Dit boek is een collectieve autobiografie van onze tijd. Het vertelt het verhaal over de periode 1941-2006 door de lens van het geheugen, van tegenwoordige en herinnerde indrukken, culturele gewoonten, taal, foto's, boeken, liedjes, radio, televisie, reclame en krantenkoppen.
Annie Ernaux slaagt erin een vorm te vinden die zowel subjectief als onpersoonlijk, particulier als collectief is, een nieuw genre in feite, dat beoogt het verleden te vangen. Als vermenging van autobiografische fictie en sociologie is De jaren `een Op zoek naar de verloren tijd van ons tijdperk van mediadominantie en consumentisme' (The New York Times), een monumentale bijdrage aan de twintigste-eeuwse Franse geschiedenis zoals weerspiegeld in het leven van één vrouw.
In De jonge man vertelt Annie Ernaux in kort bestek (en in de eerste persoon enkelvoud) over een voorbije liefdesrelatie met een man die dertig jaar jonger is dan zij, zelf dan al halverwege de vijftig. Het was een ervaring die haar gedurende meerdere maanden terugwierp naar het `schandalige meisje' van haar jeugd: een reis naar een episode in het verleden die beslissend bleek voor haar ontwikkeling als schrijver. Deze tekst is een sleutel tot het lezen van het werk van Annie Ernaux en tot hoe zij zich verhoudt tot haar eigen tijd en schrijverschap.
Ook ik heb dat meisje willen vergeten. Haar echt vergeten, oftewel geen zin meer hebben om nog over haar te schrijven. Niet meer denken dat ik moet schrijven over haar, over haar verlangen, haar waanzin, haar stompzinnigheid en haar hoogmoed, haar honger en haar opgedroogde bloed. Het is me nooit gelukt.
Annie Ernaux duikt diep in de zomer van 1958, de zomer waarin ze voor het eerst met een man naar bed ging, tijdens een vakantiekamp in Normandië. Die nacht bracht een schokgolf teweeg die twee jaar lang in haar lichaam en in haar leven zou blijven natrillen. Met gebruikmaking van de onuitwisbare beelden aangedragen door haar herinneringen, van foto's en van brieven die ze schreef aan vriendinnen, onderzoekt ze het meisje dat ze is geweest, in een onverbiddelijke slingerbeweging tussen vroeger en nu
In de herfst van 1963 gaat Annie Ernaux als studente naar bed met een jongen die ze die zomer had leren kennen. De relatie is geen lang leven beschoren, maar ze is wel onbedoeld zwanger geraakt. Tegen de stroom in besluit ze na een lange afweging clandestien (de wetgeving werd pas in 1975 geliberaliseerd) abortus te laten plegen. En détail, zonder valse emoties en zonder omhaal, beschrijft ze wat er gebeurt. Het voorval is een sublieme indruk van pure eerlijkheid en authenticiteit.
Zoals in Ernaux' succesvolle memoir De jaren vormt haar eigen leven de aanzet voor een mentale archeologie, over schaamte, vrijheid, klassenverschillen en feminisme.
`Mijn vader wilde mijn moeder vermoorden, op een zondag in juni, aan het begin van de middag.' Het is 1952, en het incident waarbij haar vader haar moeder met een mes naar het leven staat, is voor Annie Ernaux de oorsprong van de schaamte in haar leven. Schaamte over het taalgebruik, de tafelmanieren en het sociale gedrag van haar ouders, die zich zo krampachtig proberen te distantiëren van hun afkomst uit de laagste sociale klasse, nu ze zich hebben opgewerkt tot kleine middenstanders met een kruidenierswinkel en een café.
Het brute moment vormt de opmaat naar een mentale archeologie, waarin haar dromen, gedachten en gevoelens als meisje van twaalf tevoorschijn komen. En dat alles noteert ze zonder een spoor van retoriek, in ongekunstelde en subtiele bewoordingen.
De schaamte is een autobiografische roman die veel meer is dan de reconstructie van een cruciale en traumatische gebeurtenis.
`Een mooi, eerlijk boek over het gevoel dat haar jeugd beheerste.' - Margot Dijkgraaf in NRC Handelsblad
`Dit is een groot sociaal en intiem boek. Lees het!' - Le Point