De vrouwelijke seksualiteit is omgeven door taboes, clichés en restricties. Zoveel blijft ongezegd, ongeweten en ongekend - niet in de laatste plaats door vrouwen zelf. Een halve eeuw na de seksuele revolutie en vijfenvijftig jaar nadat de pil in Nederland werd geïntroduceerd, blijven vele vragen nog altijd onderbelicht. Maar door veranderende tijden en nieuwe wetenschappelijke inzichten weten we steeds meer over het vrouwelijk genot en wat vrouwen opwindt. Vooral de jonge generatie lijkt gezegend met een seksueel zelfvertrouwen dat hun moeders niet kenden. Is er sprake van een nieuwe seksuele bevrijding?
Waar genieten vrouwen van? Wat windt ze op? Waar fantaseren ze over? Welke rol speelt hun uiterlijk in hun seksuele zelfvertrouwen? Hoe vrij en onafhankelijk zijn ze als het gaat om hun eigen seksualiteit? Welke rol speelt macht bij seks? En wat heeft dit alles met liefde te maken?In Vrouwen & seks: van moederliefde tot seksrobot verkent Maartje Laterveer de meest intieme en tegelijkertijd meest universele ervaringen van vrouwen en hun seksualiteit. In prikkelende essays laat ze zien wat het betekent om vrouw te zijn in de 21ste eeuw. Een inspirerend boek over seks, maar vooral ook over zelfvertrouwen, zelfkennis en vrijheid.
Een vrouw wordt niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt,' schreef Simone de Beauvoir al in 1949. Maar wát maakt de vrouw? Die vraag is onverminderd actueel. In Wolf ondernemen dertien vrouwen een zoektocht naar een antwoord. Hun essays zijn persoonlijk, analytisch en geschreven vanuit diverse achtergronden en invalshoeken. De vrouw in kunst, film en muziek, de vrouw als moeder, rolmodel of lustobject. De vrouw als sekse en als gender, als vrouw - en wat is dat dan? Wolf trekt geen definitieve conclusies maar wil een prikkelende bijdrage vormen aan het feministische debat, en vooral de aanzet zijn tot een open gesprek.
Met essays van Merel Bem, Basje Boer, Anaïs Van Ertvelde, Bo van Houwelingen, Emy Koopman, Maartje Laterveer, Nelleke Noordervliet, Marja Pruis, José Rozenbroek, Maral Noshad Sharifi, Naema Tahir, Yaël Vinckx en Herien Wensink.
Eind jaren zeventig vlucht Julia uit Oost-Berlijn naar het Westen. Ze is drieëntwintig en wil maar één ding: de vrijheid om te worden wie ze is. Ze komt terecht in de Amsterdamse grachtengordel, waar ze een chirurg trouwt, een kind krijgt, en gaat werken op de redactie van een krant. In oktober 1990, bijna een jaar na de val van de Muur, gaat ze voor het eerst terug naar Berlijn. Met tegenzin, maar ze kan onmogelijk nee zeggen tegen de opdracht van haar hoofdredacteur om een reportage te maken over de Wende. Het is haar uitgelezen kans om serieus genomen te worden als journalist. Maar in plaats van onderzoek te doen voor haar reportage, belt ze haar oude liefde Alexander, die destijds achterbleef in Oost-Berlijn. Julia heeft hem elf jaar niet gezien. De twee ontmoeten elkaar in een café waar de herinneringen nog aan de wand kleven. Het weerzien scheurt niet alleen oude wonden open, maar confronteert Julia ook met een versie van het verleden die een heel nieuw licht op haar heden werpt. En dan realiseert ze zich dat ze nog steeds geen antwoord heeft gevonden op de vraag: wat is vrijheid? De mooiste kleur die niet bestaat is een roman over vrijheid en keuzes, over oude liefde en moederliefde, over de waanzin van een land dat een muur nodig had om zijn volk binnen te houden, maar ook over de moeite om vrijheid te vinden in een maatschappij waarin geld en uiterlijke schijn de hoofdrol lijken te spelen.
`Een vrouw wordt niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt', schreef Simone de Beauvoir. Maar hoe zit het met de man? In vergelijking met de talloze reflecties en analyses op vrouwen en vrouwelijkheid, is het wat mannen en mannelijkheid betreft opvallend stil gebleven. Hoog tijd voor een essaybundel die daar verandering in brengt. In Sfinx buigen dertien mannelijke essayisten, onder wie Jan van Mersbergen en Maurits de Bruijn, zich over onderwerpen als vriendschap en loyaliteit, ongenaakbaarheid en kwetsbaarheid, macht en kracht en de complexiteit van mannelijkheid. In tijden van #MeToo en toxic masculinity, waarin volgens sommigen `de man geen echte man meer kan zijn', is de noodzaak groter dan ooit om na te denken over de vraag: `Wat maakt de man?'
Met essays van Mohammed Benzakour, Maurits de Bruijn, Maxim Februari, Peter Giesen, Martin de Haan, Lotfi El Hamidi, Thomas Heerma van Voss, Hans Hogenkamp, Maartje Laterveer, Rutger Lemm, Jan van Mersbergen, Tjeerd Posthuma, Casper Thomas en Nathan Vos.