Hij was een wereldberoemde wetenschapper die de Nobelprijs voor Natuurkunde won dankzij zijn relativiteitstheorie. Zij was een nichtje van de sprookjesachtige Oostenrijkse keizerin Sissi en zelf koningin van een klein landje, België. Hij shockeerde de wereld met zijn protest tegen de atoombom, die zonder zijn baanbrekend wetenschappelijk onderzoek niet had kunnen gemaakt worden. Zij shockeerde de wereld met haar bezoeken aan communistisch China en de Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog. In turbulente tijden, getekend door economische crisis en oorlog, vonden Albert Einstein en koningin Elisabeth elkaar. Twee excentriekelingen maar vooral twee verwante zielen die een passie deelden voor muziek, kunst, wetenschap, politiek ... Ze speelden samen viool, discussieerden en correspondeerden begeesterd over wat hen dreef in het leven, respecteerden en bewonderden elkaar. Hun ontroerend mooie vriendschap - sommigen durven zelfs te spreken van een romance - duurde bijna dertig jaar, tot zijn overlijden in 1955.
Rosine De Dijn vertelt met grote inleving over de ongewone vriendschap tussen 'het gekke genie' en 'de rode koningin'. Haar boek verschijnt exact 100 jaar na de algemene relativiteitstheorie van Einstein en 50 jaar na het overlijden van koningin Elisabeth.
Op 9 mei 1945 ging het Duizendjarige Rijk voorgoed ten onder. Europa werd wakker op een puinhoop van menselijke ellende. Zes miljoen Europese Joden waren in die moordende Nazi-rassenwaanzin gevallen. Ook Antwerpen, centrum van de diamantindustrie, was na WOII Judenrein. Maar het 'Jeruzalem aan de Schelde' herleefde. De overlevenden van het Inferno in Oost-Europa vonden er een nieuwe thuis, ondanks de overlevingsschaamte die hen tot in hun diepste trauma's vervolgde. Voor diegenen die in de afgrond van het alles vernietigende vuur hadden gekeken, werd Knokke hun eerste naoorlogse vakantieoord, een klankbord voor emotionele herinneringen. Daarvoor zorgde Monsieur Motke Weinberger, een Joodse patissier, die actief was in het verzet en talloze levens redde. Hij bouwde na WOII in Knokke het Grand Hôtel uit tot een ontmoetingsplaats voor de Antwerpse Joden. Rosine De Dijn gaat de confrontatie aan met het milieu waarin zij opgroeide, naoorlogse generaties gevangen in een zeepbel van misvatting en ontkenning. Ze gaat op zoek naar de achtergrond en het verhaal van het gebeuren en de sporen van het onvermogen.