In Linkebeek bij Brussel overleed in augustus 2003 Chantal Beaudelet door een schot dat was afgevuurd met het dienstwapen van haar vriend Jack Darne. Chantal en Jack lagen op dat moment samen in bed. Drie jaar later werd Jack veroordeeld voor haar moord. Jack zegt dat Chantal zelfmoord pleegde en dat hij ten onrechte al veertien jaar vastzit voor de moord op Chantal. In het onderzoek door de politie kwamen er vreemde verhalen naar boven: over een depressie bij Chantal en over een buitenechtelijke relatie van Jack. Het bewijs tegen Jack was voor de jury voldoende voor een veroordeling. Maar blijft het bewijs overeind in een precieze analyse in het licht van de verschillende scenario's? Vermoordde Jack zijn Chantal? Of pleegde Chantal zelfmoord en had de jury Jack moeten vrijspreken?
Hans werd om het leven gebracht doordat iemand hem met een moker minstens zes keer op zijn hoofd had geslagen. In de zoektocht naar een verdachte kwam de politie uit bij de beelden van een camera aan de overkant van de straat. Tussen het tijdstip waarop Hans voor het laatst werd gezien en het tijdstip waarop hij werd gevonden was maar één man bij de voordeur van Hans te zien. Vanaf dat moment bewoog het opsporingsonderzoek in de richting van die man. Het bewijs stapelde zich op tegen de verdachte: getuigen vertelden de politie over de foute reputatie van de man en er werd DNA van hem op de moker gevonden. Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar en zes maanden. Maar wat op het eerste gezicht een sterke zaak lijkt, staat na een grondige analyse van het bewijs op losse schroeven. Laten camerabeelden wel altijd zien wat er daadwerkelijk heeft plaatsgevonden? Dat is slechts een van de vragen die in het Project Gerede Twijfel werden onderzocht in de zaak van de Mokumse mokermoord.
Al vaak zocht men in de geschiedenis naar een moreel kompas, maar nooit heeft men er ook echt één gevonden. Daar kan verandering in komen.
De mens staat niet meer alleen op het speelveld, maar weet zich omringd door nieuwe sterspelers: artificiële intelligentie en robotica. Hierin verschijnen de contouren van een nieuw type samenleving. De dashboardsamenleving is een hypothetische samenlevingsvorm waar iedere burger een dashboard ter beschikking heeft om prudentieel en vooruitziend te handelen. Na emergentie kan het geweten een digitale stem krijgen in de vorm van een transhumaan bewustzijn en een verbindende `diagonale moraliteit' installeren tussen wat burgers horizontaal prefereren en wat op een hoger niveau verticaal wenselijk is. Het biedt een oplossing voor een aantal normatieve problemen, maar is geen panacee.
Vooruitziendheid heeft een keerzijde. Daarmee krijgt het mythologische verhaal van Prometheus en Pandora een hypermoderne betekenis. Wanneer de cloud met data wordt ontsloten en sociale ordening tot op zekere hoogte voorspelbaar wordt, stort een mogelijk onheil zich over de wereld in de vorm van zeven ongekende morele dilemma's.
Hoewel de privatisering van veiligheid vaak als een recent fenomeen wordt aanschouwd, ligt de oorsprong van de moderne private bewakingssector in België reeds in het begin van de twintigste eeuw. Binnen het bestaand wetenschappelijk onderzoek bleef de historische ontwikkeling van de aard, het beleid en de regulering van dit fenomeen echter tot op heden onderbelicht.
Met dit boek wordt op basis van nooit eerder onderzocht archiefmateriaal de rijke geschiedenis van de Belgische private bewakingssector voor een eerste maal in kaart gebracht. Naast een gedetailleerde bespreking van de totstandkoming van de private bewakingssector zelf, heeft de auteur aandacht voor de wijze waarop de Belgische overheid die ontwikkeling waarnam en waar nodig bijstuurde. Dit boek toont bovendien aan hoe de geschiedenis van deze sector de beeldvorming en het huidige beleid inzake private veiligheid nog steeds beïnvloeden. Daarmee legt dit werk ook de maatschappelijke relevantie bloot van een historisch perspectief op recentere ontwikkelingen in de veiligheidszorg.
Dit Liber Amicorum is samengesteld ter gelegenheid van het emeritaat van prof. dr. Jan Hendriks, die zowel bijzonder hoogleraar was aan de Vrije Universiteit te Amsterdam (Forensische Psychiatrie en Psychologie, leerstoel ingesteld vanwege de stichting Koningsheide) als aan de Universiteit van Amsterdam (Forensische Orthopedagogische Diagnostiek en Behandeling).
In totaal 46 collega's, ex-collega's, promovendi en anderen blikken terug op hun werkzame leven met Jan, op zijn carrière, zijn rol als mentor en op Jans invloed op de discipline. De bijdragen in deze bundel zijn gevarieerd in vorm en inhoud: van wetenschappelijk artikelen en wat lossere impressionistische bijdragen, tot brieven aan Jan Hendriks gericht.