In de late middeleeuwen (1000-1500) trokken miljoenen
Europeanen als pelgrim naar heilige plaatsen. Bij het
graf van een heilige baden zij om vergeving van hun
zonden, om gezondheid, om voorspoed of om nakomelingen,
om daarna gereinigd en gesterkt weer huiswaarts
te keren. Dit romantische beeld van de middeleeuwse
bedevaart bestaat zelfs nu nog, maar is verre van reëel.
De middeleeuwse bedevaart is een ongelooflijk complex
verschijnsel, alleen al de motieven om een bedevaart
te ondernemen waren zeer uiteenlopend. Voor de kerk
werd zij bovendien een machtsmiddel en voor de bedevaartscentra
een lucratieve onderneming. Het instituut
middeleeuwse bedevaart kan daarom omschreven
worden als een mengsel van devotie, machtsstreven en
geldzucht. Maar het had desondanks een bijzonder grote
invloed op het middeleeuwse leven.
Bedevaarten in de middeleeuwen geeft de lezer inzicht
in de ontwikkeling van het Europese bedevaartswezen,
in de krachten en belangen die daarbij speelden en de
gevolgen die de bedevaart had voor het maatschappelijke,
politieke, geestelijke en economische leven in de
middeleeuwen.
In oktober 1347 arriveerden Genuese schepen op Sicilië. De schepen kwamen uit De Krim en tijdens de tocht was een groot deel van de bemanning en de passagiers slachtoffer geworden van een dodelijke ziekte: de pest. Via het Middellandse Zeegebied bestormde de pest, later ook de Zwarte Dood genoemd, het Europese continent om in minder dan vijf jaar een derde tot de helft van de bevolking weg te vagen.
Niemand was veilig voor deze ziekte, ongeacht maatschappelijke positie of genomen voorzorgsmaatregelen. Priesters en paupers, pachters en prinsen - de pest maakte geen onderscheid.
In dit boek wordt beschreven hoe en waarom de pest toesloeg, wat de ziekte voor de bevolking betekende en hoe het maatschappelijke, economische en kerkelijke leven werd ontwricht. De pest bracht het slechtste in de middeleeuwse mens boven met als dieptepunt het uitroeien van de joodse bevolking. Maar de pest inspireerde ook tot daden van medemenselijkheid en heroïek. En uiteindelijk werd in deze periode de basis gelegd voor de Renaissance, voor het nieuwe Europa.
M. Boshart (1940) studeerde sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam. Een groot deel van zijn werkzame leven was hij docent aan het Hogere Beroeps Onderwijs. Momenteel verdeelt hij zijn tijd vooral tussen het beheer van een antiquariaat en de historische aspecten van enge ziekten.