Filter
Uitgevers
Talen
Formaten
Uitgeverij G.A. Van Oorschot B.V.
-
A.L.Snijders (1937-2021) is onlosmakelijk verbonden met het zkv (zeer korte verhaal), stukken niet langer dan een pagina of twee, waarin een idee, herinnering of ontmoeting centraal staat. Voor deze bundel maakte Arjen Lubach, vriend en liefhebber van het werk van Snijders, een selectie uit zijn imposante oeuvre. In zijn nawoord schrijft hij: 'Snijders gaat in een paar zinnen recht op zijn doel af: sfeer creëren. Een sfeer waar je de ene keer in wilt wonen, en de andere keer opgelucht op grote afstand van blijft, maar wel blij dat je er getuige van mag zijn.
-
Alice in Wonderland & in Spiegelland
Lewis Carroll
- Uitgeverij G.A. Van Oorschot B.V.
- 19 November 2024
- 9789028244269
Sommige boeken verouderen nooit en Alice in Wonderland is er zo een. Sinds de verschijning is de populariteit alleen maar toegenomen, en inmiddels is Alice in Wonderland onbetwist het beroemdste kinderboek ter wereld. Voor klein én groot - dat is het wonderlijke.
Er gaat een magische aantrekkingskracht uit van het verhaal, en van de speelse verteltoon van Lewis Carroll. In de fonkelnieuwe vertaling van Robbert-Jan Henkes blijft die toon volmaakt behouden, net als Carrolls even grote lenigheid in proza als in poëzie. Dit is de volledige Alice in levend Nederlands, met gedichten die in het Nederlands geschreven hadden kunnen zijn en grapjes die niet voor de Engelse onderdoen.
De oorspronkelijke illustraties van John Tenniel werden ingekleurd door Floris Tilanus en maken deze uitgave tot een complete lust voor het oog. -
De intense rijkdom van het bos: van het Teutoburgerwoud tot de taiga, van het tropische regenwoud op Borneo tot het Sherwood Forest, van het Forest of Dean tot de Veluwe - Jerker Spits vertelt in Onder het bladerdak over ruim tweeduizend jaar woudgeschiedenis. Hij diept bekende en minder bekende historische figuren op uit het lommerrijk verleden en weet een inspirerende veelheid aan schitterende verhalen uit de rijke humuslaag van het bos omhoog te trekken.
Spits schotelt Romeinse generaals voor die in Germaanse wouden aan de grens van hun wereld en voorstellingsvermogen
kwamen. Hij schrijft over de honger naar hout, betoverde bossen, geheimzinnige sprookjes en wolfskinderen. Het bos is de plek van zowel ontroerende als wrede sprookjes, van houtkap en natuurbeheer, van dwarse geesten en rebellen - en niet in de laatste plaats van onze angsten, dromen en verlangens. In het woud huizen verhalen over wie we als mens eigenlijk zijn.
Tussen deze wonderlijke verhalen door ontdekt de lezer hoe eiken groeien, hoe je hout oogst en hoe je in het bos de sporen van een wolf ontdekt. Een boswandeling zal nooit meer hetzelfde zijn. -
De wijsheid van eksters
Herbert Prins
- Uitgeverij G.A. Van Oorschot B.V.
- 14 November 2024
- 9789028244283
Een bergeend lijkt zich evenzeer thuis te voelen in de kwelders langs de Waddenzee als op de steppes in Mongolië. Maar hoe zit dat met een mens? Waar voel je je thuis en waar voel je je een volslagen vreemde? Ecoloog Herbert Prins begon zijn grote trek toen hij nog amper volwassen was, als bediende op de grote vaart. Later, als natuurhistoricus, nam hij de wisselwerking tussen natuur en cultuur onder de loep.
De mens reist en moet zich pas sinds vrij recent in de geschiedenis van de soort iets aantrekken van geografische grenzen. Dieren en zaden reizen al sinds jaar en dag, maar trekken zich niets aan van grenzen. Alhoewel - wat zou een krokodil in de Waddenzee te zoeken hebben?
Van een boeddhistische monnik die hyperspecialist is in het gedrag van blauwschapen, tot een kudde stomdronken Russische arbeiders die genadeloos uit een trein wordt gezet, zo de ijskoude nacht in; van de mythische muskusos tot een hongerige ijsbeer voor de deur, van cabin fever tot thuisgevoel. In De wijsheid van eksters toont Herbert Prins zich een aanstekelijk verteller en een scherpzinnig observator van de wereld om zich heen. Maar bovenal is dit boek een reflectie op grenzen en thuisgevoel van een van 's werelds vermaardste ecologen. -
De hippierevolutie is niet begonnen in de sixties, maar al in het fin de siècle. Tussen 1900 en 1914 wemelt het in Europa van de alternatievelingen: ze trekken van stad naar stad, leven in zelfgecreëerde hippieparadijsjes, prediken de vrije seks, halen hun spirituele inzichten uit India en Tibet en experimenteren met psychedelische middelen. Het magies sentrum van de eerste hippies, Monte Verità, bevond zich in Zwitserland. Toch hebben opvallend veel bewoners van de Lage Landen een bepalende rol gespeeld in deze vrolijke revolutie.
De eerste hippies trekt op met de bloemenkinderen van het fin de siècle, maar onderzoekt ook de sporen die deze hippiebeweging heeft nagelaten. En daar zijn er verrassend veel van. De provo's, de bloemenkinderen van de jaren zestig, de New-Age-beweging, antivaxers en zelfs rechts-extremisten leunen op deze natuurmensen, barrevoetsprofeten, anarchisten, idealisten, utopisten en futuristen. De eerste hippies brengt met aanstekelijk plezier de verbeelding weer even aan de macht. -
In Vier de teugels is Sonia aan het woord, een paardentrainer. Het is een intiem levensverhaal dat, in betoverend beknopte zinnen, een kijkje geeft in een parallelle wereld die we zelden betreden, die van de paardenraces. Langs de renbaan nippen mannen in peperdure pakken van hun champagne, maar achter de schermen heersen loodzware omstandigheden en een gewelddadige machocultuur. Sonia kent onvoorwaardelijke liefde voor de paarden die zij traint en werkt tegelijk in een wereld die in een paardenlijf slechts economische waarde ziet.
Met verbluffende precisie schetst Kathryn Scanlan in korte hoofdstukken de alledaagse en uitzonderlijke gebeurtenissen die een mensenleven vormen. Het boek kon op overweldigend veel lof rekenen in Engeland en de VS, en is door zowel The New Yorker als The Guardian uitgeroepen tot boek van het jaar. -
Doe normaal, wees dankbaar en werk hard. Dat is altijd het mantra van Bie Chan geweest, maar alles wat ze zo zorgvuldig had opgebouwd raakt ze in een paar weken kwijt: haar relatie met een opgeruimde man uit een goed nest, haar baan op de Zuidas en een comfortabel huis met hoge plafonds en designmeubelen.
Ze trekt zich terug in een krap appartement met schimmel in de badkamer en neemt haar oude en eigenzinnige moeder in huis. Heeft ze het recht op geluk verspeeld of is er een weg terug? Ze denkt aan haar Oom Kit, die haar ouders ervan overtuigde naar Nederland te komen, maar zelf zijn leven lang door ongeluk werd achtervolgd, zelfs nadat hij de loterij had gewonnen.
Kom maar liggen is een schrijnende en tegelijk lichte roman over ergens deel van uitmaken en er buiten staan. Sun Li weet de hunkering naar succes, het belang van familiebanden en de dwingende kracht van woorden met elkaar te verbinden. -
De archeologie van het verlies
Sarah Tarlow
- Uitgeverij G.A. Van Oorschot B.V.
- 8 November 2024
- 9789028244245
Als archeologe houdt Sarah Tarlow zich bezig met rituelen rondom de dood en rouwverwerking. Haar onderzoek richt zich op de vraag hoe mensen begraven werden en hoe men afscheid nam van dierbaren in vroeger tijden.
Kort na haar aanstelling aan de Universiteit van Leicester in 2012 vertoont Sarahs partner Mark de eerste symptomen van een neurologische aandoening. Hij gaat in rap tempo achteruit, en kan al snel niet meer autorijden, lopen, proeven of voor zichzelf zorgen. Hoewel Sarah zich academisch volledig heeft gewijd aan haar onderzoek naar hoe mensen in het verleden zijn omgegaan met verlies en verdriet, had niets haar voorbereid op de taak van mantelzorger, op het verlies van haar levensgezel en op de leegte die de dood ten slotte achterlaat.
De archeologie van het verlies is een genadeloos eerlijke memoire, die op kunstige wijze levenservaring en wetenschappelijke kennis combineert. Een echte aanrader voor liefhebbers van Het zoutpad en H is voor havik. -
Otto de Kat keert terug in de flat van zijn allang overleden ouders, die daar in 1941 kwamen wonen, in een gebombardeerd Rotterdam. Hij werd er na de oorlog geboren en groeide er op. Nu richt hij zich opnieuw in, en uit alle kamers komen de herinneringen, oude geschiedenissen en soms nieuwe inzichten. Hij duikt onder in de microkosmos van het gezin, en weer ondergaat hij de toverwereld van zijn jeugd. Door alle onontkoombare herinneringen heen schetst hij het leven van zijn ouders in de oorlogsjaren, waarin ze in hun flat en hun straat ondanks alles zoveel geluksmomenten kenden.
Meanderend en associërend tekent hij de kaart van een verleden dat niet wil verdwijnen. Het geloof en de dood van zijn moeder, de ziekte van zijn vader, hoe zijn broer en hij hetzelfde meisje liefhadden, het verongelukken van zijn beste vriend. Zeer ingrijpende en aangrijpende gebeurtenissen, maar hij weet zo te schrijven dat er iets lichts uit ontstaat, iets zachts, iets dat alles te maken heeft met geluk. -
Je keek te ver
Marjoleine de Vos
- Uitgeverij G.A. Van Oorschot B.V.
- Terloops
- 21 April 2020
- 9789028251168
Marjoleine de Vos wandelt elke dag een rondje vanuit haar huis in het Noord-Groningse Zeerijp. Onder een strakblauwe hemel, een grijs wolkendek of genadeloze regen, ze zijn er altijd: de akkers in bloei of kaal, de kraaien, de bomen in alle stadia van blad of niet blad, het kerkje van Eenum. Soms uien op het land, soms dollende hazen - alles is altijd hetzelfde en altijd anders.
Wat is het toch dat je zo kunt verlangen naar wandelen, vraagt De Vos zich af in Je keek te ver. Ze denkt na over het verschil tussen stad en platteland, de plek van cultuurlandschap in Nederland, over de kunst van het verliezen, landschapsleescursussen. En over hoe het hoofd zich verhoudt tot het lichaam: vaak zijn gedachten maar al te druk bezig, alsof je helemaal niet door een landschap loopt maar uitsluitend door je eigen bange, drukke hoofd. Kijk om je heen, moet je dan tegen jezelf zeggen. Niet de tijd in, maar over het land. Je keek te ver. Dat wat je zoekt is hier. -
Waar je ook bent, wie je ook ontmoet, wie je ook verliest en soms weer terugvindt - de zoektocht om jezelf te doorgronden gaat altijd door. In het oeuvre van Frida Vogels is het nauwgezet zelfonderzoek altijd leidend geweest. Met haast mathematische precisie volgt ze de bewegingen van het hart, zowel in haar dagboeken als in de roman De harde kern, waarmee ze in één klap haar naam vestigde.
In den vreemde geeft een meeslepende beschrijving van Vogels' jeugd in Bloemendaal en Laren, bestrijkt de oorlogsjaren met hongertochten naar boerderijen in de nabije omtrek, en voert via Parijs naar Italië, waar ze zich vestigt, eerst in Milaan, later in Bologna. Elk jaar keert ze drie maanden terug naar Amsterdam om rustig te kunnen schrijven.
Dit rijke, caleidoscopische boek, dat ook gaat over de Italiaanse familieleden en collega's van Frida Vogels' man Ennio, fungeert als waardige sluitsteen van haar oeuvre. -
Een Drents gehucht, niet meer dan een handvol bescheiden huisjes en een verlaten boerderij, wordt doorkruist door een in zichzelf gekeerde wandelaar. Hij kijkt nauwelijks op of om, in de mensen die er wonen is hij niet geïnteresseerd. In zijn onwetendheid zet hij hen weg als nietig, burgerlijk en simpel, dit in grote tegenstelling tot hemzelf. Maar de bewoners openbaren zich als spelers in de absurde poppenkast die leven heet.
Er zijn de stadse zussen die, al kiftend, niet met en niet zonder elkaar kunnen. Er is de vrouw die wacht op de terugkeer van haar verdwenen dochter, een dure stedeling op zijn hoge paard, de wonderlijke nieuwe bewoonster die nog tussen de verhuisdozen de draad van haar bestaan probeert te vinden, en de oude boer die haast onder zijn gewetensnood bezwijkt.
Martha Heesen weet met Grondsoorten diep in de denkwereld van een kleine gemeenschap door te dringen. Ze schept een weefsel van meerstemmigheid dat eenvoudig lijkt, maar uitblinkt in verfijning. -
Op een dag krijgt Nicola geen geld meer voor haar bacterie-onderzoek, terwijl ze iets groots op het spoor denkt te zijn. Op min of meer hetzelfde moment wordt ze volkomen onverwacht verlaten door haar geliefde. Dat verlies brengt eerdere verliezen naar de oppervlakte en brengt tevens verloren verlangens bij haar terug.
Op drift geraakt hervindt ze de vrijheid. Ze gaat onverstoorbaar door met het kweken van haar bacteriën in een hoek van het laboratorium, en onttrekt zich aan de blik van anderen. Het onderzoek kan een duwtje in de rug gebruiken, en dat duwtje geeft ze dan ook.
Ze ontmoet Louis, een man van wie ze volkomen in de ban raakt. Ze bespioneert hem en dringt buiten zijn medeweten zijn huis binnen - een relatie ontluikt. Zowel met Louis als met de Leptotrichia animalis in haar laboratorium gaat Nicola haar goddelijke gang en lapt ze regels en normen aan haar laars.
In het oog is een roman over iemand die floreert als onderzoeker, maar zich het comfortabelst voelt als ze zelf in de schaduw blijft. Het is een roman over kijken en gezien worden, over bedrog, macht, machteloosheid en verantwoordelijkheid - in relaties en in het werkzame leven. En, bovenal, over de helende kracht van de liefde. -
Gijs Wilbrink groeide op in de Achterhoek - dat dacht hij althans, tot iemand hem er fijntjes op wijst dat de plek waar zijn ouderlijk huis staat bij de Liemers hoort. Wat is dit nu, denkt hij, moet ik mijn afkomst heroverwegen? Wie ben ik eigenlijk?
Wilbrink neemt zich één ding voor tijdens zijn lange wandeltocht langs de Oude IJssel, de rivier die in deze kwestie als gewraakte regiogrens optreedt: hij wil vlak langs het water blijven lopen. Maar op zijn weg vindt hij, naast muskusratten, rietzangers en prachtmooie ijsvogels, ook talloze hindernissen. Prikkeldraad, bordjes, verboden en geboden scheiden het ene eigendom van het andere.
Waar komt toch dat verlangen naar afbakening vandaan, waarom zet iedereen zo graag een hek rond zijn tuin? Wilbrink bevraagt deze voorliefde voor het stellen van grenzen en staat stil bij zijn eigen persoonlijke en lichamelijke grenzen. Strangwater is een even geestige als gelaagde verkenning van de eeuwige drang om paaltjes te slaan. -
Jarenlang bezoekt Rob van Essen elke week zijn bejaarde moeder in Huizen. Vanuit Amsterdam neemt hij eerst de trein en dan de bus. Altijd weer een hele expeditie die hem net iets meer tijd kost dan hij heeft. Een opmerking van zijn leraar zenmeditatie zet hem op het juiste spoor, en voortaan loopt Van Essen het laatste stuk, van station Naarden-Bussum naar Huizen, een wandeling van zo'n zeven kilometer, en aan het eind van de middag weer terug.
Eerst strompelend en later op lichte voeten wandelt Van Essen een vaste route, langs de bebouwde kom, de half-bebouwde kom, het Eerste Bos en het Tweede Bos. Onderweg sluit hij vriendschap met een roodborsttapuit, overdenkt hij hoe licht wordt vormgegeven en welk ritme er zit in stilstand en beweging. Heen en weer is een zoektocht naar de ware vorm, en tegelijk een klein monument voor een moeder - en voor de onbekende die aan de rand van een dennenbosje werd herdacht. -
De twintigjarige Afro-Amerikaanse Bigger Thomas is afkomstig uit een achterstandswijk in Chicago. Tijdens zijn eerste etmaal als chauffeur in dienst van een gegoede witte familie vermoordt hij de dochter des huizes, en slaat hij op de vlucht. Zowel de moord en aanleiding ertoe, zijn vlucht en het verdere verloop tot aan het vonnis in de rechtszaak zijn doordrenkt van het racisme dat Biggers hele wereld en leven bepaalt.
Het verhaal van Bigger toont niet alleen het tot in de haarvaten doorgedrongen racisme van zijn tijd, maar houdt ook ons nu een spiegel voor. Door dit pijnlijke, messcherpe verhaal staan Bigger Thomas en zijn problemen blijvend in de gedachten van de lezer geëtst.
Richard Wright weet voelbaar te maken wat racisme met een mens doet, en hoezeer het een maatschappij ontwricht. Dat maakt Een van ons (Native Son) tot een iconische roman. -
Goed geluimd hof
Casper van der Veen
- Uitgeverij G.A. Van Oorschot B.V.
- 27 September 2024
- 9789028244214
In Goed Geluimd Hof vertelt Casper van der Veen over Amsterdam aan de hand van namen van straten, bruggen, grachten, pleinen, stegen, sluizen, plantsoenen, hofjes en een enkele road.
-
Met Eiland van gisteren schetst Nico Dros, geboren Texelaar, het eiland in al zijn kleuren. Hij weet aan Texel, naast drama en vlijmend leed, een ruwe lieflijkheid te geven die de lezer blijmoedig stemt.
De tien verhalen van het eerste deel roepen een rustieke samenleving op zoals die ruim een halve eeuw geleden nog bestond. In het tweede deel - over het eiland van eergisteren (1850- 1925) - maken we kennis met het dagboek van Jacob Huizinga, een doopsgezinde vermaner die probeerde zijn kerkvolk van drank en ontucht af te brengen, het verhaal van Frerik van der Vis, een visserman die zijn leven in een berijmd volksepos gestalte gaf en Floris Dekker, een 'ziener' die de patriarch werd van een kleine gemeenschap in een kwijnende polder.
Het boek eindigt met een montere beschouwing over het Tessels, een streektaal die op sterven na dood is. Maar Dros wekt haar tot leven. -
Zo oud als de tijd
Gerard Koolschijn
- Uitgeverij G.A. Van Oorschot B.V.
- 21 Augustus 2024
- 9789028244092
In het eerste deel van Zo oud als de tijd vertelt de schrijver over zijn belevenissen met vrouw en kind, thuis en op reis, afgewisseld met verhalen over de niet bij name genoemde Klytaimestra, een vrouw van dertig eeuwen geleden, die in de wereldliteratuur doorgaans als een monster wordt afgeschilderd. Als meisje leeft zij in een prachtige vallei, met een vader die haar legendarische verhalen vertelt en als koning zijn volk verbiedt de zee op te gaan. Zij moet haar idyllische leven opgeven voor een huwelijk met een buitenlandse, machtsbeluste vorst, die onder religieuze politieke druk hun dochter opoffert om overzee oorlog te kunnen voeren.
In het tweede deel zijn de oorlogvoerende mannen en hun vrouwelijke slachtoffers aan het woord. De oorlog duurt jarenlang, de verbinding met het thuisfront wordt verbroken. Geleidelijk voelt de vrouw zich vrijer. Wanneer een oude vijand van haar man haar voorzichtig benadert slaagt zij er met zijn hulp in haar man bij zijn triomfantelijke terugkeer te doden.
In het laatste deel spuwt de schrijver, al dicht bij de dood, zijn gal over het botte, grote mensdier, dat blind voor de schoonheid van het kleine leven de greep op zijn daden voorgoed verliest en het onderspit delft tegen de natuur. -
Café Dorian bevindt zich in een buitenlandse stad. Het vertoont gebreken en loopt slecht, tot de Hollandse kastelein besluit een kok in dienst te nemen. Na een lovende recensie gaan de zaken beter dan hij had durven dromen. Dit is de plek die de vertelster hem toewenst: het middelpunt te zijn van al dat leven - geliefd te zijn. Maar haar Hollander ervaart geen geluk: door het verdiepen van zijn banden in de stad speelt wat hij in Amsterdam achterliet steeds sterker op.
Geleidelijk ontdekt de lezer waarom hij vertrok, wat de relatie is tussen de vertelster en haar personage en waarom zij deze wereld voor hem wilde bouwen. Zo wordt haar verhaal een ode aan de jonge barman die ze kende en aan het verlies dat ze met hem deelt.
Café Dorian is een liefdesverklaring aan het café als hart van een stad en buurt, en aan de literaire fictie als meest waarheidsgetrouwe vertelvorm. Gilles van der Loo toont met zijn even lyrische als ambachtelijke stijl hoe het vertellen van verhalen verdriet kan helpen overwinnen: door vorm te geven aan de pijn. -
Na een storm in het jaar 1196 halen kustvissers een kleuter uit de branding. Die blijkt de enige overlevende van een schipbreuk te zijn. De jongen, vermoedelijk een koningskind, brengt zijn jeugdjaren door in een klooster nabij Brugge. Dat ontvlucht hij om zijn familie terug te vinden. Onder de naam Madoc leidt hij een leven als ridder en vecht duels op leven en dood uit, een leven waarin liefde evengoed een hoofdrol speelt.
Jarenlang is hij de rechterhand van de legendarische graaf Hincmar. In Parijs ontpopt hij zich tot agnost, vrijdenker en schrijver. Maar als de Inquisitie actief wordt krijgen de ketterjagers ook Madoc in het vizier.
In 2015 ontdekt een Vlaamse mediëvist een verzamelhandschrift uit de dertiende eeuw. Hij raakt ervan overtuigd dat dit eigenhandig werd geschreven door Willem, dichter van het fameuze Van den Vos Reynaerde en het mysterieuze boek Madoc. Hoe houden deze teksten verband met het levensverhaal van de veelzijdige middeleeuwse schrijver?
In een roman die tegelijk bloedstollend en intellectueel uitdagend is en waarin de Middeleeuwen in alle kleur oprijzen, speelt Nico Dros een vernuftig spel met de vermeende geschiedenis van de raadselachtigste middeleeuwer: Madoc. -
Vervoerende denkgedichten, per gedicht een reden van het hart. Gezet in Ottens intieme, raadselachtig lichte toon.
-
Een jonge vrouw gaat op reis van Moskou naar haar geboortestad in Siberië, waar ze de as van haar moeder wil begraven, naast de graven van haar oma en tante. Tijdens haar reis onderzoekt ze haar jeugd, haar relatie met haar moeder, haar seksuele ontwikkeling als lesbische vrouw en haar weg naar het schrijverschap.
Wond is niet alleen een aangrijpend en boeiend reisverslag door hedendaags Rusland, het is vooral een zeer persoonlijk en intiem verslag van de worsteling van een dochter met de dood van haar moeder. In haar relaas weeft Oksana Vasjakina beschouwingen over schrijvers en kunstenaars wier werk haar raakt, zoals Annie Leibovitz en Louise Bourgeois. Ze is zeer openhartig over lichamelijkheid, over ziekte en verval, over onbegrip en afstand tussen mensen, over seks en over haar eigen geestelijke worstelingen en depressies. Op indringende wijze laat ze zien hoe het is om in een maatschappij te leven die juist niet wil dat je eerlijk bent over jezelf.
Vasjakina is een van de meest opvallende en gedurfde nieuwe stemmen in de Russische literatuur. Wond mag niet in de Russische boekhandel worden verkocht vanwege het verbod op verspreiding van informatie over 'niet-traditionele' seksuele relaties. -
In Gods wegen loopt Marijke Schermer stukken van het Brabantse Kloosterpad. Op haar weg vergezellen zuster Cornelia, pelgrims Linda en Belinda en priorin Maria Magdalena haar. Ook wandelt ze een stuk met haar moeder, die als jong meisje naar de kostschool van de Zusters van Liefde werd gestuurd, en daar geruisloos leerde huilen.
Wat maakt iemand tot een personage? vraagt Schermer zich tijdens het wandelen af. Wat ziet een schrijver als ze wandelt? En wat heeft ze gemeen met iemand die het leven in een religieuze orde verkiest boven het leven daarbuiten? Met haar adembenemend trefzekere zinnen neemt Schermer je mee in haar onderzoek naar herinnering, feit en fictie, en waarnemen en scheppen.