In een wervelende vertelling brengt Johan Op de Beeck het stormachtige verhaal van de Franse Revolutie: van de bestorming van de Bastille in 1789 tot de staatsgreep van Napoleon in 1799, van het nobele devies 'vrijheid, gelijkheid, broederschap' tot de bloeddorstige terreur, van revolutionairen die naar macht grepen maar vaak zelf onder de guillotine belandden. Tegelijk greep ook in onze regio een omwenteling plaats. Zelden leest een geschiedenis zo fascinerend en meeslepend!
In een wervelende vertelling brengt Johan Op de Beeck zijn vervolg op het stormachtige verhaal van de Franse Revolutie: van het schrikbewind door Robespierre in 1793 tot de staatsgreep van Napoleon in 1799, van het nobele devies 'vrijheid, gelijkheid, broederschap' tot de bloeddorstige Terreur, van revolutionairen die naar de macht grepen maar vaak zelf onder de guillotine belandden. Zelden leest een geschiedenis zo fascinerend en meeslepend!
In `Bloed in de rivier' vertelt Marjoleine Kars over een onbekend stuk koloniale geschiedenis. Op zondag 27 februari 1763 kwamen duizenden tot slaaf gemaakten in de Nederlandse kolonie Berbice (het hedendaagse Guyana, naast Suriname) in opstand tegen hun overheersers en de verschrikkelijke omstandigheden waarin ze leefden. Deze revolutionairen zouden een vol jaar standhouden en hun overwinning was bijzonder dichtbij. Uiteindelijk sloegen de Nederlanders de opstand neer met hulp van soldaten uit bevriende buurkolonies en Europa.
Slavernijhistoricus Kars baseert zich op een unieke bron: de ruim 900 transcripties van de ondervragingen van slaafgemaakten die plaatsvonden nadat de Nederlanders de macht weer in handen hadden. Zo schetst ze een zeldzaam levendig en spannend beeld van de dagelijkse gebeurtenissen tijdens de opstand en de mensen die er een rol in speelden. `Bloed in de rivier' is een belangrijke verrijking van onze kennis van het Nederlandse koloniale verleden, van slavernij en de strijd om vrijheid.
Een keizerlijke liefdesaffaire die Rusland én de wereld veranderde
'Aan de hand van de liefde tussen Catharina de Grote en veldmaarschalk Potjomkin laat Simon Sebag Montefiore zien hoe Rusland in Oekraïne de basis legde voor zijn imperium.' •••• NRC
Catharina de Grote staat bekend als een van de meest invloedrijke vrouwen uit de geschiedenis. Gedurende haar tsaristische regime (1762-1796) transformeerde ze Rusland tot een machtig rijk door onder andere Oekraïne en de Krim te veroveren, waarmee de basis werd gelegd voor het moderne Rusland. Belangrijke spil hierin was prins Grigori Potjomkin, medeheerser en tevens haar voornaamste minnaar.
In dit indrukwekkende boek vertelt Simon Sebag Montefiore het verhaal van hun vurige maar ook tumultueuze liefdesaffaire. Op basis van de intieme brieven van Catharina en Potjomkin en diepgaand onderzoek reconstrueert Montefiore zowel de persoonlijke als de politieke kanten van hun relatie – een affaire die de wereld voorgoed zou veranderen.
De pers over Catharina de Grote en Potjomkin:
'Het is een betoverend verhaal, en Simon Sebag Montefiore vertelt het vol verve.' The Times
'Een van de grootse liefdesverhalen uit de geschiedenis in het rijtje Napoleon en Joséphine en Marcus Antonius en Cleopatra. [...] Voortreffelijk.' The Economist
'Een schoolvoorbeeld van hoe je een pageturner maakt van diepgaand wetenschappelijk onderzoek.' New Statesman
Revoluties, droogtes, hongersnoden, invasies, oorlogen: het zijn niet de eerste woorden die in ons opkomen wanneer we denken aan de zeventiende eeuw. Toch was juist `onze' Gouden Eeuw een mondiale aaneenschakeling van rampen en plagen, waardoor naar schatting een derde van de wereldbevolking kwam te overlijden.
In `Wereldcrisis' stelt Geoffrey Parker de vraag: wat kan de geschiedenis ons leren over klimaatverandering? Parker heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar veranderingen in het klimaat halverwege de zeventiende eeuw in Europa, Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Azië. Hoe verhielden de veranderingen in de heersende weerpatronen zich tot de politieke, economische en sociale crises van 1618 tot 1680? Door op deze inventieve manier naar het verleden te kijken blijkt dat de invloed van het klimaat op de geschiedenis van de mensheid veel groter is dan altijd werd verondersteld.
In het voorjaar van 1813 was het Franse leger nog maar een schim van de Grande Armée die een jaar eerder naar Moskou was getrokken. Dus voor zijn nieuwe Duitse campagne had Napoleon snel een nieuw leger nodig. Door het hele Franse keizerrijk werden opnieuw conscrits opgeroepen.
Zo ook de 24-jarige medicijnenstudent Carolus Blomme uit het Vlaamse Nevele. Hij werd niet opgeroepen voor het leger, maar als chirurgijn in de service de santé. Carolus trok via Mainz en Dresden naar Leipzig, waar hij half oktober de 'Volkerenslag' bijwoonde en die het Franse leger opnieuw verloor. Later werd hij in Worms gevangengenomen door de Russen en als 'Hollander' weer vrijgelaten. In de ijzige winter van 1814 trok hij via Düsseldorf naar Amsterdam en wachtte tot de geallieerde legers ook Vlaanderen bevrijd hadden.
Op zijn negen maanden durende tocht hield Carolus een dagboek bij dat veel weg heeft van het verslag van een grand tour. In dit boek worden de belevenissen en de reis van Carolus Blomme in een historisch kader gezet en gevolgd door de integrale Nederlandse vertaling van zijn dagboek.
Met meer dan 60 afbeeldingen in kleur.
Het beleg van 's-Hertogenbosch en de veldtocht van 1629 staat in de Nederlandse geschiedschrijving te boek als een van de meest roemruchte gebeurtenissen van de Tachtigjarige Oorlog. Het beeld en de interpretaties van deze gebeurtenis zijn de afgelopen decennia nauwelijks veranderd. Toch bleven de internationale betekenis en het verhaal van de verl
In `Het Plakkaat van Verlatinge' betoogt Anton van Hooff waarom de Acte van Verlatinge gezien kan worden als de geboorteakte van Nederland.
In 2018 werd het plakkaat verkozen tot Het Pronkstuk van Nederland. Het document dat op 26 juli 1581 in Den Haag ondertekend werd, geldt als de onafhankelijkheidsverklaring van een aantal Nederlandse provinciën die de Spaanse Filips II afzworen als hun heerser. Classicus Anton van Hooff schrijft over de geschiedenis en de wording van dit belangrijke document en laat in dit boek zien hoe het een bindend symbool is geworden van de waardengemeenschap van de onafhankelijke natie Nederland.
Un regard renouvelé sur la cour de Bruxelles à l'époque moderne
Les Gouverneurs-généraux des Pays-Bas espagnols du dix-septième siècle bénéficiaient du conseil de leur confesseur. Ce directeur spirituel, issu du clergé régulier, tint un rôle significatif dans l'organisation du pouvoir politique bruxellois.
Cette étude, qui couvre la période courant des archiducs Albert et Isabelle jusqu'au dernier Gouverneur-général issu de la famille royale, soit les années 1598 à 1659, propose, pour la première fois, une approche transversale de la fonction. L'auteur démontre que ces religieux furent souvent impliqués dans des questions politiques et courtisanes de première importance. En exposant combien les parcours individuels de ces religieux furent singuliers, Pierre-François Pirlet souligne également le polymorphisme de leur action. Enfin, ce volume met en évidence les liens étroits qu'entretinrent ces conseillers avec la Couronne espagnole, les autorités ecclésiastiques et les membres de la cour de Bruxelles.
Soms lijkt het of een heel stuk van de geschiedenis van de Nederlandse Opstand onder het tapijt is weggemoffeld. Wie kan dat gedaan hebben en waarom? Dat het calvinisme veel later naar de Noordelijke Nederlanden is gekomen dan naar het zuiden, is al jaren bekend. Maar in de geschiedenis van de Tachtigjarige Oorlog vinden we dat belangrijke gegeven zelden of nooit terug. Aan de hand van historische feiten laat Feico Houweling zien hoe er in de Noordelijke Nederlanden werd gedacht over godsdienst en tolerantie voordat het calvinisme kwam. Het erasmianisme voerde hier de boventoon tot daaraan in 1618 een eind werd gemaakt. De Hollandse mythe is gecreëerd om de oorspronkelijke Noord-Nederlandse mentaliteit te verdoezelen. Hoogste tijd om eens te kijken naar de echte wortels van Nederland.
Small power diplomacy in seventeenth century Europe.
War, State and Society in Liège is a fascinating case study of the consequences of war in the Prince-Bishopric of Liège and touches upon wider issues in early modern history, such as small power diplomacy in the seventeenth century and during the Nine Years' War.
For centuries, the small semi-independent Holy Roman Principality of Liège succeeded in preserving a non-belligerent role in European conflicts. During the Nine Years' War (1688-1697), however, Liège's leaders had to abolish the practice of neutrality. For the first time in its early modern history, the Prince-Bishopric had to raise a regular army, reconstruct ruined defence structures, and supply army contributions in both money and material.
The issues under discussion in War, State and Society in Liège offer the reader insight into how Liège politically protected its powerful institutions and how the local elite tried to influence the interplay between domestic and external diplomatic relationships.
1812: het leger van Napoleon marcheert Rusland binnen. Het wordt het strafste verhaal uit de moderne Europese geschiedenis. De Russische veldtocht eindigt twee jaar later met de ondergang van de ongenaakbaar gewaande Napoleon.
Bij de tragische helden van dit relaas waren ook jongemannen van bij ons. Soldaten uit België en Nederland beleefden de vreselijke tocht door de Russische winter en schreven onthutsende memoires.
Bestsellerauteur en meesterverteller Johan Op de Beeck combineert deze ooggetuigenverslagen met een politieke en militaire analyse van een conflict dat de toekomst van Europa heeft veranderd. Een unieke benadering over een razend spannend oorlogsdrama.
De Franse Revolutie was van grote betekenis voor Frankrijk, maar ook daarbuiten. In 'De Franse Revolutie en het christendom' gaat Pierre Trouillez in op de botsing tussen de revolutionairen en het christendom, of meer specifiek: de rooms-katholieke kerk. Het atheïsme van de nieuwe Franse overheid verspreidde zich na de bezetting van de Lage Landen in de achttiende eeuw door wat nu België en Nederland is. In 2020 is het 225 jaar geleden dat de Lage Landen bezet waren. 'De Franse Revolutie en het christendom' van Pierre Trouillez is een boeiend geschreven mentaliteitsgeschiedenis over wat leidde tot de scheiding van kerk en staat.
Het echte verhaal van vagebonden en rabauwen in de pruikentijd
In 'De Bende van Jan de Lichte' komt het achttiende-eeuwse Vlaanderen tot leven. Het is een wereld van verfijnde mode en
grauwe miserie, verlicht optimisme en barbaarse martelingen.
Een wereld waarin religie en bijgeloof het leven bepalen, waarin seksueel misbruik welig tiert. Een wereld waar iedereen op zoek is naar een beetje geluk. Maar wat klopt er eigenlijk van het beeld dat we in de tv-serie te zien krijgen? Hoe ging het er écht aan toe in de eeuw van Jan de Lichte?
'De eeuw van Jan de Lichte' grijpt de tv-serie aan om een ruimer beeld te schetsen van de vrij onbekende achttiende-eeuwse Oostenrijkse Nederlanden. Niet de droge feiten, maar de spannende verhalen, bijzondere figuren en verrassende
eigenaardigheden van een vergeten eeuw staan daarbij centraal. Overvallen op postkoetsen, het zingen van rebelse liederen en opstootjes bij terechtstellingen: de echte avonturen van Jan de Lichte en zijn tijdgenoten deden niet onder voor die in de tv-serie.
De geschiedenis achter de populaire VTM-reeks 'De Bende van Jan de Lichte'
Elwin Hofman is postdoctoraal onderzoeker aan de KU Leuven, gespecialiseerd in de cultuurgeschiedenis van de achttiende eeuw. Eerder schreef hij mee aan 'Verzwegen verlangen. Een geschiedenis van homoseksualiteit in België.
De vroegmoderne periode kan de laatste jaren rekenen op grote belangstelling in Nederland en Vlaanderen. In maatschappelijke discussies over (nationale) identiteit, onderwijs en de erfgoedsector wijzen opiniemakers bijvoorbeeld graag op de economische, politieke, sociale en culturele verworvenheden van de periode voor 1800. Deze interesse in het verleden is uiteraard toe te juichen, maar het politieke gebruik van historische verwijzingen staat ook op gespannen voet met wetenschappelijke geschiedbeoefening. Beleidsmakers lijken geschiedenis te zien als een grabbelton waaruit ze naar believen kunnen putten. Vele vroegmodernisten staan dan ook eerder sceptisch tegenover de maatschappelijke benutting van academische inzichten. Hoe gaan historici van de vroegmoderne tijd best om met deze praktijk?
Deze vraag staat centraal in dit nummer van Nieuwe Tijdingen. De bijdragen besteden onder andere aandacht aan het gebruik van vroegmoderne geschiedenis in discussies over canonvorming, (post)kolonialisme, nationalisme en historische vergelijkingen. Het jaarboek werpt daarmee nieuw licht op de vraag hoe en waarom (onderzoek over) de vroegmoderne periode wordt geïnstrumentaliseerd en gerepresenteerd in actuele maatschappelijke debatten, en welke rol vroegmoderne historici daarbij zouden kunnen spelen.
Wie was het werkelijke brein achter Die Zauberflte'? Tjeu van den Berk, bekend van zijn studies over Mozarts laatste opera, toont hier voor de eerste keer aan dat Karl Ludwig Giesecke de tekstschrijver is geweest en niet Schikaneder zoals algemeen wordt aangenomen. Het boek is rijk geïllustreerd en geeft een uitgebreid overzicht van het boeiende leven en werk van deze mineraloog, poolonderzoeker, theaterdichter en vrijmetselaar.
When cholera hit the small village of Scheveningen on the west coast of Holland in June 1832, it took everybody by surprise. It had been generally assumed that the deadly disease would come from the east. From India the pandemic had spread throughout Asia, reaching Russia, Poland, then Prussia...... Soldiers had fired their rifles to clear the air, ships had been quarantined, travellers had been stopped and questioned, all to no avail.
The first cases of cholera in the Netherlands were fiercely debated: had the dreaded disease finally arrived or not? Medical reputations were at stake and scientific views were questioned. Doctors quarrelled about the infectiousness, the cause, the treatment and the outcome of this new plague. In addition, the medical profession generally believed that what they had always done would be sufficient to cope with the new danger. However, some lone visionaries did notice that drinking clean water protected from cholera and cured people who had been infected.
This is the story of the first cholera epidemic in the Netherlands, based on contemporaneous sources.
Antoinette van der Kuyl is a medical researcher in microbiology at the University of Amsterdam.
De integratie van een genderperspectief in historisch onderzoek heeft gevolgen die verder reiken dan simpelweg de aanvulling van bestaand onderzoek met bijkomende onderzoekssubjecten. Ze vraagt om een fundamentele herbezinning over begrippen die vaak hun betekenis hebben gekregen vanuit een specifieke mannelijke insteek.
Dit nummer van Nieuwe Tijdingen verkent wat een zorgvuldig toegepast genderperspectief concreet oplevert voor het vroegmoderne onderzoek naar uiteenlopende thema's zoals migratie, religie en rechtspraak, arbeidsmarkt en homoseksualiteit. Dit gebeurt vanuit verschillende invalshoeken en historische contexten. Zo wordt ingegaan op de ervaringen en de verschillende rollen van vrouwen binnen confessionele migrantengemeenschappen in Engeland, op de Antwerpse drukkersmarkt en binnen stedelijke religieuze gemeenschappen in Frankrijk. Andere bijdrages bestuderen noties van mannelijkheid en vrouwelijkheid in strafrechtelijke ondervragingen in Frankrijk en attitudes ten opzichte van deviante seksualiteit in achttiende-eeuws Antwerpen.
In `De tsaar in Zaandam' beschrijft Rob Hartmans hoe in augustus 1697 een kleine aak naar Zaandam voer. Aan boord bevond zich de Russische tsaar Peter de Grote, die zich hier wilde ontwikkelen in nieuwe scheepsbouwtechnieken. Zijn komst bleef niet onopgemerkt. Al snel kwamen de mensen naar Zaandam om de twee meter lange grootvorst met eigen ogen te aanschouwen. De tsaar vertrok daarop al snel naar Amsterdam. Hartmans beschrijft het verblijf van de tsaar in de Republiek in het algemeen en in Zaandam in het bijzonder. `De tsaar in Zaandam' van Rob Hartmans verschijnt in het 350e geboortejaar van Peter de Grote, 325 jaar na het betreffende bezoek.
We leven in een koortsachtige informatiemaatschappij. Voortdurend worden we overspoeld met nieuws, kennis, roddels en faits divers via sociale en meer traditionele media. Vaak stelt die overvloed aan informatie ons voor de vraag wat te kijken, te lezen of te beluisteren? Wat te geloven of te wantrouwen, en vooral wat te onthouden of te bewaren? Hoewel de snelheid waarmee informatie in vroegere tijden circuleerde aanzienlijk lager lag, waren de vragen niet fundamenteel anders. Ook in de vroegmoderne periode waren mensen voor hun informatievoorziening afhankelijk van netwerken van correspondenten, van makelaars in kennis en informatie. En ook toen was niet alle informatie even nuttig of betrouwbaar. Dit dossier van Nieuwe Tijdingen laat zien hoe kooplui, diplomaten, wetenschappers, verzamelaars, artiesten, maar ook gewone geletterde burgers informatie verzamelden, filterden, ordenden, bewaarden en gebruikten.
Centraal in dit nummer van 'Nieuwe Tijdingen' staan de evolutie en vormgeving van festiviteiten in de vroegmoderne Nederlanden. Daarbij belichten de auteurs feesten van allerlei aard, bijvoorbeeld als gevolg van de Reformatie of de Franse Revolutie. Ze onderzoeken de rol van traditie en innovatie bij feestelijk vertier, de weergave en verslaggeving van feestelijkheden in media en kunsten, de rol van materiële cultuur in festiviteiten en de rol van veranderende normen en waarden met betrekking tot feestvieren in uiteenlopende sociale milieus. Zowel elitaire festiviteiten als vormen van volksvermaak komen aan bod. Zo gaat het onder meer over vorstelijke intredes, carnavalsvieringen, feestmaaltijden, loterijen, 'kwelspelen' en illuminaties.
'Je hoort zo vaak roepen dat het niks uitmaakt wat je zegt. Dat er door de politiek toch niet naar je wordt geluisterd. Dat is niet waar, kan ik uit eigen ervaring vertellen. Maar je hebt wel doorzettingsvermogen nodig.'
Menno Loos, de drijvende kracht achter het burgerinitiatief 2 Miljoen Handtekeningen, heeft als vrijwillig, onbetaald lobbyist jarenlang gestreden voor een nieuwe Donorwet.
En het is gelukt. Uiteindelijk stemden zowel de Tweede als de Eerste Kamer in met een systeem van actieve donorregistratie. Zodat nu elke Nederlander wordt geacht zelf een keuze te maken hoe hij of zij in het donorregister opgenomen wenst te worden.
Als burger kun je dus meer bereiken dan je denkt. De democratie zijn we samen.
Samen met journalist Ed van Eeden schreef Menno Loos dit boek, Dat bepaal je zelf. Het is veel meer dan een eigen verslag over de tien jaar strijd die geleid heeft tot de nieuwe Donorwet. Want tal van voor- en tegenstanders, politici, bestuurders, medici en ervaringsdeskundigen komen aan het woord over hun kant van het jarenlange democratische proces en de lobby van Menno, die hebben geleid tot de nieuwe Donorwet.
In 1633 zet Henrik Petersen bijenkorven neer op de Renkumse Heidevelden bij de Paalberg. Boeren uit de verre omgeving hadden daar korven staan.
De Renkumse Heidevelden waren een domein van de Staten van Gelderland. Omwonenden mochten ze gebruiken en moesten voor zaken als het maaien van heideplaggen, het hoeden van schapen en het zetten van bijenkorven een vergoeding betalen aan de bosmeester. Dat deed Henrik Petersen.
Maar de schout van Renkum erkende het gezag van de Staten van Gelderland niet en vond dat de velden Renkums bezit waren. Hij haalde dan ook een bijenkorf van Petersen weg als vergoeding aan Renkum.
Hierover werd een proces gevoerd tussen de schout van Renkum en de Staten van Gelderland dat veertien jaar geduurd heeft.
Het verslag van dit proces geeft een fantastische inkijk in de gezagsverhoudingen en landgebruik op de Veluwe in de 17de eeuw ten tijde van de 80-jarige oorlog tegen Spanje toen de centrale staat zijn gezag wilde herstellen.
We volgen dit proces en vergelijken het landschap en landgebruik van toen met dat van nu. Ook geven we een wandelroute waarbij we lopen op een kaart uit 1610.
Raadpensionaris Johan de Witt (1625-1672) is een van de grootste staatsmannen die ons land ooit heeft gekend. Tijdens zijn korte leven wisselde hij tienduizenden brieven uit met vorsten en diplomaten, maar ook met gewone burgers en familieleden. Zijn enorme correspondentie biedt een bijzondere blik in de wandelgangen van de macht gedurende die turbulente tijd, de zeventiende eeuw.
Deze bundel bevat zo'n dertig brieven van en aan De Witt die betrekking hebben op de relatie tussen de Republiek en Frankrijk. Handelsbelangen, landoorlogen, perikelen rond Lodewijk de Veertiende, geheime afspraken, vredesbesprekingen, van alles komt aan de orde. De keuze is gemaakt door de leden van het projectteam 'Briefwisseling van Johan de Witt' van het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis dat tot doel heeft de gehele correspondentie van De Witt te digitaliseren en te ontsluiten. Bij veel brieven heeft Jean-Marc van Tol een tekening gemaakt gebaseerd op bestaand werk uit de zeventiende eeuw.