Naar aanleiding van hun gezamenlijke guilty pleasure B&B Vol Liefde schrijven Nelleke Noordervliet en Nina Polak elkaar in De klik over de romantische liefde, over liefdesverdriet, angst en verlangen, over discipline en motivatie, over schrijven, taal en leven.
Sinds een jaar of zeven heeft Nelleke Noordervliet een huis in Beara, in het zuidwesten van Ierland. Iedere ochtend loopt ze over dik gras en mos naar een eeuwenoud pad, de Beara Way. Sinds de steentijd hebben daar mensen gelopen, in een landschap dat alleen op trage wijze doorgrond kan worden. Te voet, dus.
Tijdens haar wandeling komen de oude mythes van de streek tot leven, verhalen waarin onverschrokken koninginnen zich meten met hun echtgenoten. In kaplaarzen en met een natte modderbroek aan maakt Noordervliet een pelgrimage naar het diepe verleden. Ze ziet een landschap dat al eeuwenlang leeft, en dat zwanger is van betekenis. Haar gewrichten mogen dan steeds strammer worden, de mosgroene weiden en de onstuimige watervallen om haar heen doen haar deel uitmaken van een continuüm, een landschap dat sterker is dan de dood. Noordervliet toont zich in Wat er werkelijk is wederom een van de meest lucide geesten van de Nederlandse letteren.
`Wij kunnen dit' van Nelleke Noordervliet draait om Helen en Leo. Helen heeft de boekhandel van haar vader voortgezet en vecht tegen faillissement. Leo is een succesvol ondernemer die een sabbatical neemt om oude trauma's te verwerken en een nieuw doel in z?n leven te vinden. Een nieuwe liefde rond je veertigste? Het is gedoe. Het is riskant. Allebei voorzien van een verleden, behept met gewoonten, gehard door teleurstellingen, en dan opnieuw beginnen alsof het niets is? Helen en Leo spreken af blanco te beginnen. Het verleden bestaat niet. Alleen het heden telt. Maar het verleden laat zich niet wegmoffelen. Zowel de liefde als de misverstanden bloeien op. Liefde - kunnen ze het?
Met humor, inzicht en groot gevoel voor detail beschr?ft Nelleke Noordervliet de liefdesperikelen van Helen en Leo in deze veelomvattende roman.
"De val van Thomas G.", de nieuwste roman van Nelleke Noordervliet. De `affaire-Thomas G.' schokt het land. Media en sociale media verketteren uitgever Thomas Geel, die een extreem controversieel boek uitbracht met de titel Hedendaags fanatisme, geschreven door een uitgerangeerde historicus. Enkele maanden later komt Thomas om. In de donkere, stormachtige winter na zijn dood vertrekt zijn vrouw Isa naar Ierland om daar de gebeurtenissen te overdenken. Tegelijkertijd besluit een jonge freelancejournalist de affaire uit te gaan spitten. Hij zoekt contact met Geels opvolgster, die de zaak aanhangig heeft gemaakt, met zijn carrière-bewuste dochter en ongrijpbare zoon. De affaire is voor hen nog lang niet voorbij. Ze botsen, naderen elkaar, liegen, bedriegen, zwijgen, spreken. Totdat de stem van Thomas opklinkt uit zijn nagelaten manuscript.
In "De val van Thomas G." duikt Nelleke Noordervliet in de ziel van haar personages, scherp maar met mededogen, en toont zij de kwetsuren van onze tijd.
Het oog van de engel', dat genomineerd werd voor de ako-literatuurprijs 1992, speelt aan de vooravond van de Franse Revolutie. Een gebiologeerd publiek woont de seances bij van de arts Doppet en het Haarlemse weesmeisje Elisabeth. Verkleed als Engel van Apocalyps verkondigt zij de idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Maar worden Elisabeths visioenen veroorzaakt door de trance waarin Doppet haar brengt, of spéélt zij slechts voor zieneres?
Mevrouw Gigengack is een (stevig) brok Hollandse ondernemingslust met een scherpe tong en een vrijmoedige blik. Haar nieuwsgierigheid stuurt haar naar alle uithoeken van Europa en van de wereld. Hoe harder je reist, des te jonger je blijft, denkt ze. Intussen is ze in de gelegenheid het eigene te vergelijken met het andere. Waarom houden Argentijnen niet van haring? Wat drijft Letten ertoe in sprookjes te geloven? Wat kan Suriname redden? Dat zijn vragen die Gigengacks reizen oproept maar niet beantwoordt.
Blijft in Mevrouw Gigengack de heldin dicht bij huis en exploreert ze daar eigenheimse eigenaardigheden, deel 2 brengt haar buitengaats om in de spiegel van de ander zichzelf te leren kennen. In Mevrouw Gigengack en Gigengacks reizen laat Nelleke Noordervliet zich van een andere kant zien: vrolijk, frivool en schaamteloos grappig.
Tekenaar David Berk erft het huis van zijn vader in de duinen bij Bloemendaal. Op een zandpad meent hij zijn moeder te zien, die al meer dan dertig jaar dood is. Vanaf dat moment dringen de beelden van het verleden zich aan hem op. Hoe was het om uit het paradijs getild te worden door zijn moeder, die zijn vader verliet voor een rijke Brusselse rubberfabrikant? Hoe was het te leven in de benepen Brusselse burgerij? En wat gebeurde er daarna met zijn moeder? Hoe is ze gestorven?
Een romanschrijver is geen puntenslijper in een ivoren toren. Wie literaire fictie bedrijft, wordt gevoed door straatrumoer en wetenschap en alles daartussenin. Een schrijver is schatplichtig aan vakgenoten en voorgangers, aan roemruchte rebellen en de hele verleden tijd.
Schatplicht bevat essays over de actualiteit van het verleden en de historiciteit van het heden. Over inspiratie en fascinatie, over de valse troost van vroeger en het belang van helden, over wetenschap als vorm van verbeelding, maar ook over de onredelijke eis van realisme in verhalen. Uit al deze stukken blijkt de functie van fictie: een seismograaf van de werkelijkheid. Behalve van een scherpe pen en de kracht van de verbeelding getuigen ze van het besef in een traditie te staan.
Over Een plaats voor de geestdrift:
`[Hier] komen haar brede belangstelling, belezenheid, nieuwsgierigheid en gevoel voor historisch perspectief gul naar buiten. AD Magazine
Nelleke Noordervliet schreef behalve romans en verhalen ook Altijd roomboter, Een plaats voor de geestdrift en het Boekenweekessay De leeuw en zijn hemd. Onlangs verscheen de historische roman Vrij man.
Plaats van handeling:
De Republiek der Zeven Verenigde Provinciën en de Nieuwe Wereld. Hoofdpersoon: arts en jurist Menno Molenaar, die na de vroege dood van zijn vader het genadebrood van zijn Rotterdamse koopmansfamilie eet, en eenzaam en koppig zijn weg zoekt. De jonge Menno Molenaar komt aan de Leidse Alma Mater in contact met twee werelden: die van de perverse Engelse lakenreder Dixon en die van de jonge radicale denkers rond Spinoza. Met een van hen, Adriaan Koerbagh, sluit hij vriendschap. Molenaar rondt zowel een studie rechten als medicijnen af. Ondanks zijn voorkeur voor de geneeskunst wordt hij door Dixon naar Den Haag gemanoeuvreerd om daar in dienst van raadspensionaris Johan de Witt informatie te verzamelen die de Engelsen in hun eeuwige conflict met de Nederlanden goed kunnen gebruiken. De werelden van de radicale, integere denkers en die van de rijke Engelsman en diens naar liefde hunkerende vrouw raken op voor Menno Molenaar onverdraaglijke wijze met elkaar verknoopt. Als de druk die Dixon geestelijk en lichamelijk op hem uitoefent te groot wordt, kiest hij voor een rigoureuze daad van extreem geweld, waarna hij scheep gaat naar de Nieuwe Wereld.
In New York probeert Menno Molenaar in het reine te komen met het turbulente verleden. Hij streeft de vestiging van een ideale gemeenschap na volgens de regels van zijn radicale vrienden. Maar idealen laten zich niet zomaar realiseren en de last van het onbuigzame lot bepaalt uiteindelijk het teken waarin zijn leven definitief komt te staan.
Dat is het verhaal van Menno Molenaar.
Maar er is meer...
Nelleke Noordervliet is onderdeel van het verhaal, zij wandelt met Menno Molenaar door het decor van zijn verleden. Zij schrijft zijn geschiedenis, die een vertekening is van de echte geschiedenis. Kan zij immers het verleden echt kennen, echt begrijpen? Ziet ze niet wat ze kent: de problemen van haar eigen tijd teruggeplaatst in het verleden? Om haar blikveld te verruimen vervlecht Nelleke Noordervliet haar verhaal van Menno Molenaar met persoonlijke getuigenissen van mensen die Menno's leven delen - historische personages als Lieuwe van Aitzema en Johan de Witt, en fictieve personages want Vrij man is en blijft een roman.
`Geen gelul, gebak van Krul, zon type is ze. Mouwen opstropen en werken maar, zo karakteriseerde Nelleke Noordervliet haar mevrouw Gigengack, een dame van zekere leeftijd die het er niet bij laat zitten in het leven. Begiftigd met een aardige stem en een filosofisch gemoed stapt Gigengack de deur uit, naar groenteboer, naar museum, naar literaire-prijsuitreiking, op zoek naar een man. Hemelbestormende projecten dienen zich aan, maar haar nuchterheid behoedt haar voor een harde landing: bij teleurstelling staat ze zichzelf een moorkop toe.
Deze nieuwe editie is aangevuld met enkele nieuwe Gigengack-verhalen.
Mevrouw Gigengack is Nelleke Noordervliets lichte alter ego: spotziek, vrolijk en het leven omarmend in al zijn facetten.
Nora Damave en Guido Kaspers waren ooit verbonden in een huwelijk waaruit Franca is voortgekomen. Deze drie personages in een veranderende wereld komen op een snijpunt van hun leven. Nora Damave, lerares, stabiel en altijd positief, wordt door een leerling van islamitische afkomst gestoken met een mes. In plaats van sympathie ontmoet ze wantrouwen, vermomd als redelijkheid: wat werd er gezegd? Kan de daad zijn uitgelokt? Guido Kaspers, zoon van een Italiaanse gastarbeider die hij nooit heeft gekend, wil de wereld versteld doen staan met een spectaculaire ontdekking: de ware identiteit van de cultschrijver E. Fischer, 'de Meester', die na zijn wereldwijde succes in de jaren zeventig spoorloos is verdwenen. Wanneer Guido niet terugkeert van zijn vakantie in Umbrië, gaat de zestienjarige Franca haar vader zoeken een daad die de drie levens in een maalstroom van gebeurtenissen en ervaringen sleurt.
In Snijpunt raakt Nelleke Noordervliet aan de thema's van deze tijd: wat vermag het humanisme tegen de behoefte aan religie; waarom willen mensen geloven; hoe verwerf je waardigheid en zelfrespect?
Sommige families zijn een sterk slag mensen. Nelleke Noordervliet heeft haar overgrootmoeder gekend. Engelbertha Teljeur-Wiggelaar was van 1856. Ze overleed op 97-jarige leeftijd, bij de pinken en vinnig. Toch waren de omstandigheden niet optimaal. Het was armoe troef, zeker als je een groot gezin had. Maar hoe arm ze ook was, margarine heeft ze nooit op haar brood willen doen. Altijd roomboter.
In 'Altijd roomboter' schetst Nelleke Noordervliet het leven van haar overgrootmoeder. Wat veranderde er in dat lange leven? In Nederland. Voor vrouwen. Voor arbeiders. Wat betekende dat voor haar dochters en kleindochters? Hoe worden familieverhalen overgeleverd? En familietrekken?
In een mengeling van memoire, geschiedschrijving, fictie en essay komt het portret van 'ouwe oma' Teljeur en haar nageslacht tot leven en trekt Noordervliet de lijnen naar de tijdgenoten en naar de lateren. 'Altijd roomboter' is een prachtig portret en fascinerende familiegeschiedenis, waarin velen zich zullen herkennen.
Aan het eind van de achttiende eeuw wordt op een Caribisch eiland een gruwelijke moord gepleegd; het slachtoffer is de vrouw van suikerplanter en slavenhouder Jacob Rivers. Zijn nazaat Ada van de Wetering reist erheen om het mysterie te ontrafelen. Ze gaat ook op zoek naar haar verdwenen adoptiebroer Antonio, wiens aanwezigheid in het gezin Van de Wetering een splijtzwam was. Door de waarheid te zoeken over Jacobs leven, probeert Ada tegelijk antwoord te krijgen op de vragen omtrent haar eigen leven die ze altijd heeft ontlopen. Lyrisch en nuchter, ironisch en ernstig, scherp en met mededogen vertelt Nelleke Noordervliet de verhalen van Jacob en Ada, verwantschap over de tijden heen.
In een reeks sleutelscènes voert Nelleke Noordervliet in 'Aan het einde van de dag' haar hoofdpersoon terug naar de jaren zeventig-tachtig, naar Suriname en de DDR. Katharina Donker kijkt naar haar rol als dochter, echtgenote, vriendin, politica, publiek figuur. En moeder. Ze ontmaskert leugens en illusies die zij en haar generatiegenoten hebben aangehangen en maakt de rekening op van een leven van goede bedoelingen en tragische uitkomsten. Katharina Mercedes Donker, ex-minister en auteur van twee bestsellers over politiek en de rol van de vrouw, krijgt het verzoek mee te werken aan haar eigen biografie. Ze wil niet. Ze voert een aantal weerspannige gesprekken met haar aspirant-biografe, maar herinneringen dringen zich steeds meer aan haar op. Wat wil ze per se niet kwijt aan de biografe? Wat is te persoonlijk? Wat is te pijnlijk?
Geschreven met de analytische blik van een historicus, met psychologische finesse en ironisch stoïcijns zelfinzicht, is Aan het eind van de dag een grootse roman over ouder worden, falen en doorleven.
De vierenveertigjarige Augusta de Wit besluit op een augustusochtend in 1989 haar geschiedenis onder ogen te zien. Zij gaat op zoek naar de naam en verblijfplaats van haar vader, een Duitse soldaat over wie zij bitter weinig weet. Op reis naar Weimar wordt zij vergezeld door twee jonge mensen die ieder hun eigen motief hebben om met Augusta mee te gaan. Als ze eenmaal begonnen is met de cartografie van haar bestaan, moet iedere verborgen plaats worden bezocht. Dat brengt haar in het gezelschap van haar ex-minnaar naar Kreta, waar het pijnlijkste deel van het zelfonderzoek ligt. In 'De naam van de vader' stelt Nelleke Noordervliet vragen naar schuld en verantwoordelijkheid en onderzoekt zij de verhouding tussen individu en samenleving.
Bouvard en Pécuchet, Katharina de Grote en Koningin Wilhelmina, Madame de Merteuil en Jane Eyre, Multatuli en Antigone - helden uit verschillende tijden, van papier en vlees en bloed, bevolken 'Een plaats voor de geestdrift', een selectie uit de vele essays die Nelleke Noordervliet in de loop der jaren schreef, uit de lezingen en gastcolleges die ze gaf. Hoe divers ook, wat deze personen en personages bindt is hun hang naar het extreme, hun grensoverschrijdende gedrag. Door hun levens, liefde, dilemma's en obsessies te volgen en hun handelwijze te analyseren tekent Nelleke Noordervliet in deze veelkantige spiegel als terloops haar zelfportret.
Noordervliets belezenheid en passie voor geschiedenis en literatuur, maar ook haar geestige pen en haar originele en onafhankelijke manier van denken maken 'Een plaats voor de geestdrift' tot een enthousiasmerende essaybundel waardoorheen zich een portret van een gretig en empathisch lezer aftekent.
Als de moordenaar van zijn vrouw Suzanne zijn straf heeft uitgediend en wordt vrijgelaten, vertrekt de journalist Robert Andersen naar de Canadese westkust. De gedachte dat hij Johnny H. kan tegenkomen vindt hij onverdraaglijk. Via internet heeft hij een huis gehuurd. Eenmaal ter plaatse komt hij erachter dat de eigenaresse ervan twee jaar tevoren niet is teruggekeerd van een wandeling. Deels gedreven door professionele nieuwsgierigheid deels door innerlijke onrust gaat Andersen op zoek naar het verhaal achter de verdwijning. Wie was Beverly Walker? Wat is er gebeurd? De dorpelingen hadden weinig met haar op. Door de ontrafeling van haar leven verandert Andersens visie op zijn eigen verleden, zijn huwelijk met Suzanne, en zijn toekomst.
Een weduwnaar slijt zijn dagen achter de toonbank van zijn sigarenzaak in Rotterdam, als op een dag een jonge Turkse vrouw zijn pad kruist, die zijn fantasie in werking zet. Een dochter vertrekt met de as van haar moeder naar Frankrijk. Ze neemt haar intrek in een hotel dat reeds lang op zijn retour is. Daar wordt ze gekweld door vragen: over haar moeder, maar vooral over zichzelf. Een vrouw van middelbare leeftijd, afgedankt door haar man, dwaalt door Sevilla. In de doolhof van de oude stad stapt ze een kerk binnen. Een jonge priester spreekt haar aan, uit op haar zielenheil of het zijne?