De bewaakte grensovergang is waar de staat iedereen als verdachte beschouwt. Daar moet men zijn onschuld bewijzen. Daar wordt verschil gemaakt tussen ingezetenen en niet-ingezetenen. Want hoezeer sommige grenzen ook onzichtbaar zijn geworden, zij markeren nog altijd het punt waar de ene wet ophoudt en de andere begint.
Al decennia wordt er gedebatteerd over de vluchteling, die ook gelukszoeker, illegaal of crimineel wordt genoemd. Intussen produceren nieuwe oorlogen nieuwe landverhuizers. Wat voor de een maatschappelijk debat is, is voor de ander noodlot.
Arnon Grunberg reisde af naar Georgië, waar hij met gevluchte Russen sprak. Naar Oekraïne, om vluchtelingen te ontmoeten die in eigen land blijven. En naar Polen, waar hij een gesloten detentiecentrum bezocht. In Nederland liep hij mee met de ind en de vreemdelingenpolitie, om de werking van de grens als zeef van dichtbij te bestuderen.
Grunberg onderzoekt hoe onze grenzen altijd weer verdronkenen en geredden produceren. Hij vergeet daarbij de geschiedenis van de Europese grenzen en vluchtelingen niet.
Zonder geschiedenis immers geen heden.
Zo'n 25 jaar al schrijft Arnon Grunberg over literatuur, over de effecten die het lezen op hem heeft, over de vraag hoe je de tekst moet beoordelen. Als schrijver én lezer weet hij dat lezen onderhandelen is: in ruil voor de tekst levert de lezer zich, als die tekst goed genoeg is, uit. Maar soms gaat de schrijver bewust of onbewust verder, hij geeft zich bloot of zoals Max Frisch dat noemde, hij verraadt zich: `Als je zelf kwellingen creëert in naam van het schrijven, wordt de afgod van de literatuur een monster dat onverzadigbaar mensenoffers blijft eisen.'
In Waarheidsliefde en biefstuk lezen we niet alleen over het vertrouwen van de lezer, de schrijver als bemiddelaar en het taboe in de literatuur, maar ook over `de gevaarlijke roman' en de literatuur als redding en fatale verleider. Over o.a. J.M. Coetzee, Judith Herzberg, Irmgard Keun, Isaak Babel, Marieke Lucas Rijneveld, Guus Kuijer en Arthur Schnitzler. Over de kinderboeken die Grunberg zijn pasgeboren zoon zou aanraden. En over de grootheid van Multatuli, die schrijver en lezer maant nooit te vergeten dat het waarheidsgebod uit ambiguïteit en dubbelzinnigheden bestaat.
De vrijheid mag lonken, maar liefst niet de hele dag; wanneer de vrijheid uitsluitend tijdens de zomervakantie lonkt, is het leven al zwaar genoeg. Jrgen Hofmeester is vader van twee dochters en werkzaam voor een gerenommeerd bedrijf. Dankzij een uitgekiend financieel beleid woont hij op stand: bandeloosheid leidt tot rampen. Stilstand is voor Hofmeester de voorwaarde voor liefde en geluk. Loom houdt hij van zijn dochters. Dat zijn echtgenote hem ingeruild heeft voor een jeugdliefde op een woonboot en dat een gedeelte van zijn vermogen is verdwenen door malversaties van merkwaardige groeperingen die de wereldeconomie beheersen, het deert hem niet. Zolang hij maar van zijn kinderen mag houden. Maar op een avond staat zijn echtgenote weer voor de deur. En dan doet een man zijn intrede in het leven van Jrgen Hofmeester, een man die als twee druppels water op Mohammed Atta lijkt.
In een gebed dat geen gebed is, een bekentenis die geen bekentenis is, een liefdesbrief, nee, een verlaat antwoord op een liefdesbrief, vertelt Zelda (26) over haar leven als lokeend in dienst van een jeugdbende, als drager van eigen en andermans geheimen. En over de rest van haar leven,dat begon nadat ze haar vader op haar zestiende beloofde niet vroegtijdig te zullen sterven.
Een verloren opschrijfboekje (toeval? noodlot?) voert haar naar de acteur Jona (tweevoudig winnaar van de Louis d'Or). Met hem en een Zweedse cowboy zonder cowboyhoed reist ze naar Taormina, volgens Jona het betere decor voor het geluk. Onder de Siciliaanse sinaasappelbomen leven Zelda, Jona en de Zweed alsof het bestaan een verhaal is waaraan je je moet overgeven.
Maar vroeg of laat haalt het verleden je in, blijkt het levendiger dan het heden, blijkt de waarheid sneller dan alle kleine en grote leugens. Of niet? Wat als het verleden je nooit inhaalt? Als je voor altijd moet leven met je verzinsels?
De dood in Taormina is een roman over rechtvaardigheid en liefde, over vergiffenis en pragmatisme, acteren en oprechtheid, en over de vraag of datgene waarvoor je leeft ook datgene is waarvoor je bereid bent te sterven.
In een lege Nieuwe Kerk te Amsterdam hield Arnon Grunberg op 4 mei 2020, vijfenzeventig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederland,de herdenkingsrede. Hij stelde onder meer dat individuen niet gereduceerd moeten worden tot de groep waartoe ze zouden behoren; dat uitsluiting van een minderheid vroeg of laat andere, uiteindelijk álle minderheden zal treffen.
Grunbergs woorden werden met instemming en lof ontvangen, maar ook kreeg hij te maken met enkele doodsbedreigingen en andere uitingen van haat.
In Als ze het over Marokkanen hebben zijn naast deze lezing vier teksten opgenomen waarin Grunberg zijn jeugd, de Joodse identiteit en het werk van Marga Minco en Imre Kertész onderzoekt.
Hij vindt het algemeneen universele in het persoonlijke; zijn gedachten zijn prikkelend, zijn formuleringen messcherp.
Op 27 januari 1945 werd concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz bevrijd door het Rode Leger. Hier zijn minstens 1,1 miljoen mensen vermoord: mannen, vrouwen en kinderen, merendeels Joden. De meeste ooggetuigen, de gevangenen die het kamp wisten te overleven, zijn inmiddels overleden.
Ter gelegenheid van de 75-jarige herdenking van de bevrijding van Auschwitz verzamelde Arnon Grunberg teksten van `morele getuigen', getuigen die slachtoffer waren van de terreur. Van Primo Levi's vlak na de bevrijding geschreven Is dit een mens en het onbekendere, aangrijpende werk van Tadeusz Borowski tot de teksten van Zalmen Gradowksi, die in Auschwitz vermoord werd - zijn geschriften heeft hij begraven nabij een van de crematoria.
Otto Kadoke, de grensoverschrijdende psychiater uit Moedervlekken, keert terug in Bezette gebieden: nadat het verhaal van zijn alternatieve therapie door een bekende auteur te boek is gesteld en een bestseller is geworden, raakt Kadoke verstrikt in een web van halve waarheden, interpretaties en leugens dat hem zijn baan kost - en zijn reputatie vernietigt. Maar niet alleen dat: zijn moeder is inmiddels weer vader geworden en de verzorgster van vader ontpopt zich tot een onvermoeibare aanhangster van Christenen voor Israël.
Op een dag, als alles verloren lijkt, staat een ver familielid voor de deur: in haar ziet Kadoke zijn kans om te ontsnappen. Ze voert hem - en zijn vader - naar de bezette gebieden, waar hij tegen zijn zin in als verlosser wordt onthaald.
Bezette gebieden is een diepmenselijke, maar ook zeer komische roman over het verleden dat toekomst en heden overwoekert, over schuldige affaires op onschuldige plekken, en onschuldige affaires op schuldige plekken.
Geniek Janowski, brandweerman, liefdevolle echtgenoot, vader van twee zonen, mede-eigenaar van een pony en fatsoenlijk burger te Heerlen, wordt op een dag getuchtigd door het noodlot.
De mannen van de C-ploeg slepen Janowski, die door iedereen de Pool wordt genoemd, erdoorheen en de vrouw van collega Beckers staat voor de deur met eetbare troost. Hun troost blijkt echter nog meer onheil te brengen. De Pool besluit daarop niet te walgen van zijn lot maar het te beminnen.
Goede mannen is een ontroerende en wanhopige roman over een vader die denkt dat een goede man altijd een stapje opzij doet, dat goed zijn niet veel anders is dan verlangen naar het goede. Minder goede verlangens leg je gewoon het zwijgen op.
Kan zo het onheil worden voorkomen? Wat kán een mens eigenlijk voorkomen?
Als tegenspoed hem treft is Job, de eerste boze burger, woedend op God. De hedendaagse boze burger vervloekt de overheid, Gods plaatsvervanger, die het land met een migrantenplaag zou hebben opgezadeld.
In zijn veel besproken essay 'Het multiculturele drama', dat in 2000 in NRC Handelsblad werd gepubliceerd, stelde Paul Scheffer: 'Nodig is een afscheid van de kosmopolitische illusie waarin velen zich wentelen.' Aan de hand van dit essay laat Grunberg via Freud, Du Perron, Kierkegaard en het oudtestamentische verhaal van Job zien wat de wezenlijke strijd is tussen nieuwkomer en oorspronkelijke bewoner. Een scherpzinnig pamflet over onverdiende rampspoed, het vooruitgangsgeloof, het juk van de cultuur en ieders jacht op het paradijs.
Otto Kadoke werkt als psychiater in een crisiscentrum: zijn specialiteit is suicide-preventie, hij dient mensen met een doodswens voor het leven te behouden. Wanneer hij op een dag bij zijn oude en hulpbehoevende moeder op bezoek gaat, doet een van de Nepalese verzorgsters de deur open, gehuld in slechts een handdoek. De psychiater, die zich altijd aan het protocol houdt, wordt overmand door gevoelens van liefde voor het meisje, met als gevolg dat hij de verzorging voor zijn moeder voortaan alleen dient te organiseren.
Kadoke is kinderloos, van middelbare leeftijd, maar niet onaantrekkelijk voor artsen in opleiding: hij heeft er menig weten te verleiden. Na opnieuw een grensoverschrijdende ontmoeting, ditmaal met een suïcidale jonge vrouw, lopen het professionele en privéleven van Kadoke definitief in het honderd: zijn moeders huis wordt een ambulant crisiscentrum.
Moedervlekken is een genadeloos eerlijke roman over de liefde van een zoon voor zijn moeder en vader, en vice versa. Een boek over 2 mensen die niet kunnen leven - en niet dood kunnen gaan - zonder elkaar. Het markeert een nieuwe fase in Arnon Grunberg's veelomvattende schrijverschap: zorg en liefde sluiten elkaar niet langer uit. Ondanks verlies en pijn blijkt het mogelijk liefde voor het leven te voelen.
Blauwe maandagen is de onthutsende debuutroman van Arnon Grunberg. Een zoektocht naar de liefde: ouderliefde versus betaalde liefde. Bekroond met de Anton Wachterprijs en het Gouden Ezelsoor.
`Een groteske komedie, een zeldzaamheid in de Nederlandse literatuur. - NRC Handelsblad
`Een van die zeldzame, verrassende boeken waarvan je bijna tranen in je ogen van het lachen krijgt. - Il Manifesto
`Een schitterende debuutroman. - Süddeutsche Zeitung
`Arnon Grunbergs debuutroman is een goudmijn. - New York Times Book Review
`Een openhartig, zelfironisch en waanzinnig humoristisch boek. Zó grappig, dat de lach een grimas wordt. - Det Fri Aktuelt
`Een illusieloos relaas over seksuele avonturen, door een verteller die de tienerjaren nauwelijks achter zich heeft gelaten, blijkt bij iedere bladzij verder uit te steken boven de puberaal-erotische standaardkost brutaal en per saldo een winner. - Jeffrey Eugenides
Een beetje humaan uitbuiten, daar doe je de mensen een groot plezier mee. Christian Beck, vertaler van gebruiksaanwijzingen, ontdekt alternatieve vormen van geluk en liefde. Ooit ontmaskerde hij zelfbedrog en illusies terwijl zijn vrouw in de woestijn dieren bestudeerde. Nu leeft hij voor haar. Samen met de nieuwe man van zijn vrouw vlucht hij de werkelijkheid in, omdat de zachte verdoving van de kick, het langzaam vergeten dat je bestaat, een kerker blijkt te zijn. De asielzoeker is een roman over een man die aan de wetten van de handel probeert te ontkomen. Een tijdlang heeft hij van alles gekocht, nu geeft hij zichzelf weg.
Als je kunt doden op commando, dan kun je ook liefhebben op commando. De meeste mensen hebben overtuigingen, zolang die maar niets kosten. Majoor Anthony is bereid een prijs te betalen voor zijn idealen. Als hij op een dag, tijdens een uit de hand gelopen operatie, het meisje Lina in de woonkamer van twee verdachte individuen aantreft, besluit hij haar zonder aarzeling mee naar huis te nemen als teder geschenk voor zijn vrouw.
Onze oom is het verhaal van een meisje dat als een dode onder de levenden verkeert, van een majoor die zijn schaamte alleen kan overwinnen door heldendom na te streven en van een opstandelingenleider voor wie de revolutie een door hem te regisseren opera is.
Welke prijs moet er worden betaald voor het gebod om lief te hebben, wat kost de wens tot voortplanting, en wat de plicht om vrij te zijn? Met Onze oom schreef Arnon Grunberg een indringende roman over de prijs van de moraal. 'Oorlog, dat was vrijheid. De rest was amusement.
Meer nog dan zijn Indiase uiterlijk het wekte wel eens verwarring, een keer had een man in een café over het gele gevaar gesproken en daarbij nadrukkelijk Sams kant uit gekeken is dit de kern van zijn identiteit: het gebrek aan ziekte. Hij heeft geen rolstoel nodig, geen permanente verzorging, hij is heer en meester over zijn eigen lichaam. Zo was hij eerst het kind geweest, vervolgens de jongen en nu de man zonder ziekte. Wat hij verder ook is en nog zal worden, hij is vooral gezond, zowel geestelijk als lichamelijk.
In De man zonder ziekte reist een jonge Zwitserse architect af naar Bagdad om een nieuw operagebouw te ontwerpen. Een man die ervan overtuigd is dat een architect het leven van de mens mooier en makkelijker moet maken.
Blauwe maandagen is de onthutsende debuutroman van Arnon Grunberg. Een zoektocht naar de liefde: ouderliefde versus betaalde liefde. Bekroond met de Anton Wachterprijs en het Gouden Ezelsoor.
`Een groteske komedie, een zeldzaamheid in de Nederlandse literatuur. - NRC Handelsblad
`Een van die zeldzame, verrassende boeken waarvan je bijna tranen in je ogen van het lachen krijgt. - Il Manifesto
`Een schitterende debuutroman. - Süddeutsche Zeitung
`Arnon Grunbergs debuutroman is een goudmijn. - New York Times Book Review
`Een openhartig, zelfironisch en waanzinnig humoristisch boek. Zó grappig, dat de lach een grimas wordt. - Det Fri Aktuelt
`Een illusieloos relaas over seksuele avonturen, door een verteller die de tienerjaren nauwelijks achter zich heeft gelaten, blijkt bij iedere bladzij verder uit te steken boven de puberaal-erotische standaardkost brutaal en per saldo een winner. - Jeffrey Eugenides
Xavier Radek, woonachtig in Basel, is een jongeman met een missie: hij wil meer weten over het lijden van de joden. Daarom besluit hij de `vijanden van het geluk' te gaan troosten. Hoewel zijn ouders Xaviers gedrag afdoen als een puberale stoornis, raakt hij bevriend met Awromele, zoon van een rabbijn, die hem adviseert Jiddische lessen te nemen en zich te laten besnijden.
Na een problematische besnijdenis raakt Xavier volledig overtuigd van zijn messianistische aspiraties: hij gaat schilderen en vertrekt met Awromele naar het Venetië van het Noorden, alwaar hij zich aanmeldt bij de Rietveld Academie. Awromele vindt werk als vakkenvuller bij Albert Heijn. Dan trekken ze verder, dwars door de Europese woestijn naar het beloofde land...
`De joodse messias is zo'n roman die wel geschreven moest worden, en Grunberg heeft dat nu gedaan. [...] Hier kan men alleen bewondering voor Grunberg hebben.' - HP/De Tijd
`Verontrustende en hilarische roman.' - De Standaard
`De joodse messias is een overweldigende, veelomvattende roman. [...] Juist de als volkomen logisch opgediste absurditeiten maken De joodse messias tot een wild grappig boek.' - NRC Handelsblad
`Spannend, geestig, ontroerend, maar ook macaber, zwart en vooral duivels.' - Vrij Nederland
`Het is duidelijk dat De joodse messias een epos is zoals Rabelais dat geschreven zou kunnen hebben.' - Le Monde
`Zijn prozarepertoire varieert van slapstick tot tragiek, van het absurde tot vlijmscherpe maatschappijkritiek.' - Süddeutsche Zeitung
`Grunberg verwerpt het egoïstische existentialisme, confronteert met echte marteling, genocide, terrorisme en persoonlijke misdaden van het hart, en hij doordrenkt zijn viscerale, sluwe satire met bijbelse woede.' - LA Times
Toen duidelijk werd dat ons een langere periode van thuisblijven, thuiswerken en thuis lezen te wachten staat, vroegen wij een aantal geliefde auteurs een verhaal te schrijven om ons de donkere dagen door te helpen. Zo ontstond een meesterlijk winterboek dat zijn weerga niet kent: een staalkaart van korte verhalen, herinneringen, brieven, gedichten, kleine essays, vergeten geschiedenissen, teruggevonden fragmenten. Iedere auteur brengt een andere wereld tot leven, van kerstconcert tot gevangenis, van schildersatelier tot oerwoud, om in op te gaan bij de haard of de centrale verwarming. Happy end of gruwelijk afscheid, historisch of hedendaags, sneeuw, sprookje of grap - Een winter vol verhalen is een onweerstaanbare literaire toverdoos.
Frits Abrahams, Robert Alberdingk Thijm, Maarten Asscher, Abdelkader Benali, Merijn de Boer, Jan Brokken, Jeroen Brouwers, Ian Buruma, Peter Buwalda, Thera Coppens, Adriaan van Dis, Jessica Durlacher, Ronald Giphart, Jaap Goedegebuure, Arnon Grunberg, Maarten 't Hart, Wim Hazeu, Maria Heiden, Bas Heijne, Judith Herzberg, Daniela Hooghiemstra, Atte Jongstra, Jeroen van Kan, Anton Korteweg, Michel Krielaars, Tom Lanoye, Gerard van Lennep, Marita Mathijsen, Nicolaas Matsier, Neeltje Maria Min, Nelleke Noordervliet, Cees Nooteboom, Max Pam, Carel Peeters, Jean Pierre Rawie, Jannie Regnerus, Wanda Reisel, Tomas Ross, Mark Schaevers, K. Schippers, Gijs Scholten van Aschat, Rob Schouten, Jan Siebelink, Rosita Steenbeek, Thomas Verbogt, Ben Verbong, Kees Verheul, Marjoleine de Vos, Jeroen Vullings, Mathilde Waye, Tommy Wieringa
In 2006 begon Arnon Grunberg de reportagereeks `Onder de mensen', gebaseerd op Maxim Gorki's advies aan Isaak Babel om de schrijftafel te verlaten en zich onder de mensen te begeven. Deze literair-journalistieke stukken zijn verzameld in dit boek.
Grunberg werkte onder meer undercover als kamerjongen, onder het pseudoniem Anton Morsink, in een hotel in Beieren. Als een gast zijn hotelkamer verliet, stapte Morsink zijn leven binnen.
In andere reportages belicht Grunberg de politieke actualiteit. Hij bezocht Guantánamo Bay en reisde naar Afghanistan en Irak om als `embedded' journalist meer te weten te komen over het dagelijkse leven van de soldaten.
Met dit boek plaatst Arnon Grunberg zich in de traditie van de meesters van de literaire reportage, zoals de `razende reporter' Egon Erwin Kisch en Joseph Roth, vertellers die met hart en ziel over de politieke en sociale actualiteit berichtten.
Ergens tijdens deze reis meende ik dat ik genoeg had van de oorlog. Nu besef ik dat de liefde niet is uitgedoofd. Ik houd van mijn geliefde, maar de oorlog is mijn vrouw.'
In 2006 begon Arnon Grunberg met zijn reis naar het Nederlandse leger in Afghanistan de reportagereeks `Grunberg onder de mensen', gebaseerd op Maxim Gorki's advies aan Isaak Babel om de schrijftafel te verlaten en zich onder de mensen te begeven. Dat resulteerde in de bundel Kamermeisjes en soldaten (2009).
Ook daarna bleef Grunberg onvermoeibaar berichten over de mens en de politieke en sociale actualiteit. Van een roadtrip van Nijmegen door voormalige Sovjetstaten met bestemming Kabul in het gezelschap van een voormalige Afghaanse asielzoeker tot een verblijf bij een circus uit de Achterhoek. Van een onderzoek naar liefde en seks in de VS tot participerende journalistiek bij diverse slachterijen. Van een reis naar de bezette gebieden op de Westelijke Jordaanoever (waar Grunbergs zus woont) tot zijn vrijwillige opname in een psychiatrische kliniek in België.
Slachters en psychiaters is een onverschrokken zoektocht naar de mens; de mens in oorlogstijd, de mens op vakantie, de mens in psychische nood. Grunberg schreef deze reportages om zijn eigen ervarings- en denkwereld én die van de lezer te vergroten, om waarheid en werkelijkheid in de periferie te vinden.
Over Kamermeisjes en soldaten:
`Een fenomeen' - de Volkskrant
`Weinig schrijvers durven zoveel risico's te nemen voor hun schrijverschap. [...] De slimme schrijver dwingt je hier om met zijn priemende blik naar de mad world out there te kijken. Ooggetuige Grunberg kent de impact van zijn pen.' - De Morgen
`Eigenzinnig en tragikomisch' - Vrij Nederland
1) Korte verhandelingen kunnen over alle onderwerpen gaan die de hedendaagse mens dwarszitten, die hem fascineren, beangstigen, verlangens in hem opwekken.
2) De korte verhandeling is een essentialistische verhandeling, het overbodige is gekapt.
3) De korte verhandeling wil een vangnet zijn onder de kunst van het converseren.
4) Eén aforisme per korte verhandeling is een minimum.
5) De korte verhandeling is een mini-essay, een samenvatting, een bloemlezing. Als men de schrijver vraagt: wat wilde u nou eigenlijk zeggen met dit of dat?, dan kan hij antwoorden: `Lees mijn korte verhandelingen, de rest is uitwerking.
`"Het mooiste aan de Voetnoot was de kortheid vind ik. Weg met al het overbodig hout," schreef een bevriende journalist nadat de laatste Voetnoot,
op 16 mei 2018, in de Volkskrant was verschenen. Ik vermoed dat de aantrekkingskracht van de Voetnoot inderdaad te danken was aan de lengte, zelfs zij die moeite hebben hun aandacht bij teksten te houden werden bediend. In de allereerste Voetnoot op 29 maart 2010 stelde ik dat ik de menselijke komedie van voetnoten wilde voorzien. Of ik daarin ben geslaagd mag de lezer beoordelen. Ik heb hoe dan ook geleerd dat wie aanttekeningen wil plaatsen bij de menselijke komedie er goed aan doet behoorlijk bondig te zijn. In de laatste Voetnoot noteerde ik dat er maar één ding erger is dan vervangbaarheid, namelijk onvervangbaarheid. Daarvan ben ik overtuigd. Alleen al daarom wil ik over deze bundel niets anders kwijt dan dit: ik hield het kort.'
- Arnon Grunberg
Na de dood van mijn moeder begon mijn uitgever, tegenwoordig uitgever in ruste, Vic van de Reijt in de garage van mijn moeder, die zij nooit als garage heeft gebruikt, te grazen in mijn archieven. Hij vond verhalen waarvan ik het bestaan was vergeten, verhalen die ik me nog maar half kon herinneren, teksten ooit uitgegeven door Jan Ritsema, eveneens uitgever in ruste.
Aan de eettafel in mijn moeders huis las en ordende Van de Reijt de teksten. Van hetzelfde verhaal bestonden soms zeven versies; de schrijver heeft een maniakale kant.
De keuze in deze bundel is gemaakt door Van de Reijt, de verantwoordelijkheid ligt bij mij.
Je zou kunnen zeggen: mijn teksten zijn wat er over is van mijn verleden. Deze teksten zijn wat er over is van dat verleden tot en met 2 mei 1994, toen dat verleden nogal veranderde door de uitgave van mijn debuutroman Blauwe maandagen.
Arnon Grunberg
Zelden zal een debuutroman zozeer zijn ingeslagen als Arnon Grunbergs Blauwe maandagen in de meimaand van 1994. `Eindelijk weer eens een schrijver die zijn generatie een stem geeft', `Een groteske komedie, een zeldzaamheid in de Nederlandse literatuur', juichten HP/De Tijd en NRC Handelsblad. Wat bijna niemand toen nog wist, was dat Grunberg zijn entree in de literatuur al jaren had voorbereid: als elfjarige debutant
in Vrij Nederland, vanaf zijn zeventiende als acteur en toneelschrijver en in de jaren daarna als schrijver van gedichten en korte verhalen.
Zijn eerste teksten gaf hij uit in eigen beheer, zoals zovele grote schrijvers voor hem deden. Maar in februari 1993, ruim een jaar vóór zijn officiële debuut, publiceerde Uitgeverij Rothschild & Bach een kleine bundel van Arnon Grunberg: De dagen van Leopold Mangelmann, Brief aan M, Schoonheid en bier. Het boekje, dat allerlei voorstudies bevat voor zijn roman Blauwe maandagen, werd nauwelijks verkocht. Nu verschijnt het opnieuw, geheel herzien en uitgebreid met verhalen en teksten die uitgever-samensteller Vic van de Reijt bij de voorbereiding van de tentoonstelling Ich will doch nur dass ihr mich liebt terugvond in de garage van Grunbergs moeder.
Hoewel Christus, het computervirus dat de wereld onherkenbaar zou veranderen, in alle toonaarden zwijgt, blijft Lillian in het diepste geheim doorwerken aan Christus II, dat de volgende fase van de omwenteling moet inluiden - de fase van de liefde. `Wat is liefde anders dan het liefdevolle woord? De begrijpende blik kan iedereen erbij fantaseren als het liefdevolle woord eenmaal is gevallen.'
Op haar zolderkamer wacht Lillian geduldig tot het verkruimelen van de wereld gaat beginnen. Maar er is nog een virus, dat zich in Lillian zelf, de menselijke broedmachine, heeft genesteld. Het noodlot zit in haar buik en zij moet het een wending geven.
Over Het bestand:
`Grunberg grijpt je vanaf de eerste bladzijde bij je nekvel en dwingt je bijna om verder te lezen.' - Gazet van Antwerpen
`Grunbergs personages spugen op het leven, op de mensen, ze walgen ervan.' - Het Parool
`Het bestand heeft een onbehaaglijke werking, als het sluipende gif van een slangenbeet [...] Grunbergs stijl - vol genadeloze aforismen - heeft aan doeltreffendheid niets ingeboet en thematisch is hij zijn concurrenten weer een paar stappen voor.' - De Morgen
Economie laat zich in vier woorden samenvatten: geluk is te koop. En iets dat te koop is, daar ga je niet op zitten wachten langs de kant van de weg. Daar ga je op af. Met je portemonnee. En als je geen portemonnee hebt met je creditcard. En als je ook geen creditcard hebt met de portemonnee van iemand anders. Voor de helden uit Figuranten - Elvira Lopez, Broccoli en Ewald Krieg - begint het geluk in Hollywood. Zij maken zich op voor een grootse filmcarrière die zij operatie Brando noemen. Het verlangen om iemand anders te worden, iemand die je net niet bent, iemand die je waarschijnlijk ook nooit zal worden - is dat niet het ultieme verlangen?