Kiev, eind jaren tachtig. Het eens zo machtige Sovjetimperium wankelt. Tijdens een roerige debatavond aan de universiteit in Kiev verklaart Dani's jeugdvriend Pavel dat het socialisme dood is. Wanneer Pavel vervolgens verdwijnt, gaat Dani naar hem op zoek. Zijn tocht voert hem langs zonderlinge mensen en oorden waar niemand meer iets te zeggen heeft. In gedachten keert hij terug naar de verhalen die Pavel hem vroeger vertelde. Verhalen over kosmonauten en onvermoeibare arbeiders, over de komst van een paradijs op aarde. Wat is er gebeurd? Waarom is Pavel verdwenen? En wat is er nog over van zijn dromen van vroeger? Met elke stap komt Dani dichter bij de onthulling van een pijnlijke geschiedenis.
In Winterbloeiers probeert Yentl van Stokkum grip te krijgen op de toekomst. We weten niet of een geliefde morgen nog bij ons is, maar 90% kans dat het regent. In onstuimige, hunkerende gedichten wisselt ze zachte zomeravonden en zware stormen af. Volgens de verwachtingen staan ons extreme omstandigheden te wachten.
Wanneer twee jonge geliefden ontsnappen uit een puriteinse kolonie, beseffen ze allerminst dat hun eenvoudige blokhut de thuisbasis zal gaan vormen voor een uitzonderlijke reeks bewoners. Een Engelse militair, voorbestemd voor eeuwige roem, verlaat de slagvelden van de Nieuwe Wereld om zich aan appels te wijden. Een stel ongetrouwde tweelingzussen overleeft de oorlog en de hongersnood, maar gaat ten onder aan jaloezie en begeerte. Een misdaadverslaggever graaft een massagraf op en merkt dat de eeuwenoude bomen weigeren hun geheimen prijs te geven. Een hopeloos verliefde schilder, een oplichter, een rondsluipende panter, een wellustige bij: allemaal zien ze de mysteries van de noordelijke bossen onder ogen, en komen erachter dat het duistere, rauwe en mooie verleden nog steeds springlevend is.
Door cycli van de geschiedenis, de natuur en zelfs literatuur te doorkruisen toont Noordelijke bossen ons de ontelbare, magische manieren waarop wij verbonden zijn met onze omgeving en met elkaar, dwars door tijd, taal en ruimte heen. Deze onvergetelijke roman, die de seizoenen en de twaalf maanden van het jaar volgt, gaat over geheimen en het lot, en werpt de tijdloze vraag op: hoe leven wij verder, ook als we er niet meer zijn?
Leon Kaplan, schrijver van negen geslaagde boeken, is in afwachting van de erfenis van zijn vader: een week voor zijn negenendertigste verjaardag zal hij de miljoenen ontvangen die 'Jood Kaplan', handelaar in schroot en afval, bij elkaar heeft gesappeld. Eigenlijk wil Leo de erfenis niet. Hij wil schrijven. Hij wil liefhebben. Hij wil het 'bange jongetje' dat in hem schuilt verjagen. Dat heeft hem beroofd van zijn grote jeugdliefde en - uiteindelijk - van zijn inspiratie. Negentien jaar nadat die heerlijke liefde kapot ging, reikt het leven Leon Kaplan, tijdens een reis naar Rome, de hand. De actie in deze uitzonderlijke liefdesroman voert de lezer van Amsterdam naar Caïro, van trapezewerkers naar gorilla's, van ernst naar hilariteit.
In dit boeiende, langverwachte eerste deel van zijn presidentiële memoires vertelt Barack Obama het verhaal van zijn onwaarschijnlijke odyssee van een jongeman die op zoek is naar zijn identiteit tot de leider van de vrije wereld. Hij schrijft in buitengewoon persoonlijke bewoordingen over de jaren waarin hij politiek werd gevormd en over de bepalende momenten in de eerste termijn van zijn historische presidentschap - een roerige periode vol dramatische veranderingen.
Obama neemt de lezer aan de hand op een fascinerende reis, die voert van zijn eerste politieke aspiraties en de cruciale overwinning in de voorverkiezingen van Iowa - waarin de kracht van grassroots-activisme aan het licht kwam - tot de revolutionaire avond van 4 november 2008, toen hij werd gekozen tot 44ste president van de Verenigde Staten en daarmee de eerste Afro-Amerikaan werd die het hoogste ambt in het land zou bekleden.
In zijn bespiegelingen over het presidentschap toont hij op een bijzondere en scherpzinnige wijze welke mogelijkheden en beperkingen presidentiële macht met zich meebrengt, en daarnaast biedt hij ons een uniek inzicht in de dynamiek van de Amerikaanse partijpolitiek en de internationale diplomatie.
Obama neemt de lezer mee tot in het Oval Office en de Situation Room van het Witte Huis, maar ook naar steden als Moskou, Caïro en Peking. We zijn getuige van zijn overwegingen bij het samenstellen van zijn kabinet, hoe hij worstelt met een mondiale financiële crisis, Vladimir Poetin inschat, schijnbaar onoverbrugbare conflicten beteugelt om zijn wet op de gezondheidszorg te verwezenlijken, botst met zijn generaals over de te volgen strategie in Afghanistan, hervormingen op Wall Street doorvoert, doortastend optreedt na de ramp met de Deepwater Horizon en opdracht geeft tot Operatie Neptune's Spear, die leidt tot de dood van Osama bin Laden.
Een beloofd land is een bijzonder intiem en persoonlijk boek - het verhaal over een man die historische beslissingen neemt, over het rotsvaste geloof van de opbouwwerker die op de proef wordt gesteld op het wereldpodium. Obama is openhartig over de moeilijkheden die hij ondervond toen hij als zwarte Amerikaan president wilde worden, waarbij hij de verwachtingen verpersoonlijkte van een generatie die werd geïnspireerd door de boodschap van hoop en verandering en de morele problemen trotseerde die besluitvorming op het hoogste niveau met zich meebrengt. Obama is openhartig over de krachten die hem in eigen land en elders tegenwerkten, eerlijk over de invloed die het verblijf in het Witte Huis had op zijn vrouw en kinderen. Daarnaast is hij niet terughoudend in het delen van zijn onzekerheden en teleurstellingen. Toch wijkt hij nooit af van zijn overtuiging dat binnen het geweldige, zich voortdurend ontwikkelende Amerikaanse experiment vooruitgang altijd mogelijk is.
Dit fraai geschreven en krachtige boek getuigt van Barack Obama's inzicht dat democratie geen geschenk van boven is, maar iets dat is gestoeld op inlevingsvermogen en wederzijds begrip, iets waaraan we samen voortbouwen, elke dag weer.
Wanneer de 21-jarige William onverwacht naar Seattle vertrekt, reist zijn broer Markus hem achterna. Een paar dagen later wordt het levenloze lichaam van Markus gevonden aan de voet van de Snoqualmie Falls. Voordat William met het lichaam van Markus terugreist naar Vlaardingen krijgt hij bij de receptie van zijn hotel een laatste gift van zijn broer. Het blijkt een notitieboek van opa Lovitz, een Joodse familievriend. Op weg naar het vliegveld begint William te lezen en zo ontdekt hij dat het tragische lot van zijn broer onontkoombaar was.
Wij zijn van diamant is groots opgezette familiekroniek die laat zien hoe littekens uit het verleden generaties lang kunnen doorwerken: tussen vaders en zonen, tussen moeders en dochters, tussen vrienden en broers.
In de weken nadat Japan zich eindelijk had overgegeven aan de geallieerden, boog de wereld zich over de kwestie hoe men na al die jaren van bloedvergieten en verwoesting nu verder moest. Voor Truman, MacArthur en hun medeoverwinnaars leek het duidelijk hoe het recht moest zegevieren: de leiders van Japan moesten worden berecht en gestraft voor de verrassingsaanval op Pearl Harbor, voor de wreedheden die waren begaan tegen burgers in Nederlands-Indië, China, op de Filipijnen en elders, en voor de buitensporige mishandeling van krijgsgevangenen bij beruchte incidenten als de dodenmars van Bataan. Voor de geallieerden bood het proces de mogelijkheid om een wettelijk kader te scheppen om oorlogsmisdaden te vervolgen. Voor de Japanse leiders die terechtstonden was dit de kans om te bepleiten dat ze hun oorlog hadden gevoerd om Azië te bevrijden van westers imperialisme.
Meer dan twee jaar lang hielden advocaten van beide partijen hun pleidooien voor een groep rechters uit Nederland, China, India, de Verenigde Staten, de Filipijnen en Australië. De getuigenverklaringen varieerden van gruwelijke beschrijvingen van wreedheden tot de geheime plannen om Pearl Harbor aan te vallen. Maar in plaats van duidelijkheid bracht het proces verdeeldheid met zich mee die tot op de dag van vandaag internationale spanningen veroorzaakt tussen China, Japan, India en Korea.
Dit meesterwerk is het resultaat van tien jaar onderzoek en schrijfarbeid. Het Tokiotribunaal is een meeslepend verhaal over oorlogshandelingen, spectaculaire aanvaringen in de rechtszaal en de luisterrijke beginjaren die bepalend waren voor de naoorlogse periode in Azië.
In 2025 werd Max, de zoon van Nico de Vries, op straat door onbekenden doodgeslagen. Hij had net een paar Crazy 1 gekocht, de sportschoen die voor basketballegende Kobe Bryant was ontworpen. Het paar Crazy 1 werd nooit gevonden. Nico denkt dat de moordenaars de schoenen hebben meegenomen.
Tweeëntwintig jaar later - het is 2047 - houdt Nico zich schuil in een kelder ergens in Brabant. Alle EU-opsporingsdiensten zoeken hem. Nico wordt verantwoordelijk gehouden voor de bloedige opstanden die in 2040 uitbraken na de dood van Europa Ivanova, een jonge Russisch-Nederlandse vrouw; zijn populaire blog zou 'desinformatie' en 'haatpraat' hebben verspreid. Om herhaling te voorkomen wordt alle communicatie tussen EU-burgers gezuiverd van berichten die onrust teweeg kunnen brengen.
Moderne supercomputers maken in 2047 mogelijk wat in 2025 niet kon; zolang Nico uit handen van de politie kan blijven, hoopt hij met nieuwe informatie de set Crazy 1 te traceren en de dood van zijn zoon te wreken.
De avant-garde van de jaren vijftig sprak erover en wilde ernaartoe: het Gooise buitenhuis Jagtlust dat in die jaren uitgroeide tot een artistieke vrijplaats van on-Hollandse allure. Schrijvers en kunstenaars als Remco Campert, Gerard Reve en Peter Vos, met als middelpunt de even geheimzinnige als betoverende dichteres Fritzi Harmsen van Beek, brachten hier samen met een groep rijkeluisjongeren de verbeelding aan de macht. Alles kon, niets was onmogelijk: exorbitante feesten, gepassioneerde liefdes, ongebreidelde creativiteit en experimenten met vrije seks, drugs en alcohol, ver voordat de seksuele revolutie en vernieuwingsdrang van '68 alle burgerlijke normen en waarden op de helling zouden zetten. 'Je stampte met je voet op de grond en het was feest', aldus Campert. Maar ook aan dit feest kwam een einde, en toen bleek dat niet iedereen even welgevaren was bij de prachtige chaos die Jagtlust heette.
Java, 1895. Als pleegkind is Louisa op haar dertiende uitgehuwelijkt. Ze verlangt ernaar te weten wie haar biologische moeder is, maar haar omgeving beweert dat haar afkomst er niet toe doet. Waarschijnlijk was haar moeder een njai, de concubine van een Hollander, iemand die je maar beter dood kunt zwijgen. Louisa mag van geluk spreken, als erkende Indo-Europese behoort ze tot de koloniale bovenlaag van Nederlands-Indië. Wanneer ze in de spiegel kijkt, ziet ze echter iets heel anders.
Door veel te lezen probeert Louisa te ontsnappen aan haar huisvrouwenbestaan in Buitenzorg. Haar vriendschap met een buurvrouw van Chinese afkomst en diens Javaanse secretaris - twee buitenstaanders op wie de Europese gemeenschap neerkijkt - geeft haar de vleugels van de kinnari, de mythische liefdesgodin. Eindelijk durft ze haar eigen keuzes te maken.
Toch beslist het lot anders en Louisa vindt zichzelf terug als de verzorgster van haar zieke man en haar pleegmoeder. Ook al noemen ze haar een engel, haar vleugels is ze kwijt. Ze gaat alsnog op zoek naar haar moeder om te ontdekken wie zijzelf nu eigenlijk is: een westerse engel of een oosterse kinnari.
Eeuwenlang was Alexandrië onder de Bergen een kruispunt tussen Oost en West. Totdat de stad spoorloos verdween. In 1833 werd de stad teruggevonden door degene van wie je dat het minst zou verwachten: Charles Masson, een gewone Londense jongen uit de arbeidersklasse die zichzelf achtereenvolgens ontpopte als deserteur, pelgrim, arts, archeoloog en gerenommeerd geleerde.
Als de hoofdpersoon in een van de meest bijzondere verhalen uit de geschiedenis dronk Masson thee met koningen, reisde hij in het gezelschap van heiligen en wist hij zich te hullen in honderd-en-een vermommingen. Hij zag dingen die geen westerling ooit had gezien noch zou zien. Hij spioneerde voor de Britse Oost-Indische Compagnie en werd er daarnaast van verdacht dat hij voor Rusland spioneerde. Dit was immers het tijdperk van de 'Great Game' toen de imperialistische grootmachten elkaar in die zo onwaarschijnlijk mooie contreien naar de kroon staken. Masson ontdekte tienduizenden objecten uit de Afghaanse geschiedenis. Daaronder was het tweeduizend jaar oude gouden juwelenkistje uit Bimaran, met daarop de vroegst overgeleverde afbeelding van het gezicht van de Boeddha. Hij kreeg een eigen koninkrijk aangeboden. Hij veranderde de wereld - en door diezelfde wereld werd hij vernietigd.
Op basis van nauwgezet onderzoek vertelt dit boek over een doldwaze reis dwars door het India en Afghanistan van de negentiende eeuw. Het schetst een wereld van spionnen en dromers, van lanterfanters en opportunisten, van extreem militair en persoonlijk geweld en vooral ook van grenzeloze hoop. Dit verhaal, dat zich afspeelt aan de rand van het Britse Rijk en tegen de achtergrond van bergen en woestijnen, gaat over een obsessie die door de eeuwen heen werd doorgegeven.
De hoop die uitging van de 'I have a dream'-toespraak van Martin Luther King en de tragiek van zijn dood hebben het levensverhaal van deze briljante, doortastende en gecompliceerde man volledig overschaduwd. Want King droomde niet alleen, hij stelde ook eisen. Om de strijd van King beter te begrijpen doet dit boek niet alleen recht aan zijn radicale opvattingen en zijn betekenis voor de huidige samenleving, het probeert ook de ware Martin Luther King te reconstrueren uit de mist van hagiografieën. Want King was bovenal een mens en niet een heilige.
King, de eerste grote biografie van Martin Luther King jr. in meer dan veertig jaar, is gebaseerd op jarenlang onderzoek, honderden interviews en duizenden niet eerder gepubliceerde documenten, waaronder een grote hoeveelheid geheim materiaal van de FBI.
Hij beet op zijn nagels. Hij schreeuwde naar de tv. Hij rookte sigaretten en verborg dat voor zijn kinderen. Hij had een huid die zo gevoelig was dat hij geen scheermes kon verdragen. Hij sliep slecht, maar deed graag dutjes. Hij was chronisch te laat voor afspraken. Als jongeman probeerde hij zich twee keer van zijn leven te beroven, maar deed dat halfslachtig. Als volwassene is hij verschillende keren opgenomen geweest vanwege uitputting, zoals hij het zelf noemde, maar anderen noemden het een depressie. Hij had een eigenaardig gevoel voor humor, wetende dat grof taalgebruik grappiger was uit de mond van een doopsgezinde predikant. Hij was afhankelijk van zijn vrouw Coretta op een manier die maar weinigen in die tijd begrepen. Hij ging herhaaldelijk vreemd, zelfs toen hij wist dat de fbi hem schaduwde. Met een maîtresse had hij zo lang een relatie dat vrienden haar zijn tweede vrouw noemden. Hij was een man die geen angst kende en al vroeg zei dat God hem had opgeroepen te handelen. En dat hij bereid was te sterven.
Het was een van de meest aangrijpende beelden van de twintigste eeuw: twee jongetjes, twee prinsen, lopen achter de lijkkist van hun moeder aan terwijl de wereld vol verdriet en afschuw toekijkt. Toen Diana, prinses van Wales, te ruste werd gelegd, vroegen miljarden mensen zich af wat de twee prinsen dachten en voelden, en hoe hun levens zich vanaf dat moment zouden ontwikkelen.
Met zijn rauwe, nietsontziende eerlijkheid is Reserve een grensverleggend boek vol inzichten, onthullingen, zelfonderzoek en zwaarbevochten wijsheid over hoe liefde het uiteindelijk wint van verdriet.
Vlak voor de oorlog groeit Rosa op in voorspoed, in een vooraanstaande familie in Nederlands-Indië. Wanneer haar ouders scheiden wordt ze achtergelaten bij een tante. Alleen en ontheemd verlangt ze naar haar gelukkige kinderjaren, maar die zullen niet meer terugkomen.
Als de Japanners de kolonie bezetten leert de dan zeventienjarige Rosa dat vrijheid niet vanzelfsprekend is en dat afkomst ertoe doet. Haar leven neemt een onverwachte wending als haar vriend John zich als piloot bij het leger aanmeldt en ze zich met haar familie moet melden in een interneringskamp. Het is de liefde die haar op de been houdt, maar zal ze John ooit weer zien?
In deze historische roman maakt schrijfster Elle van Rijn invoelbaar hoeveel de generatie die de oorlog heeft meegemaakt in Nederlands-Indië heeft moeten doorstaan. Niet alleen laat ze zien hoe wreed de ontberingen zijn geweest in de kampen, tegelijkertijd toont ze hoe racistisch de koloniale samenleving was.
De meeste overlevenden van de Holocaust praatten na de oorlog niet over hun traumatische ervaringen. Ze moesten door. De pijn van het verleden was te groot. Pas op hogere leeftijd - toen hun kleinkinderen vragen begonnen te stellen - vertelden sommigen van hen beetje bij beetje hun verhaal.
Sinds enkele jaren interviewen kinderen van de Joodse basischool Rosj Pina hun (over)grootouders over hun herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog en de naweeën ervan. Uit de meer dan tweehonderd levensverhalen die de kinderen zelf opschreven stelde schrijver Femmetje de Wind deze bundel samen. Daarnaast vroeg zij een aantal bekende auteurs met de kinderen mee te gaan om het vaak ontroerende gesprek tussen de verschillende generaties te beschrijven.
Door hun ogen geeft een dwarsdoorsnede van datgene wat zich in Joodse families heeft afgespeeld gedurende de oorlogsjaren. In dit boek delen overlevenden van de Holocaust hun persoonlijke ervaringen over onderduik, verraad, verzet, vluchten, leven in de kampen en de kille ontvangst in Nederland na afloop van de oorlog. Toch is het ook een boek over klein geluk in donkere tijden, overlevingsdrang en hoop.
Met bijdragen van o.a. Jessica Durlacher, Frits Barend, Alex Boogers en Robert Vuijsje en een samenvattend essay van Arnon Grunberg.
Misschien bestaan er geen mooie oplossingen voor de grote uitdagingen in het leven, of bondige antwoorden op de moeilijke vragen, maar Michelle Obama gelooft dat we allemaal de tools kunnen vinden en toepassen die ons zullen helpen om ons succesvol aan te passen aan veranderingen en tegelijkertijd standvastig te blijven, terwijl we met de stroom meegaan. In Het licht in ons gaat ze open en eerlijk het gesprek aan met de lezer en behandelt ze vragen waarmee velen van ons worstelen: hoe bouwen we langdurige en eerlijke relaties op? Kunnen we kracht en verwantschap ontdekken in onze verschillen? Hoe pakken we onze gevoelens van onzekerheid of hulpeloosheid aan? Wat doen we als we het gevoel krijgen dat het allemaal te veel begint te worden?
Michelle Obama deelt haar persoonlijke ervaringen en biedt originele inzichten over verandering, uitdaging en kracht, waaronder haar overtuiging dat als we het licht in ons laten stralen voor anderen, we ook de rijkdom en mogelijkheden van de wereld om ons heen kunnen verlichten, zodat we diepere waarheden ontdekken en nieuwe wegen vinden om ons te ontwikkelen. Ze put uit haar ervaringen als moeder, dochter, echtgenote, vriendin en first lady als ze ons vertelt welke gewoonten en principes ze heeft ontwikkeld om allerlei obstakels in het leven te overwinnen. En die verworven wijsheid helpt haar steeds weer om te 'worden' wie ze is. Ze gaat dieper in op haar waardevolste methoden zoals 'vriendelijk beginnen', 'erboven uitstijgen' en met vertrouwde vrienden en mentors een 'keukentafel' opzetten. Met haar kenmerkende humor, openhartigheid en betrokkenheid behandelt ze ook onderwerpen die te maken hebben met ras, gender en zichtbaarheid, waarbij ze de lezer aanmoedigt om angsten te overwinnen, kracht te vinden in saamhorigheid en stoutmoedig te leven.
'Als we in staat zijn ons eigen licht te ontdekken, krijgen we ook het vermogen om het te gebruiken,' schrijft Michelle Obama. Het licht in ons is een waardevolle verzameling indrukwekkende verhalen en diepzinnige adviezen die de basis zal vormen van gesprekken. Maar ook zal het de lezer inspireren om zijn eigen leven onder de loep te nemen, zijn bron van vreugde te ontdekken en in een turbulente wereld betekenisvolle relaties aan te gaan.
In dit fraai uitgevoerde boek, een uitvloeisel van de baanbrekende, door Higher Ground geproduceerde podcast, voeren twee mannen die al lange tijd met elkaar bevriend zijn een openhartig en intiem gesprek over het leven, over muziek en over hun niet aflatende liefde voor Amerika, met alle problemen en tegenstrijdigheden die dat land kenmerken. Het bevat meer dan 350 foto's, exclusief bonusmateriaal en nooit eerder gepubliceerd archiefbeeld.
Renegades: Born in the USA omvat een reeks openhartige, onthullende en onderhoudende gesprekken tussen president Barack Obama en muzieklegende Bruce Springsteen, waarin niet alleen verhalen over hun persoonlijke geschiedenis en de bepalende momenten in hun carrière aan bod komen, maar ook de polariserende politiek in Amerika en de steeds bredere kloof tussen de Amerikaanse droom en de Amerikaanse realiteit van dit moment. Het boek bevat kleurenfoto's en zeldzaam archiefmateriaal en biedt een fascinerend en fraai geïllustreerd portret van twee excentrieke mannen, een zwarte en een witte, die proberen hun eigen, onconventionele zoektocht naar betekenis, identiteit en gemeenschapszin in verband te brengen met het grotere verhaal over Amerika. Het boek bevat:
* Speciaal voor deze uitgave geschreven inleidingen van president Obama en Bruce Springsteen
* Geannoteerde toespraken van Obama die nooit eerder zijn gepubliceerd, waaronder zijn 'Opmerkingen bij de vijftigste verjaardag van de protestmarsen van Selma naar Montgomery'
* Handgeschreven songteksten van Springsteen uit diens inmiddels vijftigjarige carrière
* Zeldzame en exclusieve foto's uit de persoonlijke archieven van de auteurs
* Gesprekken en verhalen die niet zijn opgenomen in de podcast
* Historische foto's en documenten die dienen als omlijsting van de gevoerde gesprekken
In een opnamestudio die vol stond met gitaren en tijdens ten minste één rit met een Corvette spreken Obama en Springsteen over het huwelijk en het vaderschap, over rassenkwesties en mannelijkheid, over de verleiding van het onbekende avontuur en de lokroep terug naar huis. Daarnaast gaan ze in discussie over onder meer hun favoriete protestsongs en over de meest inspirerende Amerikaanse helden die ze kennen. Tijdens de gesprekken praten ze over hun verlangen om in hun carrière een groter en waarachtiger verhaal over Amerika te vertellen, al moest daar nu en dan een prijs voor worden betaald, en ze onderzoeken samen hoe het verscheurde Amerika de weg naar eenheid zou kunnen terugvinden.
De Vietnamoorlog was een van de grote keerpunten in de Westerse geschiedenis: miljoenen mensen lieten het leven in een slepend conflict dat de VS miljarden kostte en - nog belangrijker - het vertrouwen van meerdere generaties in hun politieke leiders. Tot op de dag van vandaag roept het beelden op van zinloze wreedheid: een brandende monnik, een publieke executie op klaarlichte dag en een schreeuwend en naakt meisje met vreselijke verwondingen veroorzaakt door napalm.
Java, 1850. Isah is de dochter van de kleermaakster van de sultan en groeit op in de gesloten gemeenschap van de Kraton, het vorstenverblijf in Djokja. Haar levensloop in de traditionele standenmaatschappij lijkt daarmee vast te staan. Maar Isah is eigenzinnig en loopt weg van huis. Ze wordt huishoudster én minnares van een Hollandse officier en schenkt hem twee dochters. Wanneer hij hen verlaat, moet ze grote offers brengen om haar kinderen in de snel veranderende kolonie te zien opgroeien. Uiteindelijk beseft Isah dat ze haar Javaanse afkomst niet kan en wil verloochenen.
Lichter dan ik is het aangrijpende verhaal van een jonge vrouw die wordt gedwongen alles op te geven voor haar kinderen, die door hun gemengd bloed meer status hebben dan zijzelf. In deze historische roman worden de Nederlandse overheersing en de gevolgen daarvan door haar ogen gezien.
Ode aan de Onstilbare is een tweetalige dichtbundel van Gaite Jansen waarin ze alles viert wat niet te stillen is. Ze bezingt wat ons tot mensen maakt. Ieder gevoel heeft recht van bestaan. Het is een ode aan verdriet, een ode aan de liefde en vooral: een ode aan onstilbaar verlangen.
Zonder enige twijfel is de Cubacrisis in 1962 het meest beangstigende internationale conflict uit de moderne geschiedenis, toen een nucleaire oorlog dreigde tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Wekenlang keek de mensheid in de afgrond van de totale vernietiging. Op indrukwekkende en meeslepende wijze beschrijft bestsellerauteur Max Hastings deze bloedstollende periode.
Hastings briljante en beeldende geschiedschrijving vertelt het verhaal door de ogen van staatshoofden, Russische officieren, Cubaanse boeren, Amerikaanse piloten en Britse ontwapeningsexperts. De gerenommeerde historicus maakt daarbij gebruik van interviews met ooggetuigen, archiefstukken, dagboeken, audio-opnames uit het Witte Huis, vlijmscherpe inzichten en dialogen van de mensen in het middelpunt van de crisis: de Amerikaanse president John F. Kennedy, de premier van de Sovjet -Unie Nikita Chroesjtsjov, de Cubaanse premier Fidel Castro en hun adviseurs. De afgrond is geschiedschrijving op haar best.
Ik ben bij de guerrilla gegaan in de vaste overtuiging dat ik de jungle nooit meer uit zou komen. Dat ik mijn leven zou wijden aan en zou geven voor een revolutionair ideaal. In 2012 besloot die guerrilla dat er een vredesproces moest komen dat, in tegenstelling tot eerdere pogingen, ook nog eens tot een ontwapeningsproces leidde. Mijn leven in de jungle werd plotseling onderbroken en ik begon mijn re-integratieproces in de Colombiaanse samenleving. Pech? Geluk? Een geluk bij een ongeluk?
Dit boek is een relaas van wat ik gezien en beleefd heb. Dat hoeft niet per se te passen in het referentiekader dat de meeste Europeanen van de farc, of van Colombia, hebben. Er zijn getuigenissen beschikbaar van slachtoffers van ontvoeringen, van soldaten, van politici, maar dit is mijn verhaal, de getuigenis van iemand die er nog steeds van overtuigd is dat er een andere wereld mogelijk is.
In augustus 1897 begint de jonge Belgische commandant Adrien de Gerlache aan een driejarige expeditie aan boord van het robuuste schip de Belgica, in de hoop op roem en succes. Zijn bestemming was het nog niet in kaart gebrachte einde van de wereld: het ijzige continent Antarctica.
Maar het voornemen van De Gerlache om de eerste te zijn die de geomagnetische zuidpool bereikt, was al snel tot mislukken gedoemd. Na een reeks kostbare tegenvallers zag de commandant zich gesteld tegenover twee ongunstige keuzemogelijkheden: terugkeren zonder zijn doel te hebben bereikt en zijn mannen de vernietigende antarctische winter besparen, of onbesuisd de roem najagen door de langzaam bevriezende wateren binnen te varen. De Gerlache besloot tot dat laatste en al snel zat de Belgica gevangen in de ijzige greep van de Bellingshausenzee. Toen de zon voor de laatste keer onderging in dat schitterende poollandschap, waren de opvarenden veroordeeld tot een eindeloze nacht die maandenlang zou duren. Geplaagd door een mysterieuze ziekte en overvallen door verveling werden ze in het donker langzaam maar zeker krankzinnig.
In dit meeslepende boek vertelt Julian Sancton een verhaal waarin avontuur en verschrikking de boventoon voeren. Toen de bemanningsleden van de Belgica op de rand van de totale ineenstorting stonden, vertrouwde De Gerlache in toenemende mate op twee jonge officieren die in de gedwongen gevangenschap steeds meer genegenheid voor elkaar hadden gekregen: de enige Amerikaan in het gezelschap, dr. Frederick Cook - deels genie, deels oplichter - wiens latere misstappen een schaduw wierpen op zijn briljante optreden op de Belgica, en de eerste stuurman van het schip, de niet lang daarna al legendarische Roald Amundsen, die als jongen al het schoolvoorbeeld was van een zeeman. Met zijn tweeën dokterden zij een wanhopig en tot mislukken gedoemd plan uit om aan het ijs te ontsnappen - een plan waarmee hun namen in de annalen van de geschiedenis gegrift zouden staan óf dat hen zou veroordelen tot een gruwelijk einde op de bodem van de oceaan.
Sancton baseerde zich op de dagboeken en scheepsjournalen van de bemanningsleden van de Belgica en had als enige toegang tot het logboek van het schip. Zijn verhaal over menselijke grenzen leest als een spannende roman en het resultaat is zo verrassend dat zelfs de nasa het boek bestudeert bij zijn onderzoek naar afzondering met het oog op toekomstige reizen naar Mars. Reis naar het einde van de poolnacht, een maritieme thriller en een gothic novel ineen, beschrijft een onvergetelijke reis in de duisternis.
De debuutroman van de dichter Ocean Vuong is een schokkend familieportret en een indringend relaas van een eerste liefde, waarin de bezwerende kracht van taal en verhalen wordt aangewend als middel om te overleven en kloven te overbruggen.
Op aarde schitteren we even is een brief van een zoon aan zijn moeder die niet kan lezen. De schrijver van de brief, de achtentwintigjarige Hondje, legt een familiegeschiedenis bloot die voor zijn geboorte begon - een geschiedenis waarvan het brandpunt in Vietnam ligt. Daarnaast verschaft hij toegang tot delen van zijn leven waar zijn moeder nooit van heeft geweten, en doet hij een onvergetelijke onthulling. De roman is behalve een getuigenis van de problematische maar onmiskenbare liefde tussen een alleenstaande moeder en haar zoon, ook een genadeloos eerlijk onderzoek naar ras, klasse en mannelijkheid. Op aarde schitteren we even stelt vragen die centraal staan in het Amerika van nu, dat ondergedompeld is in verslaving, geweld en trauma. Het is een roman vol mededogen en tederheid over de kracht van je eigen verhaal vertellen en over de vernietigende stilte van niet gehoord worden.
Met verbluffende urgentie en elegantie schrijft Ocean Vuong over mensen die klem zitten tussen onverenigbare werelden, en onderzoekt hij hoe we elkaar kunnen genezen en redden zonder te verloochenen wie we zijn. De vraag hoe we moeten overleven, en hoe we daar een soort vreugde aan kunnen ontlenen, is de drijvende kracht van de belangrijkste debuutroman sinds jaren.