Omdat ze elkaar even niet anders dan vanachter glas mochten zien, schreven Anne en haar vader elkaar over wat ze normaal aan de keukentafel of tijdens een wandeling zouden hebben besproken. `De wijzers van de klok gaan snel, dat merk je later wel,' zong Herman bij de geboorte van zijn jongste dochter Anne. Veertig jaar verder zien we vader en dochter als twee - zich nog altijd verwonderende - volwassenen, die een gelijkwaardige toehoorder in elkaar vinden.
In Van huis uit voeren zij elkaar al verhalend langs de eigen jeugd, en langs gedeelde herinneringen en recentere ervaringen. Het resultaat is een boek vol alledaagse, dikwijls ontroerende, grappige en liefdevolle vertellingen.
In Voor het eerst schrijft Herman van Veen over het onbarmhartige proces van het ouder worden. Wanneer begint dat, ouderdom? Op welk moment besef je dat die jonge man is afgelost door een man op zekere leeftijd? De geest is vitaal, maar het lichaam hapert soms. De kloof tussen nu en vroeger wordt steeds groter. De ervaringen stapelen zich op, de herinneringen verdringen elkaar. Onverschrokken gaat Van Veen de confrontatie aan met zichzelf en schrijft hij over zijn leven van toen en nu. Over vriendschappen en vergankelijkheid, verlies en levenslust en de troost van de verbeelding. Steeds verbindt hij zijn verhalen met zijn theater- en liedteksten, waarin wonderlijk genoeg de ouderdom en de dood al sinds jaar en dag alom aanwezig blijken te zijn.
Voor het eerst is een zoektocht naar betekenis, speels en filosofisch, om tot het besef te komen dat je ouder worden steeds weer voor het eerst doet. Het gaat vanzelf en gaat vanzelf weer over.
Herman van Veen wordt komend voorjaar 75 jaar, hij is een kind van de
bevrijding. In Bevrijdingskind beschrijft hij wat dat voor hem betekent. De muziek in dit boek geeft het ritme van dat naoorlogse leven aan. Liedjes, bijzondere musici en flarden van coupletten brengen herinneringen boven en geven kleur aan het leven van toen en nu. 'We'll meet again', 'Get Back', Kortjakje, David Bowie; stuk voor stuk maken ze deel uit van ons collectieve geheugen en hebben ze een plaats in de geschiedenis. Voor Van Veen maken ze heel persoonlijke verhalen los over zijn jeugd, liefdes, kinderen, de wereld van toen en nu. Net als bij vriend en generatiegenoot Rob Chrispijn, die daarbij meer vertelt over de muziek en deze in de tijd plaatst. Zo ontstaat een prachtig mozaïek van heel persoonlijke en tegelijkertijd universele waarde.
Vrolijk, ontroerend, troostrijk en herkenbaar. Bevrijdingskind is niet alleen de soundtrack van een bewogen leven, maar ook van een tijd, van 75 jaar vrijheid.
Dit boek vertelt het verhaal van de arbeidersjongen Herman van Veen (1945) die uitgroeide tot een van de meest veelzijdige artiesten van Nederland en tot op de dag van vandaag grote internationale waardering oogst. In 1965 beklom Van Veen voor het eerst het podium en sindsdien reist hij met zijn voorstellingen de wereld over. Hij verrijkte de Nederlandse muziek met prachtige liedjes. Herman van Veen speelt viool, zingt, componeert, schrijft, acteert en regisseert, schildert en is de geestelijk vader van de wereldberoemde stripfiguur-eend Alfred Jodocus Kwak. Van Veen zet zich al veertig jaar actief in voor de rechten van het kind, is jarenlang ambassadeur voor Unicef en mag zich - naast de vele internationale onderscheidingen die hem ten deel vielen - Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw noemen.
Een uniek boek over een uniek artiest.
In Moeders gaat Herman van Veen terug naar de plek waar hij werd geboren: de Kievitdwarsstraat in Utrecht. Hij schrijft over zijn moeder, zijn grootmoeders en over zijn dochter die moeder werd. Over zijn eerste viooljuf, met wie hij er een moeder bij kreeg, en zijn reservemoeders tante Femmie en tante Klaasje.
Een hartverwarmende ode aan waar we vandaan komen, hoe dat ons vormt en waar we mee verbonden blijven.
Ze vragen of wij wel gegeten hebben, of onze jassen warm genoeg zijn, hebben kusjes voor op zere plekjes. Weten hoe je vlekken uit een blouse krijgt, en je kralen aan een draadje rijgt. Ze weten waar de sla goedkoper is, en wat er goed is aan een kerk, en wat mis. Ze zitten aan je bed als je de bof hebt, zeggen: `Schat, je vader had dat ook.' Voor hen word je nooit ouder dan een jaar of elf, ze houden meer van jou dan van zichzelf. Zeggen: `Let maar op mijn woorden, je zult nog aan me denken als ik er niet meer ben.' Moeders.
Ondanks zijn enorme staat van dienst in de vaderlandse en internationale
theater- en muziekwereld heeft Herman van Veen op de vooravond
van zijn zeventigste verjaardag nog niets aan gretigheid verloren.
Hij werd geboren in het laatste oorlogsjaar, in een arbeidersgezin te
Utrecht. Op het conservatorium ontdekte hij muziek, theater en dans.
Het veranderde zijn leven, en dat van vele anderen.
In Herinnerde dagen,
dat hij opdraagt aan zijn kleinkinderen, kijkt Van Veen terug op
zijn bewogen bestaan als artiest, maar tegelijkertijd laat het boek zien
dat `op je lauweren rusten juist deze artiest niet in het bloed zit. Van
Veens levensverhaal bruist dan ook aan alle kanten, is nooit voorspelbaar.
Op alles wat hij doet volgt een nieuw verhaal. De herinneringen
zijn voor later.