Lisa Weeda reist in opdracht van haar vierennegentigjarige grootmoeder Aleksandra naar Loegansk, op zoek naar het graf van haar oom Kolja, die sinds 2015 is verdwenen. Lisa weet de grenspost van het oorlogsgebied te trotseren en in haar vlucht tuimelt ze terug in de tijd. Ze belandt in het paleis van de Sovjets, waar haar overgrootvader Nikolaj al sinds zijn eigen dood in 1953 wacht op Aleksandra. Na Aleksandra's deportatie in 1942 naar Duitlsand heeft hij haar nooit meer gezien. Samen met Nikolaj dwaalt Lisa door het paleis, dit limbo waar ook Kolja zich schuilhoudt, en wekt ze de geschiedenis van haar Don Kozakken-familie tot leven.
Aleksandra is het verhaal van een familie tussen Oost en West
die maar niet loskomt van een gebied dat nooit rust lijkt te vinden.
Lisa Weeda vond de vorm en de stem om dit indringende
verhaal op een grandioze manier te vertellen.
Het is de nacht waarop de dorpelingen van Utsjelinavka het kwaad, de duivel en het duister uitdrijven. Het is de dag waarop Toni twee kinderlijken ophaalt tijdens haar body drop off-dienst. Het is de ochtend waarop de dode soldaat Danylo wakker wordt gedanst door een Nederlands meisje. Het is de tijd waarin we wegkijken. Dit is Dans dans revolutie, een boek waarin Lisa Weeda in vier welhaast magische verhaallijnen het gevecht aangaat met westsplaining, de machteloosheid van de al negen jaar slepende Russisch-Oekraïense oorlog en de arbeidsmigratie in Europa.
De oude tijden hebben ons maar al te vaak verraden, schrijft ze, maar onze dans, als een heel smal steegje waar je zijlings net nog je lichaam doorheen kan proppen om aan
de andere kant van iets te geraken, heeft ons altijd op het nippertje gered.