IJzeren Koninkrijk is een machtige geschiedenis van een van de indrukwekkendste staten die Europa ooit kende.
Vlak na de gruwelijke Tweede Wereldoorlog oordeelden de geallieerden dat ze korte metten moesten maken met de staat Pruisen, die ze als de belichaming van het verfoeide militarisme zagen. Pruisen werd zonder pardon opgeheven en verdeeld. Daarmee kwam er een eind aan vierhonderd jaar geschiedenis. Christopher Clark toont in zijn glasheldere en prachtig geschreven geschiedenis dat Pruisen nog wel iets meer is geweest dan waar de geallieerden het voor aanzagen.
Pruisen begon eeuwen geleden als een onoverzichtelijke lappendeken van vorstenrijkjes, hertogdommen en graafschappen, zonder veel natuurlijke hulpbronnen en zelfs zonder een verbindende cultuur. Het voerde vele oorlogen, speelde een belangrijke rol bij de opheffing van het Heilige Roomse Rijk, bloeide op tijdens de glorieuze verlichtingsperiode onder Frederik de Grote en leed tijdens het rampzalige napoleontische tijdperk. Pruisen groeide in de loop der tijd uit tot een staat die de Europese humanistische traditie mede vormgaf, die uitmuntte door een efficiënt overheidsapparaat en een onkreukbare ambtenarij, die bij tijden een ongekende religieuze tolerantie aan de dag legde, en die onder leiding van Otto von Bismarck in 1871 zorgde voor de eenwording van het Duitse rijk. Clark concludeert dat Pruisen een onschatbare bijdrage heeft geleverd aan de westerse beschaving.
1974: De film Emmanuelle wordt een van de grootste Franse kassuccessen aller tijden. Op de filmposter een onbekend meisje van twintig jaar, met ontbloot bovenlijf en kort haar, poserend op een rieten stoel. Een nieuwe ster is geboren: Sylvia Kristel.
Emmanuelle is een fenomeen. De film draait meer dan elf jaar lang op de Champs-Elysées, in Japan en in de Verenigde Staten. Sylvia, die inmiddels een relatie heeft met Hugo Claus, gaat in Parijs wonen. Ze maakt kennis met beroemdheden als Warren Beatty, Alain Delon, Gérard Depardieu en Roger Vadim. Maar het glamourleven heeft ook zijn schaduwzijde. Drank en drugs, meerdere huwelijken die sneuvelen meer dan eens wordt ze slachtoffer van haar eigen goedgelovigheid. Uiteindelijk gaat Sylvia terug naar Nederland, sadder but wiser. In Amsterdam bouwt ze een bestaan op als schilderes en actrice.
In Naakt vertelt Sylvia Kristel het eerlijke, aangrijpende en soms ook geestige verhaal van een bijzonder leven. Onthullend en openhartig: de autobiografie van een Nederlands filmfenomeen.
'Als ik morgen niet op transport ga, ga ik 's avonds naar de revue,' schreef verpleegster Mania Krell in haar brief uit Westerbork. Westerbork, het grootste doorgangskamp voor Joden in Nederland in de Tweede Wereldoorlog, was kamp en dorp tegelijkertijd. Kinderen konden er in de regel naar school, hun ouders gingen naar het werk, er was vertier zoals de revue. Tegelijkertijd werden er gedurende tweeënhalf jaar meer dan honderdduizend mensen naar de concentratie- en vernietigingskampen in het oosten gedeporteerd. In Als ik morgen niet op transport ga... baseert Eva Moraal zich vooral op de geïnterneerden zelf: mannen en vrouwen, kinderen en volwassenen, Nederlandse en Duitse Joden schreven over hun ervaringen in het kamp in brieven, dagboeken en memoires. Er rijst een indringend beeld op van het dagelijks leven in kamp Westerbork zoals bewoners het beleefden en zich herinnerden.
Eva Moraal (Schiedam, 1982) studeerde cum laude af in de maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Van 2006 tot 2013 was zij als promovenda verbonden aan het NIOD en de UvA. In 2013 promoveerde zij op haar onderzoek naar Kamp Westerbork. Naast haar werkzaamheden als historica, schrijft Eva Moraal jeugdromans.
Alleen de wolken beschrijft de jaren van het interbellum. Door de Eerste Wereldoorlog was de wereld compleet veranderd. Als gevolg van de schok van de ongekende destructie van die oorlog leek de bevolking als geheel alle zekerheden, elk geloof en iedere oriëntatie te zijn kwijtgeraakt. Uit dit trauma kwamen de nieuwe ideologieën zoals het communisme en het fascisme voort.
Philipp Blom gaat te werk als deelgenoot, als tijdgenoot; hij beschrijft de jaren 1918-1938 zoals ze zijn beleefd in al hun complexiteit en tegenstrijdigheid. Hij zoomt telkens in op een bepaald jaar, waarbij hij ingaat op een specifieke gebeurtenis. Evenals in zijn eerdere boek, De duizelingwekkende jaren, betrekt Blom de literatuur en de beeldende kunst erbij en brengt zodoende het verleden op een buitengewoon aantrekkelijke en realistische wijze tot leven.
We groeien toe naar een wereldcultuur. De multicultuur heeft overal haar intrede gedaan en daar is ook verzet tegen, mensen gaan dan vaak de oude eigen cultuur extra benadrukken. Wat is de vervlechting tussen het autochtone en het kosmopolitisme? Wat zien wij, anderen, in het verleden als typisch voor het eigene? In Ons erf gaat Warna Oosterbaan hiernaar op zoek. Hij fietst langs de Amsterdamse grachten, bezoekt Kamp Westerbork, het Rietveld Schröderhuis en andere herinneringsplaatsen. Hij luistert naar stadsgeluiden uit 1895, en reist met antropologen mee naar Brazilië, Indonesië, Curaçao en Marokko. In levendige verslagen en heldere taal schrijft de auteur over nationale identiteit, cultuur en cultureel erfgoed. Vooral komt daarbij naar voren dat cultuur altijd in beweging is en dat iedereen erdoor wordt gevormd
Ons erf is een boek over de betekenis van het nationale gevoel, de toekomst van de multiculturele samenleving en de rol van religie. Het is rijk geïllustreerd met fotos van fotograaf Theo Baart.
Warna Oosterbaan is socioloog en journalist. Hij was verbonden aan NRC Handelsblad als redacteur wetenschappen en hoogleraar Journalistiek en Samenleving aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij schreef tal van boeken. Van zijn hand verschenen onder meer: Schoonheid, Welzijn, Kwaliteit. Kunstbeleid en verantwoording na 1945 (2005), Een leesbare scriptie (2007) waarvan onlangs de zeventiende druk is verschenen, Ik kan alles. Survivalgids voor het dagelijks leven (2010) en samen met Rob Biersma, Motorziel. Kleine sociologie van een machine (2012).
Theo Baart is fotograaf en heeft een groot aantal publicaties en tentoonstellingen op zijn naam staan. Zijn werk bevindt zich in collecties en musea in binnen- en buitenland. Zijn meest recente werk is Sound Horn, over steden die kampen met economische stagnatie en demografische krimp.
Het gebeurt maar zelden dat een voormalige minister-president een grondige studie wijdt aan een van de meest explosieve conflicten in de wereldpolitiek
en daarbij ook nog eens ferm afstand neemt van het beleid dat hij lange tijd zelf heeft gevoerd. Jaren nadat Dries van Agt de Haagse politiek vaarwel had gezegd, werd hij gegrepen door het zich al decennialang voortslepende Israëlisch-Palestijnse conflict en vooral door het lot van het Palestijnse volk. Hij maakte er een uitvoerige studie van en zette zijn bevindingen en overpeinzingen op papier. Hij baseert zich in zijn argumentatie vooral op de vele resoluties van de Verenigde Naties over het conflict, op het humanitair
oorlogsrecht en op de verdragen over mensenrechten. Het resultaat is een gedegen en helder boek over verleden, heden en toekomst van de regio, in het bijzonder over beleid dat indruist tegen het internationale recht en dat vrede in de weg staat. En het is vooral ook een hartstochtelijke steunbetuiging aan een volk dat het slachtoffer van de geschiedenis dreigt te worden.
Tien alternatieve, maar plausibele scenarios over hoe de geschiedenis van België anders had kunnen lopen
Een team van uitmuntende historici is op zoek gegaan naar de historische wortels van enkele van de meest prangende kwesties waar we vandaag mee worstelen. Had België evengoed niet kunnen bestaan? Waarom is België het `lelijkste land ter wereld? Kon Vlaanderen niet anders dan rechts en katholiek zijn? Had Kongo kunnen ontsnappen aan een genadeloze koloniale exploitatie? Hoe hebben de twee wereldoorlogen het uitzicht van België bepaald? Is Antwerpen werkelijk de navel van het land? Wat heeft de monarchie België bijgebracht? Hoe zijn de communautaire geschillen zo intens geworden? Om deze vragen nieuw leven in te blazen, benadert dit boek ze vanuit een onverwachte hoek: Wat als?
Het land dat nooit was is een primeur: voor het eerst verschijnt er over België een counterfactual of tegenfeitelijke geschiedenis die even lezenswaardig als wetenschappelijk verantwoord is. Het resultaat is zonder meer verbluffend en openbaart de manier waarop we over het verleden denken en schrijven.