Vergeet alles wat je denkt te weten over vakantie vieren. Reizen door een moeilijk land is niet ontspannen, en vaak heel erg lastig. Maar dat maakt het natuurlijk ook leuk. Reisveteraan Jelle Brandt Corstius bereidt je voor op je reis, en helpt je onderweg.
De Universele Reisgids voor Moeilijke Landen maakt alle andere reisgidsen overbodig. Je leest onder meer:
_ hoe je succesvol afdingt in tien stappen - waarmee je dit boek al hebt terugverdien
_ hoe je vieze hapjes pijnloos door kunt slikken
_ wat je moet doen als je door een aap wordt beroofd
_ hoe om te gaan met schrijnende armoede
_ wat je kan verwachten in Rusland als er een vork van tafel valt, en andere dranketiquette
De Universele Reisgids voor Moeilijke Landen is de beste - en enige - gids voor reizende Nederlanders, van de avontuurlijke globetrotter tot de ondernemende expat.
Jelle Brandt Corstius schreef eerder Rusland voor gevorderden en Kleine landjes, waarvan meer dan 25.000 exemplaren werden verkocht, en hij maakte de televisieseries Van Moskou tot Magadan en Van Moskou tot Moermansk. In de afgelopen twee jaar presenteerde hij het programma Zomergasten. Dit najaar wordt een serie over India uitgezonden: Van Bihar tot Bangalore.
'Jelle Brandt Corstius beschrijft zijn journalistieke ontberingen overwegend laconiek, buitengewoon geestig en met een aanstekelijke sympathie.' nrc handelsblad
'Jelle Brandt Corstius is de minst saaie Nederlandse reisschrijver. In geestig proza voert hij de lezer van de ene absurditeit naar de andere.' kees fens, de volkskrant
Met tekeningen van Michiel van de Pol
Ik hoor iets wat ik hier nog niet eerder heb gehoord. Ik schrik ervan.
'Wandola!' roept een klein kind, een peuter nog, terwijl het zijn armpje naar me uitstrekt.
'Wandola!'
Hij vraagt om geld.
Een dollar.
Hij bedelt.
Het is 2010 als Volkskrant-journalist Wil Thijssen in haar eentje verzeild raakt in een mystiek vissersdorpje op palen in het Grote Meer van Cambodja. De witte, blonde verslaggeefster is de allereerste toerist die daar wil overnachten en wordt aanvankelijk beschouwd als een bezienswaardigheid uit een andere wereld. De eerste kennismaking is niet best. Ze wordt meteen geconfronteerd met corruptie, geesten en rituelen, en een 'hotelkamer' uit een griezelfilm.
Maar wat er dan gebeurt: ze keert steeds terug naar het toverachtige dorp en smeedt vriendschappen met de inwoners, die omgekeerd de 'witte' journaliste in hun hart sluiten. In tien jaar tijd ziet Thijssen hoe het dorpje bevangen raakt door het toerisme en hoe, tegelijkertijd, Cambodja terugverandert in een nietsontziende dictatuur. Haar verwondering leidt tot een prachtig ooggetuigenverslag - humoristisch, ontroerend en aangrijpend tegelijk.
Wil Thijssen is politie- en justitieverslaggeefster voor de Volkskrant. Daarvoor werkte ze als reisjournalist.
De achttienjarige boerenzoon Johan Nell, een kind van Zuid-Afrika na de apartheid, loopt op een maandagochtend een krottenwijk binnen en opent zonder een woord te zeggen het vuur op de zwarte bewoners. Er vallen vier doden, onder wie een moeder, haar baby en een kind van tien jaar oud. Het is halfdrie in de middag, licht bewolkt, 29 graden. De moordenreeks verandert het dorp Swartruggens in een typisch Zuid-Afrikaans slagveld.
Op zoek naar het waarom van de moord probeert Bram Vermeulen grotere vragen te beantwoorden over de plaats van de blanken in het zuiden van Afrika aan het begin van de eenentwintigste eeuw. Tegen de achtergrond van het felle integratiedebat in Nederland kijkt hij naar een kant van de wereld waar de blanken in de minderheid zijn. Hoe zijn zij geslaagd in de aanpassing aan hun omgeving? Wat voedt hun angst en hun onzekerheid? Welke onuitroeibare misverstanden maken hun integratie in dit continent ruim vier eeuwen na aankomst zo moeilijk?
Help, ik ben blank geworden is een ontdekkingstocht door een land waarin niemand ontsnapt aan de stereotypen verbonden aan een huidskleur. Ook de schrijver niet. Ergens tussen Nederland en Zuid-Afrika verkeerde hij in de twilightzone, het schemerdonker van twee multiculturele dramas. Hij was ongeneeslijk blank geworden.
Bram Vermeulen is correspondent voor nrc Handelsblad, de nos en de vpro en deed verslag vanuit de standplaatsen Johannesburg (2001-2009) en Istanbul (2009-2013). Voor zijn werk in Afrika werd hij in 2008 uitgeroepen tot Journalist van het Jaar. In 2013 ontving hij de Lira Correspondentenprijs voor de beste freelance buitenlandcorrespondent.
Uit het juryrapport van de Lira Correspondentenprijs 2013:
`De jury was het er unaniem over eens dat Bram Vermeulen () in veelzijdigheid, diepgang, schrijfstijl, in het complexe toegankelijk maken voor de lezer, kortom in alomvattende journalistieke kwaliteit, nog steeds uitsteekt boven zijn ook al eminente mededingers.
Uit het juryrapport van Journalist van het Jaar 2008:
`Bram Vermeulen paart durf aan kwaliteit. Hij doet zijn werk in bijzonder moeilijke omstandigheden en neemt daarbij de nodige risicos. Dat alles komt de kwaliteit van zijn werk ten goede. Vermeulen biedt zijn kijkers, luisteraars en lezers waardevolle aanvullende informatie en nieuws.
`Toen God Italië creëerde, schrok hij: zo mooi vond hij zijn schepping. Hij vreesde dat de rest van de wereld jaloers zou worden. Daarom besloot hij het land te laten bewonen door Italianen.'
Deze grap omvat de kern van de Italiaanse streken - en van dit boek. Een boek over sluwe maffiosi en corrupte politici. Over de moed van rechters, journalisten en burgers. Over het falen van de overheid en de genialiteit van het individu. Over schoonheid en de kunst van het genieten. Over alles wat Italië tot schrikbeeld én tot voorbeeld maakt.
Anno 2015 maakt Italië de grootste economische en morele crisis door sinds de Tweede Wereldoorlog. Tegelijk is de liefde van de Italianen voor de eu bekoeld. In Brussel weet men: valt Rome, dan schudt Europa op zijn grondvesten. In Italiaanse streken wandelt Bas Mesters een dag lang door de eeuwige stad, op zoek naar de Italiaanse volksziel. In veelkleurige ontmoetingen, met maffiabestrijders, schrijvers, filmdiva's, priesters, edelen, komieken, artsen en anderen, analyseert hij de kansen om de crisis te boven te komen.
Bas Mesters (1965) is journalist en cultuurhistoricus. Hij was ruim tien jaar correspondent in Italië voor nrc Handelsblad en de nos. Hij is directeur van het Expertisecentrum Journalistiek (UvA) en leidt sinds november 2014 de opleiding Journalistiek van Hogeschool Windesheim.
www.italiaansestreken.nl
www.prometheusbertbakker.nl
Het schitterende relaas van een wandeltocht langs de Engels-Schotse grens door een zoon en zijn 89-jarige vader
Zijn vader leerde Rory Stewart lopen en nam hem als kind mee op wandeltochten langs de Chinese Muur en door de Maleise jungle. Nu is vader 89, en trekken vader en zoon er nog eenmaal op uit, langs de Marsen, het grensgebied tussen Engeland en Schotland. Vader arriveert vanuit Schotland, in tartanruit; zoon vanuit zijn huis in het Engelse Lake District, met zijn Punjabi-wandelstok die hij gebruikte tijdens zijn wandeltocht door Afghanistan.
Tijdens hun wekenlange tocht van ruim 500 kilometer (zoon te voet, vader meestal per auto) tasten ze de verschillen af tussen Engeland en Schotland, te midden van een verstild landschap en halfvergeten dorpjes. Oog in oog met de Muur van Hadrianus delen ze hun oorlogservaringen: vader in Normandië (1944) en Vietnam, zoon in Irak en Afghanistan.
Hun odyssee ontwikkelt zich tot een geschiedenis van de natie, een anatomie van het landschap, een kroniek van het hedendaagse Groot-Brittannië en een intiem portret van twee geboren avonturiers, een vader en een zoon. Stap voor stap proberen ze de traditionele wereld om zich heen te verzoenen met hun eigen onconventionele levens.
Rory Stewart (1973) is schrijver, oud-diplomaat en lid van het Britse Lagerhuis. Tussen 2000 en 2002 wandelde hij 10.000 kilometer door Iran, Pakistan, India, Nepal en Afghanistan. Hij werd beroemd met zijn succesvolle boek Tussenstations. Te voet van Herat naar Kabul, over het Afghaanse deel van zijn reis. Het boek kreeg de Royal Society of Literature Ondaatje Prize en was een van de tien beste boeken van de New York Times Book Review.
'Een betoverend boek. De hartveroverende band tussen Stewart en zijn vader brengt dit boek tot leven.' The Sunday Times
'Stewart lijkt bijna de verwezenlijking van Rudyard Kiplings karakter Kim, de alziende, alwetende mannelijke jongen. Stewart observeert, is licht spottend en schrijft prachtig.' The Times
'Een van de meest onverwachte en plezierigste boeken van het jaar. Het boek gonst van geleerdheid en is schitterend doordrenkt van de vriendschap met zijn oude, dappere vader.' The Guardian, Readers' book of the year
Wie naar Rome gaat reist nooit alleen. Overal in de stad zijn de sporen te vinden van landgenoten. Maar wie kent nog de verhalen van de Bataafse bodyguards van keizer Nero? Of die van de kardinaal uit Utrecht die zomaar tot paus werd verkozen?
Dit bijzondere boek neemt je mee langs de vele verrassende plekken in Rome met een Nederlandse geschiedenis. Langs de antieke ruïnes waar Nederlandse kunstenaars en dichters hun verbeelding de vrije loop lieten, en langs de kroegen en kerken waar ze hun toevlucht zochten. We volgen een prinses van Oranje-Nassau die met haar minnaar naar Rome vluchtte, en een Amsterdamse ingenieur die de Tiber wilde verleggen. Samen met een drogist uit Delft dalen we af in de donkere catacomben, met een Brabantse priester gaan we op audiëntie bij Benito Mussolini, en met de schrijver Couperus kijken we uit over de koepels van de Eeuwige Stad. Nederlanders in Rome is een unieke reisgids voor alle liefhebbers van Rome, thuis en op reis.
Arthur Weststeijn raakte als historicus verzeild in Rome en bleef er jarenlang plakken. Hij overleefde het Romeinse verkeer, Hollandse hooligans, een klassieke passiemoord én een aanstelling als docent aan het Koninklijk Nederlands Instituut Rome. Nu doceert hij Italiaanse geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Eerder schreef hij De radicale Republiek, dat enthousiast werd ontvangen.
Over De radicale Republiek:
'Rijke studie, intrigerend tableau.' NRC HANDELSBLAD ****
DE VOLKSKRANT ****
'Weststeijn heeft de lezer te pakken.' TROUW
Als reisjournalist Bas van Oort aan zijn 5000 kilometer lange fietstocht van Washington DC naar Seattle begint, gloort een maandenlange droomreis door een overweldigend land. De realiteit pakt, uiteraard, anders uit. Door lekke banden, gebroken spaken, hongerklopaanvallen en een zonnesteek moeten Bas en zijn reisgenoot Lowie bijna dagelijks improviseren. In Pittsburgh, na een week fietsen, besluiten ze om 12 kilo bagage per post vooruit te sturen. In Ohio huren ze na urenlang twijfelen een auto om de opgelopen achterstand goed te maken; ze zijn dan krap tien dagen onderweg.
Zo ploeteren ze Amerika door.
Ondanks alles blijven de twee volhouden, met geregeld hulp uit onverwachte hoek. Ze slapen bij mensen thuis of stappen in voor een lift. Er ontstaan kortstondige maar intensieve vriendschappen, enkel en alleen omdat zij op avontuur zijn en de Amerikanen dat prachtig vinden.
In Het wonder van Iowa schetst Van Oort aan de hand van zijn ontmoetingen onderweg een verrassend positief beeld van een land dat de laatste jaren zo vaak negatief in het nieuws is geweest. Het is een verhaal over gastvrijheid en optimisme, iets wat in deze tijd voor Amerikanen verre van vanzelfsprekend lijkt.
Bas van Oort (1987) is reisjournalist, schrijver en fotograaf. Reisreportages van zijn hand verschenen in onder meer De Standaard, National Geographic Traveler, De Morgen en Het Parool. Het wonder van Iowa is zijn debuut.