' van Jantien de Boer gaat over het huidige boerenland, waar kleuren vervagen en geluiden wegsterven in het moderne land van zuivel, vlees en turbogras. Burgers maken zich grote zorgen over de teloorgang van bloemen, planten, vogels en insecten. Veehouders en akkerbouwers vechten voor hun bestaan. Een megastalboer zegt met ingehouden woede dat er maar weer eens een hongerwinter moet komen. `Dan leren mensen ons tenminste opnieuw waarderen.' Deze groeiende kloof tussen landbouwers en burgers bemoeilijkt een gesprek over de toekomst van ons platteland. Door de perspectieven van beide kampen te laten zien hoopt De Boer bruggen te bouwen. We kunnen immers niet langer machteloos toezien hoe onze lentes jaar na jaar stiller en stiller worden.
In Schaduwkust beschrijft Ineke Noordhoff aan de hand van vier generaties Sijpkens hoe deze boeren de Waddenzee terugdringen en het kustlandschap naar hun hand zetten. De Westpolder, in 1875 aangelegd, staat model voor de inpolderingen langs de Groningse Waddenzee waarover hardnekkige strijd is geleverd met de elementen en de overheden. Jonge zonen, soms amper volwassen, pakken de draad op waar hun vaders los moesten laten. Waar overgrootvader, de herenboer Sijpko Sijpkens, was omgeven door een ruime kring aan personeel en dieren, is het rondom de vierde generatie Sijpkens op dezelfde boerderij aan het begin van de eenentwintigste eeuw doodstil. Aan het werk op het land komt bijna geen mensenhand meer te pas. Inmiddels is de interactie met de zee gestaakt en blijven de dorpen verweesd achter. Schaduwkust is een indrukwekkend verhaal over de complexiteit van het boerenland en -bedrijf en laat pijnlijk duidelijk zien dat het tijd is voor verandering.
Achter de sierlijk gedreven toegangshekken van het Vondelpark woedt een tweefrontenstrijd. Enerzijds verzet het park zich tegen de stadswildernis, de vervuiling en vandalisme van hordes parkbezoekers, anderzijds wapent het zich tegen de de stadswildernis, de vervuiling en het vandalisme, anderzijds wapent het zich tegen de wildernisnatuur van het moeras waaruit het park is opgetrokken. Recentelijk geldt op twee plekken in het park een gedeeltelijk staakt-het-vuren. Op twee publieksvrije eilandjes mag de natuur onverstoord haar gang gaan. Maar achter het vernis van 'herwildering', wat de nieuwste trend in het Nederlandse natuurbeheer is, gaat een ongemakkelijke waarheid schuil. In dit essay onderzoekt Norbert Peeters aan de hand van de historie van het Vondelpark de veranderende verhouding tussen mens en natuur.
Mensen beschouwen zichzelf als superieur. We plaatsen onszelf op een voetstuk, verheven boven de rest van de levende wereld. Daardoor nemen we het vaak niet zo nauw met dierenwelzijn en het milieu. Nochtans wordt ons gedrag sterk verklaard door onze evolutie en hebben we dezelfde achtergrond als alle andere dieren. Een beter begrip daarvan kan ons nederiger maken, schrijft Mark Nelissen.
In Voetstuk vertelt hij in zijn gekende stijl hoe veel alledaagse dingen in oorsprong heel oud zijn. Maak kennis met de kracht van onze blik en lach, met de invloed van het milieu op ons gedrag, met ons bewustzijn en moraal, met selfies en denkbeeldige spiegels, met idolen en influencers, met het herkennen van je familie en met het bieden van hulp.
Van Meatloaf tot de neanderthaler, over humor en verliefdheid, tot ons gedrag aan het zwembad: Mark Nelissen haalt de mens liefdevol en overgoten met een flinke saus humor van zijn voetstuk.
Tegenwoordig leven we in supergeconcentreerde omgevingen, bewegen we ons met een onvoorstelbare snelheid over de wereld, bestrijden we pijn met een pilletje en schieten we raketten af die honderden kilometers verder volledige steden kunnen platleggen. Kortom, ons leven is in niets vergelijkbaar met dat van onze verre voorouders, de jager-verzamelaars. Alleen... we delen wel nog altijd dezelfde genen. Daarom vertonen we soms gedrag dat onaangepast lijkt te zijn aan onze moderne tijd. In dit boek gaat gedragsbioloog Mark Nelissen op zoek naar de ware aard van de mens. Hij keert hiervoor terug naar onze oorsprong en bekijkt hoe onze fabrieksinstellingen ons vandaag nog altijd deels sturen, en hoe het samenspel tussen aangeboren en culturele krachten (nature/nurture) in ons gedrag ons vormt tot de complexe mens die we vandaag zijn.
Gedragsbioloog Mark Nelissen toont met veel humor aan dat Darwin om elke hoek loert. Waarom krijgen vrouwelijke obers grotere fooien dan hun mannelijke collega's? Wat is het nut van pijn? Zijn wij allen homo's? Discrimineren wij onze kinderen? En waarom klapt een tevreden publiek overal ter wereld in de handen? In Darwin in de supermarkt toont gedragsbioloog Mark Nelissen met veel humor aan dat de evolutietheorie om elke hoek loert. Op straat en in de winkel, in de krant en in e-mails: de sporen van Charles Darwin duiken overal op. In dit licht verteerbare, maar wetenschappelijk stevig onderbouwde boek opent Mark Nelissen onze ogen voor Darwins indrukwekkende erfenis en weet hij zo menselijk gedrag te verklaren. Waardoor je de persoon voor je aan de kassa nooit meer op dezelfde manier zult bekijken...
Al jaren onderzoeken biologen aan de hand van laboratoriumexperimenten, veldwerk en computersimulaties de geslachtsorganen van allerlei organismen: van muizen en mollen, slakken en slangen, watermijten en walvissen. Vaak is alleen aan de genitaliën te zien om welke soort het gaat. Eén vraag houdt de gemoederen al lange tijd bezig, namelijk waarom de penissen en vaak ook hun vrouwelijke equivalenten zo verschillen van soort tot soort.
In de afgelopen twintig jaar hebben onderzoekers ontdekt dat geslachtsdelen, ook die van de mens, een belangrijke rol spelen in de evolutie van de soort. In Darwins peepshow beschrijft Menno Schilthuizen de nieuwe perspectieven die inzicht bieden op de ontwikkeling en het gedrag van soorten.
DE EENDENMANOP Z'N BEST
Een ontploffende potvis, een kikker die zich vergrijpt aan een goudvis, een paasei pikkende ekster, een schaamluis van koninklijken huize, en de gier die voor Israël spioneerde. Het zijn geen alledaagse dierenverhalen maar onderwerpen van de column `Beest die Kees Moeliker sinds 2009 schrijft voor NRC Handelsblad. Ze zijn kort, bondig, droogkomisch, doorspekt met keiharde wetenschap en komen voort uit de actualiteit, talloze tips, eigen natuurobservaties en zijn rijke archief vol onwaarschijnlijk onderzoek.
De bilnaad van de teek bundelt 115 stukjes beest gezien door de bril van een bevlogen bioloog. Een boek vol gewone en bizarre beesten, hun onverwachte vormen en opmerkelijke gedrag, maar ook over mensen die ze met passie en volharding bestuderen.
Met de ware verhalen achter de inmiddels legendarische dode dieren zoals de onthoofde kanarie van Kollumerzwaag, de McFlurry-egel, de traumameeuw en de Tweede Kamermuis.
Kees Moeliker is conservator van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, European Bureau Chief van Improbable Research en stand-up bioloog. Hij schrijft voor Straatgras, NRC Handelsblad en HP/De Tijd en is regelmatig te beluisteren als columnist van het radioprogramma Vroege Vogels.
Eerder verscheen van hem De eendenman. Over homoseksuele necrofilie en ander opmerkelijk diergedrag.
De pers over De eendenman
`Bij vlagen hilarisch' Algemeen Dagblad
`Moelikers onstuitbare zucht naar het kleinste detail werkt op de lachspieren' Gay Krant
`Een fijne pen' VPRO Gids
`[...] bracht een apart geluid in de natuurhistorische literatuur van de Lage Landen' De Standaard
Een veelzijdig boek over historische en recente ontwikkelingen in de vegetatie- en plantengeografie. Behandelt o.a. de Europese en mondiale verspreiding van vaatplanten, plantengeografie in Nederland, halfnatuurlijke graslanden, hotspots van plantendiversiteit en effecten van klimaatverandering.
Het is een boek waarin de meest uiteenlopende vragen aan de orde komen. Waarom bijvoorbeeld groeit de Nothofagus, een oeroud geslacht dat al bestond ten tijde van Gondwanaland, wel in Zuid-Amerika en Australië maar niet in Afrika? Welke planten kunnen we in Nederland verwachten als het warmer wordt? En hoe verandert de Europese en mondiale verspreiding van planten?
'Grenzen in beweging' geeft een boeiend overzicht van de historische en recente ontwikkelingen in de vegetatiegeografie. Interessant voor ecologen, floristen, studenten en gewone plantenliefhebbers. Toegankelijk geschreven en rijk geïllustreerd met talrijke kaarten, tekeningen, tabellen en grafieken. Inclusief uitgebreide literatuurverwijzingen.
Dit boek is het 1e deel van een reeks Vegetatiekundige Monografieën, een initiatief van de Radboud Universiteit Nijmegen en Universiteit van Wageningen.
De eindredacteuren, Joop Schaminee en Eddy Weeda, vertegenwoordigen samen vele decennia aan plantenecologische ervaring.
Natuur, planten, ecologie, vegetatiekunde, plantengeografie, planten, flora, fauna, natuurontwikkeling, natuurbeheer, natuurherstel, biodiversiteit, plantenbiologie, evolutie, bioglobalisering
In Waarom zijn er zoveel soorten? verbaast bioloog Menno Schilthuizen zich over de enorme soortenrijkdom van al wat leeft, te beginnen bij zijn eigen achtertuin. Als hij de biodiversiteit in zijn tuin precies zou kennen, hoeveel zou die dan verschillen van die in de tuin van de buurvrouw? En als hij alle soorten zou tellen, springend over het ene tuinhek na het andere, hoe snel zou de soortenlijst dan groeien? Waarom is die diversiteit zo groot? En waar houdt het op?
Schilthuizen neemt ons mee naar grotten, oerwouden en koraalriffen om die vragen te beantwoorden. Hij bezoekt laboratoria en proefvelden van bekende en minder bekende ecologen en laat de lezer kennismaken met klassieke en moderne theorieën. Waarom zijn er zoveel soorten? Duikt in complexe ecosystemen en laat op toegankelijke wijze zien hoe alles met elkaar verbonden is en hoe kwetsbaar die verbindingen zijn.
In onze westerse samenleving is eeuwig jong het motto. Ouder worden boezemt angst in en oudere mensen worden al te vaak als 'niet meer nuttig' weggezet. Gedragsbioloog Mark Nelissen toont het tegendeel aan. Oma's en opa's zijn er omdat ouderdom evolutionair nuttig is. Sterker nog: het ontstaan van de mens is onlosmakelijk verbonden met het ontstaan van ouderdom. In Eindelijk oud herstelt Mark Nelissen de vijftigplusser in ere. Hij legt haarfijn uit waar de oudere mens evolutionair vandaan komt, wat ouder worden biologisch inhoudt, waarom de menopauze nut heeft en vooral: waarom we er moeten naar uitkijken om... eindelijk oud te worden.
Geerdt Magiels vergelijkt het leven en werk van Freud en Darwin. De zoektochten van deze spraakmakende denkers illustreren hoe moeilijk onderzoek is, hoe gemakkelijk we op dwaalsporen terechtkomen, hoe ongemerkt illusies en verzinsels onze kijk op de werkelijkheid vertekenen en hoe snel de verbeelding de waarheid op sleeptouw neemt. Niemand is immuun voor de verleiding van een grandioos nieuw inzicht, zelfs niet de knapste koppen.
De vergelijking tussen Freud en Darwin is daarom ook een oefening in kritisch denken, in het leren onderscheiden van feit en fictie, in het verkennen van het rommelige grensgebied waar wetenschap overgaat in pseudowetenschap en filosofie in pseudofilosofie.
De verkenning van de evolutietheorie en van de psychoanalyse vormt een praktische gids in de zoektocht naar betrouwbare kennis.
Dit is het 2e boek in een 3-luik over de huidige en toekomstige ontwikkelingen in de maatschappij, de oorzaken, gevolgen en oplossingen.
Het geeft inzicht in de diversiteit van het denken van de mens, de diversiteit van intelligentie van de mens en de diverse en unieke combinaties hiervan. Daarnaast geeft het de gevolgen
weer voor onze wereld, onze maatschappij, de mensheid en de ontwikkelingen die daarmee samenhangen. Het onderwijs, de economie, organisatie ontwikkelingen, het opkomend nationalisme, de tweedeling in de maatschappij en de huidige ontwikkelingen in de technologie en trends die daar direct mee in verband staan.
De schrijver wil met dit boek awareness creëren, mensen tot nadenken bewegen, bewust maken van deze ontwikkelingen en zichzelf.
De evolutie van de mens is in volle gang en we kunnen deze zelf sturen met de juiste kennis en zelfbewustzijn.
Voor meer informatie over de schrijver kunt u haar website bezoeken:
www.edithborghuis.nl
Over homoseksuele necrofilie en ander opmerkelijk diergedragOp een mooie dag vloog een eend zich dood tegen de glazen gevel van een natuurhistorisch museum. Gealarmeerd door de harde klap keek conservator Kees Moeliker uit het raam: voor zijn ogen werd de versdode woerd langdurig 'verkracht' door een andere mannetjeseend. Voor de droog-wetenschappelijke publicatie over dit eerste geval van homoseksuele necrofilie bij de wilde eend ontving hij de Ig Nobelprijs, voor onderzoek ¿dat je eerst aan het lachen maakt en daarna aan het denken zet'. Met een zelfde gevoel voor humor en publiciteit haalde hij de wereldpers met zijn oproep om - voor het te laat is - met uitsterven bedreigde schaamluizen aan het museum te schenken.In dit boek vertelt ¿de eendenman' de verhalen achter de eend en de schaamluis, en put hij uit zijn rijke archief van ander onwaarschijnlijk onderzoek en nog meer opmerkelijke waarnemingen, waaronder die van een transseksuele fazant, kraaien die raamslachtoffers onthoofden en een merel die al vier jaar bijna niets anders doet dan tegen het raam vliegen. Een fascinerend boek, met vreemde vogels in de hoofdrol.
Yn De rykdom fan it ferline fertelt Reinder Politiek oer it boerelibben yn syn bertedoarp Kimswert yn de tiid dat hy jong wie. Hoe't hy, lykas syn heit, boer wurden is, krekt as syn pake en oerpake. Der feroaren yn dy tiid net in protte dingen. Alles stie fêst en gie sa as it al jierren lang gien wie. Alles moast mei de hân dien wurde, en mei help fan hynders. It wie soms dreech om de fruchten út de grûn en op 'e tiid ûnderdak te krijen, sadat der yn 'e winter genôch te iten wie foar minsk en bist, en men der ek noch in sintsje fan oerhâlde koe foar de âlde dei.
It ferskil mei hoe't it der hjoed-de-dei om en ta giet, is enoarm. Masines hawwe it wurk fan minsken en hynders oernommen, earmoede bestiet hast net mear, en benammen de ferhâlding tusken boer en wurknimmer is gâns oars wurden. In boer wie doe noch hearsker op eigen hiem en in arbeider wie yn syn eagen gauris neat wurdich.
Feroaringen ten goede, soe men sizze, mar der is ek in bulte ferdwûn, wêr't de minsken no neat mear fan witte. Yn De rykdom fan it ferline komt in skala fan ûnderwerpen oan 'e oarder dy't it âlde boerelibben wer stal jouwe foar de minsken fan no. Yn geef Frysk en soms mei wurden dy't komselden mear brûkt wurde, sketst Politiek it rike boerelibben fan syn jeugd.
Reinder Politiek hat mei nocht fyftich jier boer west. Neist it boerewurk hat er altyd ynteresse hân foar skiednis, benammen de skiednis fan syn doarp Kimswert.
Al mear as 25 jier skriuwt hy ferhalen yn 'e doarpskrante, meast oer it ferline. Hy hat ferskillende boekjes útjûn oer it doarpslibben, û.o. in boekje mei âlde doarpsfoto's en in boek oer de Laurentiustsjerke fan Kimswert. Hy hat ferskate ekskursies laat rûnom en troch dizze fraaie âlde tsjerke. Politiek is in rasferteller en dat komt prachtich ta utering yn dit boek.
Hét boek dat dé methoden en toepassingen van Sensorisch Onderzoek behandelt.
Deze volledig herziene zesde druk bevat de allernieuwste inzichten en visies op dit vakgebied!
Voor zowel de (ervaren) sensorische onderzoeker als voor ieder ander die in studie of werk met smaakonderzoek, voedingsmiddelentechnologie of food marketing te maken heeft.