Dit boek gaat niet over kansenongelijkheid. Dit boek gaat over dat piepkleine groepje Nederlanders die als enigen niet kunnen weten hoe kansenongelijkheid voelt. Dit zijn de zeven-vinkjes, en juist zij bepalen voor de rest van het land hoe we over kansenongelijkheid praten, en of we er ooit echt iets aan gaan doen. Stel je voor dat je nooit uitsluiting of discriminatie op basis van sociale klasse, cultuur, huidskleur, geslacht, seksuele identiteit of opleiding hebt kunnen ervaren... Hoe werkt zo'n tekort aan levenservaring door in je persoonlijkheid en mensbeeld? In dit boek onderzoekt Joris Luyendijk van binnenuit hoe zijn lichaam, nest en opleiding hem vormden, en wat de zeven-vinkjes met hun land doen.
Het onthutsende boek waarin de oorzaken van de bankencrisis in 2008 inzichtelijk werden gemaakt.
'Dit kan niet waar zijn' is de weerslag van de twee jaar waarin Joris Luyendijk zich heeft ondergedompeld in het hart van de financiële wereld in Londen. Juist omdat hij geen kenner was van de bankenwereld, was hij de ideale auteur om te onderzoeken wat er gebeurd is: hoe gesloten de wereld van de high finance ook is, velen wilde met hem praten om uit te leggen hoe mooi hun werk was. Hoe zwaar. Hoe interessant. En hoe gevaarlijk. Want de conclusie is even stevig als pijnlijk: de instellingen die ervoor moeten zorgen dat de economie functioneert, kunnen de wereld in de afgrond storten. En dat gebeurt allemaal met de beste bedoelingen door mensen die precies dezelfde zorgen hebben als u en ik, door mensen die de hypotheek moeten betalen en de kinderen op een goeie school wilden hebben. De scherpe blik en de onbevangen manier van vragenstellen zorgt ervoor dat Luyendijk als geen ander inzichtelijk maakt hoe we ervoor staan. And it is not pretty.
In het extra hoofdstuk 'Hoe dit waar kan zijn' gaat Joris Luyendijk in op de ontvangst in Europa door lezers, pers en financiële wereld en op recente veranderingen in de financiële sector.
Andere volken zien mij niet als superieur en willen niet worden zoals ik. Deze aardverschuiving in mijn wereldbeeld besloot ik centraal te zetten in Een goede man slaat soms zijn vrouw. Daarom ook koos ik de titel; een meisje dat zegt dat een kerel die nooit de handen laat wapperen, geen geloofwaardige huwelijkskandidaat is... Verder van mijn westerse mens- en wereldbeeld kon ik niet komen.
Lang voordat immigratie van moslims in Nederland een hot issue werd, probeerde Joris Luyendijk het omgekeerde: integreren in een islamitisch land. Hij schreef zich in aan de Universiteit van Caïro en leefde een jaar lang tussen Egyptische leeftijdgenoten. Luyendijk sprak met hen over liefde, islam, het Westen, seks, democratie, homo's, joden, fundamentalisme, emancipatie en de zin van het bestaan.
Zelf spreken ze van de 'Haagse kaasstolp' en van 'de vierkante kilometer rond het Binnenhof'. De politici, journalisten, voorlichters en lobbyisten die samen ons beeld van de landelijke politiek bepalen, opereren in een zeer aparte biotoop. Ze kunnen vaak minder zeggen dan ze weten, en moeten soms toneelspelen, voor en achter de schermen.
Joris Luyendijk liep in 2010 een maand rond in de fascinerende en zo en nu dan verbijsterende, beklemmende wereld van de Haagse politiek. Je hebt het niet van mij, maar... is zijn verslag.
Het zijn vreemde tijden, met veel zorgwekkende ontwikkelingen op politiek, cultureel, maatschappelijk en ecologisch gebied. Daardoor kijkt Joris Luyendijk voor het eerst in zijn leven niet met onvoorwaardelijk vertrouwen naar de toekomst. Tegelijk weet hij dat er ongekend veel goed gaat in de wereld. Het probleem is alleen dat dit lang niet altijd goed zichtbaar is. Daarom vroeg Luyendijk aan 100 wetenschappers, ondernemers en kunstenaars: `Hoe hou jij hoop?'
Gerard 't Hooft (Nobelprijswinnaar Natuurkunde), Louise Vet (hoogleraar Ecologie), Bibian Mentel (atleet), Stine Jensen (filosoof), Micha Wertheim (cabaretier), Griet Op de Beeck (schrijver), Merlijn Twaalfhoven (componist), Jeroen Smit (journalist), Dick Swaab (hersenwetenschapper), Kim Putters (directeur Sociaal en Cultureel Planbureau), Lavinia Meijer (harpist) en 89 andere experts geven in dit boek hun antwoord.
Het resultaat is een verzameling verrassende inzichten die duidelijke vooruitgang laten zien. Kortom: honderd keer hoop.
De grote bedrijven boeken recordwinsten en de inkomens aan de top zijn vaak extreem. Aan de onderkant daarentegen neemt de koopkracht nauwelijks toe en groeit de onvrede. Het kortetermijndenken lijkt te regeren, terwijl grote problemen onopgelost blijven, het klimaat en de bestaansonzekerheid voorop. Hoe dat tij te keren?
In een spannende briefwisseling discussiëren twee maatschappelijke sleutelfiguren in Nederland over urgente oplossingen. Kees van Lede speelde decennialang een hoofdrol in het internationale deel van het Nederlandse bedrijfsleven. De dertig jaar jongere Joris Luyendijk, die zich als schrijver en journalist regelmatig kritisch uitliet over overheid, media en bankwezen, dient hem van repliek. Zij stellen de cruciale vraag: zijn nu niet de liberalen aan de beurt om een stap terug te doen?
Scherpzinnige brieven over het bedrijfsleven, de bonusgekte, Brexit en de media, over macht, moraal en nieuwe wegen naar een eerlijker samenleving. Pessimisme is voor losers is een bij vlagen verontrustend, maar ten slotte toch optimistisch boek, waarin de ervaringen en visies van Van Lede en Luyendijk elkaar aanvullen en de lezer inspireren.
Kees van Lede (1942) was onder meer bestuursvoorzitter van chemieconcern AkzoNobel, voorzitter van het werkgeversverbond VNO en president-commissaris van De Nederlandsche Bank.
Joris Luyendijk (1971) is auteur van onder andere Een goede man slaat soms zijn vrouw, Dit kan niet waar zijn en Het zijn net mensen, de laatste twee zijn beide bekroond met de NS
Publieksprijs.
Luyendijk op zijn best, geschreven voor iedereen die het vertrouwen in de politiek kwijt is, of dreigt kwijt te raken.
In 'Kunnen we praten' nodigt Joris Luyendijk je uit om in gesprek te gaan over de politiek. Geschreven voor iedereen die net als hij het vertrouwen in de traditionele politieke partijen voor een belangrijk deel of zelfs helemaal kwijt is.
Vijf jaar lang was Joris Luyendijk correspondent in de Arabische wereld. In Het zijn net mensen probeert hij de kloof te dichten tussen wat hij als correspondent met eigen hogen zag, en wat hij daarvan kon laten zien op radio, tv en in de krant. Met pakkende voorbeelden legt hij uit waarom nieuwsmedia slechts een klein deel van de werkelijkheid kunnen weergeven en waarom het voor ons zo moeilijk is iets van het Midden-Oosten te begrijpen.