Lizzy van Leeuwen
-
In de discussie over de multiculturele samenleving wordt vaak vergeten dat meer dan een miljoen Nederlanders een band met het Nederlands-Indische koloniale verleden hebben. In Ons Indisch erfgoed gaat Lizzy van Leeuwen de culturele en politieke sporen na van Indische Nederlanders in Nederland vanaf de Tweede Wereldoorlog. De geschiedenis van hun culturele inbedding vertelt het verhaal van een groeiende en omstreden claim op Indisch erfgoed. Maar de vraag is of het Indisch erfgoed exclusief tot de politieke agenda van Indische Nederlanders behoort. Of heeft de `Hollandse' samenleving ook belang bij deze culturele erfenis? Wie of wat is Indisch?
Aan de hand van de Tong-Tongbeweging van Tjalie Robinson, de Pasar Malam Besars, de Indorock, de controverse rond Tante Lien, polemieken tussen indo's en totoks, de opkomst en ondergang van het Indisch Huis, het Indische literaire leven, de opkomst van de derde generatie en de eeuwige `Indische eetcultuur' legt het boek veel bloot over de Indische politieke omstandigheden in Nederland. Het boek leidde tot ophef in Indisch Nederland. In deze herziene uitgave zijn twee brandende thema's toegevoegd en uitgediept: de Indische Kwestie en de Indische aspecten van het recente grote dekolonisatieonderzoek. -
Dat boeren een grotere kans lopen door eigen hand te overlijden dan anderen is in vele landen aangetoond. Maar Nederland wil het niet weten. Er is geen onderzoek, er zijn geen cijfers.
Er is er al geruime tijd reden tot zorg, want het leven van de boer wordt steeds moeilijker. Maar zelfmoord is een groot taboe op het Nederlandse platteland, dus blijft het een verborgen probleem.
Lizzy van Leeuwen verdiepte zich in de achtergronden van het taboe, sprak met nabestaanden, hulpverleners en wetenschappers in Nederland en de VS. Ze laat zien dat de hulpverlening in Nederland op schokkende wijze tekortschiet - maar ook dat er op het gebied van preventie veel mogelijk is.
De hanenbalken licht de sluier van een onbekend stuk cultuurgeschiedenis en is tegelijkertijd een indringend pleidooi voor meer openheid. -
Volksvreemd vermaak is een opzienbarend verhaal over het amusementsleven tijdens de Duitse bezetting. Hoe waren podiumartiesten van kleur uit Suriname en Nederlands-Indië de Duitsers én de NSB te slim af?
De vraag naar afleiding en vermaak bleek juist in de oorlog groter dan ooit. De dagelijkse werkelijkheid was somber en beknellend. Grauw en uitzichtloos. Mensen wilden wegdromen met visioenen van zonnige palmstranden. Of dansen tot ze niet meer kónden. Vooral exotisch klinkend amusement was daarom zeer in trek tussen 1940 en 1945. Podiumartiesten uit de koloniale gebiedsdelen kwamen om in het werk: Surinaamse jazzcombo's, Javaanse dansers en danseressen, Maleise krontjongbands en Indische hawaiian-ensembles boekten volle zalen. De Duitsers wisten zich er geen raad mee. Eigenlijk konden ze de hot tunes, de sentimentele steelgitaren en de Javaanse gratie wel waarderen... Maar de NSB zag de 'rassenschande' met lede ogen en gebalde vuisten aan. Dat leidde tot bureaucratische veldslagen bij de bezetter én tot overlevingskunst bij de podiumartiesten van kleur. 'Verbieden' was nog nooit zo moeilijk...
Volksvreemd vermaak vertelt een onbekend gebleven verhaal uit de bezetting, boordevol anekdotes en illustraties. Met voorafgaand de geschiedenis van de migranten zélf: waarom kwamen zij naar Nederland?
Lizzy van Leeuwen is cultureel antropoloog en publicist, onder meer voor De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland. Ze publiceerde eerder onder meer Ons Indisch erfgoed, De hanenbalken. Zelfmoord op het platteland en Indra, een wajangleven.
Over Ons Indisch erfgoed:
'Uitstekend gedocumenteerd, met oog voor detail én het grote geheel, een intelligente gedachtegang en een meeslepende schrijfstijl.'
Alfred Birney
Over Indra, een wajangleven:
'Een uitstekende biografie over een bijzondere man, waarin de schijnwerper op een interessante hoek van het culturele leven tijdens en na de oorlog wordt gezet.'
Nelleke Noordervliet -
In `Indra: een wajangleven' beschrijft Lizzy van Leeuwen een boeiend, veelzijdig leven en een onderbelicht gebleven deel van de laatkoloniale geschiedenis. Leo Broekveldt werd geboren in Nederlands-Indië als zoon van een Indische moeder en een uit Nederland afkomstige hoge ambtenaar. `Leetje' vertrok als puber naar Den Haag, studeerde rechten, maar koos voor een leven als revuedanser. In de jaren dertig zou hij uitgroeien tot een internationaal bekende podiumartiest. Tijdens de oorlog transformeerde hij tot Indra Kamadjojo. Zijn danskunst zette hij na 1945 in om steun te geven aan de jonge Indonesische republiek. Later werd hij een invloedrijk figuur in de nieuwe naoorlogse wereld van dans, cultuur, radio en televisie. Zijn `hertje Kantjil' is een hele generatie bijgebleven.
Indra Kamadjojo verzachtte met zijn kunst voor velen het lange en pijnlijke afscheid van Nederlands-Indië. Hij leefde met humor en branie en verzette zich resoluut tegen de meest gestelde vraag van de twintigste eeuw: wat ben je en waar hoor je bij?