In `Ze kwam uit Marioepol' doet Natascha Wodin onderzoek naar het verleden van haar moeder. Toen Natascha tien jaar oud was, pleegde haar moeder zelfmoord. De vraag naar
haar moeders leven wordt een obsessie voor de dochter, die het pas op latere leeftijd, met behulp van internet, aandurft op zoek te gaan naar het verleden van haar moeder. Ze komt heel veel te weten, over het verleden in het Oekraïense Marioepol aan de Zwarte Zee, over voorouders en familieleden, over de ondergang van haar (aristocratische) familie door de stalinistische terreur, over de gruwelijke jaren als dwangarbeidster in het Derde Rijk. Steeds kleiner worden de cirkels om haar moeder heen - maar het middelpunt blijft een vage contour van een tragische vrouw die door de geschiedenis als afval is achtergelaten.
Als Natascha Wodin in 1992 naar Berlijn verhuist zoekt ze een werkster. Haar keuze valt op een schuchtere vrouw uit Oekraïne, het geboorteland van haar moeder die in de Tweede Wereldoorlog als dwangarbeider naar Duitsland werd gedeporteerd. De schoonmaakster, Nastja, had in Oekraïne een goede baan als civiel ingenieur. Maar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie verzandt haar land in chaos en economische malaise - ze ontvangt haar laatste salaris in de vorm van een zak rijst. Net als vele Oost-Europeanen zoekt Nastja haar heil in het herenigde Duitsland. Ze komt aan de kost als werkster, maar te laat realiseert ze zich dat haar toeristenvisum is verlopen. In de krochten van de illegaliteit en de smerige wereld van de uitbuiting moet ze vechten voor haar bestaan.
Voor Natascha Wodin is het alsof het lot haar weer inhaalt. In het heimwee van deze Oekraïense vrouw, met wie ze bevriend raakt, herkent ze het heimwee van haar moeder, die eraan onderdoor ging. Nu, jaren later, tekent ze Nastja's portret op. Het is het enerverende verhaal van een strijdlustige en dappere vrouw, geschreven door een auteur die als geen ander de geschiedenis invoelbaar kan maken.
`Ergens in dit duister' van Natascha Wodin is het huiveringwekkende vervolg op `Ze kwam uit Marioepol', het hartverscheurende boek over Wodins moeder. "Ik was tien jaar oud toen mijn moeder zich in oktober 1956 in de Regnitz verdronk. Op dat moment was mijn vader niet thuis. Minstens twee weken lang lag het lijk van zijn jonge vrouw in een koelcel, terwijl er vergeefs naar hem werd gezocht." Hij duikt ten slotte op. Voor het jonge meisje Natascha blijkt de terugkomst van haar Russische vader geen troost, maar het begin van een ijzingwekkende dwaaltocht door het naoorlogse Duitsland. Een treurige jeugd, alleen draaglijk omdat de oudere Natascha er met enige humor over kan schrijven. En al die tijd zwijgt haar vader, Duits leert hij niet, contact met haar wil hij amper - en nooit, nooit spreekt hij over wat hij onder de terreur van Stalin, onder de nazi's, in het Duitse vluchtelingenkamp heeft moeten meemaken. De dood van haar vader is voor Wodin de aanleiding om het verhaal over hem te schrijven.