Er kan er maar één winnen. Maar die kan dat alleen met de hulp van anderen. Het is een klassiek dilemma: als je gelukkig wilt blijven in een gelukkige omgeving, wanneer kies je dan voor jezelf en wanneer voor de groep waarvan je deel uitmaakt? Wanneer moet je egoïstisch zijn en wanneer juist altruïstisch?
Als iemand dit probleem van dichtbij kent, dan is het filosoof en topwielrenner Guillaume Martin. Omdat wielrennen een individuele sport is die wordt beoefend in teamverband, legt het genadeloos onze fundamenteelste tegenstellingen bloot. Sprint je weg of help je je kopman? Ga je voor de etappe of voor het klassement?
Het peloton is een hiërarchisch universum waarin alle menselijke aandriften in uitvergrote vorm naar boven komen, van machtsspelletjes tot voor wat hoort wat. In dit fascinerende boek, deels geschreven tijdens de Tour de France van 2021, onderzoekt Martin wat de wielerwereld ons kan leren over dat veel grotere peloton dat we de samenleving noemen. Hij neemt ons mee op een persoonlijke tocht langs de problemen van deze tijd - klimaat, volksgezondheid, democratie - en gebruikt voorbeelden uit de sport om ons hier anders naar te laten kijken. Zijn wij misschien allemaal een beetje zoals de wielrenner die voorrang geeft aan zijn eigen belang, zonder te beseffen welke schade hij aanricht? Kan het voorbeeld van de ware kampioen ons helpen?
Topwielrenner Guillaume Martin werd in 2019 twaalfde in de Tour de France. En hij is filosoof. Die combinatie vinden mensen soms moeilijk te begrijpen. Om af te rekenen met vooroordelen en duidelijk te maken dat er geen enkele reden is om onderscheid te maken tussen het hoofd en de rest van het lichaam, neemt Martin ons in zijn boek mee achter de schermen van de wereld van het topwielrennen - én zet hij ons aan het denken.
'We moeten doen als een denker en denken als een doener,' zei Bergson al. Hoe zouden Socrates, Aristoteles, Nietzsche en consorten het aanpakken als ze aan de start stonden van de Tour de France? Zou de intelligentie van deze merkwaardige sporters, deze 'wielosofen', voldoende zijn om de zo felbegeerde gele trui te veroveren? Op de fiets, zo wordt al snel duidelijk, verandert ons besef van tijd en ruimte en neemt contemplatie andere wegen dan we gewend zijn. Zo kan het gebeuren dat Heidegger in een greppel terechtkomt, Socrates de kop van het peloton overneemt en Sartre de Franse ploeg coacht. Een ding is duidelijk: fysieke topprestaties hoeven niet in strijd te zijn met intellectuele activiteiten.
Socrates op de fiets is even speels als onderhoudend, een betoog vol diepzinnige gedachten en een enerverend wielerboek in een.