De twintigste eeuw was lang en verliep in Duitsland uitgesproken turbulent. Oorlogen, revoluties, crises en dictaturen wisselden elkaar af. Mensen vervielen in diepe armoede, raakten moreel gecorrumpeerd, of kwamen zomaar en zinloos om het leven.
De Saksische Hilde Grunewald, dochter van een gymnasiumleraar, zag alles: ze werd op een haar na honderd jaar oud. Geboren in de Keizertijd, gevormd door de Eerste Wereldoorlog, de Weimar-republiek, de nazidictatuur, de Tweede Wereldoorlog, het ddr-tijdperk en de val van de Muur in 1989. Zelfs het eerste decennium van het herenigde Duitsland maakte Hilde nog mee.
Haar lot, en dat van haar ouders, kinderen en kleinkinderen, weerspiegelt de Duitse geschiedenis. Van landarbeiders en dagloners klommen ze op tot fabrieksdirecteur, slotvoogdes en bankmanager. Maar algauw bevonden ze zich als soldaat op de slagvelden, in de vuurzee van het bombardement op Dresden, in een voor de helft geconfisqueerd appartement in het communistische Oost-Duitsland. En uiteindelijk tussen de feestende menigte aan de Brandenburger Tor toen Berlijn opnieuw één stad werd.
Jan Konst woont en werkt al meer dan twintig jaar in Berlijn. Hij is literatuurwetenschapper en hoogleraar Nederlandse literatuur aan de Freie Universität Berlin. De wintertuin is na Nederlandse en Vlaamse schrijvers over Berlijn en Louis Ferron en het Derde Rijk zijn derde boek over Duitsland.
Zo'n tweeënhalf miljoen Nederlanders, geboren tussen 1955 en 1965, worden gerekend tot de 'verloren generatie'. Zij groeien op met de onbevangenheid en overvloed van de jaren zeventig, maar krijgen als jonge volwassenen na 1980 te maken met massawerkloosheid en een allesbeheersende recessie.
In Na de revolutie beziet Jan Konst zijn jeugd tegen de achtergrond van historische en sociale ontwikkelingen. Wat betekenen de ontzuiling, de individualisering en de herijking van traditionele rol patronen voor de tieners van de jaren zeventig? Wat is het levensgevoel in de nieuwbouwwijken? Hoe is om na jaren van materiële welvaart te ontdekken dat er voor jou misschien geen plaats is?
Het predicaat 'verloren' zullen tegenwoordig maar weinig leeftijdsgenoten van Jan Konst op zichzelf betrekken. Maar in dit boek gaat de auteur terug naar een tijd waarin de toekomst er allesbehalve rooskleurig uitzag. Zo schetst hij een zeer herkenbaar beeld van een generatie én van een decennium dat het aanzien van Nederland blijvend zou veranderen.
Louis Ferrons zoektocht naar zijn vader bleek een zoektocht naar Duitsland
Tien jaar na de dood van Louis Ferron onthult Jan Konst de historische bronnen van diens Duitslandromans. Deze vijf romans behoren tot het belangrijkste wat de Nederlandse literatuur over het geweldsregime van Adolf Hitler te bieden heeft. Jan Konst laat in een persoonlijk en bevlogen betoog zien hoezeer Ferrons afkomst zijn werk bepaalde. Als onechtelijke zoon van een Wehrmachtsoldaat en een Nederlandse moeder ging Ferron op zoek naar de Duitse geschiedenis en belandde in de onderwereld van het Derde Rijk. Zijn hoogstpersoonlijke visie op het nationaalsocialisme heeft hij tot uitdrukking gebracht in De keisnijder van Fichtenwald. Deze sleutelroman over een vergeten kamparts werpt vragen op die weinig aan actualiteit hebben ingeboet. Konst biedt een onverwachte en fascinerende ingang tot het oeuvre van Ferron en opent zijn romans voor nieuwe én oude lezers.