Een jonge goudzoeker in het Surinaamse Maripaston wordt doodgeschoten. Het motief is onduidelijk en de rechtszaak in Paramaribo lijkt een haastige cover up. Ondertussen bestrijden Ronnie Brunswijk en de familie Bouterse elkaar de macht in de veelbelovende goudmijn.
Jeroen Trommelen (Oss, 1956) onderzocht ruim een jaar lang de nieuwe goudkoorts in Suriname. Zijn persoonlijk, onthullend en feitelijk verslag van de vaak moeizame zoektocht voert naar de intrigerende schietpartij en beantwoordt tal van belangwekkende vragen. Wie controleert de Surinaamse goudhandel en verdient er het meeste aan? Hoe kreeg de pleegzoon van president Bouterse de legendarische concessie Benzdorp in handen? Hoe konden goudzoekers het waardevolle beschermde natuurpark Brownsberg vernielen terwijl overheid en Wereldnatuurfonds toekeken?
`Een vlot geschreven, narratief non-fictieboek dat niet enkel onthullingen oplevert over de Surinaamse machtsstructuren, maar ook gelezen kan worden als een boeiende handleiding onderzoeksjournalistiek-in-moeilijke-omstandigheden. Een aanrader.' Magazine MO*
`Met uiterst geduldig speurwerk, kluitjes in het riet en vindingrijkheid in de junglevan de Surinaamse bureaucratie legt Trommelen het netwerk van de goudexploitatie bloot.' John Jansen van Galen in Het Parool (****)
`De rillingen lopen je over de rug bij het lezen.' Christine F. Samsom in De Ware Tijd.
`Het boek leest als een thriller.' Felix Meurders in VARA-programma Spijkers met Koppen.
Als Petra Quaedvlieg en haar man zich in 1997 als correspondenten in Zuid-Afrika vestigen krijgen ze algauw personeel. Fanie, de tuinman, hoort bij het huis dat ze huren op het platteland nabij Pretoria. Een jaar later verhuizen ze naar Johannesburg. Fanie wil mee. Na de geboorte van hun dochter voegt Rose zich bij hen, als nanny en huishoudster.
De schrijfster raakt nauw betrokken bij het leven van Fanie en Rose, twee zwarten die zijn opgegroeid in het Zuid-Afrika van de apartheid. Ze zijn nu midden dertig, Nelson Mandela is president en het land oogst alom bewondering als regenboognatie. Maar voor Fanie en Rose is er weinig veranderd.
In Fanie en Rose schetst Quaedvlieg in treffende hoofdstukken hun worstelingen en bittere dillemma's, en haar eigen onvermogen om hun levens een nieuwe wending te geven. 'Jy is my ma. Ek kan nie my self salig maak nie.'
Het kidnappen van westerlingen eindigt tegenwoordig met onthoofdingen of de betaling van enorme sommen losgeld. Maar er was een tijd dat het er vriendelijker aan toeging. Begin jaren negentig werd journalist Gerbert van der Aa in de Sahara door Toearegs ontvoerd...
Journalist Stan van Houcke (1947) reisde gedurende tien jaar door Nederland en heeft zijn bevindingen gebundeld in veertien stukken. Hij bezocht dichters als Rutger Kopland, Wim Brands, Aafke Steenhuis en Arie Visser. Hij interviewde Kellendonk en bespreekt het werk van de schilder Weissenbruch. Door hun werk beziet de auteur het Nederlandse landschap, dat van grote betekenis is (geweest) op de vorming van de Nederlander. Het zijn observaties en gesprekken vol weemoed waarmee de schrijver en de geinterviewden een landschap en land beschrijven, dat de laatste vijftig jaar, onder invloed van de moderne tijd ingrijpend aan het veranderen is. Een boeiend boek dat, in deze toekomstgerichte tijd, pleit voor een investering in het verleden. Veel is verwoest of verloren gegaan, maar achter de uiterlijke schijn leeft nog steeds het unieke. Overal.
`Van Houcke reist en schrijft avontuurlijk. (...) In Van Houcke blijkt een getalenteerde auteur te schuilen. Hans Warren in de GPD-kranten.
`Uit zijn journalistieke engagement spreekt zo niet een geloof, dan toch een verlangen naar een betere wereld. (...) Zijn meest persoonlijke verhaal is voluit literair.. (...) Het laat iets mysterieus in tact. Juist door deze bescheidenheid, die je in andere reisboeken nog wel eens mist, komt Van Houcke waarheden en precieze verwoordingen op het spoor. Hilbrand Rozema in Nederlands Dagblad.
`Hij documenteert uitvoerig. Ger Groot in De Groene Amsterdammer
In Nederland, Colorado, een dorpje aan de rand van de Rocky Mountains, ligt al twintig jaar een bevroren lijk in een schuurtje.
Deze frozen dead guy is de opa van Trygve Bauge, een buitenissige Noorse immigrant. Begin jaren negentig wil hij in Colorado een `cryonisme-instituut beginnen. Het idee: `patiënten kunnen zich laten invriezen en vervolgens de dag afwachten dat `vrienden van de toekomst ze weer tot leven wekken. Zijn overleden opa is zijn eerste klant.
In 1994 wordt Trygve Bauge Amerika uitgezet. Zonder dat de inwoners van Nederland er weet van hebben, blijft zijn opa achter in het schuurtje. Vanuit Noorwegen moet Trygve nu op zoek naar iemand die iedere maand een lading droogijs (-78°C) in de kist van de `diepvriesman kan deponeren. En zo komt Bo Schaffer, in het dagelijks leven klusjesman en wietteler, aan het meest wonderlijke bijbaantje van zijn leven: de frozen dead guy ook daadwerkelijk frozen houden. Zeventien jaar gaat dat goed, maar dan gebeurt het onvermijdelijke: Trygve en Bo krijgen knallende ruzie.
De Diepvriesman speelt zich af in de wereld van het (amateur)cryonisme en vertelt het wonderlijke en waargebeurde verhaal van een lijk in een schuurtje en een stel excentriekelingen die tegen wil en dank tot elkaar zijn veroordeeld.
In Brunei staat een vrijwel leeg achtsterrenhotel naast een uitgestrekt, maar nimmer gebruikt pretpark. Voor miljarden gebouwd door prins Jefri Bolkiah. De broer van de sultan van het rijke oliestaatje wist er in korte tijd veertig miljard euro aan grote mensen-speelgoed doorheen te jagen. Drieduizend kilometer verderop, in Birma, moet de familie van opiumboer Ai Yee het zien te redden met een halve euro per dag. En hopen dat het leger de papaveroogst niet komt vernietigen.
Tussen `de olieprins en `de opiumboer ligt Zuidoost-Azië: elf landen in het Verre Oosten met ruim een half miljard mensen, waarover Robert Giebels 32 aanstekelijke, journalistieke verhalen heeft geschreven. Zoals Pattapol, de Thai die alleen nog maar kan lachen sinds vogels bij hem nestjes bouwen die hun gewicht in goud waard zijn. En de veertienjarige Deung uit Cambodja die door haar ouders de prostitutie in is geduwd. Of Nguyen Thi Dien in Vietnam, wier leven door Agent Orange tot een hel is gemaakt. Of de Maleisische huisbaas Mior die jarenlang de `Osama bin Laden van het Verre Oosten als huurder had. En de Filippijnse Angelita Lopez die voor niets in een stenen villa mag wonen, zolang ze dit grafmonument netjes houdt.
Robert Giebels was van 2000 tot 2004 correspondent in Zuidoost-Azië voor onder andere NRC Handelsblad en RTL-Nieuws. Nu is hij politiek verslaggever voor de Volkskrant. In 2013 won hij samen met Jan Hoedeman de belangrijkste journalistieke prijs van Nederland, De Tegel, in de categorie Verslaggeving.
Het is een fascinerend gegeven: in deze tijd van internet en ruimte-excursies leven er op aarde nog volken waarmee we nooit contact hebben gehad en waarvan we ook niets weten. In Brazilië zijn het er zeker vijftien, die ver weg verstopt in het Amazonewoud leven. Maar in 1995 wordt twintig kilometer van de bewoonde wereld, tot stomme verbazing van iedereen, een groepje van elf onbekende primitieve indianen ontdekt, in een bos dat als een eilandje van groen in een verder kaalgekapt gebied ligt. Ze leven zoals ze al duizenden jaren deden en verdedigen zich met pijl en boog als houthakkers hun bos binnendringen. Tien jaar lang volgde Ineke Holtwijk de emotionerende kennismaking van dit groepje indianen met onze wereld. Het is een even spannend als schokkend eenentwintigste-eeuws evolutiesprookje. En de ontmoeting met deze indianen blijkt ook een confrontatie met onze eigen normen en vanzelfsprekendheden.
Rooksignalen wordt door sommige deskundigen vergeleken met twee internationale eversellers in het genre: Tristes Tropiques van de Franse antropoloog Claude Lévi-Strauss en Tupari van de Zwitserse etnograaf Franz Caspar. Volgens doctor Hein van der Voort, linguïst verbonden aan de Radboud Universiteit te Nijmegen en gespecialiseerd in het gebied, is Rooksignalen een monument van observaties en bevat het mede daardoor `uniek, nog niet eerder gepubliceerd etnografisch materiaal. Geactualiseerde versie
Prachtig geschreven, indringend verslag de Volkskrant
Een zeer lezenswaardig boek NRC Handelsblad
Fascinerend en spannend Historisch Nieuwsblad
Nog altijd is oostelijk Duitsland een van de armste regio's van Europa. De problemen zijn groot: massale werkloosheid, wegtrekkende bevolking, een enorme vergrijzing en een virulent rechts- en links-extremisme. Op de journalistieke reis van Jeroen Kuiper ontmoeten we ondergedoken ex-neonazi's, Poolse ondernemers, in armoede levende werklozen, Stasi-slachtoffers en Günter Schabowski, de man die de Muur opende.
Het andere Duitsland maakt de balans op van de Duitse eenwording. Wat zijn de problemen en de dromen van de inwoners van de voormalige DDR? Oorspronkelijk jaar uitgave: 2009.
`Kuiper maakt de balans op van de Duitse eenwording. Hij schetst een onthutsend beeld van het voormalige Oost-Duitsland. Kuiper schrijft ook over de 'slipjesoorlog' die begin jaren negentig in de Duitse pers woedde en zich concentreerde op de vraag of de Ossies seksueel losbandiger waren dan de Wessies. - De Standaard
Wat is het hart van Kazachstan, een land met een oppervlakte van vijf keer Frankrijk, met eindeloze steppes en kilometershoge besneeuwde bergtoppen? Zit er een kern van waarheid in Borat, de film van de Britse komiek Sacha Baron Cohen? Vind je het ware Kazachstan in de uit het moeras opgetrokken hoofdstad Astana, met z'n oliebaronnen, Hummers, Bentleys, en shopping malls? Of eerder in het oude moederland van de nomaden die met hun kamelen en de geesten van hun voorouders in joerten op de steppe woonden? Is Kazachstan vooral de grootste nucleaire testsite en afvaldump van de voormalige Sovjet-Unie? Of maken de inwoners - de ruim honderd etnische groepen waarvan vele in Kazachstan zijn beland omdat zij door Stalin werden verbannen - het land tot wat het is?
Marona van den Heuvel gaat in dit boek op zoek naar het echte Kazachstan. Ze bezoekt werkelijk elke uithoek van dit fascinerende land en vertelt op bevlogen en informatieve wijze over de stormachtige opmars die het land momenteel maakt, en ook over de diepgewortelde cultuur en tradities. Genomineerd voor de Bob den Uyl-prijs. `Verplichte kost voor diegenen die Borat hebben gezien - Onze Wereld
Waarom klimmen Amerikaanse middelbare scholieren op hun stoel en schreeuwen ze uit volle borst: 'I Am Somebody Special'? Waarom is de weerman van het Amerikaanse televisienieuws verkleed als clown? Waarom mogen miljoenen Amerikanen niet zelf kiezen wat voor kleur gordijnen ze voor het raam hangen?
In Toets 1 voor het paradijs probeert Martijn de Waal vat te krijgen op het wonderlijkste continent op aarde. Voor dit fonkelende reisboek zocht hij zijn oude klasgenoten van de Ignacio High School op en sprak hij met nieuwslezers, stadsplanners, leraren, architecten, shoppingmall-managers, internet-ondernemers, kunstenaars en festivalorganisatoren.
Zijn rondreis levert het merkwaardige beeld op van een maatschappij die er alles aan doet om De Amerikaanse Droom in stand te houden - zelfs na 11 september.
Als zestienjarige scholier bracht Martijn de Waal (1972) een jaar door bij een gastgezin in een piepklein boerendorpje in de staat Colorado. Hij studeerde aan de Universiteit van Berkeley. Ruim twaalf jaar later keerde hij als journalist voor onder meer de Volkskrant, HP/De Tijd en Nieuwe Revu terug. Zijn meest recente boek is De stad als interface (2013)
`Toets 1 voor het paradijs is een perfecte sociologie van het gastvolk, de Amerikanen. Met bijna wetenschappelijke nieuwsgierigheid gemaakt. HP/De Tijd
`Verfrissend (...) Met de mengeling van verbazing en verwondering die eigen is aan goede Amerika-watchers NRC Handelsblad
Sinds 1983 is de sharia er van kracht. En tussen 1991 en 1996 werkte Osama bin Laden er aan de oprichting van Al-Qaeda. De hoofddoek is verplicht, alcohol is verboden. Soedan wordt als terroristenstaat met de nek aangekeken.
Het grootste land van Afrika tuimelt bijna onafgebroken van de ene burgeroorlog in de andere: moslims tegen christenen, lichtgekleurde Arabieren tegen zwarte Afrikanen, nomaden tegen boeren. Nadat het zuiden decennialang het toneel was van een bloedige oorlog, woeden nu in de westelijke regio Darfur hevige gevechten. Honderdduizenden doden vallen te betreuren, miljoenen mensen zijn op drift geraakt. Tegelijkertijd zijn buitenlandse bezoekers diep onder de indruk van de Soedanese gastvrijheid. Vrijwel allemaal beweren ze dat bijna nergens ter wereld zulke aardige mensen wonen. Terwijl in andere Afrikaanse landen westerse gasten vaak belaagd worden door opdringerige types die om een gift vragen, is het in Soedan juist de bezoeker zelf die overladen wordt met cadeaus. Hoe valt dit te rijmen? Hoe kan zo'n vriendelijk land tegelijkertijd zo kwaadaardig zijn? Is het de volksaard? Heeft het te maken met de onnatuurlijke grenzen die ooit door de koloniale mogendheden zijn getrokken? Of is het een bewuste strategie van de regerende elite, die alle middelen inzet om zich te verrijken met de opbrengsten van natuurlijke hulpbronnen zoals aardolie. Reizend door Soedan - boven op vrachtwagens, met een boot over de Nijl, op een ezelkar - zoekt Gerbert van der Aa naar antwoorden op deze vragen en laat ons kennismaken met allerlei historische en culturele aspecten van deze vriendelijke 'schurkenstaat' aan de Nijl.
'Babbelend rondlopen is de beste manier om Afrika te leren kennen, Van der Aa lijkt er kampioen in' - Trouw
Hoe komt het dat het in Ghana nu zo goed lijkt te gaan: economische groei en politieke stabiliteit? Hoe kan het dat in de nieuwe natie Zuid-Soedan in 2013 opnieuw een burgeroorlog is losgebroken? Heeft de politiek malaise in Zuid-Afrika onder het ANC van Zuma iets te maken met Mandelas onderhandelingen met de laatste president van de apartheid De Klerk, begin jaren negentig?
Antwoorden zijn te vinden in het verleden. In De trots van Afrika schetst Volkskrant-journalist Wim Bossema de belangrijkste gebeurtenissen en veranderingen in Afrika sinds de onafhankelijkheid van de meeste koloniën rond 1960 tot 1998. Hij pikte zelf nog een staartje mee van de jaren van optimisme en grote trots in Afrika: het familiesocialisme Ujamaa in Tanzania trok hem in 1975 naar een ujamaadorp en in 1981 naar de radicale en eigenzinnige universiteit van Dar es Salaam. Afrika leek het continent waar alles mogelijk was, met inspirerende en visionaire leiders als Nyerere, Nkrumah en Mandela (al zat die incommunicado gevangen). De vrijheidsstrijd bracht nieuwe idealisten aan de macht in de vroegere Portugese koloniën als Mozambique en Angola en in Zimbabwe.
Maar de werkelijkheid bleek in de jaren tachtig, toen Wim Bossema voor krantenreportages reizen maakte in Afrika, een stuk grimmiger. Het enthousiasme van de bevolking was geslonken, de idealistische leiders waren autoritair en vaak regelrecht dictatoriaal geworden. Ontwikkelingshulp had van Afrikaanse regeringen hulpjunkies gemaakt. Waar was de trots van Afrika gebleven?
In de jaren negentig, na het einde van de Koude Oorlog in de wereld, kwam een tegenbeweging opzetten: jonge idealisten, met democratie en mensenrechten hoog in het vaandel, een sterke vrouwenbeweging. Het ging met vallen en opstaan, maar de kiemen voor wat nu goed gaat in Afrika werden toen gelegd.
Wim Bossema sprak in die twintig jaar met tientallen boeren, activisten, politici, vrijheidsstrijders, stadsjongeren, rebellen, historici, commentatoren in landen als Ghana, Tanzania, Kenia, Mozambique, Zimbabwe, Zuid-Afrika, Angola, Zuid-Soedan, Senegal en Burkina Faso. Zij v ertellen met elkaar de jongste geschiedenis van Afrika in zijn journalistieke boek. En hij interviewde een reeks Afrikaanse schrijvers, die met hun kritische romans het eerst zagen hoe Afrika verstrikt raakte in leugens, bedrog en machtsmisbruik. Zij zijn de hoeders van Afrikas trots, nog altijd.
Driekwart jaar na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 ging Jeroen van Bergeijk op zoek naar het 'nieuwe' Amerika. Hij maakte een reis langs de U.S. 1, de oudste snelweg van Amerika die van Maine naar Florida loopt. Veel Amerikanen denken dat hun land een metamorfose heeft doorgemaakt, maar zijn de Verenigde Staten inderdaad fundamenteel veranderd sinds '9-11'? Om een antwoord te vinden op die vraag reed Jeroen van Bergeijk vijfduizend mijl in zijn roestige Cadillac Coupe de Ville door Amerika, bezocht hij 's werelds grootste casino, sprak hij met kersverse FBI-agenten, at hij een hamburger in het restaurant waar dit populaire gerecht werd uitgevonden, en sliep hij in de motelkamer waar de vliegtuigkapers hun laatste nacht doorbrachten.
Een klassiek reisverslag [...] Een sprankelend boek van een auteur die zes jaar in New York woonde, en weet waarover hij schrijft. - Menno de Galan in NRC Handelsblad.
Van Bergeijk heeft gedaan wat eigenlijk iedereen die iets van de VS wil begrijpen zou moeten doen [...] Lees U.S.1 en sla bij een volgend bezoek aan de VS alle adviezen van het reisbureau in de wind. - Maarten van Rossem in HP/De Tijd
Onze afgedankte autos gaan naar Afrika. Maar wat gebeurt als je tegen de stroom inzwemt, als je een auto bouwt in Ghana en die terugbrengt naar het Westen?
Met die vraag vertrekt de Nederlandse kunstenaar Mister Melles (Melle Smets) naar de van olie doordrenkte stadswijk Suame Magazine, de grootste samenklontering van autowerkplaatsen van Zwart Afrika. Zo'n tweehonderdduizend Ghanezen houden hier het wagenpark van West-Afrika rijdend.
Samen met een ploeg monteurs onder leiding van Doctor Waco bouwt Mister Melles drie maanden aan de Turtle 1, een kruising tussen een marktkraam en een auto. De race tegen de klok om de Turtle 1 op tijd bij de koning van Ashanti te krijgen, levert een hilarisch en tegelijkertijd onthutsend beeld op van een moderniserend Afrika.
Let op: ook verkrijgbaar met multimediale verrijking (video's, luisterboek, vele foto's, etc) in de Fosfor Longreads app (voor iPad en iPhone)
New York! In deze reisgids vindt u alles wat u elders niet kunt vinden. In deze gids geen openingstijden van musea, prijzen van hotels of waar u een metrokaartje koopt. Want de voorbereiding op een reis is zo vele meer dan het vergaren van praktische informatie. Lucas Ligtenberg kent New York als geen ander en weet dat de stad de wereld in het klein is én het centrum ervan. In die metropool leidt hij de lezer rond. Het is vooral een tocht door de geschiedenis en langs de mensen die de stad hebben gemaakt. Hoogtepunten en dieptepunten, winnaars en verliezers, steenrijk en straatarm. Over Subways en potholes, blt's en deli's, yellow cabs en Black Monday, ticker tape en gridlock. Chrysler en Greeley, Potok en Pulitzer, Roth en Rockefeller, Macy's en Mumford. Van het Nederlandse begin in het dorp Nieuw Amsterdam naar Harlem, Greenwich Village en Hell's Kitchen, Kleindeutschland en Little Italy, Lafayette en Queens, Chinatown en Little Haiti, Alphabet City en de United Nations, en tientallen etnische enclaves. Nergens leefden zoveel beroemdheden, van Woody Allen en Jackie Kennedy tot Leonard Bernstein, William Randolph Hearst, Charles Lindbergh, Rudy Giuliani en Barack Obama. Als Ligtenberg over New York schrijft, doemt voor je geestesoog de skyline op en hoor je de metro ratelen. De stad komt tot leven, of je er nu over leest op Broadway of thuis in je leunstoel.
'Het boek moet wel mee in de rugzak... zeldzaam rijk aan saillante details en smakelijke anekdotes.'- NRC Handelsblad
In de jaren negentig zwierven er duizenden daklozen door de straten van Manhattan. Een kleine groep ging ondergronds. Onzichtbaar voor de maatschappij, slaagden ze erin een nieuw leven op te bouwen in de tunnels van New York.
Oorlogsfotograaf en cultureel antropoloog Teun Voeten slaagde erin toegang te krijgen tot deze onderaardse wereld. Halverwege de jaren negentig woonde hij vijf maanden tussen Vietnamveteranen, macrobiotische hippies, crackverslaafden, Cubaanse vluchtelingen, moordenaars, computerprogrammeurs, filosofische kluizenaars en voortvluchtige misdadigers. Met grote betrokkenheid en gevoel voor humor beschrijft Voeten in Tunnelmensen hun dagelijks leven.
In 1996 werden de tunnels ontruimd. Een speciaal programma, waarin de Amerikaanse Spoorwegen en daklozenorganisaties samenwerkten, bood de tunnelmensen een kans om `boven een nieuw leven te beginnen. In deze geheel herziene en bewerkt versie van Tunnelmensen, wist Voeten de oorspronkelijke tunnelbewoners op te speuren en in een nieuw hoofdstuk beschrijft hij hoe het ze jaren later is vergaan.
Tunnelmensen werden enthousiast onthaald door de landelijke en internationale pers, door sociale wetenschappers, beleidsmakers, hulpverleners en Amerikakenners. Het is niet alleen een must read voor elke rechtgeaarde New York liefhebber, maar voor iedereen die geïnteresseerd is in de daklozenproblematiek. `Teun Voeten heeft een nieuwe frontier gevonden in het grote Amerikaanse experiment en presenteert het in dit ronduit fascinerende verslag. Sebastian Junger, auteur van The Perfect Storm.
Tibet en de Himalaya hebben een magische klank. Boeddhistische culturen overleven er in verstilde sneeuw- en hooggebergtewoestijnen. Overal, binnenshuis én in het ruige landschap, zie je sporen uit vroeger tijden, zoals gebedsmolens en witte sjerpen. Het boeddhisme is er de drijvende kracht achter het bestaan. Levensopvattingen als wedergeboorte en mededogen spelen een centrale rol.
Myra de Rooy bezocht sinds 1986 vele malen deze mystieke wereld, waar gebedsvlaggen op bergpassen en huizen wapperen om gebeden en dromen mee naar de hemel te voeren.
Ze beklimt er bergen, zoals tijdens de eerste Nederlandse Vrouwenexpeditie, en bezoekt lopend, liftend met pelgrimstrucks of in gammele bussen, afgelegen gebieden. In kloosters en bij mensen thuis neemt ze deel aan het dagelijks leven en drinkt eindeloos veel boterthee. Maar bovenal spreekt ze met een groot aantal vrouwen over hun leven. Tijdens deze ontmoetingen hoort zij vaak ongelooflijke verhalen. Zoals van Dolkar, die in een grot woonde en de verschrikkingen van de Chinese inval meemaakte. En van de geëmancipeerde Tsering Palmo, die arts is en baanbrekend werk verricht voor de nonnen in Ladakh.
Vrouwen in Boeddhas bergen is een liefdevol reisboek vol jeugdig enthousiasme, oude wijsheid en verhalen over leven en dood.
Tussen 2002 en 2010 maken de auteur en haar Amerikaanse vriendin driemaal een tocht over de Eufraat, langs de oevers van wat ooit het oude Mesopotamië was. In een rode kajak meren de vrouwen dagelijks af voor ontmoetingen met bewoners aan de waterkant. Ze zijn overgeleverd aan het weer en de stroom van de rivier en aangewezen op hulp en informatie van de oeverbewoners. De ontmoetingen geven op aansprekende wijze inzicht in de Syrische gastvrijheid.
Dit idyllische verhaal van een vaartocht over de Eufraat staat in schril contrast met de verscheurde situatie in Syrië sinds het uitbreken van de burgeroorlog. De auteur vertelt dit verhaal om tegenwicht te bieden tegen de dagelijkse stroom berichten van geweld en vernietiging in de media. Zij belicht de Syrische culturele identiteit en de culturele verbondenheid van Syrië met het Westen.
Esseline van de Sande (1967) studeerde Sociale Psychologie in Leiden en Arabisch in Damascus en is freelance-journaliste, organisatieadviseur en coach. Van 1999 tot 2005 woonde en werkte ze in Syrië.
Dat Italië zich ook tot ver achter de Toscaanse heuvels uitstrekt is inmiddels wel bekend, maar Linda Otter ziet kans om werkelijk de wonderlijkste verhalen uit letterlijke en figuurlijke grafkelders op te diepen, en gunt de lezer zo een soms beangstigende, dan weer amusante blik in de complexe Italiaanse ziel.
Otter schetst een fascinerend portret van een land vol mysteries. Zo ontrafelt ze onder meer de geheimen van een immens populaire priester met stigmata; hoe de kroonprins van Savoye een Duitse toerist doodschoot; de eerste christenen in Rome; de steun van miljardair Feltrinelli aan de Rode Brigade; een vulkaaneilandje waar autochtonen en import elkaar naar het leven staan en Mussolini die zijn vrouw in een gesticht opsloot.
Italiaanse geheimen is geen gewoon reisboek, het is een rijk verslag van ontmoetingen, bijzondere plaatsen, actuele en historische gebeurtenissen dat een andere kijk op Italië geeft.
`Kleurrijk en informatief NRC Handelsblad
`Een aangename verrassing. Otter is historisch goed onderlegd. Jury Bob den Uyl Prijs
`Reisverhalen waar je iets van opsteekt. - Trouw
n 2005 vertrekt de dan dertigjarige journalist Saskia Konniger naar India. Ze wil reportages maken over het moderne leven in een van de oudste beschavingen ter wereld. In een mum van tijd overkomt dat leven haar in volle hevigheid: ze krijgt een rol in een Bollywoodfilm, verkent de illegale homoscene in Bombay en reist af naar het bedevaartsoord Pushkar. Te midden van kibbelende brahmanen ontmoet ze de charmante kamelenman Arun. Tijdens hun gezamenlijke rondreis per huifkar ervaart Konniger de hiërarchische verhoudingen van het kastenstelsel, waarvan de Indiase omgangsvormen tot op de dag van vandaag doortrokken zijn. Haar liefde voor Arun steekt daar schril bij af.
Terug in Nederland pakt Saskia haar gewone leven weer op, al laat haar Indiase prins op de kameel haar niet los. Na een paar maanden besluit ze hem op te zoeken, maar vlak voor haar vertrek krijgt ze een onheilspellend bericht. Moet ze toch gaan? En wat weet ze eigenlijk van Arun?
Filosoof en schrijver Maarten Doorman reisde met een vriend door Europa, op zoek naar graven van beroemde filosofen. Niet alleen zet Doorman de gedachten van deze denkers in enkele zinnen uiteen, hij spiegelt ze ook gewiekst aan de omstandigheden. Dit levert mooie schetsen op van soms lieflijke, dan weer naargeestige begraafplaatsen met hun vaste bezoekers, en hilarische anecdotes over de begrafenis of het graf zelf. Zo ontkent de priester van de Parijse Saint Roch-kerk dat Diderot er begraven ligt, schieten de vrienden van Hume hun pistolen leeg om duivels te verjagen, zit er in University College London een lijk in een kast en is de as van Marcuse jarenlang kwijt geweest.
Bovendien is Denkers in de grond doorspekt met een uiterst persoonlijk verslag van de in koortsachtig tempo afgelegde reizen onder de laaghangende bewolking van 1000 jaar Europese wijsbegeerte. Denkers in de grond is journalistiek in de portretten en filosofie op maximumsnelheid in de reisreportages.
In Memphis werd rock-'n-roll geboren, in New Orleans de jazz en ergens daartussen, in de Mississippi Delta, de blues. Jaarlijks maken duizenden muziekliefhebbers een bedevaartstocht over de snelweg die deze plekken verbindt, Highway 61. Maar met de auto raas je voorbij aan het hart van The Deep South. Leendert van der Valk en Winnifred Wijnker willen doordringen tot in de haarvaten van het roemruchte gebied en nemen daarom de fiets, op zoek naar duivelsmuziek langs 's Heeren Wegen. De lezer reist mee in de slipstream: naar een gevangenis die functioneert als katoenplantage en radiostation. Naar de crossroads waar Robert Johnson zijn ziel aan de duivel verkocht. Naar Howlin' Wolf en Muddy Waters, naar voodoofunk, gospel en Caribische straatjazz in New Orleans.
Duivelsmuziek is het avontuurlijke, uitmuntend geschreven verslag van de speurtocht van twee witte mensen over de geboortegrond van de zwarte muziek. Duivelsmuziek is geïllustreerd met prachtige foto's van Winnifred Wijnker.
De hertogin van Alva, s werelds meest blauwbloedige dame en 15e erfopvolger van onze `IJzeren Alva, overleed op 20 november 2014. Als beginnend journalist maakte Frank Westerman op zijn 23e een zomer lang jacht op haar en haar zoon. Het doel: zijn journalistieke debuut in een bijlage van een van de grote kranten. In deze `classic Fosfor Longread blikt de auteur in een Don Quichote-achtige vertelling terug op de making-off van de eerste Westerman-reportage. `Heeft u de hertog van Alva ook gespróken? Plus natuurlijk: de oorspronkelijke reportage `Alva, Alva, we houden van je.
Als jongetje ging Rasit nooit op vakantie. Samen met zijn boezemvriend Okkie hing hij in de zomervakanties rond in de straten Wormer en verveelde zich stierlijk. Vol afgunst zag hij zijn schoolvriendjes vertrekken naar de camping in Frankrijk. Wat ze daar voor fantastische avonturen beleefden daar kon Rasit alleen maar over dromen. Ooit ga ik ook kamperen in Frankrijk, hield hij zichzelf voor. Nu is het zover.
Rasit Elibol (Zaandam, 1984) is schrijvend journalist. In 2014 won hij de VPRO Bagagedrager, de aanmoedigingsprijs voor jonge reisschrijvers.