Door zijn strategische ligging heeft Sicilië altijd een magnetische aantrekkingskracht uitgeoefend. In De vele gezichten van Sicilië beschrijft Fik Meijer aan de hand van politieke, religieuze, culturele, sociale en economische ontwikkelingen hoe de culturen van verscheidene volken samensmolten en hoe brute machtspolitiek Sicilië in een neerwaartse spiraal bracht. Een bont gezelschap trekt voorbij: koningen, krijgsheren, generaals, hertogen, graven, pausen, bisschoppen, priesters, landbaronnen, kooplieden, boeren, pachters, arbeiders en slaven. Gezamenlijk schreven zij de geschiedenis van Sicilië.
Sommige heersers waren heel opvallend aanwezig. In de Oudheid deden vooral de tirannen Gelon en Dionysius I van zich spreken, in de elfde en twaalfde eeuw leverden de Normandiërs Rogier I en zijn zoon Rogier II het bewijs dat uiteenlopende bevolkingsgroepen goed naast elkaar kunnen leven, en in de dertiende eeuw deed de Hohenstaufen-koning Frederik II de wereld versteld staan. Talrijke monumenten herinneren aan de gloriedagen van weleer.
De opstand van de Siciliaanse Vespers in 1282 was een keerpunt. Slecht bestuur in de volgende eeuwen leidde tot opstanden van boeren en arbeiders. De uitbarsting van de Etna, aardbevingen en besmettelijke ziekten zorgden voor een verdere ontwrichting van de maatschappij. De criminaliteit nam toe. Kleine bendes op het platteland konden zodoende uitgroeien tot grote maffiaorganisaties in de steden.
In De vele gezichten van Sicilië vertelt Fik Meijer met zijn aanstekelijke pen het complete verhaal van dit fascinerende eiland.
Fik Meijer (1942) is oudhistoricus. Hij werd bekend door zijn boeken over oude geschiedenis en het vroege christendom, waaronder de bestsellers Keizers sterven niet in bed, Gladiatoren, Macht zonder grenzen en Jezus en de vijfde evangelist. Bij Prometheus verscheen in 2020 Droom of daad. De terugkeer van de Olympische spelen naar Griekenland.
Over Droom of daad:
'Een eloquent pleidooi om de Olympische Spelen te houden in het land waar ze zijn ontstaan. Meijer beschrijft levendig wat de desastreuze gevolgen van het rotatieprincipe zijn.'
Historisch Nieuwsblad
'De boodschap is een interessante.'
Trouw
'Als we de Spelen willen redden, zit er volgens Meijer maar één ding op: breng het evenement terug naar Griekenland. Alleen zo kunnen we alle ballast afschudden.'
Elsevier
Er zijn in de geschiedenis weinig heersers geweest die over een groter gebied hebben geregeerd dan de Romeinse keizers. Maar hoe groot hun macht ook was, er dreigde altijd gevaar: van senatoren, van commandanten van de keizerlijke garde, van generaals met goed getrainde legioenen of van individuen die het om persoonlijke redenen op de keizer hadden voorzien.
Op basis van de antieke bronnen beschrijft Fik Meijer de laatste levensdagen van de Romeinse keizers, van dictator Caesar tot de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk, Romulus Augustulus. Wat opvalt is dat er van de 87 officiële keizers en de vele troonpretendenten maar weinig in bed zijn gestorven.
Fik Meijer laat zien hoe de keizers in hun laatste levensdagen op hun naderend einde reageren. Sommige, onder wie Marcus Aurelius en Septimus Severus, zagen de dood standvastig onder ogen, verzoend met de tijdelijkheid van het bestaan, maar er waren er ook die weigerden te geloven dat hun dood het rechtstreekse gevolg was van hun rampzalige regering. Keizers als Nero en Heliogabalus meenden dat ze god waren, maar daar dachten de meeste Roemeinen toch anders over. De krankzinnige Caligula werd vermoord na een theaterbezoek en Caracalla terwijl hij zijn behoefte deed. Van sommige keizers was de dood nog gruwelijker: Caesar werd door drieëntwintig messteken doorboord, Otho werd na langdurige folteringen met een vleeshaak de Tiber ingetrokken. Als een rode draad loopt door het boek de verwondering over de ambities van zovelen om keizer te worden. Steeds weer dienden nieuwe kandidaten zich aan, in de hoop dat zij wel konden wat hun voorgangers niet was gelukt: overleven op de troon. Dit boek vertelt hoe weinigen daarin slaagden.
Paulus wordt beschouwd als de grondlegger van het christendom. Hij heeft de boodschap van Jezus omgevormd tot een nieuwe godsdienst. Heilig overtuigd van zijn gelijk en met gevaar voor eigen leven predikte hij het geloof. Zonder hem zou de westerse wereld er anders hebben uitgezien.
Wie was deze controversiële man, die meer dan vijfentwintig jaar door de mediterrane wereld reisde? Wie was deze man, die wist dat zijn boodschap op verzet zou stuiten, maar dat juist als een stimulans beschouwde om zijn geloof, dat in Israël was ontstaan, te verkondigen tot in het hart van het Romeinse rijk?
Fik Meijer volgt Paulus op zijn reizen van Jeruzalem tot in Rome, waar het Nieuwe Testament abrupt over zijn lot zwijgt. Door de informatie uit Paulus brieven en de Handelingen van de apostelen te combineren met zijn kennis van de oudheid is Meijer in staat leven en werk van Paulus in de context van de Grieks-Romeinse wereld te presenteren.
Fik Meijer (1942) is de veelgelezen en veelgeprezen auteur van talloze boeken en artikelen over de oudheid. Hij was van 1992 tot 2007 hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn boeken zijn vertaald in het Duits, Engels, Italiaans, Zweeds, Tsjechisch, Kroatisch, Turks, Arabisch, Fins, Hongaars en Chinees.
Vreemd volk begint bij de elitaire samenleving van de Homerische helden en eindigt in de late Romeinse oudheid. Fik Meijer beschrijft hoe de Grieken volkeren die ze van een afstand kenden langs de meetlat van hun eigen normen en waarden legden. Spartaanse en Atheense burgers discrimineerden buitenstaanders en slaven op een manier die er niet om loog.
Na de verovering van het Perzische rijk door Alexander de Grote werden de Grieken geconfronteerd met de vreemde volkeren waarover hun voorouders zich altijd denigerend hadden uitgelaten. Spanningen waren onvermijdelijk. Fik Meijer schetst de moeizame integratie van de Grieks-Macedonische elite en de autochtone bevolkingen.
Ook de Romeinen waanden zich superieur en onderdrukten de onderworpenen. Geleidelijk sleten de scherpe kantjes af en werd Rome een smeltkroes. Vreemdelingen pasten zich aan, maar de autochtone Romeinen bleven zich verzetten.
Ook de problemen die de christenen de Romeinen bezorgden komen uitgebreid aan bod. Het heeft er alle schijn van dat men niet goed raad wist met deze jonge godsdienst. Een meedogenloze machtsstrijd was het gevolg, met een afloop die voor het Romeinse rijk verstrekkende gevolgen had...
Het jaar 30, ongeveer. Jezus van Nazaret zwerft door Galilea. Hij predikt zijn boodschap van het naderend koninkrijk van God. In een verdeelde samenleving, verscheurd door conflicten tussen Joden en Romeinen en tussen Joden onderling, spreekt dat veel mensen aan - maar velen ook niet. Wie was hij?
In de evangeliën lezen we het een en ander over zijn optreden, maar weinig over de wereld waarin hij leefde. Wie daar wel over schreef was Flavius Josephus, een Joodse geschiedschrijver die enkele jaren na de kruisdood van Jezus in Jeruzalem werd geboren en uiteindelijk in Rome terechtkwam. Hij wordt wel de vijfde evangelist genoemd. Josephus maakt het mogelijk Jezus te vergelijken met andere profeten, messiassen, zelfverklaarde koningen en wonderdoeners. Want Jezus was niet de enige.
Fik Meijer vertelt in zijn nieuwe grote boek over het waarheidsgehalte van de geboorteverhalen van Jezus, de rol van Maria van Magdala, de betekenis van exorcisme, het geweld in Getsemane, de kruisdood als ultieme straf en Jezus' opstanding uit de dood. Bijbelse personen uit Jezus' omgeving krijgen in dit boek een nieuw gezicht: Johannes de Doper, Pontius Pilatus, Barabbas, Judas Iskariot en Jezus' broer Jakobus. Zo komt de historische Jezus tot leven.
In de eerste eeuw van onze jaartelling werd het Romeinse rijk omsloten door de Atlantische Oceaan in het westen, de Rijn en de Donau in het noorden, de Eufraat in het oosten en de Sahara in het zuiden. In lange, meedogenloze campagnes hadden onverschrokken Romeinse soldaten dat rijk stukje bij beetje bij elkaar gevochten.
In Macht zonder grenzen vertelt Fik Meijer het verhaal van Romes opgang naar de macht, de bloei van het rijk en de neergang ervan. Hij volgt de oorlogen met de talloze vijanden op de voet en beschrijft veldslagen, politieke intriges, onderlinge machtsstrijd, wreedheid, heldenmoed, eerzucht, onderdrukking en leugens. Maar ook de oorzaken en directe gevolgen van de Romeinse machtsdrang komen aan bod.
In aparte paragrafen behandelt hij thema's als preventief of agressief imperialisme, rechtvaardige oorlogen, leger en vloot, oorlogsbuit, de relatie tussen overwinnaars en overwonnenen, slaven en slavenopstanden, opbrengsten van het rijk, inrichting van het rijk, maatschappelijke gevolgen van de veroveringen, romanisering en hellenisering, integratie, discriminatie en opstanden. Zo ontstaat een veelzijdig en evenwichtig beeld van een rijk waarin veel misging maar waarin ook het fundament werd gelegd voor onze westerse beschaving.
Petrus was Jezus' meest vooraanstaande leerling, maar wat weten we van hem? Fik Meijer gaat op zoek. Hij volgt Petrus in de Evangeliën en De handelingen van de apostelen. De visser uit Kapernaüm lijkt voorbestemd voor een grote carrière in de beweging van Jezus, maar eerst moet hij, met vallen en opstaan, een ontwikkeling doormaken. Zijn zwakheden komen naar voren, zijn geloof schiet herhaaldelijk te kort. Toch wordt hij na de kruisdood van Jezus de voorman van de Jeruzalemgemeente.
Dan verdwijnt hij uit beeld. De aandacht in De handelingen gaat verder uit naar Paulus. Wat is er van Petrus geworden? Heeft hij gepreekt in Jeruzalem, Korinthe of Babylon, of in Rome? In het begin van de tweede eeuw ontstonden er verhalen die wijzen op dat laatste. Ze groeiden uit tot de
overlevering dat Petrus in Rome is gestorven en begraven in het Vaticaan. Ook zou hij de eerste bisschop van Rome zijn geweest. De huidige paus zit dan ook op de Sedes Petri, de stoel van Petrus.
In een analyse van de belangrijkste teksten vanaf het begin van de tweede eeuw (die in vertaling van de auteur in een appendix zijn opgenomen) probeert Fik Meijer feit en fictie van elkaar te onderscheiden.
De naam Via Appia heeft al vele eeuwen een magische klank. In 312 v.Chr. werd het startsein voor de aanleg gegeven en nog geen vijf jaar later was het eerste traject tot Capua gereed. In 191 v.Chr. was de weg voltooid en konden reizigers zonder onderbrekingen de bijna 570 kilometer van Rome naar Brindisi afleggen. Eerst deden alleen soldaten dat, later volgden leden van officiële delegaties en heel veel handelaren, toeristen en pelgrims. Reisverslagen zijn er bijna niet. Er is één uitzondering: een satire van de dichter Horatius.
In 37 v.Chr. reisde hij over de Via Appia voor een diplomatieke missie. Fik Meijer volgt nu zijn spoor. Dit boek gaat over wagens en herbergen, kaarten en mijlstenen en over beroemde schrijvers en schilders die over de Via Appia hebben gelopen. Meijer beschrijft de weg en de stadjes in de nabije omgeving. Daarnaast vertelt hij over gedenkwaardige gebeurtenissen op of bij de Via Appia, zoals de moord op de radicale volkstribuun Clodius, het levenseinde van Cicero, de slachting van de mannen van de slavenleider Spartacus en over de gevolgen van de Slag bij Cannae en de inspanningen van verschillende keizers om de weg in goede staat te houden.
Door de kaarten en de talrijke kleurenfoto's van de belangrijkste bezienswaardigheden door het hele boek heen komt de Via Appia ook visueel tot leven.
Op 8 november 63 v.Chr. sprak Cicero in de senaat van Rome de
beroemde woorden: `Hoe lang, in hemelsnaam, Catilina, zul je nog
misbruik maken van ons geduld?' Catilina wilde volgens Cicero, na
twee mislukte campagnes voor het consulaat, een coup plegen. De
senaat, die hem al tijdens zijn verkiezingscampagne beschuldigd
had van moord en verkrachting, stond aan Cicero's kant.
De historicus Sallustius schreef later over wat bekend werd als
de `samenzwering van Catilina'. Het doel was bereikt: Catilina was
het zwarte schaap. Dat beeld werd gekoesterd, zonder dat men zich
afvroeg waarom hij precies werd verguisd.
Catilina is ook na de oudheid niet vergeten. Hij bleef model staan
voor slechtheid. Toneelschrijvers en operalibrettisten volgden
veelal het oordeel van Cicero en Sallustius. En nog altijd is Catilina
de slechterik, vooral in de Verenigde Staten. De Founding Fathers,
kenners van de klassieken en bewonderaars van Cicero, waren zeer
negatief over Catilina. Sommigen van hen vergeleken hun politieke
tegenstanders met hem. Dat doet men daar nog steeds, alleen met
veel minder kennis van zaken. Zo werd Obama door republikein Ted
Cruz vergeleken met Catilina, en Donald Trump door diens tegenstanders
ook.
Wat is de waarde van deze veelal oppervlakkige vergelijkingen?
Fik Meijer geeft antwoord zoals alleen Fik Meijer dat kan.
De woorden integratie, discriminatie, xenofobie, allochtonen en autochtonen vullen bijna dagelijks de kranten. Dat het Griekse en Romeinse woorden zijn die verwijzen naar een zeer oude vreemdelingenproblematiek is minder bekend. Vreemd volk begint bij de elitaire samenleving van de homerische helden en eindigt in de late Romeinse oudheid. In een voor deze nieuwe uitgave speciaal geschreven epiloog laat Fik Meijer opnieuw zien hoe verrassend actueel oude geschiedenis kan zijn, en welke lessen we kunnen leren uit het verleden.
In 1896 werden in Athene de eerste moderne Olympische Spelen georganiseerd. Vijftien eeuwen eerder had de christelijke keizer Theodosius I de oude Spelen ter ere van Zeus verboden omdat ze onverenigbaar waren met het geloof in de ene ware God.
De Olympische Spelen zijn nu 124 jaar oud. Van de in de negentiende eeuw door Soutsos, Zappas en Brookes gekoesterde idealen is weinig meer over. De band met Olympia is volledig verloren gegaan. Pierre de Coubertin sloeg een andere weg in. De geschiedenis van de moderne Spelen in telkens een andere stad laat vele misstappen zien: verkeerde opvattingen over amateurisme in de Oudheid, boycots, politieke uitsluitingen, propaganda van dictatoriale regimes, afgelastingen door oorlogen, omkopingen van IOC-leden door organisatiecomités van kandidaat-steden, ongebreidelde overschrijdingen van begrotingen, de invloed en macht van de commercie en een langdurige leegstand van dure stadions na afloop van de Spelen. Ze hebben het imago van de Spelen geen goed gedaan.
Wordt het geen tijd om een einde te maken aan het systeem van iedere vier jaar Spelen in een andere stad? Fik Meijer betoogt in Droom of daad dat alleen een nieuw permanent Olympisch sportcentrum in Griekenland de Spelen voor de toekomst kan garanderen.
Classicus en oudhistoricus Fik Meijer (1942) werd bekend door zijn boeken over oude geschiedenis en het vroege christendom, waaronder de bestsellers Keizers sterven niet in bed, Gladiatoren, Macht zonder grenzen en Jezus en de vijfde evangelist.
In 330 stichtte keizer Constantijn een nieuwe stad: Constantinopel. Al snel werd die stad `het nieuwe Rome genoemd. Vaak wordt beweerd dat het oude Rome vervolgens verviel en dat Constantinopel direct zijn plaats innam. Maar dat ging geleidelijk. In Twee steden legt Fik Meijer beide steden naast elkaar.
In Rome lieten de keizers het afweten en bezochten de stad niet meer; pausen sprongen in dat machtsvacuüm. Visigoten en Vandalen plunderden de stad. Het aantal inwoners liep terug. Tegelijkertijd werd de stad omgevormd tot het centrum van de christelijke wereld.
In de hoofdstukken over Constantinopel vertelt Meijer over de voorgeschiedenis en inrichting van de nieuwe stad. Over het Nika-oproer, dat in 532 bijna de hele stad in de as legde, en over de wederopbouw, met de Hagia Sophia als pronkstuk. En dan zijn er de pogingen om het Romeinse rijk in oude luister te herstellen en de desastreuze gevolgen van de pest. Het boek eindigt in het begin van de zevende eeuw, als de mediterrane wereld mede door de opkomst van de Arabieren een ander aanzicht krijgt.
Fik Meijer (1942) is een van de bekendste Nederlandse oud-historici. Aan zijn meeslepende boeken over gladiatoren, wagenrennen en de opkomst en het verval van het Romeinse rijk (en nog veel meer) hebben tal van lezers plezier beleefd. Minder bekend is dat hij ook reisleider is.
Fik Meijer geeft geregeld tekst en uitleg in Rome, Istanbul, Athene, op Sicilië en waar al niet in de landen rond de Middellandse Zee. Wat hij daar zegt en wat hem overkomt is nu ook te lezen voor thuisblijvers. Niet alleen de schoonheid van de mediterrane wereld komt aan bod, ook de eigenzinnige toeristen, de lastige vragen, de hotelkamers en zijn eigen blunders. Fik Meijer heeft het op zijn unieke manier voor ons opgeschreven in een openhartige verhalenbundel over wonderlijke reizen en reisgenoten. Ga met hem mee en geniet.
Tussen Achilles, de door Homerus in de achtste eeuw voor Christus verbeelde oerheld, en Attila de Hun, die in de vijfde eeuw na Christus het Romeinse rijk op zijn grondvesten deed trillen, liggen ruim1200 jaar. In die periode maakte het concept held een grote ontwikkeling door. Was roemin het begin alleen voor krijgers weggelegd, later konden ook anderen er aanspraak opmaken.
In Bejubeld en verguisd portretteert Fik Meijer een dertigtal helden. Vele grootheden komen aan bod: krijgers, verzetsstrijders, gevaarlijke tegenstanders, politici, wijsgeren, slavenleiders, erudiete of rebelse vrouwen, wetenschappers, topsporters, culthelden en gevallen helden. Wie werd bewonderd, wie verguisd?
Waarom kreeg Solon in Athene waardering voor zijn sociale en politieke hervormingen en werden de gebroeders Gracchus in Rome weggehoond toen zij hetzelfde nastreefden? En waarom vielen Alcibiades in Athene en Catilina in Rome van hun voetstuk, terwijl mindere goden geëerd werden?
Niet alleen beroemdheden als Achilles, Alexander de Grote, Augustus,Hannibal, Pericles en Socrates komen aan bod, ook minder bekenden als Boudicca (verzetsleidster in Brittannië), Diocles (topsporter), Hypatia (filosofe in Alexandrië) en Pytheas (ontdekkingsreiziger) worden langs de meetlat van de roem gelegd. Zelfs de anonieme helden van Masada worden niet vergeten.
Fik Meijer schreef onder andere Macht zonder grenzen,Gladiatoren en Vreemd volk, die vele herdrukken beleefden.
De wereld van de oudheid lijkt ver van ons af te staan, maar dat is slechts schijn. De Grieken en Romeinen worstelden met een aantal van dezelfde vragen als wij en hadden het even moeilijk om daar passende antwoorden op te vinden. Ook zij kregen te maken met het vraagstuk van een waardige oude dag, met critici die de door hen gekozen staatsvorm op de korrel namen, met mensen die zich schaamteloos verrijkten, met martelaren uit vrije wil en met straatcriminaliteit, prostitutie en tekortschietende hygiëne.
In dit boek probeert Fik Meijer antwoord te geven op een aantal vragen, niet in een aaneengesloten geschiedenis maar in tweeëntwintig korte verhalen die telkens een ander aspect van de oudheid belichten. De lezer wordt geïnformeerd over zeer uiteenlopende onderwerpen die ons vandaag de dag nog iets te zeggen hebben: de goden en helden in het stadion van Olympia, de opvattingen van Herodotus en Pausanias over reizen, de opvallende carrières van twee slaven, het verdriet van de Atheense vlootvoogd Themistocles en het heimwee van de Romeinse dichter Ovidius in zijn ballingsoord aan de Zwarte Zee. Ook de uitspraken van kerkvader Augustinus en van kardinaal Simonis over fanatieke supporters, de leiderskwaliteiten van de tegendraadse Jugurtha en de wijze waarop Amerikaanse presidenten zich als Romeinse machthebbers lijken te presenteren worden aan de orde gesteld.
Wie De oudheid is nog niet voorbij leest, zal tot de ontdekking komen dat de antieke wereld dichter bij ons staat dan gedacht.
Ben je een sportliefhebber? Dan vind je hier alles wat je zoekt!
Interviews met de grootste atleten, het laatste sportnieuws uit Olympia en het Circus Maximus, achtergronden en columns, gesprekken met trainers en natuurlijk verslagen van de belangrijkste wedstrijden: alles wat je maar over de Olympische Spelen, gladiatorengevechten en wagenrennen wilt weten vind je hier. Met onder andere:
Een dode winnaar! De voor- en nadelen van naakt sporten Een live verslag van de Olympische Spelen De hooligans van Constantinopel De geschiedenis van de gladiatorengevechten Asteropaeus, de gladiator die 107 overwinningen boekte Omkopingsschandalen bij het boksen Een exclusief interview met wagenmenner en multimiljonair Porphyrius En nog veel, veel meer!
Zegevierende veldheren namen de fraaiste beelden mee naar Rome en toonden die in triomftochten aan het volk. Bij bepaalde senatoren ging hebzucht boven staatsbelang. Sommigen moesten zich daarvoor zelfs bij de rechtbank verdedigen. De beruchtste Romeinse kunstrover is Gaius Verres, van wie Cicero een onthutsend beeld schetst.
De Romeinse elite betaalde grof voor Griekse kunstobjecten. Sommige collecties waren beroemd. Talloze voorwerpen werden per schip naar Rome gebracht, maar een aantal heeft zijn bestemming nooit bereikt. Onderzoekingen op de zeebodem vertellen verhalen over exorbitant dure sculpturen, maar ook over gemengde ladingen met kunst voor liefhebbers met een kleine beurs.
Het Romeinse rijk ging ten onder, maar de praktijken van toen keerden terug. Napoleon bracht roofkunst uit Italië naar het Louvre. Kunstenaars, architecten en gefortuneerde liefhebbers kochten vazen en beelden in Italië en Griekenland - en overschreden daarbij soms de grenzen van het betamelijke. De discussie over `kunstrovers' gaat door tot op de dag van vandaag.
Als je de moderne techniek van het wijnmaken vergelijkt met de primitieve manier waarop de wijnmakers van een paar duizend jaar geleden hun druiventrossen plukten, platstampten en in open gistkuipen lieten rotten, dan is het een godswonder dat we nog steeds wijn drinken. Want ondanks alle vreselijkheden waaraan druiven honderden eeuwen lang zijn blootgesteld, zijn wij die kneiterzure, of mierzoete, of met wansmakelijke kruiden opgepimpte wijn altijd vrolijk blijven drinken. Een mirakel.
Classicus Fik Meijer en wijnboer Ilja Gort schreven Wijn als een Romein. Na een inleiding over het ontstaan van wijn in de landen rond de Kaukasus en de doorbraak van wijn in het Nabije Oosten duiken ze in de wijncultuur van de Grieken en Romeinen en behandelen vele vragen: hoe werd de wijn geproduceerd en over Europa verspreid? Hoeveel dronken de Romeinen gemiddeld per dag? Hoe werd aangekeken tegen zware drinkers? Konden vrouwen evenveel drinken als mannen? Hoe werden feesten voor de wijngod Dionysus en andere drankgelagen beleefd? En nog veel meer.
Het unieke van Wijn als een Romein is dat de omgang met wijn in de klassieke Oudheid waar mogelijk wordt gekoppeld aan het heden. Zo zal zowel de historisch geïnteresseerde lezer als de moderne wijnliefhebber veel plezier aan dit boek beleven.
Fik Meijer is classicus/oudhistoricus en auteur van onder meer Keizers sterven niet in bed, Gladiatoren, Jezus en de vijfde evangelist en De vele gezichten van Sicilië.
Ilja Gort is wijnboer, televisiemaker en schrijver van vele succesvolle romans en boeken over wijn.