Ruim twaalf jaar nadat zijn Geschiedenis van de Drentse Literatuur 1816-1956 verscheen, legt Henk Nijkeuter in het vervolg Waor roet en blommen wortel schiet in 't veld de naoorlogse geschiedenis van de Drentse letterkunde vast.
In dit gedetailleerde handboek behandelt hij het uitgebreide literaire bedrijf in Drenthe. Niet alleen Drentstalige en Nederlandstalige schrijvers en hun werk krijgen wij voorgesteld, ook de rol van tijdschriften, podia, uitgevers, radio en de afnemers van teksten zien we in verhelderend perspectief geplaatst. Deze literatuurhistorie is niet bedoeld als leesboek, maar als naslagwerk. Met het oogmerk zoveel mogelijk beschikbare informatie samen te brengen, zodat die vindbaar blijft voor onderzoek en studie. Literatuurhistoricus dr. Henk Nijkeuter is een schatgraver, die met dit overzichtswerk de Drentse literatuurbeschrijving tot 2016 vervolledigt. Waor roet en blommen wortel schiet in 't veld is een overzichtelijke, aantrekkelijk geschreven geschiedenis van een te onbekende literatuur in Nederland.
Een jonggien fietst deur zien dörp en prakkezeert aover deuren, schuttings en heggen daor as e nog nooit achter ewest hef. Twee reizigers hebt een ongemakkelijk gesprek in de trein van Grunning naor Zwolle, intied det aoveral in 't laandschap barakken veur vluchtelingen staot. Een journalist en vleisliefhebber mut de veganistische schriever van een Drèentstalig meesterwark interviewen.
Verhalen over het raadselachtige platteland, minne streken en dolende witte wieven worden prettig afgewisseld met romantische, grappige of ironische anekdotes en columns. In zeven varianten van de streektaal. Gloepends mooie verhalen dus. Verhalen om in één ruk uit te lezen, of om steeds even weg te leggen en opnieuw een duik te nemen in de wonderlijke variatie aan taal in het Nedersaksisch taalgebied. Verhalen die maar eens weer laten zien dat alles in de streektaal gezegd en geschreven kan worden.
Oostwaartsch! Reiservarings van een Sudentendrent.
Martin Koster beschrijft zijn vijfdaagse treinreis naar Dresden als een keerpunt in zijn leven, zodat hij vanaf dan kan spreken over een periode vóór de reis en een periode erná. Tijdens de solotreinreis beleeft de schrijver veel, het meeste echter in zijn hoofd. Daardoor komen diep gevoelde oorlogsherinneringen en de oppervlakkige beschrijving van het landschap waardoor hij reist naast elkaar te staan. Daardoor is de sfeer soms vol humor en soms grimmig, en vaak van allebei tegelijk. Dit gekoppeld aan het taalgebruik dat half Nederlands/ half Drents is, maakt dat dit een boek is om te lezen en herlezen.
Schrijfster Leny Hamminga uit het Drentse Taarlo heeft deze mininovelle over de geschiedenis van Lena in het Drents beschreven. In het boek wordt het opgroeien van een kwetsbaar meisje naar een zorgelijke jonge vrouw sfeervol neergezet. Het leven is niet gemakkelijk voor Lena; ze is zelf ziekelijk en haar man raakt zijn werk kwijt. Leny Hamminga is er in geslaagd om de familiegeschiedenis in een mooi beschreven tijdsbeeld neer te zetten.
Dwaalstroom stuurt de lezer op pad deur een laandschap van observaties
en gevulens. Zoas de Riest kronkelt deur het Riestdal, meandert de gedichten
in dizze bundel laangs herkenning, verwondering en ofscheid. Het muzikale Dreints uut het gebied van de Riest voert de lezer naor de raodsels van het bestaon, los van leeftied en tied.
Ria Westerhuis (Old Averiest, 1959)
is dichteres en veurdrachtskuunstenaar. Zij schref in het Dreints, Nederlands en het eRWeens, een eigen mysterieuze taal. Dit is heur viefde dichtbundel. Ok stiet der wark van heur in meer as vieftig bloemlezings.