Michel van Egmond en Martijn Krabbendam volgen Feyenoord al tientallen jaren op de voet.
In Lourdes aan de Maas doen ze op indringende wijze verslag van het wel en wee in De Kuip en proberen ze antwoord te vinden op de vraag wat Feyenoord nu precies Feyenoord maakt.
Waarom is Feyenoord de meest emotionele club van Nederland?
Wat is Feyenoord eigenlijk precies?
En hoe komt het dat de club zo ontzettend veel betekent, voor zo ontzettend veel mensen?
In Lourdes aan de Maas bieden Van Egmond en Krabbendam een blik achter de schermen bij het Feyenoord van nu, maar brengen tegelijkertijd een ode aan het rijke verleden van de club. Tussendoor schetsen ze een biografisch portret van oer-Feyenoorder Fred Blankemeijer, decennialang het geweten van de club.
Geen trainer maakt zoveel gevoelens los als Louis van Gaal. Van Gaal (1951) stelt zich kwetsbaar op en is ook kwetsbaar. Hij gedraagt zich groots, meeslepend soms. De ene keer doet hij irritant, maar hij is ookaardig, lief, gevoelig, sociaal en bewogen. In Van Gaal komen talloze eigenschappen bij elkaar. De een houdt van hem, de ander kan hem niet luchten. Maar hoe je hem ook bekijkt en wat je ook van hem vindt, hij is wel onze Louis van Gaal, die na het WK in Qatar definitief afzwaait als trainer. We zullen hem hoe dan ook missen met
zijn allen, al is het maar omdat hij kleurrijk is als weinig anderen. Wie geeft je een kus op het voorhoofd, tijdens een kampioensreceptie? Wie omhelst je spontaan of grijpt je iets te hard bij de keel, letterlijk, om iets uit te leggen? Wie is zo uitbundig en uitgesproken als Louis van Gaal, zo dol op zichzelf soms, zo consequent en
duidelijk? Vrijwel niemand.
Voor Willem Vissers (1964), voetbalverslaggever van de Volkskrant, is hij vermoedelijk de meest beschreven man in ruim dertig jaar voetbaljournalistiek. In 'Leven met Louis' neemt Vissers de lezer mee naar zijn ontmoetingen met Van Gaal. Een deel van het boek bestaat uit eerder in de Volkskrant gepubliceerde interviews, reportages en columns die een beeld schetsen over leven en werken. In andere, nieuwe stukken beschrijft hij anekdotes rond die interviews, of bij andere gelegenheden. Zo ontstaat tevens een vrij compleet beeld over Van Gaal en diens loopbaan, want Vissers was op veel plekken waar de trainer was, van Rio de
Janeiro tot München, van Jakarta tot Zeist, van Alkmaar tot Barcelona.
Als vaste columnist van weekblad Voetbal International houdt Nico Dijkshoorn zich het liefst langs de zijlijn op. Vanaf die plek beschouwt, beluistert en interpreteert hij met een scherpe blik de soms op hol geslagen voetbalwereld en schrijft er dan op volstrekt unieke wijze over.
Zijn stukken gaan nooit over tactiek of looplijnen, laat staan over gegenpressing en het belang van periodisering. Wel over de huilbuien van Dick Advocaat, de manier waarop Wout Weghorst het Wilhelmus meezingt en over wat hij zou willen doen met de leeuw die Memphis Depay op zijn rug heeft getatoeëerd. (een snorretje op tekenen)
Het is precies vijfentwintig jaar geleden dat Hugo Borst het klassieke boek over Feyenoord schreef.
In De Coolsingel bleef Leeg bericht hij op onnavolgbare wijze over het turbulente seizoen 1995/96, toen hij in de boezem van de club verkeerde en zag hoe Willem van Hanegem en Jorien van den Herik de opstandige spelersgroep in toom probeerden te houden.
Ook een kwart eeuw later is dit baanbrekende werk nog net zo actueel als toen, en veel meer dan een sportboek alleen. Het is niet alleen een ontnuchterende schets van de gang van zaken achter de schermen van een volksclub, maar ook een portret van de rijke geschiedenis van Feyenoord en bovenal een prachtige ode aan Rotterdam en de Rotterdammers.
In zijn eerste boek Geen genade schetste Andy van der Meijde in 2012 een stoer én onthutsend beeld van zijn leven als profvoetballer, met seksuele escapades, drugsgebruik en een gecrashte loopbaan als smeuïge ingrediënten. Tien jaar later is er een opvolger, dit keer met een optimistischer ondertoon. Andy! gaat over het nieuwe leven van de ex-topvoetballer, die door zijn hoge gunfactor is uitgegroeid tot een heus A-merk én een succesvol media-ondernemer. Zelf ontworpen (online-)programma's als Bij Andy in de Auto en Andy's cribs bieden vederlicht entertainment, maar genieten een mateloze populariteit bij honderdduizenden volgers. Voor Andy! duikt Van der Meijde met schrijver Eddy van der Ley in de ontstaansgeschiedenis van de 'nieuwe Andy' en gaat hij in gesprek met mensen die een belangrijke rol vertolken in zijn leven, zoals Sjaak Swart, Mitchell Dijks, moeder Agnes, echtgenote Melisa, vriend Tonny en manager Danny. Andy! gaat ook over zijn spirituele kant, over de moeizame band met de dochters uit zijn eerste huwelijk en over zijn autistische trekjes, onder meer resulterend in even hilarische als mislukte avonturen als zanger en kickbokser. Het maakt Andy! tot een onvervalst feel good-boek in sombere corona-tijden, tot een uniek document met veel humor en interactie, nooit eerder vertelde anekdotes en een heuse waarschuwing. 'Want ik mag dan een soort van zakenman zijn geworden, als mensen me proberen te fucken, komt de straatvechter in me naar boven.
De Rabobank wielerploeg is een van de meest succesvolle sportploegen uit de Nederlandse sportgeschiedenis. 'Rabo' won grote rondes als de Giro D'Italia, Vuelta en bijna de Tour de France. In de onthullende en diepgravende biografie 'De Raboploeg' duikt Maarten Kolsloot in de geschiedenis van het veelbesproken team. Aan de hand van interviews met 200 betrokkenen en duizenden nieuwe documenten wordt een veelomvattend en in diverse opzichten nieuw beeld geschetst van de ploeg die tussen 1996 en 2012 successen boekte.
Nieuw archiefmateriaal laat een intiem beeld zien van de eerste dagen van het team in september 1995. Uit persoonlijke fax- en e-mailberichten van Jan Raas en zijn medewerkers ontstaat het beeld van een gepassioneerd stel mensen dat hun wielerploeg wilde redden. En een gehaaide bank die een hyper ambitieus plan opstelde om de sport uit het slop te trekken. Ten koste van veel. De afgeketste transfer van Lance Armstrong naar Rabo en diverse andere transfers komen aan bod. Soms voor het eerst in het openbaar. Ook slaagt 'De Raboploeg' erin omdat het gordijntje open te trekken voor het grootste publieke geheim uit de wielersport: waarom verdween Jan Raas nu écht uit beeld? Dit boek geeft antwoorden.
We horen van vergeten renners en gebroken dromen, maar ook van bekende coureurs als Michael Boogerd en Michael Rasmussen. Die laaste, de magere Deense bijna-Tourwinnaar, is misschien wel de man die de hoogste prijs betaalde voor gewenste wielerroem. En passant wordt door middel van nog nooit ingeziene financiële stukken een beeld geschetst van de boerenleenbank Rabobank die weliswaar heel veel gaf aan de sport, maar altijd met een de vinger van een Hollandse koopman op de knip. Een boek dat boeit van kaft tot kaft.
In De zonen van Bruce Lee reist Alex Boogers met zijn zeventienjarige zoon langs de Westkust van de Verenigde Staten, op zoek naar sporen van Bruce Lee. Het tweetal treft er ontroerende kruimels aan van de straatvechter die een wereldberoemd vechtkunstenaar werd; de vechtkunstenaar die een entertainer werd; de acteur die een compleet nieuw actiegenre schiep, de kungfu-God die wereldwijd miljoenen fans en bewonderaars kreeg, omdat ze wilden leren vechten en leven zoals hij.
Alex Boogers: 'Zonder dat ik het zelf wist heb ik Bruce Lee in mijn jeugd geadopteerd als geestelijk vader, als iemand die mij de weg zou wijzen. Ik wist dat hij er altijd zou zijn, ook als er een stevige mist neerdaalde en ik soms niet meer wist waar ik naartoe moest. Hij zou er zijn. Hij wel.'
Als opgroeiende puber in een onveilige omgeving klampte Boogers zich vast aan de inzichten van Lee. Inzichten die hij nu op zijn beurt doorgeeft, in een indrukwekkend lange brief aan zijn zoon.
Hoe communiceren stervoetballers als Ronaldo, Zlatan en Suárez in het vuur van de strijd met de scheidsrechter? Wat gebeurt er allemaal rondom nationale en internationale topwedstrijden? Scheidsrechter Bas Nijhuis geeft een unieke blik in de wereld van de arbitrage, verpakt in informatieve en vaak hilarische anekdotes. Zijn opvallende stijl van arbitreren, de snoeiharde kritiek, zijn buitenlandse avonturen: de flamboyante Nijhuis vertelt erover met respect, humor en zelfspot.
Hij was nooit een allemansvriend, maar is nog altijd razend populair. Dit boek vertelt Willems verhaal van een halve eeuw topvoetbal. Uit zijn mond, vanuit zijn visie. Feilloos ontmantelt hij aannames en halve waarheden. Steeds opnieuw legt hij de vinger op de zere plek. Even kritisch als betrokken. En uit liefde voor het spel, dat hem zoveel heeft gegeven. Willem van Hanegem was niet alleen uniek als voetballer, ook nu zijn visie even bijzonder als verrassend.
Michel van Egmond viert dit jaar een jubileum: hij schrijft precies drie decennia lang fulltime over voetbal. In deze verzamelbundel is het beste van zijn werk samengebracht.
De unieke reportages in 14 Gemiste Oproepen van Cruijff gaan over ontmoetingen met grote sterren als Willem van Hanegem, Paul Gascoigne en uiteraard Johan Cruijff, maar vertellen ook de bijna vergeten levensverhalen van Árpád Weisz en Lutz Eigendorf en Wout Holverda.
Van Egmond gaat ver voor zijn verhalen. Vaak ook letterlijk. Zijn reportages komen vanuit alle windhoeken van de voetbalwereld. Hij reist naar Tokio voor een ontmoeting met de Japanse fanclub van VVV Venlo, bezoekt Zlatan Ibrahimovic in hartje Parijs en bericht op zijn eigen mild-ironische toon vanuit Peking over een wel heel vreemde persconferentie van Louis van Gaal.
Samengebundeld vormen zijn stukken een labyrint van unieke verhalen over de mooie, ontroerende, potsierlijke, verrassende en soms tragi-komische kant van het voetbal, bezien door het oog van de meest gelezen sportschrijver van dit moment.
Nederlandse wielrenners dit jaar zijn dominanter dan ze jaren geweest zijn. Mathieu van der Poel wint alle superprestige crossen én het Wereldkampioenschap, de mannen en vrouwen op de baan domineren het WK met maar liefst zes titels en ook op de weg zijn Wout Poels, Tom Dumoulin, Steven Kruijswijk en Niki Terpstra coureurs die om de prijzen rijden. Om van de hegemonie van Anna van der Breggen, Chantal Blaak en Annemiek van Vleuten nog maar te zwijgen. Gouden tijden voor de wielerjournalistiek, kortom. Thijs Zonneveld is bevoorrecht om hen van dichtbij te zien presteren en te vertellen over de ongekende klasse van de huidige wielergeneratie.
In Jongensdromen, het gouden seizoen van Ajax volgt verslaggever Willem Vissers van de Volkskrant de opkomst van het nieuwe Ajax op de voet. In het boek zijn de belangrijkste wedstrijdverslagen, reportages, interviews en columns chronologisch afgedrukt, waardoor een compleet beeld ontstaat van het verloop van het seizoen, het opportunisme en de euforie.
Het zou een jaar worden om nooit te vergeten. De wielerfans keken reikhalzend uit naar hét duel van het nieuwe jaar. Zou Jumbo-Visma het dominante Ineos in de grote ronden kunnen verslaan? En was het tot een Nederlandse zege in de Tour in staat? Het leek zo mooi, maar alles liep anders.
Koersen werden geannuleerd. Een deel van het wielerpeloton kwam in maart vast te zitten in hotelkamers in het midden-oosten. Andere coureurs zaten thuis en moesten zich met soloritten voorbereiden op een ongewisse toekomst en voor sommigen was de tacx op zolder de enige uitkomst.
Met een vertraging van een klein half jaar begon het seizoen aan het einde van de zomer opnieuw: in honderd dagen werd een duivels programma van drie grote rondes, klassiekers, monumenten en kampioenschappen afgewerkt. Resultaat? Het leek wel alsof het ALTIJD KOERS was. Waar je ook keek, er reed altijd wel een peloton wielrenners.
Thijs Zonneveld kon zijn geluk niet op en volgde gewapend microfoon en aantekenblok, maar soms ook met joggingbroek en een extra scherm de koers op de voet. De prestaties van onder anderen hoofdrolspelers Mathieu van der Poel, Wout van Aert, Wilco Kelderman (wie?), Alejandro Valverde, Primoz Roglic en Anna van der Breggen staan opgetekend in verhalen vol bewondering, verbazing, ontzag, maar ook kritiek, humor en een onaantastbare liefde voor de wielersport. Het werd een wielerjaar om nooit te vergeten.
Verhalen over Olympische Spelen zijn doorgaans de verhalen van winnaars. Interessant, maar ook afgezaagd, alsof er niet meer is te melden dan de succesverhalen van Pieter, Ranomi, Anky en Leontien. In deze bundel herbeleven 15 bijzondere Olympiërs hun bijzondere olympische avonturen. De auteurs hebben zich bij deze selectie niet laten leiden door de kleur van de medaille, maar door de kracht van het verhaal. Aan elke Olympische deelname gaat een lange weg van toewijding en opoffering vooraf. Voetbalsalarissen worden in de Olympische sporten zelden verdiend, dus moet liefde voor de sport wel drijfveer zijn geweest. Hoezeer de sport hen heeft gevormd en ook na hun sportieve carrière richting heeft gegeven, blijkt wel uit het feit dat de meesten, direct of indirect, nog volop actief zijn in hun sport. Maar ook wie later bij de politie is gegaan, onderwijzer is geworden, ontspoorde jeugd op het rechte pad helpt of de nalatenschap beheert van 's wereld beste voetballer, ziet een rechte lijn tussen de sport en zijn of haar leven daarna. "Ik heb alles aan de sport te danken." Die zin viel in alle gesprekken misschien wel vaakst.
Met het oog op het EK voetbal dat in 12 Europese steden wordt gespeeld maakte auteur Erik Brouwer een grote reis door ons continent. In de voetsporen van Geert Mak schreef hij Voetbal in Europa, en vatte daarmee de geschiedenis van het voetbal in een boek. Brouwer neemt de lezer mee langs de negentiende eeuwse velden in Engeland, waar het allemaal begon in de victoriaanse en edwardiaanse tijd, schrijft over de rol van voetbal tijdens de Groote Oorlog, het opkomende fascisme, de Tweede Wereldoorlog, de koude oorlog en komt zo aan onze tijd in, een tijd waarin voetbal belangrijker is dat ooit tevoren.
'Voetbal in Europa, een verwijzing naar en een ode aan Geert Mak. Ik gids de lezers door de Europese voetbalgeschiedenis en gebruik daarom geregeld de ik-vorm. Het eerste hoofdstuk vanuit het Engelse Preston gaat over de beginperiode van het voetbal en ik eindig in Barcelona en Turijn met een verhaal over Messi en Ronaldo. Ook de historische hoofdstukken spelen zich voor een groot deel af in het heden, want ik vertel de belangrijkste verhalen/episodes uit het Europese topvoetbal vertellen aan de hand van plekken die ik bezoek (van het Poolse Lodz tot Moskou, van Parijs tot Kopenhagen) en de ontmoetingen die ik daar heb. Verder staan de hoofdpersonen uit het Europese voetbalgeschiedenis centraal in negentien grote en 38 kleine hoofdstukjes, zoals Sindelar (Oostenrijk), Puskas, Giuseppe Meazza, Zinedine Zidane, Gerd Muller, Hagi, Zvonimir Boban, Raymond Kopa, Bobby Charlton, Duncan Edwards, de Zweed Niels Liedholm, Beckenbauer, Di Stefano, Guardiola, Mourinho, Iniesta, Batistuta, Maradona, Platini, Zlatan, Haaland en Mbappe. Minder bekende voetballers worden ook geportretteerd, zoals de Schotse George Best Jim Baxter, de Turkse topscorer Tanju Colak, goelag-overlevende Streltsov, Stasi-spion en DDR-international Gerd Weber en de tragische Poolse held Terlecki.'
Het Nederlandse voetbal is uiteraard ook vertegenwoordigd in dit boek, met onder meer een groot verhaal over de nalatenschap van Cruijff/Cruyff en een hoofdstuk waarin 'de Grote Drie van Milaan' prominent voorkomen: Van Basten, Rijkaard en Gullit, eind jaren tachtig.
In 2012 schreef Michel van Egmond de mega-bestseller GIJP, een boek over een man die de hele dag op de bank lag en naar de televisie keek. Het groeide uit tot het best verkochte Nederlandse sportboek aller tijden.
Nu is er het vervolg.
De Wereld volgens GIJP is het intieme verslag van een van de turbulentste jaren in het leven van Nederlands populairste voetbalanalist.
De lezer maakt kennis met de vriendenkring van Van der Gijp - onder wie Ruud Gullit, Dick Advocaat en voetbalmakelaar Rob Jansen - maar volgt de hoofdpersoon ook op de voet bij het grote drama dat hem overkomt, wanneer plotseling de moeder van zijn jongste zoontje overlijdt en zijn luie leventje van de ene op de andere dag volledig op z'n kop wordt gezet.
Uitgerekend in het jaar waarin de Eredivisie zestig jaar bestaat, verkeert het Nederlandse voetbal in een diepe identiteitscrisis. Het niveau zakt, het EK wordt gemist, het gemopper is tot diep in de Zeister bossen te horen. Iedereen voelt aan: het is tijd voor een grote omslag. Maar hoe dan? En welke kant op? Insiders geven antwoord op deze vragen. Trainers, spelers, makelaars, fysiotherapeuten, analisten en anderen: allemaal buigen ze zich vanuit hun eigen discipline over de staat van ons voetbal. Over de problemen en de oplossingen. En over de toekomst van het mooiste spel op aarde.
In De suikerspin en andere wielerverhalen verzamelt Thijs Zonneveld zijn beste verhalen over de almaar populairder wordende wielersport in Nederland. En dat kan ook niet anders, met een generatie coureurs die succesvoller blijkt dan ooit. Tom Dumoulin, Wout Poels, Niki Terpstra en Bauke Mollema krijgen de mensen op de been. Zonneveld schrijft in zijn onnavolgbare manier over hun prestaties en over wat hem fascineert in het wielrennen en voegt daar verhalen over zijn eigen bescheiden ervaringen in het peloton aan toe. Zonneveld knows cycling.
André van Kats volgt een jaar lang de club Feyenoord door de ogen van ex-speler, tv-analist en volbloedsupporter Jan Boskamp. Hij schetst niet alleen een beeld van de gebeurtenissen op het veld en de hunkering van het legioen naar de titel, maar levert bovenal een humorvol portret van de cultfiguur Jan Boskamp. Hij gaat met hem op reis, praat openhartig over diens privéleven en bezoekt tal van mensen die een bijzondere inkijk geven in het leven van het Rotterdams schoffie dat altijd zichzelf is gebleven.
In Mijn Stijl legt Gerbrands uit wat er schuilgaat achter zijn succesvolle methode. Wat is het onderscheidend DNA van een leider? Is succes maakbaar? En hoe ziet de voetbalclub van de toekomst er eigenlijk uit? Aan de hand van vele praktijkvoorbeelden uit zijn imposante loopbaan in de topsport duidt hij zijn manier van leidinggeven. Mijn Stijl geeft antwoord op deze en vele andere vragen, in een boeiend relaas over de stijl van een van Nederlands meest vooruitstrevende en succesvolle (sport)managers.
Voor ons oude veteranenvoetballers geldt inmiddels: wie niet omvalt, blijft staan. Voor zichzelf. Dat anderen daar last van hebben, is niet zijn probleem. Het hoofd weet nog hoe het moet, de benen al lang niet meer, dus doet de mond het meeste werk. Praten is de verlossing voor gekrenkte belegen ego's op een voetbalveld, het woord de balsem na weer een mislukte voorzet.
Rob is krakende voetballer op leeftijd. Ermee kappen is geen optie, want stoppen met voetballen is een beetje sterven en doodgaan kan altijd nog. Vrienden zijn z'n ploeggenoten bepaald niet. Tijdens een junglestage in Suriname gaan de belegen mannen op verzoek van hun lichtelijk gestoorde keeper op zoek naar een plantje dat hun voetballleven nog verder moet verlengen. Een hopeloze expeditie, even kansloos als hun strijd tegen de vergankelijkheid. Het enige dat wint is hun onvoorwaardelijke liefde voor het spel.
Natuurlijk zijn er ekende barre periodes in de Nederlandse voetbalgeschiedenis als 1889-1973 of de vroege Jaren 80, maar was 1974 eigenlijk - achteraf bezien - niet veel pijnlijker? Waren we in 1988 nou echt wel zo goed? En waarom werden we in 1998 geen wereldkampioen?
De laatste noodlottige 89 minuten in de WK-finale van 1974, en de rode kaart van Wim Kieft in Brussel, het afbraakvoetbal van Oranje op de WK's van 2006 en 2010 (om maar te zwijgen over 1976...), de penaltydrama's door de eeuwen heen... Maar was het allemaal wel zo goed zoals wij het herinneren?
Kluun en Giphart helpen de voetballiefhebber met een andere blik te kijken naar verleden, heden en toekomst van het Nederlands elftal. In barre voetbaltijden is dit het ultieme feelgood boek voor de geplaagde Oranje-fan.
Joop Munsterman heeft het onmogelijke gefikst door FC Twente in 2010 landskampioen te maken. Koning van Twente en bewonderd door voetbalminnend Nederland. Hoe anders is de situatie zes jaar later. FC Twente bijna failliet en Munsterman als de grote boosdoener. Twee miljoen Euro en een illusie armer. Nooit meer zal hij werkzaam zijn in de voetballerij. Daarmee is dit boek geboren. Munsterman vertelt zijn complete verhaal. In de talloze gesprekken vormt de vraag 'Hoe kon dit gebeuren?' de rode draad.
In de zomer van 1996 leert Michel van Egmond voor de deur van een Rotterdamse fietsenwinkel een verlegen voetballer uit Afrika kennen.
Zijn naam is Christian Gyan.
In de jaren die volgen ziet hij hem landskampioen worden, uitgroeien tot cultheld van het Feyenoord Legioen en op een wonderlijke avond in 2002 zelfs de UEFA Cup winnen.
Precies vijftien jaar na die cupwinst ontmoeten ze elkaar weer. Gyan is dan net zijn baan verloren in de Rotterdamse haven, de plek waar hij aan een tweede toekomst werkte door er in alle vroegte zeecontainers te lossen. Maar hoewel al snel duidelijk wordt dat zijn levensgeluk aan nog veel meer kanten wordt bedreigd, blijft hij hoopvol.
Voetbalimmigrant is de liefdevolle schets van een voormalig cultheld die veel won, nog meer kwijtraakte, maar besloot nooit op te geven.