`Ik wil niet veel zeggen, maar volgens mij ging het al mis met Tom Keller toen
die twee ooms hem 's nachts meenamen naar het bos en hem dingen lieten
doen die een jongen van negen nog lang niet zou moeten doen.'
Zo begint De beesten, het romandebuut van Gijs Wilbrink. Het speelt zich
af in de Achterhoek, te midden van motoren, stropers, nertsenfokkerijen en
handeltjes die het daglicht niet kunnen verdragen. In dit mystieke grensland
vol geheimen groeit Tom Keller op, jongste telg van de beruchtste familie van
de streek, en gezegend met een van God gegeven talent voor de motocross.
Als hij jaren later plotseling verdwijnt, komt zijn opstandige dochter terug
naar haar geboortegrond om hem te zoeken, met een dramatische
familiereünie tot gevolg.
Lisa Weeda reist in opdracht van haar vierennegentigjarige grootmoeder Aleksandra naar Loegansk, op zoek naar het graf van haar oom Kolja, die sinds 2015 is verdwenen. Lisa weet de grenspost van het oorlogsgebied te trotseren en in haar vlucht tuimelt ze terug in de tijd. Ze belandt in het paleis van de Sovjets, waar haar overgrootvader Nikolaj al sinds zijn eigen dood in 1953 wacht op Aleksandra. Na Aleksandra's deportatie in 1942 naar Duitlsand heeft hij haar nooit meer gezien. Samen met Nikolaj dwaalt Lisa door het paleis, dit limbo waar ook Kolja zich schuilhoudt, en wekt ze de geschiedenis van haar Don Kozakken-familie tot leven.
Aleksandra is het verhaal van een familie tussen Oost en West
die maar niet loskomt van een gebied dat nooit rust lijkt te vinden.
Lisa Weeda vond de vorm en de stem om dit indringende
verhaal op een grandioze manier te vertellen.
Het einde van de coronamaatregelen, de toeslagenaffaire, vrouwenmepper
Lil Kleine, zijn collega Glennis Grace, de Derde Wereldoorlog in wording,
#MeToo vs. The Voice of Holland, de arrogantie van Hugo, het Van
Drimmelenlaatje van Sigrid en de Nokia van Wiske Rutte. Er was ook dit
jaar weer geen gebrek aan slecht nieuws dat Youp niet vrolijk maakte en
omsmolt tot een venijnige column in NRC. Maar er was ook goed nieuws:
de miljoenen van onze nationale oligarch Sywert werden bevroren.
Daar heeft Youp wekenlang alles aan gedaan.
Nederland heeft lang een zelfbeeld van openheid en tolerantie gehad. Dat beeld kwam voort uit het naoorlogse optimisme van de middenklasse, die geloofde in kansengelijkheid, ongeacht afkomst of achternaam, en het belang van goede publieke voorzieningen. Zo zou elke nieuwe generatie het beter krijgen dan de vorige.
Het geloof in vooruitgang is de afgelopen jaren afgebrokkeld en heeft onder invloed van de politiek plaatsgemaakt voor een sterke hang naar zelfbehoud, met extreme sentimenten tot gevolg. In Eigen welzijn eerst laat Roxane van Iperen op prikkelende wijze zien hoe dit heeft kunnen gebeuren, en spreekt ze de hoop uit dat de middenklasse opnieuw de vooruitgangsgedachte omarmt.
Maryam Hassouni, die op haar vijftiende furore maakte met de televisieserie Dunya
en Desie, won voor haar rol in Offers als eerste Nederlandse actrice een Emmy. Ze
kroop in de huid van vele karakters, van zelfmoordterrorist tot slachtoffer van de Marokkaanse cultuur, en alles wat daartussenin zit. Vaak met veel plezier, maar vaker nog met verbazing over steeds weer dezelfde clichématige verhalen die werden geschreven. Nooit herkende zij hier zichzelf in.
Langzaam dringt het tot Maryam door: in haar beleving staat de filmindustrie voor
destructie en ellende. Het wordt haar onmogelijk gemaakt om te acteren, ondanks
haar verlangen ernaar. Ze gaat studeren en besluit haar eigen verhalen te schrijven. Als
ze toch nog een keer zwicht voor een grote rol in een televisieserie loopt dat fataal af.
Pas als ze na jaren het onderzoeksdossier naar aanleiding van haar klachten durft te
lezen en de feiten onder ogen ziet weet ze het zeker. `Ik ben niet het monster: het systeem is ziek.
Als er één zin is die sinds jaren in het bewustzijn van Stefan
Hertmans galmt, is het de uitspraak die Viktor Klemperer ooit,
tijdens het nazibewind, haast terloops, te midden van ellende
en onzekerheid, met vaste hand in zijn beroemde dagboeken
noteerde: `De tijdgenoot weet niets'. Wat kun je zeggen over de
eigen tijd?
Eén ding voelen we allen, overdenkt Stefan Hertmans in zijn
lucide Verschuivingen: dit is een tijd van overgang naar iets wat
we nog maar heel gedeeltelijk beginnen te begrijpen. Allen zijn
we getuigen, ook al weten we slechts gedeeltelijk waarvan; in elk
geval van onze moeilijk te ontcijferen actualiteit - en de verschuivingen die we elke dag voelen zonder ze te kunnen duiden.
In even erudiete als sensitieve overdenkingen gaat Stefan
Hertmans het avontuur aan om iets van deze tijdgeest te grijpen,
om dat vast te leggen wat ons in de waan van de dag ontglipt.
Een subtiel ingenieuze roman-in-verhalen van internationale allure.
Juliette is een alleenstaande vrouw van middelbare leeftijd en
de trouwe assistent van Willem, een hoogbejaarde schrijver die
door ziekte blind is geworden en zijn boeken aan haar dicteert.
In de nadagen van zijn carrière beleeft hij zijn grootste successen.
Als Willem komt te overlijden, vecht zijn jonge vrouw Femke zijn
testament aan. Daarin heeft Willem bepaald dat Juliette niet alleen
zijn beroemde verzameling eerste drukken krijgt, maar ook
een memorystick met vermoedelijk zijn ultieme, onthullende
dictaten.
De gebeurtenis is een speels en rijk boek waarin de verhalen
subtiel in elkaar grijpen. Ze lezen als hoofdstukken uit de laatste
roman die Juliette en haar beminde Willem samen schrijven,
gescheiden door de dood, maar één in hun proza. Daarin treffen
we, onder meer, een terminale patiënt die maar niet sterft,
een hond die verloren loopt op kerstavond, een menselijk brein
dat geüpload wordt naar de iHead, en een man die zwaait naar
zijn vrouw in het gesloten woonzorgcentrum. Een roman-in-verhalen
over de grillige liefde, waarin Peter Terrin eens te meer
zijn personages bezwerend tot leven wekt.
In Knielen op een bed violen vertelde de jonge Ruben Sievez het
verhaal over de ondergang van het familiebedrijf. In die grote
beroemde roman is het geloof van de vader de oorzaak van de
teloorgang. Een recente gebeurtenis werpt echter een ander
licht op de geschiedenis. Uit een nagelaten briefje van de vroeg
gestorven huurbaas van destijds blijkt nu pas dat de huisvesting
van de bewoners van de kwekerij altijd gegarandeerd zou moeten
blijven. Hoe anders is het verlopen.
Brengschuld vertelt het verhaal van hoe geldgebrek de kwekersfamilie
noopte een deel van hun grond te verkopen. Door de
bouw van een grote tennishal aan de rand van hun overgebleven
terrein komt de wereld binnen. Het paradijs raakt verstoord
en de ondergang van de kwekerij is aanstaande.
In het oeuvre van Jan Siebelink is er een constant decor, maar
steeds worden de gebeurtenissen anders beschreven, met een
andere bestemming van de personages, vanuit een ander perspectief.
Het ritueel van de terugkerende elementen openbaart
niet alleen de kern van zijn familie, maar brengt tegelijk het
schrijverschap van Jan Siebelink vol aan het licht.
Zonder zwemdiploma slinken je overlevingskansen,
weet de verteller in diepdiepblauw. Ze weet hoe je het hoofd boven
water houdt in een onrustige zee en dat je bij hoge golven
het beste naar de bodem duikt om het gebulder over je heen
te laten komen. Maar in het echte leven heb je aan zulke
lessen niet veel.
In haar debuutroman onderzoekt Nikki Dekker wat we van
de dieren onder water kunnen leren over liefde en identiteit.
Ze zet alikruiken tegenover onenightstands, de blobvis naast
het schoonheidsideaal en duikt in de wereld van geheimzinnige
platvissen, homoseksuele zeehonden en zelfbewuste
poetslipvissen.
diepdiepblauw is een rijke essayistische roman
over het onstuitbare verlangen naar onbekende plekken, naar andere
levens en naar het water dat je altijd zal dragen.
Een ongewoon mooie roman over een vrouw die
verdwijnt en haar man en dochtertje achterlaat.
Een architect en een schrijfster verhuizen naar een afgelegen
plek. Het is een toevluchtsoord aan de rand van een onbedorven
dorp waarvoor hij het nieuwe dorpscentrum heeft ontworpen.
Zij hoopt er te kunnen schrijven, er iets uitzonderlijks te
maken. Maar de stilte en de afzondering trekken algauw naar
binnen. Ze gedraagt zich steeds dromeriger, onttrekt zich aan
de wereld en dan verdwijnt ze. Spoorloos, terwijl hij achterblijft
met hun dochtertje.
In een uitzonderlijke stijl en met een zeldzame precisie schetst
Femke Brockhus het leven van dit jonge stel, waarin altijd al
barsten zaten. Kleine haperende vluchten is een ontroerende en
beklemmende roman over ouderschap, omgaan met verlies en
het al te menselijke verlangen om te willen verdwijnen. Een
boek dat in stilte overdondert.