Wat is kunstmatige intelligentie nou eigenlijk? Bepalen algoritmes in de toekomst ons leven? Hoe zou het voelen wanneer er over enige tijd apparaten bestaan die slimmer zijn dan mensen? En zijn die machines dan echt slim of nep slim?
Kunstmatige intelligentie, of `computer-slimheid', maakt ons leven een stuk makkelijker. Maar het is ook wel een beetje spannend, want wat staat ons allemaal te wachten?
In dit boek voor jonge én volwassen lezers legt Bas Haring in heldere taal uit wat kunstmatige intelligentie precies is. Hij laat lezers nadenken over de mogelijkheden en bedreigingen van computers die tot steeds meer in staat zijn. Met illustraties in kleur van Maus Bullhorst.
Bas Haring (1968) promoveerde in de Kunstmatige Intelligentie en is bijzonder hoogleraar Publiek begrip van wetenschap aan de Universiteit Leiden. Hij weet als geen ander ingewikkelde onderwerpen toegankelijk te maken voor grote groepen lezers, en kreeg hiervoor de Duidelijketaalprijs. Zijn debuut Kaas en de Evolutietheorie werd bekroond met de Gouden Uil voor jeugdliteratuur en de Eureka!-prijs voor populair-wetenschappelijke literatuur.
Van Frida Kahlo tot Anton de Kom, van Pelé tot Audrey Hepburn en van Sojourner Truth tot Janusz Korczak: in Beginnelingen vertelt Joke van Leeuwen over de jonge jaren van vierentwintig onvergetelijke mensen.
Ze zijn afkomstig van over de hele wereld en allemaal bekend geworden, bijvoorbeeld als filmster, voetballer of voorvechter voor vrijheid en gelijkheid.
Als kind en jongere maakten ze vaak ongelooflijke dingen mee: van oorlog en slavernij tot gevangen zitten in je eigen huis. Maar veel is ook heel herkenbaar: armoede, rijkdom, gescheiden ouders, twijfels, verliefdheid, opstandigheid, ziekte, verlies, kracht, moed...
Door hun jeugd uitgebreid te beschrijven schetst Joke van Leeuwen een beeld van het land en de tijd waarin ze opgroeiden, en maakt ze duidelijk hoe deze bijzondere mensen geworden zijn wie ze zijn.
In deze bundel laat Edward van de Vendel twintig jongeren tussen de zestien en de drieëntwintig jaar aan het woord. Hun ontroerende persoonlijke verhalen geven een breed beeld van de `queer' jongeren van nu. Ze vertellen uitgebreid en openhartig over alles wat er in hun leven gloeit: liefde, woede, ambitie. Daarin zijn ze zeer verschillend: van de achttienjarige paralympische zwemkampioen tot de Syrische bootvluchteling. Hoe divers ze ook zijn, ze hebben één ding gemeen: hun geaardheid of hun gender wijkt af van die van de meerderheid. Hun verhalen ontroeren en laten je niet zelden met ingehouden adem verder en verder lezen.
Ieder interview wordt voorafgegaan door een gedicht dat Van de Vendel maakte naar aanleiding van het gesprek, en een getekend portret door Floor de Goede.